Schoolfacilities 40 jaar september 2023

Page 1

Platform voor huisvesting en facilitaire processen in het onderwijs www.schoolfacilities.nl jaargang 40 nummer 1 September 2023 Lees‘mookdigitaal

Zou je graag willen weten wat ons THINQ systeem voor jouw school kan betekenen?

Ga dan naar:

koopmaninterlight.nl/thinqdemo

JOUW SCHOOL NOG SLIMMER MET SLIMME VERLICHTING!

Tijdens de voorbereiding van dit nummer belde ik Frits Wolters. Niet verwacht, maar ik kreeg hem meteen aan de telefoon. “Frits, weet je dat Schoolfacilities zijn 40e jaar in gaat?” “Is dat zo?”, zei hij. “Waar blijft de tijd.” Dat was precies wat ik ook dacht. Waar is die tijd toch gebleven?

Schoolfacilities jaar 4

Frits is de geestelijke vader van Schoolfacilities en heeft het blad jarenlang uitgegeven. Tot ongeveer 2016, toen ik het van hem overnam. Kun je me helpen met het blad, vroeg hij. Dat is goed, zei ik, maar dan gaat Bouwstenen ook meedoen. En zo geschiedde. In de loop van de jaren is Frits uit beeld geraakt. Zijn gezondheid speelde hem parten, zijn vriendin woonde in België en hij had andere dingen te doen.

Schoolfacilities hoort nu dus bij Bouwstenen. Zo wordt de kennis uit het Bouwstenen-netwerk over onderwijshuisvesting ook met het brede onderwijswerkveld gedeeld. Goede huisvesting is immers een belangrijke voorwaarde voor goed onderwijs. Zo zijn er meer voorwaarden. Denk aan inspirerende, kundige leerkrachten, werkende ICT, een heldere organisatiestructuur en voldoende geld om alles voor elkaar te krijgen. Over al die onderdelen van de bedrijfsvoering berichten we. Niet meer 12 keer per jaar in een fysiek blad, maar drie keer en in combinatie met een digitale nieuwsbrief. Want tijden veranderen. Het onderwijs verandert. Wat we ‘goed’ vinden verandert. En wij? Wij veranderen mee.

Dus pak je telefoon en meld je aan voor de digitale versie van Schoolfacilities. Deel ook jouw verhaal via redactie@schoolfacilities.nl.

Colofon

Schoolfacilities is een onafhankelijk magazine voor huisvesting en facilitaire processen in het onderwijs.

Oplage en bereik:

Verschijnt 3 keer per jaar in een oplage van 3.000 exemplaren, bij het VO, BVE, HBO, Universiteiten, gemeenten en het bovenschools management van het PO.

Eindredactie:

Ingrid de Moel

Hooglandseweg Zuid 34, 3813 TC Amersfoort

Telefoon: 033 258 43 37

E: redactie@schoolfacilities.nl

Vormgeving: www.charlotluiting.nl

Chronisch pleisters plakken

Sharon Stellaard vertelt over haar onderzoek over het beleid rond jeugdzorg.

Onderwijs aan nieuwkomers Mogelijk zal de nieuwe wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen komend schooljaar al ingaan.

Cameratoezicht: wat mag?

Cameratoezicht binnen onderwijsorganisaties; is iedereen zich wel bewust van de wettelijke regels?

Doordecentralisatie; een lust of een last? Wat houdt het in en welke rol speelt de gemeente en het schoolbestuur hierin?

Rubrieken: Nieuw op de markt (14), Gezien & gelezen (22), Partners (34) Columns: TK Advocaten (19), BTW-Instituut (7), Etske Thie (31) En verder: Innovatiepartnerschap (8), Minutieus gepland (16), Doei personeelskosten (26), Mooi gebouw, maar team blijft grootste parel (28), Schoolfacilities 40 jaar (32)

Uit gave van: Bouwstenen voor Sociaal

ISSN: 1383-6331

Aansprakelijkheid: Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Zij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die zijn gebaseerd op bedoelde informatie.

3 Schoolfacilities, september 2023
11
20
Inhoud
24

Chronisch pleisters plakken

Voormalig jeugdzorgwerker Sharon Stellaard promoveerde in maart 2023 aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In haar proefschrift Boemerangbeleid toont ze aan dat beleidsmakers op het terrein van de jeugdzorg en het passend onderwijs al ruim een halve eeuw steeds weer in dezelfde gedachtenfuik duiken. Echt leren van eerder gemaakte fouten, doen ze niet.

‘Fuck, daar gaan ze weer’, dacht Sharon Stellaard in mei 2022 toen ze de Kamerbrief over hervormingen van de jeugdzorg onder ogen kreeg. Staatssecretaris Van Ooijen (VWS) en minister Weerwind (rechtsbescherming) stippen in de brief de onmacht aan van eerdere corrigerende maatregelen van jeugdzorgbeleid. ‘Al met al is de belofte van de decentralisatie – passende hulp, dichtbij huis, gezinsbreed, efficiënter en met minder kosten – onvoldoende waargemaakt. Er wordt meer geld dan ooit aan jeugdzorg besteed. Dat is voor de toekomst niet houdbaar, het moet anders en het moet beter’, schrijven de bewindslieden. Klinkt mooi, vindt Stellaard, maar vervolgens

gaan ze terug naar af, zoals alle beleidsmakers op het terrein van jeugdzorg en passend onderwijs de afgelopen decennia hebben gedaan.

Steeds hetzelfde liedje

Een jaar later, eind maart 2023, komen de frustraties bij haar opnieuw bovendrijven, als ze de Kamerbrief van Onderwijsminister Dennis Wiersma leest. Vertellend over haar primaire reactie op de brief – Stellaard was eerder die maand gepromoveerd aan de Vrije Universiteit Amsterdam met haar proefschrift Boemerangbeleid - vormt ze met haar handen een minuscuul cirkeltje. Om de beperkte visie op noodzakelijke beleidshervormingen te visualiseren. Wiersma lijkt het roer drastisch om te gooien, onorthodoxe maatregelen aan te kondigen. Maar hij stelt in wezen hetzelfde voor als alle andere bewindspersonen vanaf het midden van de jaren zeventig. Ze wilden allemaal het regulier onderwijs zodanig inrichten dat kinderen met speciale onderwijsbehoeften binnen dat systeem de juiste hulp kunnen krijgen. Uiteindelijk stapt ook hij weer de vicieuze beleidscirkel in.’

In haar proefschrift legt ze pijnlijk de tragiek bloot van ruim vijftig jaar falend overheidsbeleid voor de jeugdzorg en het passend onderwijs in Nederland. ‘Verbijsterend, onthutsend, ontluisterend’ kwalificeren diverse media haar bevindingen. En allerlei vergelijkingen schieten voorbij: chronisch pleisters plakken, rondrijdende circussen, duiken in dezelfde gedachtenfuik, steeds weer hetzelfde gesprek voeren. Er wordt gerefereerd aan Groundhog Day, een komedie uit 1993. In die film wordt een chagrijnige weerman (Bill Murray) elke morgen wakker om precies dezelfde dag steeds weer opnieuw te beleven.

Ontroerende reacties

Hoe wordt in het veld van de jeugdzorg en het onderwijs gereageerd op het proefschrift?

Stellaard: ‘Heel verschillend. Veel bestuurders lijken de patronen die ik blootleg ongemakkelijk te vinden, deprimerend, maar sommige toonden toch ook wel belangstelling. Zo ben ik uitgenodigd door drie betrokken ministeries, Onderwijs, VWS en Justitie, en twee inspecties, Justitie

Schoolfacilities, september 2023
Door: Janny Groen

en Gezondheidszorg en Jeugd. Van professionals in het onderwijs en de jeugdzorg krijg ik ook ontroerende reacties. Die van herkenning. Van: “gelukkig ben ik niet gek”. Die mensen snakken naar een totaal andere aanpak. Die zien ook dat de boel voortdurend vastloopt.’

Die mensen snakken naar een andere aanpak

Introspectief ontbrak Stellaard, die zelf in de jeugdzorg heeft gewerkt, verliet die praktijk uit frustratie. Ze was gedreven, was die branche ingestapt ‘om kinderen die in de shit zitten te kunnen helpen’. Ze werkte onder andere in de crisisopvang en met dreigende schooluitvallers. ‘Die kwamen na school bij ons. We gingen met hen aan de slag, voerden persoonlijke gesprekken, ze kregen huiswerkbegeleiding. Weet je, ik heb een goed geheugen. Ben iemand die snel patronen ziet. Ik zag dat problemen, los van de context, steeds weer van dezelfde kant werden aangevlogen. Introspectie ontbrak. Zo blijf je stuiten op schrijnende gevallen, blijf je bezig individuen na school op te lappen, blijf je pleisters plakken. Hervormingen werden aangekondigd en doorgevoerd, maar al snel traden weer verkrampingen op in het systeem. Ik wilde weten waarom er niets veranderde, waarom telkens dezelfde knelpunten opspelen en ben dat gaan onderzoeken.’

Grond voor subsidie

Ze klapt haar laptop open en laat beelden zien van een van haar PowerPoint-presentaties. Ze gaat terug naar de leerplichtwet van 1901. Daarvoor ging al ongeveer 95 procent van de kinderen naar school. ‘Door de leerplichtwet kwamen daar kinderen bij die voorheen niet of onregelmatig naar school gingen. Dat waren vooral kinderen van ouders die in armoede

leefden. Al direct na de invoering van die wet pleitten leerkrachten voor buitengewoon onderwijs. Toen vooral voor zwakzinnige kinderen. In 1920 kwam daar wettelijke erkenning voor en daarmee een grond voor subsidie. Vanaf dat moment werd het buitengewoon onderwijs tot het begin van de jaren zeventig steeds verder uitgebreid.’

Rennen en vooruitkijken

Sinds halverwege de jaren zeventig wordt aan die tweedeling voortdurend gesleuteld. Maar de discussie over het stelsel verstomd niet, omdat hervormingen steeds weer nieuwe problemen met zich meebrengen. Stellaard: ‘Tot en met de dag van vandaag zijn we bezig het onderwijssysteem zodanig in te richten dat kinderen het regulier onderwijs niet per se hoeven te verlaten als zij daar niet lijken te passen. Wat ik zag in mijn onderzoek is dat sprake is van een actie-reactiebeleid. Daar zijn we nog steeds mee bezig, getuige de Kamerbrieven van Van Ooijen en Wiersma.’

‘Repeterend patroon’ staat er boven de volgende slide die ze laat zien. Ze hopt van Interimwet ISOVSO (1985), naar Weer Samen naar School (1990), naar Wet op de expertisecentra (2003), naar Wet passend Onderwijs (2014). De teksten in de Memorie van Toelichting uit de getoonde jaren, wijken niet erg van elkaar af. De sheet ‘Reactief patroon’ is op dezelfde manier

opgebouwd. Stellaard: ‘Het is steeds rennen, vooruitkijken, inzoomen. Nooit stilstaan, terugkijken, uitzoomen.’ Zuchtend: ‘Ik ben niet de eerste die op deze herhalingen wijst. Luc Stevens, emeritus hoogleraar orthopedagogiek, riep dit al in de jaren tachtig. Van hem is de uitspraak: “Het vocabulaire verandert, de grammatica blijft gelijk”. Overigens ben ik wel de eerste die dit met tekstuele patronen aantoont.’

Kinderen moeten binnen het systeem passen

Dezelfde kerndoelen Het onderwijs waarin wordt uitgegaan van de autonomie van het kind en wat hij/zij zelf wil leren, lijkt te breken met het taaie systeem. De interesse voor dit soort onderwijs lijkt te groeien. Is dat geen positieve stip aan de horizon?

5 Jeugdzorg

Stellaard: ‘Ze proberen het tenminste. Maar vernieuwende scholen hebben het moeilijk, want ze worden wel langs dezelfde lat gelegd als het reguliere onderwijs, terwijl ze daar op onderdelen juist beredeneerd van afwijken. Ze moeten dezelfde kerndoelen halen, krijgen dezelfde inspectie, die vaststelt of zo’n school goed, niet goed of zwak presteert. Vernieuwingsscholen krijgen dus al snel geen goede beoordeling. Vaak zelfs zwak of zeer zwak. Vervolgens zie je dat ouders hun kinderen daar niet meer willen plaatsen. Vernieuwers hebben onmatig veel energie nodig en een hele lange adem.’

Politiek gaat niet

Besef dat het anders moet ‘De politiek heeft de sleutel tot verandering in handen. Maar politici zijn van nature risicomijdend. Die gaan niet hakken in een systeem dat ruim 100 jaar gerijpt is. Ik hoop dat mijn bevindingen wind meegeven aan echte vernieuwers. Dat bij de politiek en in de samenleving het besef groeit dat het anders moet. Ik kwam laatst in een boek over de jeugdzorg een citaat tegen van de zwarte Amerikaanse schrijver James Baldwin. Not everything that is faced can be changed, but nothing can be changed until it is faced. Baldwin slaat de spijker op zijn kop. Prioriteit voor mij is bewustwording vergroten. Ik geef lezingen, ga naar congressen, zoek contact met Kamerleden, met mensen uit de jeugdzorg, het onderwijs. Eerst moet het besef doordringen dat we met z’n allen de verkeerde kant op rennen. Dan pas kunnen we aan echte oplossingen gaan werken.’

Meer informatie

In maart 2023 promoveerde Sharon Stellaard aan de Vrije Universiteit Amsterdam op haar proefschrift Boemerangbeleid: Over aanhoudende tragiek in passend onderwijs en jeugdzorg. Op haar website tref je meer informatie over het boek en ook een podcast en film die naar aanleiding van haar onderzoek gemaakt is.

Schoolfacilities, september 2023 6
hakken in een 100 jaar oud systeem
Sharon Stellaard

Samen delen: het liefst zonder

21% btw

Als adviseurs zien wij veel verschillende btw-vragen van onderwijsorganisaties langskomen. Daar zitten veel fiscale vragen over gebouwen tussen, maar ook het onderwerp ‘samenwerken’ is populair.

Veel onderwijsorganisaties werken samen met anderen. Dat doen ze uit praktische overwegingen of om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Als organisaties samen zaken of diensten delen, heeft dat gevolgen voor de btw-heffing. In de meeste gevallen levert dat geen financieel nadeel op: als de ene organisatie producten met 21% btw inkoopt en vervolgens een deel daarvan weer met 21% btw doorverkoopt aan de ander, heeft deze zelf recht op btw-aftrek. De betreffende organisatie betaalt per saldo alleen btw over het deel van de producten dat hij zelf houdt.

Anders bij personeel Dat wordt anders als organisaties zaken of diensten delen die zónder btw worden ingekocht. Het bekendste voorbeeld daarvan is het inzetten van een personeelslid van de ene organisatie bij de ander. Op de kosten die hiervoor worden doorberekend, drukt in principe 21% btw. En dat terwijl het gaat om een personeelslid in loondienst, waarvan de kosten zonder btw opkomen. Deze kostenverhoging van 21% wil je uiteraard liever voorkomen.

Voor gemene rekening

Een handige methode om ‘btw-vrij’ kosten te verdelen is het sluiten van een overeenkomst van kosten voor gemene rekening. Je moet dan wel aan vijf voorwaarden voldoen. Ten eerste moeten de kosten gemaakt worden ten behoeve van verschillende partijen. De samenwerking moet dus – logischerwijs – uit minimaal twee organisaties bestaan. De tweede voorwaarde is dat de kosten in eerste instantie door één van de partijen, die penvoerder wordt genoemd, worden betaald. Ten derde moeten de kosten voor het werkelijke bedrag worden omgeslagen over de deelnemers. Dit betekent dat de penvoerder geen winst mag maken op de doorbelasting.

Vaste verdeelsleutel

De vierde voorwaarde is dat de kosten volgens een van tevoren vaststaande verdeelsleutel moeten worden verdeeld. Deze voorwaarde levert in de praktijk weleens problemen op. Het houdt namelijk in dat de betrokkenen vooraf een verdeelsleutel moeten afspreken en zich hieraan moeten houden zolang ze de kosten delen. Met name bij de inzet van personeel kan de urenverdeling door de tijd heen nogal eens veranderen. Dan kan het gewenst zijn de verdeelsleutel aan te

passen. Dit is volgens het beleid niet toegestaan. De laatste voorwaarde is dat alle deelnemers het risico van de gedeelde kosten moeten aangaan. Dit betekent dat de kosten, ook als deze hoger uitvallen dan in eerste instantie was berekend, volledig moeten worden verdeeld volgens de eerder vastgestelde verdeelsleutel. Hier moet je vooraf rekening mee houden.

Kortom: het delen van kosten via een overeenkomst van kosten voor gemene rekening kan een goede oplossing zijn om btw-vrij kosten te delen, maar de uitwerking ervan is maatwerk. Om de afspraken op de juiste wijze vast te leggen, hebben we een modelovereenkomst opgesteld. Die kunt u gratis bij ons aanvragen. Zo nemen wij die kosten voor onze rekening!

Door: Mr. Machiel van Driel RB en Joanne Ligthart-de Bruin LL.B BTW-INSTITUUT

Door: BTW-INSTITUUT ‘Bijschrift van de foto’

Deze column is een bijdrage van BTW-INSTITUUT. Voor meer informatie ga je naar www.btwinstituut.nl

7 Schoolfacilities, september 2018 Schoolfacilities, september 2023
Column

Innovatiepartnerschap: een nieuwe manier van bouwen

De mislukte aanbesteding van de nieuwbouw voor het Cartesius Lyceum, zette de gemeente Amsterdam te denken. Welke ontwikkelingen op de bouwmarkt zorgden in 2018 voor deze grote teleurstelling voor school, leerlingen en ouders? Hoe kon de gemeente Amsterdam dat anders aanpakken, terwijl moeizame aanbestedingen van onderwijsgebouwen zich opstapelden?

Omdat de gemeente Amsterdam grote bouwambities had rond schoolgebouwen, bleek de spanning op de bouwmarkt zowel een planmatig als financieel risico. De mislukte aanbesteding van het Cartesius Lyceum was voor wethouder Moorman dan ook aanleiding om eind 2018 opdracht te geven om onderzoek te doen naar de trends en ontwikkelingen op de bouwmarkt - en het effect daarvan op de gemeentelijke bouwambitie.

Innovatiepartnerschap

De uitkomsten van dit onderzoek staan in het rapport ‘Spanning op de bouwmarkt’. Het organiseren van een Innovatiepartnerschap voor schoolgebouwen was één van de maatregelen die uit dit rapport voortvloeiden. Carli Hartgerink, Regisseur Onderwijshuisvesting gemeente Amsterdam, en Frank van Sloun van het Ingenieurs Bureau, hebben sindsdien in een team met collega's van het Project Management Bureau en het Ingenieurs Bureau van Amsterdam gewerkt aan het optuigen van een innovatiepartnerschap schoolgebouwen. Op 11 mei zijn de

bouwconcepten van drie consortia gelanceerd: Het Schoolvoorbeeld, De Elementaire School en Schools by Circlewood. Zij tekenden vervolgens op 25 mei de raamovereenkomst innovatiepartnerschap (IPS). We gaan in gesprek met Carli Hartgerink, die vertelt over de doelen en kansen van deze raamovereenkomst.

Aanbodgestuurde markt

“Dat zijn er twee. Elk schoolgebouw moet ten eerste goed zijn: hoogwaardig, flexibel en duurzaam. Het gebouw moet aansluiten bij de identiteit van de school en bij de locatie. Het moet het onderwijs ondersteunen en binnen het daarvoor beschikbare budget worden gerealiseerd. Maar we willen ten tweede ook de kloof tussen de vraag naar (school)gebouwen en de capaciteit van de markt verkleinen. Dat willen we doen door ons richting een aanbodgestuurde markt te bewegen. Aanbieders kunnen daarbij bouwconcepten voor scholen aanbieden en deze in onderlinge concurrentie verbeteren. Dat is het uitgangspunt.”

Groot enthousiasme

“Op 11 mei organiseerde ons projectteam IPS een bijeenkomst waarop ze, samen met de betrokken consortia, lieten zien wat ze met deze werkwijze te bieden hebben. Hierbij waren geïnteresseerde schoolbesturen, gemeenten en organisaties aanwezig zoals de PO-raad en OCW. Er kwamen zo’n 200 geïnteresseerden op af. Ook onderwijswethouder Marjolein Moorman was erbij om het resultaat van haar eigen bestuursopdracht zien. Ik heb in een presentatie de aanleiding, de aanpak en waar we nu

staan mogen delen. Het was leuk en spannend om te laten zien wat we met alle betrokkenen bereikt hebben en te merken dat het echt leeft!”

Ontwerpvrijheid motiveert

“Wij hebben schoolbesturen er bij aanvang van moeten overtuigen dat deze nieuwe aanpak nodig is om ambities op het gebied van schoolgebouwen waar te maken. Na een haalbaarheidsonderzoek en een voorbereidingsfase, sloten we een samenwerkingsovereenkomst met vier schoolbesturen. Dat ging vervolgens richting college, waarna we groen licht kregen om de plannen uit te werken. De essentie van onze plannen? Samenwerking, ontwerpvrijheid en perspectief op ontwerp en realisatie van meerdere schoolgebouwen - voor alle drie de consortia. Dit faciliteert productontwikkeling, ketensamenwerking en industrialisatie. Daardoor creëer je bereidheid om te investeren in de ontwikkeling van bouwconcepten voor schoolgebouwen.”

Insteek is betere schoolgebouwen met hetzelfde budget

Betere schoolgebouwen

“Bouwconcepten die voor de volle breedte van onderwijsconcepten inzetbaar zijn en daarmee het onderwijs optimaal kunnen ondersteunen. Bouwconcepten die hoogwaardige architectuur uitstralen en passen in de omgeving. Door dit in

8 Schoolfacilities, september 2023 Bouwen

samenwerking te doen met gemeente en schoolbesturen is er straks per school minder tijd nodig voor de engineering. De bouwdoos met de constructie en de installaties staat dan immers al klaar. De architect kan zich vervolgens volledig focussen op hoe het gebouw ondersteunend moet zijn aan het onderwijs, aan kinderopvang, aan sport en aan de omgeving. Kostenbesparing was daarbij niet onze inzet. We zetten betere schoolgebouwen neer met een andere manier van werken. Schoolgebouwen die niet alleen aan de eisen voldoen maar die ook onze ambities op het gebied van kwaliteit, flexibiliteit en duurzaamheid verwezenlijken.”

Veel aanvragen

“Het was mooi om te zien dat er in de bouwwereld zo veel interesse was in deze nieuwe vorm van samenwerking. Onze aanbesteding leverde veel reacties op: bij de start hadden we 32 aanmeldingen, daarvan hebben er 22 een plan ingediend. In totaal ging het om zo’n 80 geïnteresseerde bedrijven. De aanvragen zijn beoordeeld door een externe beoordelingscommissie. De commissie bestaat uit mensen met zeer specifieke expertise op het gebied van architectuur, circulariteit, onderwijs en innovatie. Vervolgens is de Onderzoek & Ontwikkelfase gestart. Een

zes maanden durende fase van intensieve samenwerking binnen de consortia en tussen consortia, schoolbesturen en gemeente.”

Bredere mogelijkheden

“De consortia werkten hun plannen uit. Hun bouwconcepten werden getoetst aan de eisen, aan inpassing in diverse omgevingen en aan diverse onderwijsconcepten. De eindpresentatie van deze fase vond op 11 mei plaats. De consortia lieten zien dat ze klaar zijn om scholen te gaan bouwen. Sterker nog, ze hebben laten zien dat we door deze samenwerking nu al zoveel meer kunnen bereiken. Zo zijn alle drie de bouwconcepten demontabel en kunnen ze gemakkelijk worden uitgebreid. Daardoor is bijvoorbeeld verhuur van

een deel van het gebouw aan derden goed mogelijk. Bovendien bieden de concepten als school een ongekende mate van flexibiliteit in de levensduur. Tijdens een vakantie van twee weken kan bijvoorbeeld de omvang van lokalen worden aangepast om het gebouw geschikt te maken voor een andere manier van lesgeven.”

Schoolfacilities, september 2023 9
We zetten betere schoolgebouwen neer met een andere manier van werken
Marjolein Moorman

Ambities en ontwikkelingen

“De raamovereenkomst die op donderdag 25 mei 2023 met de drie partijen werd afgesloten, geldt voor een periode van tien jaar. In die tijd moeten er in de metropoolregio Amsterdam minimaal negen nieuwe schoolgebouwen verrijzen, en maximaal dertig. Elk gebouw betekent: meer ervaring en een efficiëntere werkwijze. Omdat het budget per school vaststaat en omdat er wordt geconcurreerd op kwaliteit, levert dit steeds betere schoolgebouwen op. Consortia en gemeente committeren zich aan ambities en doorontwikkeling om gezamenlijk bij ieder schoolgebouw meer te bereiken voor onze leerlingen en leerkrachten.”

Meer bouwconcepten

“Ieder nieuw schoolgebouw is een mooie ervaring om het nog beter te doen. Daarom helpen we gemeenten en schoolbesturen ook buiten de metropoolregio om de vruchten van het IPS te plukken. Vanaf deze zomer bieden we de documenten aan waarmee zij een individuele school via een aanbesteding in de markt kunnen zetten, op basis van de minicompetitie van onze raamovereenkomst. Hier kunnen vervolgens onze drie consortia op inschrijven. Bovendien biedt dit de kans aan andere goede inschrijvingen, die in aanbesteding afvielen, om hun kwaliteit aan te bieden en verder te ontwikkelen. Zo ontstaan meer ‘merken’ bouwconcepten op de markt en bewegen we

richting een aanbodgestuurde markt voor schoolgebouwen. Daar heeft iedereen baat bij.”

Primair onderwijs

“In de aanbesteding hebben we bewust alleen voor primair onderwijs gekozen. Een basisschool wordt in de regel ontworpen voor ongeveer 400 leerlingen, met kinderopvangcapaciteit voor vier groepen en er moet ook een gymzaal bij zijn. Dat is het standaard recept, maar daar kan natuurlijk van afgeweken worden. De eerste basisschool die via het IPS gaat verrijzen, is de Wisperweide school in Weesp. 2025 moet die er staan. Het gaat nu echt gebeuren.”

gaan doen. Ja, ze blijven natuurlijk elkaars concurrenten. Bij ieder nieuw schoolgebouw moeten zij in een minicompetitie de opdracht zien te krijgen. Maar over circulariteit zijn ze het eens. Herbruikbaarheid van materialen, CO2-opslag, aanpasbaarheid; ze komen met serieuze oplossingen en gaan daarbij een stap verder dan de eisen uit de aanbesteding voorschrijven. Er blijkt zoveel mogelijk!”

Meerwaarde samenwerking

Scepsis omgeslagen

“We begonnen bij een plan op de tekentafel en hebben nu echt iets concreets in handen! Tijdens het proces zijn de neuzen steeds meer dezelfde kant op gaan staan. Iedereen is er steeds meer in gaan geloven dat dit gaat werken. De aanvankelijke scepsis is omgeslagen in enthousiasme, eigenlijk bij alle partijen. Het plezier dat ik daarbij zie, stemt me vrolijk. Ik ben ook trots op de drie consortia die het

“De flexibele gebouwen bieden vooral ruimte aan de wensen vanuit het onderwijs zelf. De ruimten kunnen aangepast worden aan ieder onderwijskundig concept. En dat is voor onze schoolbesturen heel belangrijk, want dat is hun expertise! Als gemeente zullen we de regie blijven voeren op de nieuw te bouwen scholen. Dat is nodig, maar dat doen we in nauwe samenwerking met de consortia. Ik geloof echt dat we door het samen te doen, veel meer kunnen bereiken. En eigenlijk bewijzen de consortia dat nu al. Ze komen met zichtbare en tastbare oplossingen voor ruimtelijke vraagstukken.”

Toekomstvisie

“Voor mij blijft er nog genoeg te wensen over. De stad heeft niet alleen behoefte aan nieuwe schoolgebouwen. Er moeten er ook een heleboel gerenoveerd worden, om aan alle moderne eisen te kunnen voldoen. En daar voorziet onze raamovereenkomst met de drie consortia niet in.”

Meer informatie

Meer informatie over de Amsterdamse aanpak is te vinden via bijgaande QR codes.

video: website Amsterdam:

Schoolfacilities, september 2023 10
De scepsis is omgeslagen in enthousiasme

Onderwijs aan nieuwkomers:

vastloper of bron van creativiteit?

De nieuwe wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs wordt mogelijk komend schooljaar al van kracht. Deze wet moet ervoor zorgen dat meer asielzoekers naar school kunnen. Het Rijk wil dit ook in de toekomst kunnen blijven garanderen. Wat houdt de wet precies in, wat gebeurt er nu al op dit gebied en waar liggen nog kansen?

De wet, die voor vijf jaar gaat gelden, bevat twee maatregelen. Ten eerste

een plicht voor gemeente- en schoolbesturen om jaarlijks in overleg te treden en gezamenlijk afspraken te maken over het onderwijs aan nieuwkomers. Ten tweede een bevoegdheid van de minister om in beginsel het college van burgemeester en wethouders toestemming te verlenen om in die gemeente één of meer zogeheten ‘tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen’ in te laten richten. Daarbij geeft het wetsvoorstel ook de kaders waarbinnen die inrichting vorm moet

krijgen. Op 26 september wordt de wet in de Eerste Kamer behandeld. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, kan de minister gemeenten opdracht gaan geven voor tijdelijk onderwijs aan asielzoekers.

Veel kinderen hebben

Schoolfacilities, september 2023 11 Vluchtelingen 11
onderwijs ook zorg nodig
naast

Troosteloos beeld

Het onderwijs kampt met een stapeling van problemen die niet alleen worden veroorzaakt door de toestroom van vluchtelingen en arbeidsmigranten. De problemen zijn ook het gevolg van keuzes die in de afgelopen jaren gemaakt - of juist niét gemaakt - zijn. In het PO is een tekort van 9.700 fte, blijkt uit een landelijke overheidsenquête uit oktober 2022. In 2030 zullen die tekorten nog steeds bestaan, wijzen arbeidsmarktramingen voor het VO uit. De gaten zullen naar verwachting vooral vallen bij de tekortvakken wiskunde, natuurkunde, Duits, Frans, scheikunde, klassieke talen, techniek en informatica. Het lerarentekort bij het praktijkonderwijs in het MBO wordt vooral veroorzaakt doordat veel leraren worden gerekruteerd uit de bedrijfspraktijk. Tekorten doen zich voor in theorievakken die raakvlakken hebben met de bij VO genoemde vakken. Het lerarentekort bij het praktijkonderwijs in het MBO wordt vooral veroorzaakt doordat veel leraren worden gerekruteerd uit de bedrijfspraktijk. Tekorten doen zich voor in theorievakken die raakvlakken hebben met de bij VO genoemde vakken. De bestaande lerarentekorten werken door in het onderwijsaanbod voor nieuwkomers: zo zouden er volgens de Vereniging

Nederlandse Gemeenten (VNG) zo’n 4.000 Oekraïense kinderen thuis zitten zonder onderwijs.

Fluctuaties in het leerlingenaantal zorgen bovendien voor onzekerheid op meerdere fronten. Van alle Internationale SchakelKlassen (ISK) geeft 75 procent aan dat er onvoldoende onderwijshuisvesting beschikbaar is. Er bestaat veel onduidelijkheid over financiële risico’s door de wirwar aan subsidies en verschillen in vergoedingen. Hierdoor liggen onderbenutting en exploitatietekorten op de loer. En, last but not least: de administratieve last ten gevolge van de papierwinkel mag niet onbenoemd blijven.

Niet enthousiast

Uit de reacties op het wetsvoorstel wordt al wel duidelijk dat belangenorganisaties in het onderwijs niet enthousiast zijn over zo’n tijdelijke nieuwkomersvoorziening, waarbij naast onderwijs ook zorg een belangrijke component is. Men vindt dat een tijdelijke voorziening niet in de plaats kan komen van het bestaande nieuwkomersonderwijs. De belangenorganisaties vanuit het onderwijs (PO-raad, VO-raad en LOWAN) en ook de VNG hebben bovendien aandacht gevraagd voor de financiële gevolgen van tijdelijk

nieuwkomersonderwijs. Zij hebben gevraagd om aanvullende bekostiging voor deze vorm van onderwijs op de korte termijn en pleiten voor een structurele oplossing van de (financiële) problemen rondom nieuwkomersonderwijs. De minister heeft al aangegeven dat hiervoor geen ruimte in de onderwijsbegroting is. Hij gaat in een Algemene Maatregel van Bestuur wel een aantal zaken nader regelen. Een groot aantal kinderen heeft naast onderwijs ook extra zorg of onderwijsondersteuning nodig. Dit legt extra druk op het personeelstekort en wordt met alleen wetgeving niet opgelost. Hiervoor, en ook voor het geschikt maken van het huidige Passend Onderwijs voor nieuwkomers, moet gezocht worden naar oplossingen.

Veerkracht en creativiteit

Maar het is niet alleen kommer en kwel. Dit blijkt uit de initiatieven die landelijk vorm krijgen of al in werking zijn. Judith van der Linden, trajectbegeleider Passend Onderwijs bij de Filiosscholengroep in Oss, vertelt dat zij en haar collega’s werken vanuit de gedachte 'Ieder kind kansrijk in de wereld’. Dat geldt ook voor nieuwkomers. Wel geeft ze aan dat het moeilijk is om de asielzoekers in een reguliere groep te bieden wat ze nodig hebben. Het tempo is te hoog en de lesstof is moeilijk aan te passen aan het niveau van deze kinderen. Hun zogeheten mobiele brigade, die hier al een aantal jaar succesvol op wordt ingezet, kan de instroom niet meer aan. Dit heeft ertoe geleid dat de Filiosscholengroep gaat clusteren op basis van het taalniveau van een kind.

Aandacht voor taal

Er komt in de gemeente Bernheze een taalklas voor nieuwkomers

12 Schoolfacilities, september 2023
In Nijmegen startte een alternatief programma in de crisisopvang

die korter dan 1 jaar in Nederland zijn en de taal niet beheersen. In de taalklas wordt vooral aandacht besteed aan de Nederlandse taal en de Nederlandse waarden, normen en gewoonten. Om de kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op regulier onderwijs worden ook andere vakken aangeboden. De nieuwkomers zitten ongeveer een jaar in de taalklas en stromen dan uit naar de school van keuze. De taalklas is gevestigd op een reguliere basisschool zodat leerlingen zo snel mogelijk samen buiten kunnen spelen en mee kunnen doen met eventuele vieringen of festiviteiten. In deze groep wordt gewerkt met een leerkracht en een onderwijsassistent. De mobiele brigade wordt voortaan alleen nog ingezet voor kinderen die langer dan 1 jaar in Nederland zijn en de taal onvoldoende machtig zijn. Deze brigade bestaat uit twee specialisten Nt2-onderwijs; zij komen twee à drie keer per week op de scholen. Ook hier wordt maatwerk geleverd, afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van het kind, maar altijd gericht op taal.

Alternatief in crisisopvang

In Nijmegen is een aantal maanden geleden een alternatief onderwijsprogramma voor nieuwkomers in de crisisnoodopvang gestart, in opdracht van de gemeente. Hierbij wordt in twee leeftijdscategorieën basis- en voortgezet onderwijs gegeven. Het onderwijsprogramma voor tachtig nieuwkomers werd ook tijdens de zomermaanden voortgezet. Zes weken lang kregen de nieuwkomers onderwijs op een speciaal voor hen georganiseerde zomerschool. Er zijn twee dagdelen met een cultureel programma met vakdocent, twee dagdelen taalonderwijs en één dag sport en spel. Sinds eind augustus stromen de basisschoolleerlingen door naar het reguliere nieuwkomersonderwijs. Bij de totstandkoming van dit programma zijn naast de gemeente ook diverse schoolbesturen, Cultureel Centrum de Lindenberg, Bibliotheek

Gelderland Zuid en Maatschappelijk werk Bindkracht 10 betrokken.

Sociaal studenteninitiatief

Ook voor studenten met een migratieachtergrond en/of een vluchtverleden is een initiatief ontstaan: HU HOME. Dit is een studenteninitiatief voor en door anderstalige studenten, opgericht om deze studentengroep bij de Hogeschool Utrecht een warm welkom te geven. HU HOME bestaat uit een mentorbuddyprogramma, een taallokaal en taalcafé voor taalondersteuning en diverse sociale activiteiten.

Kansen bij inburgering

Waar liggen nog kansen? Ten eerste: In de samenwerking tussen instanties bij de uitvoering van de onderwijsroute van de wet inburgering. Deze leerroute is gericht op het behalen van een erkend Nederlands onderwijsdiploma voor een goede startpositie op de arbeidsmarkt. Jonge statushouders met inburgeringsplicht worden na een taalschakeltraject zo snel mogelijk doorgeleid naar een Nederlandse opleiding. Tenminste, dat is de bedoeling. Een gesprek hierover met Claudia van der Wel, directeur Bouwmensen, regio Oss, Veghel en Nijmegen, leert dat er mogelijk nog kansen liggen in de samenwerking tussen de instanties die betrokken zijn bij de uitvoering van deze onderwijsroute en het vormgeven van maatwerktrajecten. Bouwmensen verzorgt en toetst opleidingen op meer dan dertig locaties door heel Nederland. Opleiden doen zij in samenwerking met ROC’s en bouwbedrijven. Hierbij bieden zij praktische vakkennis aan mbo’ers die het vak nog moeten leren. Bij de maatwerktrajecten wordt de opleiding afgestemd op wat de kandidaat nodig heeft om een specifiek beroep te kunnen beoefenen. Om te verkennen hoe opleiding, werk en wetgeving in maatwerktrajecten nog beter op elkaar afgestemd kunnen

worden, heeft Van der Wel het initiatief genomen om hierover met instanties in gesprek te gaan.

Ten tweede geeft de Inspectie van het Onderwijs tips naar aanleiding van een eigen onderzoek dat tussen oktober 2022 en februari 2023 is uitgevoerd. Deze tips zijn bruikbaar voor de tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen die na de zomer al starten: zoek (regionale) samenwerking, zorg voor gemengde groepen en professionalisering in NT2 en in het omgaan met trauma’s, en zet mensen in die de moedertaal van leerlingen spreken. Ten derde komt ook de Nederlandse organisatie voor internationalisering van het onderwijs, Nuffic, met tips. Op de website van de organisatie staan diverse adviezen over subsidies voor onderwijs aan nieuwkomers, diplomawaardering, opleidingen en meer.

Meer informatie:

Het aangepaste wetsvoorstel nieuwkomersonderwijs staat klaar voor behandeling in de Eerste Kamer. Lees hier de volledige tekst:

Unicef is kritisch over het wetsvoorstel nieuwkomersonderwijs. Zij lichten dit op hun website nader toe:

Zowel de onderwijsinspectie als de Nederlandse organisatie voor internationalisering van het onderwijs geven tips op hun website voor het starten van (tijdelijke) nieuwkomersvoorzieningen:

Schoolfacilities, september 2023 Vluchtelingen 13

Nieuw op de markt

Materiaal delen

Waarom zelf het wiel uitvinden, als een ander je al is voorgegaan? Op het online docentenplatform Pauze kunnen docenten zelfgemaakt lesmateriaal onderling uitwisselen, zodat er hopelijk wat meer tijd voor echte pauze komt.

Oprichter van Pauze is Sacha Vloet, een leraar op een openbare school in Rotterdam. Hij denkt dat veel potentieel onbenut blijft als goede ideeën, inspirerende bronnen en wijze lessen alleen binnen de vier muren van één klaslokaal blijven. Daarom kunnen docenten uit alle lagen van het onderwijs op zijn platform terecht om materiaal uit te wisselen. Zo zijn er bijvoorbeeld examentrainingen en lessenseries te kopen, maar ook concrete praktische opdrachten rond thema’s als maatschappelijk debat en gedragseconomie. Er kan materiaal gevraagd en aangeboden worden door docenten in het PO, VO, mbo en hbo.

Succesvoller mbo

Op het mbo vallen ieder jaar veel studenten uit. Dit jaar ligt dat aantal zelfs het hoogst sinds tien jaar. Werk aan de winkel, vindt pedagoog en onderwijskundige Tanja van Beukering.

Van Beukering schreef het boek 'Succesvol opleiden in het MBO': een praktisch boek voor succesvol samenwerken tussen onderwijs, begeleiding en ondersteuning. Het boek is bedoeld voor docenten, onderwijs- en ondersteuningsmanagers, teamleiders, zorgcoördinatoren. Ook interne ondersteuners, slb-ers, bpv-begeleiders en instructeurs kunnen baat hebben bij het boek. Centraal staan vragen als ‘hoe vergoten mbo-opleidingen de motivatie en betrokkenheid van de studenten? Maar ook: hoe verbeteren we het onderwijs en verminderen we uitval? Van Beukering heeft zelf ervaring in het PO, (V)SO, VO en mbo op het gebied van advisering, coaching en professionalisering.

Het boek is voor € 32,95 te koop via Acco Uitgeverij.

Handboek PO

Het werk als leraar in het basisonderwijs vergt veel. Hoe weet je of je alle kennis in huis hebt? Hoe zorg je ervoor dat je jouw eigen potentieel, maar ook dat van leerlingen volledig benut? Daarvoor is het Handboek voor de leraar basisonderwijs een mooi handvat.

Het Handboek voor de leraar basisonderwijs van Walter Geerts, Jarla Geerts en René van Kralingen kan gezien worden als handige gereedschapskist voor de dagelijkse lespraktijk. Het boek is opgedeeld in twaalf hoofdstukken, die weer onderverdeeld zijn over vier delen. Deel A gaat over de ontwikkeling van leerlingen, deel B over lesvoorbereiding, een optimale werksfeer, groepsvorming en toetsing. Deel C gaat in op het onderwijs in Nederland in brede zin, en in Deel D leer je hoe je jezelf didactisch en pedagogisch kunt blijven ontwikkelen. De theorie wordt telkens gekoppeld aan herkenbare voorbeelden uit de praktijk. Elk hoofdstuk eindigt met reflectievragen.

Het boek is voor € 49,59 te koop via uitgeverij Coutinho.

www.coutinho.nl

14
Pauze

Schaamte en hoop

‘Misschien moet je iets lager mikken’, kreeg Milio van de Kamp op het vmbo van zijn docent vertelde, toen hij haar vertelde dat hij ooit aan de universiteit wilde studeren. Vijftien jaar later gebruikte de - inmiddels - universitair docent de quote van zijn docent voor de titel van zijn boek.

Milio van de Kamp is socioloog en doceert aan de Universiteit van Amsterdam. In Misschien moet je iets lager mikken beschrijft hij zijn persoonlijke verhaal, die de complexiteit van maatschappelijke ongelijkheid blootlegt. Van de Kamp: In mijn boek vertel ik over het pad dat ik heb bewandeld. Van opgroeien in armoede in een huis zonder gas en licht, en het krijgen van vertrouwen van docenten, tot uit huis gezet worden en vrienden verliezen aan geweld. Mijn boek gaat over schaamte, over pijn en verdriet, maar ook over hoop, een droom en doorzettingsvermogen. Het is een poging de complexiteit van klasse, armoede en kansenongelijkheid bloot te leggen.

Het boek is voor € 20,00 te koop via uitgeverij Atlas Contact.

www.atlascontact.nl

Handen ineen

Meer en betere samenwerking in het sociaal en pedagogisch domein en in het onderwijs, zorgt voor betere ontwikkelkansen voor kinderen en jongeren. Dat wordt bepleit in het boek 'Ouders, onderwijs en jeugdzorg in verbinding'.

Het boek stimuleert jeugdprofessionals om onderling samen te werken, maar ook om verbinding te zoeken met ouders en verzorgers. Het belangrijkste: stel het kind/de jongere centraal. Het boek is opgedeeld in vier delen. In het eerste deel wordt het belang van samenwerking benadrukt. Het tweede deel biedt concrete inzichten en handvatten hoe deze samenwerking het beste vorm te geven. In deel drie komen de verschillende partijen aan bod die betrokken zijn bij de ontwikkeling en opvoeding van kinderen en jongeren. Deel vier schetst ten slotte de wettelijke en praktische kaders van de samenwerking.

Het boek is voor € 34,95 te koop via uitgeverij Coutinho. www.coutinho.nl

1515
Schoolfacilities, september 2023 Nieuw op de markt

Minutieus

Instituut voor Gezondheidszorg ging volledig op de schop

Het is inmiddels ongeveer een jaar geleden dat de metamorfose van de Hogeschool Rotterdam-locatie aan de Rochussenstraat is afgerond. De enorme verbouwing van de 15 verdiepingen van het Instituut voor Gezondheidszorg besloeg 29.000 vierkante meter. Het pand ging zowel bouwkundig als visueel op de schop en de verbouwing duurde anderhalf jaar. Een terugblik.

“Het resultaat na ruim anderhalf jaar is iets om trots op te zijn”. Jeroen Oversier, directeur Instituut voor Gezondheidszorg (IvG), kijkt

onder het genot van een kopje koffie tevreden terug op de verbouwing van het’ instituut. De metamorfose van het IvG werd begeleid door het Rotterdamse adviesbureau KWK

Huisvestingsregisseurs, onder leiding van Gerard Soeteman. We gaan met Oversier en Soeteman in gesprek over de uitdagingen, succesfactoren en samenwerking binnen dit project.

Splitsing door L-vorm

“Elk project kent uitdagingen en daar is dit grootschalige en complexe project geen uitzondering op”, begint Jeroen Oversier. De metamorfose startte in de zomer van 2021, middenin de pandemie. Dat zorgde

Huiskamer 12e etage, voor en na

ervoor dat online meetings de standaard waren geworden en dat van betrokkenen veel flexibiliteit moest worden gevraagd in het plannen van overleggen en afspraken, en in het communiceren via Teams, e-mail en telefoon. Dat was dus al een eerste uitdaging. Ten tweede werd al gelijk duidelijk dat er goed rekening gehouden moest worden met de indeling van het gebouw, dat een L-vorm heeft. “Onderwijsruimtes en docentenwerkplekken wilden we,

16 ‘Bijschrift
‘Bijschrift
Schoolfacilities, september 2023
van de foto’
van de foto’
gepland
Door: Daisy Jonker & Gerard Soeteman

binnen de visie van het onderwijs, het liefst zo dicht mogelijk bij elkaar plaatsen. Omdat de vorm van het gebouw fysieke grenzen met zich meebrengt, hebben we toch een splitsing moeten maken. Ter compensatie hebben we gezorgd voor veel multifunctionele en flexibele ontmoetingspleinen en huiskamers, waar voor docenten en studenten alsnog voldoende gelegenheid is om samen te komen. Deze ruimtes beslaan zo’n 10% van het gebouw. Het overgrote deel, 90%, beslaat onderwijsspecifieke ruimtes.”

Eerlijk verhaal

Vanaf het begin van het project is Gerard Soeteman betrokken geweest bij de plannen om het gebouw van A tot Z te renoveren. “We wisten dat er in korte tijd veel moest gebeuren”, vertelt hij. “Het onderwijs liep gewoon door, dus in onze planning moesten we rekening houden met toetsweken en vakanties.” Bij het project waren veel betrokkenen, zoals het management van het IvG, de facilitaire- en IT-afdeling van het instituut, de directie van Hogeschool Rotterdam, KWK, aannemers, architecten en andere professionals. Soeteman: “Het heeft ons geholpen om met alle projectleden deze renovatie met een

positieve mindset aan te vliegen, te denken in kansen en transparant te communiceren. We hebben een eerlijk verhaal verteld en waren niet bang om ook negatieve geluiden te ontvangen.” Zo moesten er weleens lastige knopen doorgehakt worden waarbij KWK het IvG soms kritisch een spiegel moest voorhouden. “Vanuit budgetperspectief zijn harde keuzes soms vereist: is dit écht nodig? En soms was ‘t het één of het ander: liever grotere lokalen of meer lessets?”

Het onderwijs liep door, dus we moesten rekening houden met toetsweken

Nauwgezette planning Nauwe samenwerking en korte lijnen waren doorslaggevend in de dagelijkse gang van zaken.

Soeteman: “Doordat we op iedere afdeling te maken hadden met andere onderwijsspecifieke elementen, was een gefaseerde aanpak nodig.” Zo

moest er in het ene lokaal ruimte zijn voor infusen, in de andere voor grote ziekenhuisbedden bedden en weer in andere ruimtes moest plek zijn voor behandeltafels van fysiotherapie.

“Een strakke planning was nodig en dus is er per onderdeel een uitgebreide detailplanning opgesteld. Zo wisten we precies op welke manier we de ziekenhuisbedden konden verhuizen en welke typen lessets we waar gingen plaatsen.” Voor de totstandkoming van die planning is veelvuldig overleg geweest met betrokken zoals practicummedewerkers en verpleegkundedocenten, die precies konden vertellen hoe specifieke elementen het beste konden worden verhuisd. Je wilt immers niet dat de ziekenhuisbedden per lift moeten worden verhuisd op exact hetzelfde moment dat de elektricien is ingepland om daar werkzaamheden uit te voeren. “Op alle niveaus is uitstekend gepland tot op het kleinste detail. Iedereen van het projectteam was van A tot Z op de hoogte van de details en de orde van de dag,’’ vult Oversier aan.

Kritieke succesfactoren

“In het beginstadium is een duidelijk kader opgesteld waarin is aangegeven binnen welke vierkante meters en

Schoolfacilities, september 2023 17 Verbouwen
Receptie, voor en na

beschikbaar budget de herhuisvesting moest plaatsvinden”, gaat Oversier verder. “In het voortraject hebben drie bijeenkomsten plaatsgevonden waarin de architecten van de Bossche Studio’s in gesprek gingen met de verschillende onderwijsteams om het Toekomstgericht Leren en Werken vorm te gegeven en de juiste vertaling te maken naar het interieur.” Bij die vertaalslag werden docenten betrokken, aan wie gevraagd werd mee te denken over de inrichting van de ruimtes in het gebouw. Voor iedere discipline was ruimte voor een ‘persoonlijke twist’, maar wel met behoud van de basisuniformiteit. Een voorbeeld: in diverse lokalen en ontmoetingsruimtes zijn prikborden gehangen in dezelfde stijl, maar docenten zelf kregen de gelegenheid om deze ‘eigen’ te maken met voor hun vak passende posters. Ook werden medewerkers aangespoord na te denken over het onderwijs van de toekomst en hiervoor hun voorstel in te dienen. In welke werkvorm zal op een prettige manier gewerkt kunnen worden in de toekomst? En heb je daarbij nog wel lokalen nodig voor dertig personen, of kan het instituut daar flexibeler mee omgaan?

Dit zorgde voor enthousiasme binnen de onderwijsmanagers en -teams. Door het stellen van kritische vragen werden ideeën getoetst op functionaliteit, haalbaarheid en aansluiting op de visie. Door dit proces kregen en namen de onderwijsmanagers verantwoordelijkheid voor de indeling en ontwerp van hun eigen domein in het gebouw.

Een huisvestingsproject draait niet alleen om stenen

Oog voor esthetiek

De basisgedachte is dat vrijwel alle ruimtes in het gebouw gebruikt kunnen worden door zowel student, docent als ondersteuner. Zo is er voor iedereen een passende plek in

het gebouw te vinden, en vinden er veel meer spontane ontmoetingen plaats tussen docent en student. Oversier: “Bij de oplevering van het project waren de positieve reacties onder andere te danken aan de visuele aspecten van het gebouw. Er is oog voor detail geweest. Zo zijn de lifthallen vanaf de begane grond tot de 15e etage gedecoreerd met afbeeldingen die een reis door het lichaam uitbeelden. Per etage is een orgaan of een deel van het lichaam afgebeeld met de Latijnse benaming erbij.” Ook zijn er op de ramen van veel lokalen glasfolies geplakt in de vorm van vakgebiedspecifieke iconen. Denk aan een ambulance, een stethoscoop en een zwangere vrouw. Kleine details met groot esthetisch effect.

Draagvlak gaf doorslag

“Het klinkt als een cliché, maar een groot deel van het succes van een huisvestingsproject draait niet om stenen, maar om de communicatie en

het managen van de verwachtingen,” besluit Oversier. “In het project is veel aandacht besteed aan communicatie. Het helpt om glashelder en vroegtijdig te communiceren via nieuwsbrieven, de vlogs van de voorman van het facilitaire team en de korte lijnen met het management van IvG. Communicatie leidt tot draagvlak en draagvlak leidt tot de nodige commitment voor de werkzaamheden die moeten plaatsvinden.

Het project is conform de planning na anderhalf jaar na de zomer van 2022 volledig opgeleverd. Het gebouw heeft in die tijd, terwijl het onderwijs ‘doordraaide’, een totale metamorfose ondergaan. Oversier: “De tevredenheid op de werkvloer en binnen de onderwijsteams is enorm, daar doen we het voor en daar mogen we trots op zijn!”

Dit artikel wordt u aangeboden door KWK Huisvestingsregisseurs. Voor meer informatie en contact kwkbv.nl

18 Schoolfacilities, september 2023
Boven: Studieplein verpleegkunde. Onder: Lifthallen

Nieuwe regels voor klokkenluiders

Sinds 18 februari 2023 is de Europese richtlijn Klokkenluiders opgenomen in de Wet Huis Klokkenluiders. De wet kreeg toen ook een nieuwe naam, de Wet bescherming klokkenluiders. De wetswijziging vraagt om aanpassing van het beleid bij het vermoeden van een misstand.

De PO-raad en VO-raad hebben, voorafgaand aan de nieuwe wet, de voorbeeldregeling voor scholen al aangepast. Toch loont het om extra te letten op deze vijf aandachtspunten:

1. Ruimere reikwijdte

Alle personen die werkgerelateerd een misstand melden worden beschermd door de wet. Werknemers, maar ook bijvoorbeeld zzp’ers en stagiaires. Leerlingen en ouders vallen daarbuiten. De voorbeeldregeling van de VO-raad noemt echter ook leerlingen en ouders als personen die recht hebben op bescherming. Zij moeten adequaat worden geïnformeerd over de meldprocedure.

2. Definitie van een misstand

Behalve een schending van het unierecht, wordt ook een handeling of nalatigheid waarbij een maatschappelijk belang in het geding is als misstand beschouwd. Er moet sprake zijn van een patroon, of de handeling of nalatigheid moet ernstig of omvangrijk zijn. Hierbij gaat het dus niet enkel om persoonlijke belangen, zoals het oplossen van

klachten van een werknemer op het gebied van functie, takenpakket of arbeidsomstandigheden. Daarvoor gelden andere rechtspositioneleof klachtenprocedures. Ook is de regeling niet bedoeld voor het aankaarten of ter discussie stellen van beleidskeuzes van het schoolbestuur waarmee iemand zich niet kan verenigen.

3. Meldkanaal inrichten

De wet geeft aan dat de werkgever een meldkanaal moet inrichten waar klokkenluiders vertrouwelijk een misstand kunnen melden. Dat schrijft de voorbeeldregeling ook voor. Het meldkanaal moet echter anonimiteit van de melder kunnen waarborgen, en aangezien de PO- en VO-raad het bevoegd gezag als meldpunten aanbevelen, is dat niet toereikend. Van directie en de vertrouwenspersoon kan niet aangenomen worden dat ze anonimiteit garanderen en dat ze een onafhankelijk onderzoek instellen. Het is aan te raden om na te denken hoe een melding intern op een vertrouwelijke manier kan worden gedaan.

4. Regels geheimhoudingsbeding

Een geheimhoudingsbeding kan werknemers afschrikken om een melding te doen van een misstand en daarmee het oplossen van misstanden belemmeren. Met de nieuwe wet mogen geheimhoudingsbedingen in een arbeidsovereenkomst of vaststellingsovereenkomst niet langer een belemmering zijn

voor het melden van vermoeden van een misstand. Dit geldt ook voor bedingen die in het verleden zijn opgenomen in oude overeenkomsten. Advies is om het beding aan te passen door hier nadrukkelijk aan toe te voegen dat deze beperking niet geldt als het gaat om het melden of openbaar maken van een vermoeden van een misstand volgens de Wet bescherming klokkenluiders.

5. Verbod op benadeling Indien klokkenluiders aangeven dat zij benadeeld zijn door hun werkgever vanwege hun melding, ligt vervolgens de bewijslast bij de werkgever om aan te tonen dat dat niet zo is. Wanneer een klokkenluider ontslagen is, zal bij diens ontslag door de werkgever moeten worden bewezen dat het ontslag niet samenhangt met de gedane melding. Dit kan de werkgever alleen bewijzen als de feiten nauwkeurig zijn vastgelegd. Niet alleen de feiten tijdens en na de melding moeten worden gedocumenteerd, maar ook de feiten vóór de melding.

Deze column is een bijdrage van TK advocaten en notarissen. Voor meer informatie ga je naar www.tk.nl

Schoolfacilities, september 2023 19 Column
Door: Iris Hoen

Cameratoezicht: wat mag wel en wat mag niet?

Veel onderwijsorganisaties hebben camera’s hangen. Dat is zeker het geval bij universiteiten, HBO’s, ROC’s en VO-scholen. Er zijn ook steeds meer PO-scholen die camera’s overwegen. Maar is iedereen zich wel bewust van de eisen die de wet aan cameratoezicht stelt?

Cameratoezicht is één van de 17 categorieën gegevensverwerkingen waarvoor een data protections impact analyses (DPIA) verplicht is volgens de AVG. Een DPIA moet in principe altijd vóór het instellen van cameratoezicht worden uitgevoerd.

Voorwaarde voor veiligheid

Ook wanneer camera’s er al hingen bij inwerkingtreding van de AVG, moet alsnog een DPIA worden uitgevoerd. De analyse moet sowieso periodiek worden herhaald voor de gegevensverwerkingen waarvoor een DPIA verplicht is voorgeschreven. Zo worden de risico’s met betrekking tot de privacy regelmatig in kaart gebracht, telkens toegespitst op de specifieke situatie. In algemene zin zijn er volgens de AVG verschillende voorwaarden waaraan moet worden voldaan in en rond een pand met cameratoezicht. Daar gaan we in dit artikel verder op in.

1.Onderdeel van meer

Cameratoezicht moet onderdeel zijn van een pakket aan veiligheidsmaatregelen. Een school moet een veiligheidsplan hebben waar het cameratoezicht in meegenomen wordt. De medezeggenschapsraad (MR) moet met dat plan instemmen. Zonder die instemming mag er geen camera opgehangen worden.

2.Gerechtvaardigd belang

Er moet met het cameratoezicht sprake zijn van een gerechtvaardigd belang. Dat wil zeggen dat met het cameratoezicht een duidelijk en gerechtvaardigd doel wordt nagestreefd. Bijvoorbeeld het bewaken van de toegang om vandalisme en diefstal te voorkomen, de mogelijkheid personen te herkennen of identificeren die eerder bij incidenten betrokken waren, het bevorderen van het veiligheidsgevoel, het voorkomen van onwenselijk gedrag en het inzetten van ondersteuning bij opsporing van strafbare feiten.

3.Toezicht is noodzakelijk

Wanneer cameratoezicht wordt ingezet moet dat ‘noodzakelijk’ zijn. Dat wil zeggen dat het doel, bijvoorbeeld het tegengaan van vandalisme en diefstal, niet op een andere manier kan worden bereikt. Er is in dat geval geen andere of betere mogelijkheid, die minder ingrijpend is voor de privacy van leerlingen en/of medewerkers.

4.Minimale inbreuk op privacy

In geval van cameratoezicht moet ervoor gezorgd worden dat de inbreuk op de privacy zo klein mogelijk is. Een camera mag bijvoorbeeld geen geluidsopnamen maken. Dit is namelijk voor het behalen van het doel niet nodig. Daarnaast moet een zo beperkt mogelijk gebied worden gefilmd en moet goed worden nagedacht over tijden waarop camera’s functioneren (bijvoorbeeld niet tijdens schooltijden wanneer het doel is vernielingen in de avonduren te voorkomen).

20

5.Mensen informeren

Bij het betreden van het terrein moet worden gewaarschuwd dat er cameratoezicht wordt uitgevoerd. In bijzondere gevallen, zoals bij een vermoeden van onrechtmatig handelen van personeel of leerlingen, kan tijdelijk een verborgen camera worden geplaatst. Daarnaast kunnen op de website van de school de rechten uit het privacyreglement worden vermeld: het recht om gegevens (camerabeelden) in te zien, het recht om vergeten te worden, het recht op beperking van de verwerking en het recht om bezwaar te maken tegen het gebruik van persoonsgegevens.

6.Verantwoord opslaan

Beelden mogen niet zomaar door iedereen bekeken worden. Dit betekent dat de beelden in een beveiligde ruimte moeten worden opgeslagen en te allen tijde versleuteld moeten zijn.

7.Bewaartermijnen handhaven

Camerabeelden mogen maximaal

4 weken bewaard worden. Als er in die periode geen incidenten hebben plaatsgevonden, moeten de beelden worden verwijderd. Wanneer specifieke camerabeelden gerelateerd zijn aan een incident, hoeven ze pas verwijderd te worden als het incident is afgehandeld. Voorwaarde is wel dat het betreffende incident wordt geregistreerd en gedocumenteerd in een centraal register.

8.Inzagemomenten registreren

Het systeem dat wordt gebruikt voor het cameratoezicht moet een logging-functie hebben voor het bekijken van beelden. Hierin moeten in ieder geval datum, tijd en namen van degenen die de beelden bekeken hebben, worden vastgelegd. In een centraal register moet geregistreerd worden wie wanneer inzicht heeft gehad in welke beelden.

9.Afspraken met leverancier

Met de leverancier van het toezichtsysteem moet een verwerkersovereenkomst of een geheimhoudingsverklaring worden afgesloten, afhankelijk van de mate waarin de leverancier toegang heeft tot beelden.

10.Handhaving

Er moet toezicht worden gehouden op naleving van bovenstaande punten. Bijvoorbeeld door een privacy-officer die conform een auditplan periodiek controles uitvoert.

Een camera mag geen geluidsopnamen maken

Verbod op gezichtsherkenning Waarschijnlijk komt er binnenkort op basis van de AI Act (Europese wetgeving met betrekking tot kunstmatige intelligentie) een aanvulling op bovenstaande bepalingen. Tijdens de behandeling van de Act is door het Europees Parlement namelijk bepaald dat er een verbod moet komen op het gebruik van realtime gezichtsherkenning in openbare ruimtes. Een schoolplein dat ná schooltijd geopend is, is een openbare ruimte. Tenzij het schoolplein afgesloten is met een hek met een bord 'art. 164' erop, wat aangeeft: verboden toegang voor onbevoegden.

Beleid serieus nemen

Duidelijk is dat niet te makkelijk moet worden gedacht over de inzet van cameratoezicht. Er moet beleid worden geformuleerd aan de hand van bovenstaande punten, er moet worden toegezien op naleving van het beleid en het beleid moet periodiek worden geëvalueerd. Kortom: de PDCA-cyclus moet volledig zijn ingevuld om nietmogelijk op pijnlijke wijze - tot de orde te worden geroepen.

21
Beelden moeten in een beveiligde ruimte worden opgeslagen

Gezien &gelezen

Stageoverschot mbo

Goed nieuws voor mbo-studenten die op zoek zijn naar een stage of leerbaan: die zijn er namelijk weer in overvloed. In veel sectoren is een stageoverschot ontstaan, blijkt uit de Stagebarometer van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB).

In coronatijd waren er nog 22.000 stageplekken tekort, maar inmiddels zijn er weer 190.000 stages en leerplekken beschikbaar: 120.000 stages voor studenten in de beroepsopleidende leerweg (BOL) en 70.000 leerbanen voor studenten in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) open. “Dit is een teken dat veel bedrijven bereid zijn om te investeren in de vakmensen die ze nodig hebben”, reageert SBB-directievoorzitter Hannie Vlug, die tegelijkertijd waarschuwt dat het tij ook zo weer kan keren. “Voor het komende schooljaar zien we bijvoorbeeld een toename van het aantal inschrijvingen voor een opleiding tot timmerman, maar tegelijk worden nieuwbouwprojecten afgeblazen vanwege de gestegen rente en bouwkosten.”

Emotionele steun

Duurzaamheid op hbo

Hbo-docenten vinden dat er nog onvoldoende ruimte is voor duurzaamheidsonderwerpen in het curriculum. Dat blijkt uit onderzoek van Bianca Harms en Hans Jacob de Gier van NHL Stenden.

Leerkrachten blijken van groot belang te zijn geweest voor de emotionele ondersteuning van leerlingen tijdens de schoolsluitingen in de coronacrisis. Dat blijkt uit onderzoek van ontwikkelingspsycholoog Jessie Hillekens van Tilburg University.

Per toeval verzamelden Hillekens en haar collega’s één week voor de eerste schoolsluiting gegevens over onder andere het zelfvertrouwen en de motivatie van leerlingen. Vervolgens werd tijdens de schoolsluiting nog een meting gedaan en een jaar daarna, toen de scholen weer open waren. Het onderzoek laat zien dat leerkrachten een sleutelrol hebben vervuld als het gaat om het zich gezien voelen, het zelfvertrouwen en de motivatie van leerlingen tijdens de gedwongen schoolsluiting. Emotionele steun, in combinatie met hoge kwaliteit online instructie, zorgde ervoor dat kwetsbare leerlingen beter meedraaiden in de lessen, zich op school nu meer thuis voelen en hun zelfvertrouwen voelden toenemen.

www.tilburguniversity.edu

In een artikel op ScienceGuide schrijven de onderzoekers dat de mate waarin aandacht wordt besteed aan duurzaamheidsvraagstukken, sterk afhankelijk is van individuele onderwijsorganisaties. “Het gebrek aan een duidelijke visie op de rol van duurzaamheid binnen de opleiding, andere prioriteiten in het curriculum en tijdgebrek worden genoemd als belangrijke hindernissen voor de integratie van duurzaamheid”, aldus Harms en De Gier. Zij zien voor programmamanagers een belangrijke rol weggelegd om hier verandering in te brengen. Ook zouden docenten meer initiatief kunnen nemen binnen hun eigen onderwijsonderdeel en op programmaniveau. “Het initiatief nemen om duurzaamheid te agenderen bij beleidsmakers kan vruchten afwerpen.”

22
Schoolfacilities, september 2018 Schoolfacilities, september 2023
www.s-bb.nl
www.scienceguide.nl

Gezonde kantine

Het aanbod in schoolkantines is nog niet wat het zijn moet. Dat stelt het Europees Parlement, dat pleit voor meer groente, fruit, melk en zuivelproducten. Subsidie is beschikbaar, maar daar maken nog lang niet alle scholen gebruik van.

Slechts twintig procent van alle scholen heeft (ooit) een subsidieaanvraag gedaan bij een fonds dat het aantrekkelijker moet maken om gezondere producten aan te bieden in de kantine. Dat meldt Nieuwe Oogst. Nationale wetten en regels zouden het voor scholen in sommige landen moeilijk maken om aan het EU-programma deel te nemen. Het Europarlement vraagt landen dan ook om regels waar mogelijk te versoepelen. Het subsidiebudget is dus bedoeld voor gezondere producten, waarbij het Europarlement ook aanmerkt dat deze het liefst biologisch en lokaal gemaakt moeten zijn. Vetten, suikers, zout en zoetstoffen moeten geëlimineerd worden.

www.nieuweoogst.nl

Eco-inspiratiedag

De jaarlijkse Inspiratiedag van Eco-Schools komt er weer aan. Het evenement vindt dit jaar plaats op 11 oktober bij Aeres University of Applied Science Almere.

Tijdens de Inspiratiedag kunnen docenten, leerlingen uit Eco-Teams en andere medewerkers die betrokken zijn bij het duurzaamheidsbeleid van scholen, langskomen om inspiratie op te doen voor de verduurzaming van hun school. Het thema dit jaar is ‘Natúúrlijk’. Binnen dit thema wordt de focus gelegd op de rol van de natuur bij verduurzaming. Zo zal er onder andere een workshop Biomimicry plaatsvinden. De keuze voor de locatie is niet zomaar gevallen op Aeres Hogeschool. “Met 11.000 planten aan de gevel en 2.500 planten binnenin het gebouw is dit letterlijk de groenste hogeschool van Nederland”, meldt de school. “Daarnaast is veel aan en in het gebouw circulair, duurzaam en hergebruikt.”

www.eco-schools.nl

Schoolfacilities, september 2018 Schoolfacilities, september 2023

Doordecentralisatie; een lust of een last?

Door: Schoolfacilities

Een aantal schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs nam de regie over hun huisvesting in eigen hand. Inmiddels is er meer dan 15 jaar ervaring opgedaan. Wat gaat goed en wat kan beter? Bouwstenen dook in de recent verschenen evaluaties van Nijmegen en Breda.

Het doel van doordecentralisatie is het verbeteren van de onderwijshuisvesting. De gedachte is dat als bouw en onderhoud in één hand bij de schoolbesturen worden ondergebracht, zij beter in staat zijn een integrale afweging te maken en de beschikbare middelen efficiënter in te zetten.

Fors in scholen geïnvesteerd

Uit de evaluaties zien we dat zowel in Nijmegen als Breda fors is geïnvesteerd in nieuwbouw en renovatie van de schoolgebouwen. Qua planning liggen ze op koers. Zo is in Nijmegen in 17 jaar tijd circa 35% van de gebouwen voor het primair en speciaal onderwijs en 75% van de gebouwen voor het voortgezet onderwijs, vernieuwd. Dat is sneller dan gemiddeld in Nederland. Of dat ondanks of dankzij de doordecentralisatie is, is moeilijk vast te stellen, maar er zit in ieder geval vaart in.

Flexibele inzet gebouwen

De evaluaties laten ook zien dat de schoolbesturen planmatig met de gebouwen omgaan. Er zijn integrale huisvestingsplannen en meerjarenonderhoudsplannen

gemaakt. De voorraad gebouwen is geoptimaliseerd en er wordt geanticipeerd op tijdelijke groei en krimp, onder andere door de inzet van tijdelijke lokalen. Dat laatste gebeurt vooral in het primair onderwijs. Daar waar sprake is van leegstand van lokalen, leidt dit niet direct tot financiële problemen. Eventuele overcapaciteit wordt ingezet voor bijvoorbeeld verhuur aan kinderopvangorganisaties of andere aan het onderwijs gelieerde organisaties.

Heel andere relatie

Bij doordecentralisatie verandert de relatie tussen de gemeente en de schoolbesturen. De gemeente behoudt de wettelijke zorgplicht en de schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan. De evaluatie van Nijmegen

24 Schoolfacilities, september 2023

ademt een sfeer uit van een goede samenwerking tussen gemeente en schoolbesturen. Hoe anders is dat in de evaluatie van Breda. Daar is de onderwijshuisvesting op een te grote afstand van de gemeente komen te staan, waardoor het moeilijker is om strategische beslissingen te nemen, bijvoorbeeld ten gevolge van veranderende regelgeving of het stichten van nieuwe scholen. Goede samenwerkingsafspraken blijken onontbeerlijk.

Bang voor de toekomst

Net als bij andere gemeenten en scholen zijn er in Nijmegen en Breda zorgen over de financiële middelen waarmee gewerkt moet worden. Er is een grote discrepantie tussen de vergoeding vanuit het Rijk, de VNG-norm en de werkelijke kosten die door veranderende regelgeving zoals (B)ENG, gasloos- en stikstofarm bouwen, inflatie en rentestijging nog groter worden.

Dit is een groot punt van zorg van zowel gemeenten als de schoolbesturen. Dit heeft zijn doorwerking in de mogelijkheden en het investeringstempo met betrekking tot nieuwbouw en renovatie van onderwijshuisvesting.

Doordecentralisatie onderwijshuisvesting

Eind jaren ‘90 van de vorige eeuw heeft het Rijk haar taak te voorzien in de huisvesting voor het primair en voortgezet onderwijs gedecentraliseerd. Het economisch eigendom van de grond en gebouwen werd daarbij aan gemeenten overgedragen en de kapitaallasten voor nieuwbouw en groot onderhoud via het gemeentefonds vergoed. Gemeenten hebben het recht deze taak door te decentraliseren naar de scholen.

Evaluatie decentralisatie

In 2021 werd deze decentralisatie door diverse wetenschappers geëvalueerd. Daaruit komt naar voren dat de burger recht heeft op een gezonde leeromgeving, maar het zicht daarop ontbreekt omdat er teveel partijen tussen zitten. Het beleid is het resultaat van een onderhandeling tussen gemeenten en scholen waardoor het niet meer serieus ter discussie staat. Dat verzwakt de democratie. Om de beoogde integraliteit te bewerkstelligen en partijen in de goede richting

te bewegen moet ook het democratisch gehalte worden versterkt en moeten gemeente over de juiste doorzettingsmacht kunnen beschikken, aldus de onderzoekers. In het onderzoeksrapport worden voorstellen voor verbetering gedaan. Een IHP is daar geen onderdeel van (volgens auteurs waarschijnlijk niet effectief).

Meer informatie

Kijk voor meer informatie over het onderzoek naar de decentralisatie en de evaluaties van de doordecentralisatie in Nijmegen en Breda op Bouwstenen.nl

Schoolfacilities, september 2023 25 Doordecentralisatie

Doei personeelskosten. Hallo menselijk kapitaal!

Het structurele tekort van bijna 10.000 leerkrachten stelt het onderwijs voor een paar flinke HR-uitdagingen. Het tekort leidde al tot onwenselijke oplossingen zoals kortere lesdagen en grotere klassen. Tegelijkertijd staat er ook geen buslading leerkrachten klaar. Hoe verhoud je je in deze tijd als HR-professional tot het management? HR-expert Bob Zeegers deelt zijn visie.

Grote personeelstekorten in het onderwijs zorgen al langere tijd voor hogere werkdruk en een toenemend verzuimpercentage. Veel jonge leerkrachten verlaten binnen een paar jaar gedesillusioneerd hun vakgebied. Oudere leerkrachten zijn moe van alle veranderingen en reorganisaties, maar lijken bijna getrouwd met de school en de goede arbeidsvoorwaarden, waardoor demotie of een ander carrièrepad bijna onbespreekbaar is.

Veeleisende

Porsche-ouders

Leerkrachten zijn administratieve tijgers geworden, die alle vorderingen minutieus vastleggen in het leerlingvolgsysteem. Ze besteden veel tijd aan administratie, mentorschap, vakgroepoverleg en het ontwikkelen van weer een nieuwe lesmethode. Net als in de zorg draait het steeds meer om efficiëntie, protocollen en schaalbaarheid. Ook moeten ze omgaan met veeleisende Porsche-ouders die niet accepteren dat hun kinderen ‘Havo-losers’ worden. Hun functie van

gepassioneerd docent geschiedenis of wiskunde is gedevalueerd naar Algemeen Onderwijs Medewerker.

Niet gelijkwaardig

Maar de echte uitdaging van HRprofessionals binnen het onderwijs, is dat zij vaak geen gelijkwaardige positie hebben ten opzichte van het management. Ze worden niet betrokken bij noodzakelijke fundamentele veranderingen of hun takenpakket beperkt zich tot het uitvoeren van regelingen en het bijhouden van de administratie. Veel onderwijsorganisaties geven prioriteit aan financiële resultaten boven het investeren in medewerkers, terwijl medewerkers juist het belangrijkste kapitaal zijn. Het management ziet personeel vaak alleen als kostenpost, ingekaderd in loonschalen.

Gedraag je als een wetenschapper

Zure appels

In mijn boek ‘HR met Ballen’ vertel ik over de zes zure appels waar HR elke dag mee te maken heeft. Door die zure appels vinden veel HRprofessionals hun werk lang niet meer zo leuk als eerst. Ik help hen om deze uitdagingen aan te pakken, zodat HR het mooiste vak ter wereld blijft. En ik geef negen succesformules waarmee ze het management kunnen overtuigen om te investeren in menselijk kapitaal. Hieronder alvast drie tips, gericht aan de HR-professional:

1.Wees een wetenschapper

Jij maakt in tien seconden een inschatting van een sollicitant. Dat is dan meestal wel de verkeerde, met vaak vervelende gevolgen. Medewerkers rennen net zo hard weer weg of passen helemaal niet in het team. Gedraag je in plaats daarvan als een wetenschapper en haal nieuwe kandidaten eerst door jouw sollicitatielab. Maak van elk sollicitatiegesprek een perfecte first date, schrijf verleidelijke teksten waar sollicitanten op afkomen als bijen op honing en weet precies welke vragen je gaat stellen, zodat het selecteren van de beste kandidaten een peulenschil wordt.

2.Weg met onzinnige KPI’s

Mijn tweede tip gaat over het dwangmatige meetgedrag van veel organisaties. Binnen het onderwijs is dat niet anders, maar aan de gemiddelde key performance indicator (KPI) heb je helemaal niets. Veel bedrijven meten zaken die nietszeggend zijn, niet concreet zijn of zelfs zand in de ogen strooien. Ooit adviseerde ik een bedrijf waar elke maandagmorgen honderden KPI’s werden besproken. Over hoeveel medewerkers fulltime aanwezig waren, of de bedrijfsarts wel 12 uur per week in de spreekkamer zat en of iedereen op tijd het beoordelingsgesprek had gevoerd. Dat soort KPI’s zeggen niets. Niets over of de medewerker blij is op zijn of haar werk, niets over wat voor soort gesprekken die arts dan voerde en niets over het leiderschap binnen de organisatie. Dat bedrijf meet nu alleen nog hoeveel medewerkers een burn-out krijgen. De doelstelling daarbij is nul burn-outs, ook al is dat met

Schoolfacilities, september 2023

26

de duizenden medewerkers binnen die organisatie natuurlijk niet haalbaar. Maar het doel van een KPI is niet het halen, een goede KPI is een hoger doel, waar een organisatie op kan sturen en uitdaging in vindt. Waar staan we nu en waar moeten we heen?

3.Verpakking boven inhoud

Veel HR-professionals denken dat, als hun advies inhoudelijk maar goed is, ze vanzelf succesvol worden. Maar alleen goed zijn in je vak is niet voldoende. Hóe je iets zegt is misschien wel net zo belangrijk als wát je precies zegt. En er is nog iets. Als je succesvol wilt zijn, moet je ook nog kunnen verkopen. Gelukkig is dat heel simpel. Er zijn zelfs bewezen technieken die elke junior verkoper beheerst, maar die niemand je leert tijdens je HR-opleiding. Die technieken zijn al duizenden jaren oud en verrassend eenvoudig te leren. Met een vrij eenvoudige formule kun je elk MT ronduit hebberig maken voor HR-plannen.

Maak van sollicitaties

een perfecte first date

HR-adviseur met ballen

Wat zou er gebeuren als HR weer met een gele markeerstift bovenaan in de MTagenda staat? Als HR met supersimpele gesprekstechnieken adviezen geeft waar de oogjes van het management van gaan glimmen? Als je tijd en geld mag investeren om belangrijke HR-zaken te regelen? Wat zou er dan veranderen in de organisatie? Met de medewerkers? Met de resultaten?

Ontmoet Bob Zeegers

Bob Zeegers is oprichter van HR Navigator, de grootste HR vergelijkingssite van Nederland en schreef de bestseller ‘HR met Ballen’. Bob is keynote spreker op het jaarcongres HRM & het Onderwijs op dinsdag 21 november in ’t Spant in Bussum. Deze 13e editie staat in het teken van duurzaam werkgeverschap in het onderwijs: HRM als de (ver)bindende factor.

Meer informatie en aanmelden: www.hrmenhetonderwijs.nl

Schoolfacilities, september 2023 Personeel 27
HR

Mooi gebouw, maar team blijft grootste parel

Goed onderwijs voor kinderen in een goed schoolgebouw. Dat is waar het om draait in een zogenoemd Integraal Huisvestingsplan voor het onderwijs. In de monumentale en gerenoveerde Rietveldschool in Badhoevedorp is dat doel gehaald. Maar het pand van de Community School De Kameleon in Zwanenburg laat nog veel te wensen over. Met het schoolteam is niets mis. Met het gebouw des te meer.

Beide basisscholen hadden in het kader van een werkbezoek in het voorjaar het College van Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer over de vloer. Dit op aangeven van de wethouder Jeugd & Onderwijs, Marjolein Steffens-van de Water. De bestuurders kregen in een paar uur tijd grote contrasten te verwerken.

Voorbereiding kan vaak

niet sneller

Lange voorbereiding nodig

Van portefeuillemanager onderwijshuisvesting in Haarlemmermeer, Thierry van der Weide, kregen ze te horen dat scholenbouw best ingewikkeld kan zijn en dat er vaak te licht over wordt gedacht. De voorbereidingen, stelt hij, nemen per definitie meer tijd in beslag dan de uitvoering. “En als zo’n schoolgebouw er dan eenmaal staat na een relatief korte bouwperiode, komt al snel de vraag: hadden de voorbereidingen niet sneller gekund?” Vaak is het antwoord: nee.

Soms extra onderzoek

Al hadden de voorbereidingen voor de Rietveldschool, die tien jaar duurden, met de helft korter gekund. Voortschrijdend inzicht was hier de grote vertrager. De nodige tijd ging hier verloren doordat is onderzocht of met een andere financiële constructie kosten konden worden bespaard. Maar soms is dit het onderzoeken waard. De vernieuwing en uitbreiding van de Rietveldschool bleef overigens een indrukwekkend prijskaartje houden: zo’n negen miljoen euro. Dat was toch een miljoen euro minder dan aanvankelijk gedacht.

Vast op het Suezkanaal

Er kunnen trouwens tijdens de uitvoering ook totaal onverwachte problemen rijzen die uitgroeien tot mooie anekdotes, maar op het moment dat ze zich voordoen best wat onrust veroorzaken. Wat bijvoorbeeld te denken van de kozijnen van de Rietveldschool. Dat moesten duurzame exemplaren zijn van een speciaal duurzaam hardhout oftewel rubberwood uit Indonesië. De boot waarmee ze werden vervoerd, raakte echter langdurig vast op het Suezkanaal. Dat betekende tijdelijke kozijnen plaatsen en afwachten tot de levering plaatsvond.

Bukken voor Rietveld

Voor de Rietvelschool geldt echter: eind goed, al goed. Het oorspronkelijke hoofdgebouw, het historische gedeelte, combineert uitstekend met de nieuwbouw. Er staat nu één groot schoolgebouw (het waren er drie) aan de Einsteinstraat dat één en al Rietveld uitstraalt, vinden directie, schoolteam en bestuur van de Rietveldschool. En burgemeester en wethouders zijn het daarmee eens, zowel wat betreft kleurstelling als maatvoeringen. Wethouder Jurgen Nobel, de langste van het stel, heeft van die maatvoering als enige wel een beetje last. Wethouder Mariëtte Sedee plaagt hem daarmee: “Je bukt nu voor Rietveld.”

Harmonie, rust en orde

Architect Gerrit Th. Rietveld (1888-1964) is de architect van het oorspronkelijke hoofdgebouw dat hieraan zijn monumentale status ontleent. Rietveld, behalve architect

Rubriek
september 2023
Schoolfacilities,
Rietveldschool, Haarlemmermeer De Kameleon

ook meubelmaker, wordt net als onder anderen kunstenaar Theo van Doesburg en kunstschilder Piet Mondriaan tot De Stijl gerekend. Deze kunstbeweging speelde tijdens en na de Eerste Wereldoorlog in op het verlangen naar harmonie en structuur, naar rust en orde. Rietveld en geestverwanten waren vooruitstrevend in hun opvatting dat kunst niet per se een verhaal hoeft te vertellen, maar abstract kan zijn om zich zo aan de werkelijkheid te onttrekken.

Parels in de groep

Julia Weytingh, directielid, stelt dat het schoolgebouw aansluit bij het Daltononderwijs dat haar school aanbiedt, evenals het flexibele meubilair. Ze wijst naar de brede gangen waar voldoende ruimte is voor de kinderen om in een handomdraai een samenwerkplek te creëren. Minder goed te zien maar toch wel degelijk iets om trots op te zijn, vinden ze op de Rietveldschool, zijn de 280 zonnepanelen op het dak en de bijbehorende installaties. Duurzaamheid troef, maar de Rietvelders zijn niet geheel los van het gas, want dat zou ten koste zijn gegaan van de monumentale waarde van het oorspronkelijke door Rietveld ontworpen hoofdgebouw.

“We zijn trots op ons gebouw ”, krijgen burgemeester en wethouders bij het afscheid te horen. “Maar al is je gebouw nog zo mooi, ons team is de grootste parel. Onze leerkrachten staan niet voor de groep maar in de groep.”

Inclusie met hoofdletters

Daar denken ze bij de community school De Kameleon in Zwanenburg genuanceerd over. Ook daar is een gepassioneerd schoolteam actief dat er zich op laat voorstaan dat doorverwijzen naar andere schoolvormen alleen gebeurt als het écht niet anders kan. Inclusie met hoofdletters dus. De diversiteit op deze school is enorm. Dat zie je aan de namen op de deuren van de klaslokalen en dat blijkt ook uit de verhalen over het vieren van Kerstmis

en Suikerfeest en over kinderen die uit gezinnen komen waar een ontbijt geen vanzelfsprekendheid is.

Aan het gebouw moet echt wat gebeuren

Niet omheen draaien Voor de Kameleon geldt: al is het schoolteam nog zo goed, er moet écht wat aan het gebouw gebeuren. Dat ziet iedere leek. Niemand van de aanwezigen draait daar ook omheen.

Het goede nieuws is, dat dat ook gáát gebeuren want de 53 jaar oude Kameleon wordt de komende jaren verbouwd en uitgebreid. De gemeente Haarlemmermeer heeft voor dit project het bouwheerschap op zich genomen. De Kameleon wordt een IKC, een Integraal Kindcentrum, in samenwerking met kinderopvangorganisatie Op Stoom. Net als nu is de school ook na de verbouwing ook buiten schooltijden open voor wijkbewoners en is een groot deel van de buitenruimte straks openbaar toegankelijk.

Schoolfacilities, september 2023 29 Onderwijshuisvesting
De Kameleon De Kameleon

Nog even doorbijten Bijzonder is dat zoveel mogelijk materialen worden hergebruikt zoals houten balken uit het afgebroken raadhuis in Hoofddorp. Sowieso hebben de gemeente en het schoolbestuur Jong Leren de duurzame lat hoog gelegd want het is bedoeling om de renovatie en nieuwbouw circulair, gasloos (met nul op de meter) en energieneutraal uit te voeren. De school geldt als een landelijk voorbeeldproject en is een pilot uit een landelijk programma om scholen aardgasloos te maken. Het verwachte opleveringsjaar is 2025. Tot die tijd is het nog even doorbijten aan de Kinheim in Zwanenburg. Maar dat gaat lukken want de saamhorigheid is rond deze school is groot.

Mooie school met indrukwekkend prijskaartje

Dit artikel wordt u aangeboden door de gemeente Haarlemmermeer.

Sterk team + slecht gebouw = moeilijk leren

Dit artikel geeft een beeld van zaken die spelen bij het renoveren van schoolgebouwen in het primair onderwijs. Doel is goede, gezonde en duurzame schoolgebouwen. Goede gebouwen zijn, net als goede onderwijzers, een belangrijke voorwaarde voor goed onderwijs.

De meeste gebouwen in het primair onderwijs zijn zwaar verouderd en moeten worden aangepakt. Gemeenten moeten hierin voorzien en doen dat planmatig. De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor de bekostiging en zijn daarmee bepalend voor het tempo waarin de schoolgebouwen kunnen worden aangepakt.

Zie voor meer informatie over de planmatige aanpak van gemeenten (de IHP’s) en het Deltaplan scholen de website van Bouwstenen.

30 Schoolfacilities, september 2023
Werkbezoek, Rietveldschool, Haarlemmermeer Rietveldschool, Haarlemmermeer

Koop minder, koop duurzaam, koop lokaal

Nieuw meubilair, iPads, kasten, pennen, papier: ons koopgedrag heeft een negatieve impact op het milieu, welzijn en klimaat. Dat geldt ook thuis, wanneer we weer een nieuw bankstel aanschaffen, of een smartphone, speelgoed voor de kleine, een parasol of matras. Wat zijn daarvan de gevolgen, en nog belangrijker: hoe veranderen we dat?

Het is belangrijk om je te realiseren hoe groot de impact is van die ‘leuke dingetjes van de Action, die geen drol kosten’. Dat iets goedkoop is, is vaak geen goed nieuws voor het milieu, en de mensen die het moesten maken deden dat vaak in slechte werkomstandigheden. Het is waarschijnlijk snel stuk en heeft een gigantische ecologische voetafdruk door verscheping, ecocide en beroerde omgang met de omgeving en bevolking. Bovendien zijn goedkope prullaria veelal gemaakt van plastic. Dat wordt vervaardigd met olie, wat weer zorgt voor veel CO2-uitstoot. Daarbij kan plastic hooguit één keer gerecycled worden.

Impact top 10

Per jaar kopen we in Nederland gemiddeld per persoon voor 2.000 euro aan spullen, we vliegen 4.200 kilometer en rijden 9.000 kilometer met de auto. We consumeren 250 gram zuivel en 120 gram vlees per dag. We kopen drie stuks kleding per maand. Naast de CO2-uitstoot, veroorzaakt dat ook andere vervuilingen, leidt het tot ontbossing en heeft het een negatief effect op de beschikbaarheid van grondstoffen. Van al die dingen die we doen en consumeren, veroorzaken we met onze spullen de grootste impact op het milieu. Die staat op nummer 1 in de impact tot 10.

Koopgedrag veranderen

De impact die je maakt met jouw eigen koopgedrag kun je eenvoudig verkleinen. Koop bijvoorbeeld geen dingen die je niet echt nodig hebt of spullen die geen drol kosten - tenzij ze tweedehands of lokaal en duurzaam gemaakt zijn. Houd in het achterhoofd: Refuse, Reduce, Repair, Reuse, Recycle. Oftewel: als je het toch koopt, zorg dat iets repareerbaar is en een tweede, derde en tiende leven kan krijgen. En denk na voordat je iets koopt. Komt het van ver, dan heeft het sowieso een grote impact. Koop liever iets dat degelijk is en gepimpt kan worden, dan iets dat tijdelijk leuk is. Vaak kopen we dat laatste voor kinderen: grabbelton-onzin, sinterklaascadeautjes en afscheidspresentjes.

Verschil maken

Je kunt dus echt verschil maken met je koopgedrag. Koop minder, koop zo veel mogelijk plantaardig voedsel, repareer, pimp en doe moeite om iets een tweede leven, en als je iets cadeau doet, probeer zo veel mogelijk zelfgemaakte of tweedehands spullen te geven, of kies voor een ervaring of iets eetbaars. Het gaat immers om het gebaar en de aandacht. Daarnaast: vlieg en vaar (motorisch) zelf zo min mogelijk, en zorg ook dat je spullen zo kort mogelijk onderweg zijn - hoe verleidelijk het ook is om goedkope spullen te kopen. En tot slot: koop lokaal. Wist je bijvoorbeeld dat het kopen van iets ‘duurzaams’ of ‘gezonds’ dat van heel ver wordt verscheept, daardoor juist mogelijk weer minder duurzaam is? Koop bijvoorbeeld liever boekweit uit Limburg dan quinoa uit Zuid-Amerika. En liever een stenen beker uit Delft dan een bamboe mok uit Indonesië.

Etske Thie, leerkracht en klimaataanjager bij Floris Onderwijs, schrijft sinds maart 2022 columns voor Schoolfacilities. Dit is haar laatste column.

Schoolfacilities, september 2023 31
Column

Van snackkarren tot Pokémon GO

Schoolfacilities 40 jaareen reis door de tijd

Dit schooljaar starten we met de veertigste jaargang van het vakblad Schoolfacilities. De eerste exemplaren zijn helaas niet meer terug te vinden, maar een terugblik op meer recentere exemplaren geeft een mooi beeld van de onderwerpen die toen relevant waren. In dit artikel een kleine reis door de tijd sinds 2009.

Midden in de samenleving

Scholen doen in een wijk meer dan het geven van onderwijs, was het thema van september 2009. In het blad een mooi artikel van Building Breda waarbij onderwijs wordt gezien als trendsetter voor integrale maatschappelijke voorzieningen in de wijk. Nog steeds actueel.

Jarenlang probleem

Huisvesting: een onderwerp waarmee we vaak de helft van het blad vulden. Al jarenlang is de luchtkwaliteit onvoldoende en hanteert de overheid normen die tekortschieten voor de financiering van het schoolgebouw en andere stichtingskosten. De € 165 miljoen, die in 2009 vanuit het Rijk kwam, heeft niet mogen baten. Sla een willekeurige Schoolfacilities-editie open en je ziet: over huisvesting weinig nieuws onder de zon.

Kroket bij de lunch

Gezonde voeding: nog zo’n oude bekende. Verworden tot containerbegrip, kopten we in 2009 - het jaar waarin Zadkine nog snackkarren bij de in- en uitgang had staan. “De scholen zijn er niet blij mee, maar we zien ook niet veel in en verbod”, zei Harry Burggraaf, facilitair regiomanager destijds nog. Op dat terrein wél nieuws onder de zon anno 2023.

Duurzaam onderwerp

Geen archiefexemplaar te vinden waarin duurzaamheid géén thema is. Een interview met een duurzaamheidscoach in 2010, en artikel over de Groene Vlag in 2011, informatie over energiebesparing en natuurinclusief bouwen: the list goes on.

Digitale revolutie

De digitalisering is ook mooi gedocumenteerd in onze uitgaven. Vraag uit een artikel uit 2011: wordt het een touchscreen of een digibord? Sindsdien ging het snel en hebben we tegenwoordig zelfs elke editie aandacht voor ICT met een artikel van Bert van de Bovenkamp.

Taakverdeling huisvesting

Dat het stelsel rond de onderwijshuisvesting voor het PO en VO niet deugt, weten we ook al jaren. In 2009 kopte Gertjan van Midden van de PO-raad al: “Het onderwijshuisvestingsstelsel is langzamerhand niet meer te redden.” De doordecentralisatie loste in elk geval niets op en geen deltaplan lijkt tegen de problemen opgewassen. Zal Schoolfacilities ooit over een doorbraak kunnen berichten?

Leerling als klant

Zorgen over geld zijn ook van alle tijden. In 2009 maakten we ons zorgen dat schoolgebouwen het onderwijs financieel de kop zouden kosten en in 2012 duwde de bouwlust de roc’s in de rode cijfers. Er werden ook kansen gezien wanneer scholen als bedrijven werden beschouwd. Een locatiedirecteur in december 2010 zei daarover: “Onze school is nu een bedrijf met onderwijs als product en de leerlingen met hun ouders als klant.”

32

Krimp

De bevreesde bevolkingskrimp, veelbesproken in oude edities van Schoolfacilities, bleef grotendeels uit. In februari 2010 berichtten we nog: ‘Vele extra miljoenen aan publieke middelen verdampen als we niets doen aan krimp’. Door een niet voorspelde instroom is dit onderwerp verdampt.

Aanmelden via fax

Andere onderwerpen waar we weinig meer over horen: de plaagdierenbestrijding en het Expertise Centrum Onderwijs dat jarenlang flink in de spotlights stond. En, niet onbelangrijk: de fax verdween. Wie heeft zich in 2009 nog met een fax aangemeld voor het congres Onderwijs facilitair?

Veel minder advertenties

Ook de uitgave zelf veranderde. Waar het blad in 2009 nog 19 advertenties had én een losse glossy vol advertenties meestuurde, zijn die aantallen allang verleden tijd. Het is goed zoeken nu en de bijdrage van partners is vooral inhoudelijk.

Schifting in oplage

In 2009 verscheen Schoolfacilities nog 9 keer per jaar met 8.200 exemplaren, waarvan 1.800 in België. In 2016 was dat nog 8 keer per jaar met 5.300 exemplaren. In 2018 verschenen we 6 keer per jaar met 4.500 exemplaren. Inmiddels, medio 2023, brengen we ons blad ieder jaar 3 keer uit met 3.500 exemplaren. Ondertussen is het blad ook digitaal te lezen en is het fysieke blad vooral bedoeld voor op de koffietafel van de school.

Strakke vormgeving

Paars en rood voerde jarenlang de boventoon in het blad. In september 2016 veranderde dat en kwamen de nieuwe, huidige rubrieken in het blad. Ingrid de Moel schreef een voorwoord over Pokémon GO: een parallelle wereld die wellicht nog steeds actueel is. Het rood verdween, het paars bleef nog even. Sinds september 2017 hebben we ons huidige logo en rond 2020 werd de website aangepakt.

Introductie Bouwstenen

Het was september 2012 toen Bouwstenen voor het eerst genoemd werd in een kadertje. In november 2014 waren dat al 12 pagina’s met artikelen over onder andere vastgoedmanagementsystemen en de vele gezichten van duurzaamheid. Met een uitgebreid afscheidsinterview kwam in 2018 een einde aan de verbintenis met Frits Wolters.

Wat de toekomst ons nog allemaal zal brengen? Wij zijn benieuwd.Maar gebruik het blad vooral om ook uw kennis en verhalen te delen.

Platform voor huisvesting en facilitaire processen in het onderwijs jaargang 39 Schoolfacilities 33
Energie besparen met AI Hybride werken Chat GPT www.schoolfacilities.nl jaargang 37 Platform voor huisvesting en facilitaire processen in het onderwijs Leren leren School facilities jaargang 36 Platform voor huisvesting en facilitaire processen in het onderwijs Duurzaam doen Interne organisatie Energiejaarverslag School facilities Deltaplan scholen Vluchtelingen en het onderwijs Dit zijn de beste werkplekken van Het onderwijs jaargang 36 Platform voor huisvesting en facilitaire processen in het onderwijs Mondige ouders Lerarentekort Huisvestingsplannen School facilities Drugs
Meld je aan via de qr code

Efficiënt ventileren

Het juiste CO2-percentage, vertaald naar luchthoeveelheid. Dat is waar het om draait bij de ventilatie-classificaties voor Frisse Scholen en normeringen uit het bouwbesluit. Maar hoe efficiënt wordt geconditioneerde lucht binnengebracht en welke winst valt hier nog te behalen?

In de zomer is gebruikelijk een berekening op te stellen die voorschrijft dat het in gebouwen bijvoorbeeld maximaal 150 uur warmer mag zijn dan 25°C . We beperken hiermee de capaciteit van de installatie en ontwerpen dus niet op uitschieters. De winterse variant werkt op basis van hetzelfde principe, maar dan met variabelen. Dan spreek je bijvoorbeeld af dat de binnentemperatuur maximaal 150 uur onder de 21°C mag komen. Dat zorgt voor de eerste stevige besparingen op energie, materialen (circulair) en investering.

Fris en gezond

Ventileren zorgt voor een fris en gezond binnenklimaat. Bij het nastreven hiervan kunnen we leren van doorstroom van lucht in een cleanroom of operatiekamer. Bij mengende ventilatie draait het om de juiste ‘neerwaartse’ luchtstroming. De lucht spoelt door een lage afzuiging beter door een ruimte dan wanneer zowel toe- als afvoer via het plafond gaan. Stofdeeltjes blijven dan laag en de lucht én ruimte blijft hygiënisch schoon. Een andere manier is verdringingsventilatie: verse lucht komt onderin de ruimte binnen om vervolgens boven afgezogen te worden. Zo ‘verdringt’ de verse lucht de minder schone lucht en vindt er continu een schoonspoeling plaats in met name de zogenaamde ‘leefzone’; het gebied rond de neus. Deze twee varianten leiden onder andere tot minder verlies van verse lucht, er is minder ‘dure lucht’ nodig voor dezelfde of zelfs betere prestaties en je hebt minder verwarming en koeling nodig.

Het Nieuwe Ontwikkelproces

RYSE, voorheen abcnova, is een onafhankelijk adviesbureau dat zich inzet voor gezonde en duurzame leeromgevingen waarin de ontwikkeling van elk individu centraal staat. In een snel veranderende wereld zien we hoe maatschappelijke vraagstukken zich complex ontwikkelen en elkaar beïnvloeden.

Wij vinden dat actuele thema's, zoals bijvoorbeeld blended learning, de veranderende rol van de docent en vraagstukken rond exploitatievriendelijke onderwijsgebouwen, moeten worden vertaald. RYSE is actief in de volle breedte van het onderwijs, van PO en VO tot hogescholen en universiteiten, onderzoekscentra en laboratoria en complete campusontwikkelingen. Als partner werken we samen met onderwijsorganisaties, gemeenten en andere stakeholders om toekomstbestendige onderwijsomgevingen te creëren. Met hun pragmatische aanpak streven we naar positieve resultaten die gedragen worden door alle betrokkenen.

Met passie werken we samen met onze partners en opdrachtgevers aan een toekomst waarin onderwijshuisvesting klaar is voor de uitdagingen van morgen én overmorgen. RYSE gelooft dat het realiseren van onderwijsprojecten slimmer en sneller kan. Dit doen we dankzij een combinatie van ruim 70 jaar ervaring en het inzetten van een revolutionair data- en softwareplatform waarmee een onderwijsproject parametrisch ontwikkeld kan worden: Het Nieuwe Ontwikkelproces (HnO). In dit proces vindt vroege integratie plaats van cruciale risico's en ontwerpafwegingen. HnO maakt het bijvoorbeeld mogelijk om ontwerpscenario’s heel vroeg in het proces eenvoudig door te rekenen, te visualiseren en te testen, wat tijd en kosten bespaart. Ook de ‘hete aardappels’ halen we naar voren. Dat kan confronterend zijn, maar zo voorkom je dat je steeds weer een stap terug moet doen. Het resultaat is een effectiever en efficiënter proces en een grotere impact van investeringen.

www.ryse.nl

34 Schoolfacilities, september 2018
Schoolfacilities, september
Lumia van Rentokil Lumia van Rentokil
2023
www.kuijpers.nl

Schoolgebouwen taxeren

Bij nieuwbouw of verbouw van een schoolgebouw neemt het begrip ‘waarde’ een belangrijke positie in. Prevaleert de maatschappelijke waarde boven de financiële waarde of vice versa?

De maatschappelijke waarde is natuurlijk altijd relevant, maar het speelveld van een vastgoedtaxateur bevindt zich op het financiële vlak. In de volksmond spreekt men (gemakshalve) wel eens over ‘de taxateur heeft de waarde van de school bepaald op…’. Maar die veronderstelling is onjuist. Een taxateur bepaalt geen waarde, een taxateur schat een waarde. Een taxatie is (naar het Latijnse ‘taxare’) een schatting van de waarde van een object door een taxateur. Een schatting is een kwantificering (in geld) onder onzekerheid.

Nu we deze fundamentele gedachte even ‘recht hebben gezet’ is het van belang om te bekijken over welke waarde we het nu feitelijk hebben. Dat is belangrijk, zodat hier achteraf geen verschil van inzicht over bestaat. De waarde verwijst namelijk niet naar een feit, maar het is een abstractie, een opinie. De prijs is waardenvrij, maar bij de waarde komt een zeker normatief element kijken: de (dus abstracte) betekenis, die losstaat van wat is of zal worden betaald(!). Wanneer er bijvoorbeeld een bedrag geschat moet worden voor de waarde van een object die het ontleent aan het bezit ervan (beleggingswaarde of Worth) ligt dit anders dan wanneer er een prijs geschat moet worden voor de mogelijkheid tot het ruilen ervan (lees: marktwaarde, Value). Zoals de naam al doet vermoeden is marktconformiteit het leidende waardebeginsel bij het value-concept. Dit waardebegrip is het gevolg van het doel van de taxatie: fiscale-, maar ook transactie- of financieringsdoeleinden.

Welk doel het ook betreft, de taxateur dient te starten met de fundamentele kaders en daar invulling aan te geven met specifieke taxatiemethodieken. Een taxateur van een schoolgebouw kijkt niet alleen naar de inkomsten

(deze zijn vaak immers uiterst schraal), maar ook naar de kosten. Dit wijkt daarmee af van de gebruikelijke methodieken die een vastgoedtaxateur hanteert.

Taxeren is een specialistisch vak, zeker als je buiten de gebaande paden moet kijken. Stima Valuation & Advisory levert taxaties van bijzondere vastgoedobjecten. In de recente historie heeft Stima meer dan 100 maatschappelijke objecten getaxeerd.

Kijk voor meer informatie op www.stima-va.nl of bel 085-13 00 611 en vraag bij een specifieke vraag over over taxaties van maatschappelijk vastgoed naar: Joost Gijsbers. www.stima-va.nl

35 Schoolfacilities, september 2023
Lumia van Rentokil
Partners
Lumia van Rentokil

Kom ook naar de Maatschappelijk Vastgoeddag.

14 december 2023
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.