INLEIDING
03. Eigenbelang NIEUWS
04. Pictoright-nieuws en een update over rechtspraak en wetgeving
04. Pictoright-nieuws en een update over rechtspraak en wetgeving
06. Toestemming in tien stappen
Een aanvraag voor het gebruik van een beschermde afbeelding: hoe gaat dat in zijn werk?
08. Berichten over collectieve rechten Over de kunstleenvergoeding, het uitlenen van e-books en de onderwijsexceptie.
09. User generated content
Is het wel zo’n goed idee om user generated content vrij te stellen van auteursrecht? Pictoright vindt van niet.
10. Voorlichting over volgrecht De galeriehouders nodigden Pictoright uit voor een informatiebijeenkomst over volgrecht.
11. Verkocht!
‘Ni Gusti Kompiang Mawar’ van Willem Gerard Hofker
12. Voorwaarden Parodie
Het Europese Hof van Justitie kwam onlangs met nieuwe voorwaarden voor een toelaatbare parodie
14. Colofon MAG DAT?
15. LOVE in Oude-IJsselstreek
Het was de afgelopen jaren af en toe wat behelpen met de politici die zich met auteursrecht bezighouden. Men liet wel erg makkelijk het oor hangen naar allerlei belangengroeperingen die zich negatief over het auteursrecht uitlieten. Vaak was er eenvoudig eigenbelang in het spel. Zoals bij de kunsthandelaren die gewoonweg geen volgrecht wilden betalen, maar ondertussen allerlei negatieve verhalen over Pictoright de wereld in hielpen. Of bij erfgoedinstellingen die vaak budgetten van vele miljoenen hebben, maar moord en brand riepen als ze een paar duizend euro voor de rechthebbenden moesten betalen.
Ondertussen wordt het auteursrecht aan alle kanten uitgehold door exploitanten, zoals uitgevers en producenten, die vaak alle rechten van de makers opeisen, maar wel diezelfde makers vragen om vooraan te staan als er gelobbyd moet worden. Terwijl het auteursrecht bedoeld is om makers te ondersteunen, wordt er van alle kanten geprobeerd om dit op zichzelf goede en rechtvaardige systeem te ondergraven.
Maar inmiddels klinken er hier en daar weer wat positieve geluiden. In de eerste plaats wat betreft het auteurscontractenrecht. Hoe het precies gaat uitpakken is nog niet duidelijk, maar inmiddels lijkt de Tweede Kamer er wel van overtuigd dat makers moeten worden ondersteund. Ook zie je dat makers in juridisch principiele procedures vaak aan het langste eind trekken, rechters lijken te beseffen dat het auteursrecht wel zijn doel moet dienen.
Met name de opstelling van uitgevers en producenten blijft zorgelijk, maar laten we hopen dat in 2015 ook met deze partijen een positieve nieuwe weg ingeslagen wordt, waarbij iedereen respect voor elkaars positie heeft en er in goede samenwerking aan oplossingen kan worden gewerkt.
Vincent van den Eijnde directeur Pictoright vincent@pictoright.nl
Met de slogan ‘Mensen die maken wil je niet breken - De Auteurswet moet beter’ vraagt Platform Makers aandacht voor het wetsvoorstel Auteurscontractenrecht dat nu in de Tweede Kamer ligt. Auteurs en artiesten (makers) moeten steeds vaker zonder redelijke vergoeding hun rechten aan opdrachtgevers en exploitanten afstaan; het wordt voor hen steeds moeilijker om rond te komen. Het auteurscontractenrecht kan daar wat aan doen door makers te beschermen tegen wurgcontracten en hun marktpositie te versterken. Daarom is het van groot belang dat deze wetswijziging op de Auteurswet wordt aangenomen, zegt Platform Makers, waarin onder andere de BNO, FotografenFederatie, NVJ en FNV Kiem zijn verenigd. Pictoright steunt de campagne van harte, en nodigt iedereen uit de petitie te tekenen op http://auteurswetmoetbeter.petities.nl
Blendle is veel in het nieuws geweest sinds de lancering ervan in april 2014.
Het is een nieuw initiatief waarbij online losse artikelen kunnen worden gekocht uit verschillende kranten en tijdschriften. Door middel van een tegoed bij Blendle is het gemakkelijk om alleen die artikelen te lezen waar de lezer in geïnteresseerd is, zonder een abonnement te hoeven afsluiten. Blendle heeft hierover afspraken met de uitgevers van kranten en tijdschriften. De uitgevers krijgen een percentage van de bedragen die worden betaald door de lezers.
De beeldmakers van Pictoright en freelance journalisten van Lira staan momenteel echter nog met lege handen; met hen zijn nog geen afspraken gemaakt. Blendle is hiervan op de hoogte gesteld, en er is al een aantal gesprekken over dit onderwerp gevoerd. Hierbij is de insteek van Pictoright dat de freelance beeldmakers binnenkort ook een vergoeding kunnen ontvangen voor het gebruik van hun werk door Blendle.
Op 11 september 2014 heeft advocaatgeneraal Cruz Villalón van het Hof van Justitie in de zaak van Pictoright tegen AllPosters zijn advies uitgebracht aan de rechters. Aanleiding hiervoor was de zitting van 22 mei 2014. De advocaatgeneraal stelt zich onder meer op het standpunt dat een canvastransfereen nieuw product betreft. Dit zou tot gevolg hebben dat AllPosters toestemming nodig heeft van de auteursrechthebbenden voor het aanbieden van deze canvastransfers. Doorgaans volgen de rechters van het Hof van Justitie het advies van de advocaat-generaal bij hun beslissingen over de zaak.
Staatssecretaris Teeven heeft de Europese uitspraken over downloaden aangegrepen om de thuiskopietarieven te verlagen. Dit zijn eenmalige bedragen die bovenop de verkoopprijs van datadragers worden berekend. Voor computers, smartphones, tablets, hdd recorders en settopboxen met harde schijf wordt het tarief per 1 januari 2015 verlaagd van €5,00 naar €3,50. Het tarief voor portable audio- en videospelers wordt €1,40, voor externe hdd-drives wordt het €0,70, en voor een CD-r en DVD-r €0,02. Daarentegen komt er ook een product bij dat vanaf 1 januari belast wordt met een thuiskopieheffing: wie volgend jaar een e-reader koopt, betaalt €0,70 extra voor de rechthebbenden.
Sinds 29 oktober kent de Auteurswet een aantal nieuwe artikelen (16o tot en met 16r). Deze artikelen gaan over ‘verweesde werken’. Een werk is verweesd wanneer de rechthebbende(n) van beelden en teksten in bijvoorbeeld boeken en kranten niet gevonden kunnen worden na een zorgvuldig onderzoek. Erfgoedinstellingen hebben op grond van deze toegevoegde artikelen nu de mogelijkheid om dit werk te gebruiken, zonder dat zij voorafgaand toestemming hoeven te krijgen van de rechthebbenden; iets wat eerst niet toegestaan was. Maar zij staan wel nog steeds voor de uitdaging om per publicatie een zoektocht uit te voeren voordat zij iets mogen met het verweesde werk. Bij het digitaliseren van bijvoorbeeld een heel archief is dat nog altijd een vrij lastige opgave. Een systeem van Extended Collective Licensing zou hier een mooie oplossing voor zijn. Dat houdt in dat een organisatie als Pictoright onder bepaalde voorwaarden een licentie voor al het (deel)materiaal in een archief kan verstrekken. Pictoright heeft hier in 2013 dan ook voor gepleit bij de ministeries van OC&W en Justitie, in gezamenlijkheid met andere organisaties van rechthebbenden en erfgoedinstellingen
De auteursrechten van meer dan 50.000 kunstenaars wereldwijd worden door Pictoright vertegenwoordigd. Steeds meer beeldgebruikers weten ons te vinden om toestemming te krijgen voor het afbeelden van kunstwerken. Naast de langlopende licentieovereenkomsten met bijvoorbeeld musea en uitgevers van boeken en kranten,
verleent Pictoright ook zo’n 700 keer per jaar toestemming voor gebruik via individuele aanvragen. Een kunstwerk in een tijdschrift, een schilderij op de omslag van een proefschrift, een sculptuur in een advertentie, een aquarel op een kalender… Hoe gaat zoiets nou in zijn werk?
Doorgaans moet het werk in zijn geheel gereproduceerd worden. Maar als een detail gebruikt wordt, of als er tekst over de afbeelding heen komt te staan, dan willen we vooraf de opmaak zien. Dit leggen we namelijk voor aan de rechthebbende ter goedkeuring.
De tarieven voor de meeste soorten gebruik staan op de website, zodat je vooraf weet waar je aan toe bent. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de afmeting van de afbeelding, het doel en de oplage van het product, en of het werk op de omslag of in het binnenwerk staat.
Verzoeken voor ‘bijzondere’ vormen van gebruik zoals ansichtkaarten, posters, koelkastmagneten of boekomslagen leggen we altijd voor aan de kunstenaar. Ook als de kunstenaar via een zusterorganisatie in het buitenland bij ons in aangesloten, nemen we in dit soort gevallen vooraf contact op.
Als de aanvraag goedgekeurd is, wordt de toestemmingsbevestiging verstuurd. Hierop staat ook de copyrightvermelding die bij de afbeelding moet worden geplaatst. Soms is er een afwijkende tekst of zijn er bijzondere voorwaarden. Een lijst van die beperkingen is ook op de Pictoright-website te vinden.
VOOR BEELDEND KUNSTENAARS, ARCHITECTEN, KUNSTFOTOGRAFEN, INDUSTRIEEL ONTWERPERS EN ANDERE BEELDMAKERS DIE AUTONOOM WERKENStel: je wilt een afbeelding van werk waar nog auteursrecht op rust gebruiken voor een boek, tijdschrift, brochure, website of ander product.
Ga naar www.pictoright.nl en zoek op de ledenlijst of de kunstenaar voor zijn of haar reproductierechten is aangesloten.
Druk het aanvraagformulier voor toestemming af, vul dit in en stuur het per email of post naar Pictoright. Meestal stuurt Pictoright op de dag van ontvangst al een reactie. Als het een ‘eenvoudige’ aanvraag is, zoals een afbeelding in het binnenwerk van een boek of tijdschrift, dan wordt vaak meteen toestemming verleend.
Staat de maker op de ledenlijst? Dat scheelt werk; toestemming kan via Pictoright geregeld worden. Als hij of zij niet op de lijst staat, zul je je verzoek op een andere manier aan de kunstenaar moeten voorleggen.
Tot slot stuurt Pictoright de factuur voor de rechtenvergoeding. De gebruiker kan aan de slag met de productie.
Pictoright ontvangt na publicatie graag twee bewijsexemplaren en kan zo controleren of alles goed is afgebeeld.
Tot slot stuurt Pictoright de factuur voor de rechtenvergoeding. De gebruiker kan aan de slag met de productie.
De kunstuitleenvergoeding wordt verhoogd. Stichting Leenrecht en de kunstuitleenbranche hebben hierover in oktober overeenstemming bereikt. Het tarief van € 1,50 per uitlening dat nu geldt, wordt in jaarlijkse stappen verhoogd tot een bedrag van € 2,50 in 2018. Kunstuitleeninstellingen hebben door deze stapsgewijze verhoging meer tijd om zich voor te bereiden op de tariefsverhoging. Wel zijn er nog kunstuitleeninstellingen die liever geen leenrechtvergoeding betalen. Zij vragen kunstenaars waarvan ze werken uitlenen om afstandsverklaringen te tekenen. Met een dergelijke afstandsverklaring is het niet meer mogelijk om leenrecht te ontvangen voor uitgeleende werken, ook niet voor uitleningen bij andere kunstuitleeninstellingen. Helaas blijken kunstenaars door kunstuitleeninstellingen onder druk te worden gezet om de afstandsverklaring te tekenen. Pictoright onderzoekt wat hier tegen te doen is. Pictoright verdeelt de kunstuitleenvergoedingen onder de betreffende kunstenaars. Hiervoor is het niet nodig om aangesloten te zijn.
Geldt het leenrecht ook voor e-books?
Dat is de centrale vraag in de procedure die de Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB) vorig jaar is gestart tegen Stichting Leenrecht. Pictoright neemt ook deel in de procedure om invloed uit te kunnen oefenen op de uitkomst. Pictoright is een voorstander van leenrecht voor e-books, zodat e-books op eenvoudige wijze kunnen worden uitgeleend via de bibliotheek en de makers daar een reële vergoeding voor ontvangen. Na een zitting in juni dit jaar waarbij alle partijen samenkwamen, heeft de rechtbank op voorstel van de VOB besloten om prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof van Justitie. De vragen zijn bedoeld om duidelijkheid te krijgen over de overkoepelende Europese richtlijn voor leenrecht, waaraan de nationale rechtsspraak van alle EU-landen moet voldoen. Bijzonder is dat dit door een gewone rechter is gebeurd; meestal wordt het Europese Hof pas geconsulteerd als de zaak al bij de Hoge Raad beland is. Zodra het antwoord op de vragen binnen is, wordt de procedure vervolgd.
Een belangrijke uitzondering op de Auteurswet is de onderwijsexceptie. Ten behoeve van het onderwijs mag er zonder expliciete toestemming van de maker gebruik worden gemaakt van auteursrechtelijk beschermd werk, zolang er een redelijke vergoeding wordt betaald. Hierover zijn ook namens Pictoright afspraken gemaakt met onderwijsinstellingen. Elk jaar wordt er per leerling een bedrag betaald, waardoor docenten gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld artikelen uit de krant of een afbeelding van een kunstwerk. Omdat er ook in het onderwijs steeds meer wordt gewerkt met digitale toepassingen, zullen de regelingen vanaf volgend jaar ook worden afgestemd op digitaal gebruik.
Platforms als YouTube en Facebook zijn gestoeld op user generated content: de informatie die er te vinden is komt van de gebruikers, die hun verhalen, foto’s, fimpjes vrijelijk delen met de wereld. Ondertussen verdienen de platforms zelf veel geld aan de advertenties die bij die content geplaatst wordt. Wat te doen met het auteursrecht op geüploade teksten en beelden van derden?
De Commissie Auteursrecht, waar een aantal hoogleraren auteursrecht en andere deskundigen in zitten, heeft enige tijd geleden de regering geadviseerd hoe user generated content onder de uitzonderingen op het auteursrecht kan worden gebracht. Daarbij is ook aandacht geschonken aan wat nu precies onder dit begrip zou moeten vallen. Volgens de commissie moet user generated content in ieder geval aan de volgende criteria voldoen: ‘…het moet gaan om een bewerking van bestaande werken voor niet-professionele doeleinden en er moet een creatieve bewerkingsslag hebben plaatsgevonden…’. Het lijkt erop dat de commissie hierbij vooral filmpjes, fotocollages en soortgelijke creaties, die op YouTube en andere platforms worden geplaatst, voor ogen had. Denk aan een filmpje van een dansend meisje op een bekend liedje of door een fan vervaardigde collage van foto’s van een bekende sporter of zanger.
In de discussies over de hervorming van het auteursrecht lijkt menigeen met enige gretigheid te pleiten voor een nieuwe uitzondering op het auteursrecht, voor wat men noemt user generated content. Ook onze eigen regering is al geruime tijd voorstander voor het vrijlaten van dit soort gebruik. Zo is vorig jaar nog bij de Europese Commissie aangedrongen op een flexibeler auteursrecht, waarbij als eerste het vrijstellen van user generated content werd genoemd. Waar gaat dit nu precies over?
Hoewel sommigen enige twijfel zullen hebben of dit soort creaties nu direct een impuls geven aan de creativiteit binnen onze samenleving en er op deze manier nieuwe waardvolle werken tot stand zullen komen, lijkt het niet zo te zijn dat veel beeldmakers direct rekeningen willen sturen naar jongens en meisjes die ‘onschuldige’ filmpjes of collages op YouTube plaatsen. Er is echter iets anders aan de hand, wat velen over het hoofd zien. Feit is namelijk dat er met de verzamelde content van al die bijdragen op platforms als Youtube en Facebook ontzettend veel geld gemoeid gaat. Die platforms verdienen immers flink aan advertenties. Het punt hoeft niet zozeer te zijn dat elke individuele gebruiker op een dergelijk platform aan de makers een vergoeding moet betalen; een goede oplossing zou kunnen zijn dat die platforms een redelijke vergoeding aan de makers betalen. Dus niet zozeer dit gebruik in algemene zin vrijstellen, maar de verplichting tot betaling daar leggen waar geld met de content wordt verdiend.
Wat voor oplossing er ook komt, belangrijk is dat makers voor het gebruik van hun werk een redelijke vergoeding ontvangen. Uit alle onderzoeken blijkt dat momenteel het gebruik van beeld steeds omvangrijker wordt, terwijl de inkomsten van de beeldmakers al jaren dramatisch dalen. Zolang er nog geen reële oplossing voor dit probleem wordt gevonden, hebben makers de mogelijkheid om hun rechten op de door hen gewenste wijze te handhaven. Als dat tot vervelende situaties leidt, dan is dat niet zozeer aan de beeldmakers te wijten, maar eerder aan falende regelgeving. De oplossing kan simpeler zijn dan velen denken.
Wanneer geldt het volgrecht? Kun je een kunstenaar vragen er afstand van te doen? Vorige maand kregen galeriehouders het antwoord op al hun vragen over volgrecht tijdens een presentatie bij de NGA.
De Nederlandse Galerie Associatie (NGA) is de belangenorganisatie voor galeriehouders. Op uitnodiging van de NGA heeft Pictoright op 11 november op een ledenbijeenkomst aan galeriehouders een presentatie gegeven over het volgrecht.
Doorverkopen
Veel leden van de NGA hebben maar weinig te maken met het volgrecht. Dat komt met name omdat zij werk van een kunstenaar voor het eerst verkopen namens deze kunstenaar. Bij de eerste verkoop geldt geen volgrecht, hiervan profiteert de kunstenaar immers al. Maar er zijn ook gevallen waarin het volgrecht wel relevant is, bijvoorbeeld wanneer een galeriehouder van een klant een werk terugkoopt, of wanneer de galeriehouder bestaand werk op een veiling aankoopt om daarna weer te verkopen. Daarom is het belangrijk dat alle professionele partijen die zich met de verkoop van kunst bezig houden op de hoogte te zijn van inhoud en de uitvoering van de volgrechtwetgeving.
Het is ook voor galeriehouders van belang om zich te realiseren dat een kunstenaar wettelijk geen afstand kan doen van het volgrecht. Tegelijkertijd is het niet de bedoeling van Pictoright om de relatie tussen kunstenaar en zijn galerie door de inning van het volgrecht te verslechteren. Pictoright houdt rekening met de wensen van de kunstenaar. Het is goed om te beseffen dat uiteindelijk galeriehouders en Pictoright vaak eenzelfde belang dienen, namelijk dat van de kunstenaar.
In 2013 is Pictoright een procedure begonnen tegen een tweetal kunsthandelaren die weigerden opgave te doen van volgrechtplichtige verkopen. In een van die zaken, tegen een Amsterdamse kunsthandel, is Pictoright recent een schikking overeengekomen. Hiermee is de rechtszaak van de baan. En dat is natuurlijk goed nieuws. Voor Pictoright is het altijd volstrekt duidelijk geweest dat er informatie over verkopen moet worden gegeven, en daarmee leek verder juridisch getouwtrek dan ook in niemands belang.
De belangen van de kunstenaars zijn hiermee veiliggesteld; er wordt met terugwerkende kracht opgave gedaan van verkopen zodat de rechthebbenden hun volgrecht kunnen ontvangen. Met de kunsthandelaar zijn tegelijk ook goede afspraken gemaakt over de afdracht van het volgrecht.
In de andere rechtszaak is de handelaar (Simonis & Buunk) in beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank in Arnhem eerder dit jaar. Ongetwijfeld komt de uitkomst van deze zaak hier nog aan bod.
Willem Gerard Hofker (1902-1981) ‘Ni Gusti Kompiang Mawar’ (1940) Olie op canvas 53 x 52 cm
Op 12 maart 2013 is dit werk van Willem Gerard Hofker verkocht voor € 625.500 bij veilinghuis Christie’s in Amsterdam. Over dit bedrag is € 9.063,75 aan volgrecht verschuldigd.
Het auteursrecht worstelt niet alleen met de voortschrijdende digitalisering; het is ook de vraag waar de wetgeving vandaan moet komen. Er wordt veel bepaald door nationale jurisprudentie, maar ondertussen formuleert Europa ook nieuwe richtlijnen. Zo kwam het Europese Hof van Justitie onlangs met nieuwe voorwaarden voor een toelaatbare parodie
Niet altijd is duidelijk wat nu precies onder het Europese recht valt en wat onder het nationale recht, waardoor veel principiële rechtszaken alleen maar langer duren. Een voorbeeld daarvan is de canvastransfer-zaak, die Pictoright voert tegen een Amerikaanse distributeur van posters en affiches. Die zaak is in 2008 begonnen en loopt nu bij het Europese Hof. Als het meezit, eindigt de procedure – na zeven jaar geduurd te hebben – in 2015. Rechtszaken voeren is vaak een kwestie van geduld. Langzamerhand komen er steeds meer Europese uitspraken bij, zodat op deelterreinen het recht wel duidelijk wordt. Groot voordeel daarvan is dat een dergelijke rechtsregel dan voor de gehele Europese Unie geldt. Zo heeft het Europese Hof een paar maanden geleden duidelijkheid gecreëerd over de parodie als beperking op het auteursrecht.
De parodie als zodanig bestaat natuurlijk al sinds mensenheugenis in alle lidstaten van de Europese Unie, maar door de jaren heen heeft elk land er binnen het eigen rechtssysteem een andere oplossing voor gevonden. In Nederland was de parodie tot 2004 niet als zodanig in de wet opgenomen, maar waren er door verschillende uitspraken van rechtbanken wel voorwaarden geformuleerd waaraan een parodie moest voldoen. Zo werd ervan uitgegaan dat een parodie een op zichzelf staand oorspronkelijk werk moest zijn. Van groot belang was hierbij het arrest dat de Hoge Raad in de jaren tachtig had gewezen. Deze zaak ging over twee stripalbums waarin Suske en Wiske figureerden: De Glunderende
Gluurder en De Keizerkraker. In dat laatste album raakten Suske en Wiske in de Amsterdamse krakerswereld verzeild, waarbij ze zich wat anders opstelden dan we gewend zijn uit de stripalbums van Willy Vandersteen zelf. De Hoge Raad bepaalde dat het overnemen van auteursrechtelijk beschermde trekken uit een werk niet verder mocht gaan dan voor de parodie noodzakelijk was. Juist deze laatste voorwaarde was aan kritiek onderhevig, maar in de jaren erna is er geen zaak over de parodie meer aan de
Hoge Raad voorgelegd, zodat het niet helemaal duidelijk was hoe het recht in Nederland wat dit betreft moest worden geïnterpreteerd. Zo bleef ook steeds onduidelijk in hoeverre een parodie eigenlijk betrekking moest hebben op het oorspronkelijke werk; moet een parodie iets zeggen over het geparodieerde werk, of is dat verband niet noodzakelijk? Als een parodie als zodanig niets hoeft te zeggen over het oorspronkelijke werk, biedt dat uiteraard veel meer mogelijkheden om van deze stijlfiguur gebruik te maken.
In 2001 kwam een belangrijke Europese auteursrechtregeling (richtlijn), waarin onder andere de parodie werd opgeno -
men als (mogelijke) beperking van het auteursrecht. Een paar jaar later heeft de Nederlandse regering uiteindelijk besloten om de parodie op basis van deze Europese regel in de wet op te nemen. Men ging er daarbij vanuit dat de bestaande jurisprudentie omtrent de parodie grotendeels in stand zou blijven. Enige tijd geleden heeft het Europese Hof van Justitie echter een arrest gewezen dat toch een iets ander licht doet schijnen op de vraag wanneer een parodie geoorloofd is.
Ook deze zaak voor het Europese Hof ging over Suske en Wiske. Tijdens een nieuwjaarsreceptie in januari 2011 van de Belgische gemeente Luik verspreidde een lid van het Vlaams Belang kalenders, waarvan de voorzijde een duidelijke verwijzing inhield naar een bekend Suske en Wiske-album De Wilde Weldoener. Op de cover van het album zie je Lambiek in een wit gewaad munten uitstrooiend boven een menigte hangen. Op de voorzijde van de kalender van het Vlaams Belang is het de burgemeester van Gent die muntstukken uitstrooit en zijn het gesluierde en gekleurde mensen die de muntstukken oprapen. De vraag waar het Europese Hof voor stond is of hier sprake was van een geoorloofde parodie. De erven van Willy Vandersteen vinden onder andere dat de parodie van Vlaams Belang een discriminerende boodschap bevat.
Nieuwe voorwaarden
Het Europese Hof heeft in deze zaak een aantal voorwaarden geformuleerd waaraan een parodie dient te voldoen. Volgens het Hof bestaan de wezenlijke kenmerken van een parodie eruit dat enerzijds een bestaand werk wordt
nagebootst, waarbij er duidelijke verschillen bestaan tussen de parodie en het bestaande werk, en anderzijds dat er in de parodie humor wordt bedreven of de spot wordt gedreven. Volgens het Hof is het niet nodig dat een parodie een eigen karakter vertoont. Een ander belangrijk punt is dat een parodie volgens het Hof geen betrekking hoeft te hebben op het oorspronkelijke werk. Naast de formulering van deze vrij simpele voorwaarden, zegt het Hof echter nog iets belangrijks. De parodie is als beperking op het auteursrecht gerechtvaardigd omdat in sommige gevallen de vrijheid van meningsuiting belangrijker kan zijn dan de auteursrechten van de makers. Deze achterliggende gedachte moet niet uit het oog worden verloren. Bij de vraag of er sprake is van een geoorloofde parodie moet per geval een gerechtvaardigd evenwicht in acht worden genomen tussen de auteursrechten van de makers en de vrijheid van meningsuiting van degene die een beroep doet op de parodie. De uiteindelijke beslissing ligt in deze zaak bij de Belgische rechters, maar het Europese Hof van Justitie geeft in haar uitspraak duidelijk aan dat de erven van Willy Vandersteen een rechtmatig belang kunnen hebben om niet te worden geassocieerd met een dergelijke, mogelijk racistische boodschap zoals verwoord op de kalender van het Vlaams Belang.
Vragen? Bel ons. Pictoright is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 9.00 tot 17.30 uur. Tel: 020 589 18 40
COLOFON
redactie & productie Marcel van de Graaf, Pictoright
eindredactie Willemijn de Jonge, Mijnwerk
vormgeving
Dit is een uitgave van Pictoright, de auteursrechtenorganisatie voor beeldmakers. Pictoright verdeelt collectieve vergoedingen, exploiteert primaire rechten, verleent juridische bijstand en zet zich in voor een betere auteursrechtelijke positie van visuele makers. Dit blad verschijnt twee keer per jaar om aangesloten beeldmakers en relaties op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op het gebied van auteursrecht en de werkzaamheden van Pictoright.
Mocht u naar aanleiding van de inhoud opmerkingen of vragen hebben, stuur mail dan naar redactie@pictoright.nl.
Het bekendste werk van de Amerikaanse kunstenaar Robert Indiana is wel zijn LOVE-symbool, waarbij de letters LO boven de VE zijn geplaatst. In de jaren zeventig werkte Indiana het symbool uit tot een monumentale sculptuur, die wereldwijd in diverse uitvoeringen te zien is. Bekende standplaatsen zijn New York en Indianapolis.
De gemeente Oude-IJsselstreek plaatste afgelopen zomer een reproductie van de LOVE- sculptuur in Ulft. Dit gebeurde echter zonder toestemming van Robert Indiana. De kunstcommissie van de gemeente had geprobeerd via onze Amerikaanse zusterorganisatie ARS toestemming voor de reproductie te verkrijgen, maar Indiana wilde die niet geven. Ondanks deze weigering werd het beeld toch door de gemeente geplaatst. Op verzoek van Pictoright is de ongeautoriseerde reproductie door de gemeente verwijderd en vernietigd.