Meten is voor het Noordelijk Onderwijsgilde (NOG) belangrijk. Door structureel behoeften, tevredenheid en kwaliteit te peilen bij cursisten, teams, docenten, MT’s en besturen proberen we het aanbod, de inhoud, kwaliteit en effectiviteit van de scholingen te optimaliseren.
Studio Jurjen Backer Dirks
Meten is weten
Bé Poolman
ANALYSE Het NOG heeft daarom zichzelf een meetbare ambitie gesteld en de lat ligt daarbij hoog. Voor een aantal domeinen zijn indicatoren geformuleerd die gescoord kunnen worden op een vierpuntschaal. Als norm hanteren we een score van 3.3. Op een 10-puntschaal is dat te vergelijken met het cijfer 8.5. Daarnaast peilen we kwalitatief door cursisten en scholen om feedback te vragen. Zowel positieve als kritische feedback is waardevol. Het biedt ons concrete handvatten om verder te bouwen aan ‘optimalisatie’ van het NOG.
Meten is weten
OPTIMAAL Het streven naar ‘optimaal’ is wat ons voortdurend drijft. Optimale scholingen, die op hun beurt de onderwijskwaliteit optimaliseren en daarmee de kans op ontwikkeling, succes en geluk voor leerlingen met bijzondere behoeften vergroot. Optimale ontwikkelkansen voor speciale leerlingen is daarmee ons hoogste doel. Het NOG heeft echter alleen op een indirecte manier invloed op deze ambitie. ‘Optimaal’ is dus voor het NOG het optimaal beïnvloeden van die professionals, zodat zij door het opdoen van kennis, ervaringen en inspiratie beter hun vak kunnen uitoefenen.
METEN IS LEREN Of we ons hoogste doel ‘meer ontwikkelkansen voor speciale leerlingen’ halen, zullen we nooit kunnen vaststellen. We zullen ook nooit weten wat de invloed van NOG-scholingen is op de onderwijskwaliteit. Wat we wel kunnen doen is meten en analyseren wat scholen, cursisten en docenten ervaren en vinden om daar voortdurend van te leren.
7
