5 minute read

vastloper of bron van creativiteit?

Door: Marijke Elfadly

De nieuwe wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs wordt mogelijk komend schooljaar al van kracht. Deze wet moet ervoor zorgen dat meer asielzoekers naar school kunnen. Het Rijk wil dit ook in de toekomst kunnen blijven garanderen. Wat houdt de wet precies in, wat gebeurt er nu al op dit gebied en waar liggen nog kansen?

Advertisement

De wet, die voor vijf jaar gaat gelden, bevat twee maatregelen. Ten eerste een plicht voor gemeente- en schoolbesturen om jaarlijks in overleg te treden en gezamenlijk afspraken te maken over het onderwijs aan nieuwkomers. Ten tweede een bevoegdheid van de minister om in beginsel het college van burgemeester en wethouders toestemming te verlenen om in die gemeente één of meer zogeheten ‘tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen’ in te laten richten. Daarbij geeft het wetsvoorstel ook de kaders waarbinnen die inrichting vorm moet krijgen. Op 26 september wordt de wet in de Eerste Kamer behandeld. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, kan de minister gemeenten opdracht gaan geven voor tijdelijk onderwijs aan asielzoekers.

Veel kinderen hebben

Troosteloos beeld

Het onderwijs kampt met een stapeling van problemen die niet alleen worden veroorzaakt door de toestroom van vluchtelingen en arbeidsmigranten. De problemen zijn ook het gevolg van keuzes die in de afgelopen jaren gemaakt - of juist niét gemaakt - zijn. In het PO is een tekort van 9.700 fte, blijkt uit een landelijke overheidsenquête uit oktober 2022. In 2030 zullen die tekorten nog steeds bestaan, wijzen arbeidsmarktramingen voor het VO uit. De gaten zullen naar verwachting vooral vallen bij de tekortvakken wiskunde, natuurkunde, Duits, Frans, scheikunde, klassieke talen, techniek en informatica. Het lerarentekort bij het praktijkonderwijs in het MBO wordt vooral veroorzaakt doordat veel leraren worden gerekruteerd uit de bedrijfspraktijk. Tekorten doen zich voor in theorievakken die raakvlakken hebben met de bij VO genoemde vakken. Het lerarentekort bij het praktijkonderwijs in het MBO wordt vooral veroorzaakt doordat veel leraren worden gerekruteerd uit de bedrijfspraktijk. Tekorten doen zich voor in theorievakken die raakvlakken hebben met de bij VO genoemde vakken. De bestaande lerarentekorten werken door in het onderwijsaanbod voor nieuwkomers: zo zouden er volgens de Vereniging

Nederlandse Gemeenten (VNG) zo’n 4.000 Oekraïense kinderen thuis zitten zonder onderwijs.

Fluctuaties in het leerlingenaantal zorgen bovendien voor onzekerheid op meerdere fronten. Van alle Internationale SchakelKlassen (ISK) geeft 75 procent aan dat er onvoldoende onderwijshuisvesting beschikbaar is. Er bestaat veel onduidelijkheid over financiële risico’s door de wirwar aan subsidies en verschillen in vergoedingen. Hierdoor liggen onderbenutting en exploitatietekorten op de loer. En, last but not least: de administratieve last ten gevolge van de papierwinkel mag niet onbenoemd blijven.

Niet enthousiast

Uit de reacties op het wetsvoorstel wordt al wel duidelijk dat belangenorganisaties in het onderwijs niet enthousiast zijn over zo’n tijdelijke nieuwkomersvoorziening, waarbij naast onderwijs ook zorg een belangrijke component is. Men vindt dat een tijdelijke voorziening niet in de plaats kan komen van het bestaande nieuwkomersonderwijs. De belangenorganisaties vanuit het onderwijs (PO-raad, VO-raad en LOWAN) en ook de VNG hebben bovendien aandacht gevraagd voor de financiële gevolgen van tijdelijk nieuwkomersonderwijs. Zij hebben gevraagd om aanvullende bekostiging voor deze vorm van onderwijs op de korte termijn en pleiten voor een structurele oplossing van de (financiële) problemen rondom nieuwkomersonderwijs. De minister heeft al aangegeven dat hiervoor geen ruimte in de onderwijsbegroting is. Hij gaat in een Algemene Maatregel van Bestuur wel een aantal zaken nader regelen. Een groot aantal kinderen heeft naast onderwijs ook extra zorg of onderwijsondersteuning nodig. Dit legt extra druk op het personeelstekort en wordt met alleen wetgeving niet opgelost. Hiervoor, en ook voor het geschikt maken van het huidige Passend Onderwijs voor nieuwkomers, moet gezocht worden naar oplossingen.

Veerkracht en creativiteit

Maar het is niet alleen kommer en kwel. Dit blijkt uit de initiatieven die landelijk vorm krijgen of al in werking zijn. Judith van der Linden, trajectbegeleider Passend Onderwijs bij de Filiosscholengroep in Oss, vertelt dat zij en haar collega’s werken vanuit de gedachte 'Ieder kind kansrijk in de wereld’. Dat geldt ook voor nieuwkomers. Wel geeft ze aan dat het moeilijk is om de asielzoekers in een reguliere groep te bieden wat ze nodig hebben. Het tempo is te hoog en de lesstof is moeilijk aan te passen aan het niveau van deze kinderen. Hun zogeheten mobiele brigade, die hier al een aantal jaar succesvol op wordt ingezet, kan de instroom niet meer aan. Dit heeft ertoe geleid dat de Filiosscholengroep gaat clusteren op basis van het taalniveau van een kind.

Aandacht voor taal

Er komt in de gemeente Bernheze een taalklas voor nieuwkomers die korter dan 1 jaar in Nederland zijn en de taal niet beheersen. In de taalklas wordt vooral aandacht besteed aan de Nederlandse taal en de Nederlandse waarden, normen en gewoonten. Om de kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op regulier onderwijs worden ook andere vakken aangeboden. De nieuwkomers zitten ongeveer een jaar in de taalklas en stromen dan uit naar de school van keuze. De taalklas is gevestigd op een reguliere basisschool zodat leerlingen zo snel mogelijk samen buiten kunnen spelen en mee kunnen doen met eventuele vieringen of festiviteiten. In deze groep wordt gewerkt met een leerkracht en een onderwijsassistent. De mobiele brigade wordt voortaan alleen nog ingezet voor kinderen die langer dan 1 jaar in Nederland zijn en de taal onvoldoende machtig zijn. Deze brigade bestaat uit twee specialisten Nt2-onderwijs; zij komen twee à drie keer per week op de scholen. Ook hier wordt maatwerk geleverd, afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van het kind, maar altijd gericht op taal.

Alternatief in crisisopvang

In Nijmegen is een aantal maanden geleden een alternatief onderwijsprogramma voor nieuwkomers in de crisisnoodopvang gestart, in opdracht van de gemeente. Hierbij wordt in twee leeftijdscategorieën basis- en voortgezet onderwijs gegeven. Het onderwijsprogramma voor tachtig nieuwkomers werd ook tijdens de zomermaanden voortgezet. Zes weken lang kregen de nieuwkomers onderwijs op een speciaal voor hen georganiseerde zomerschool. Er zijn twee dagdelen met een cultureel programma met vakdocent, twee dagdelen taalonderwijs en één dag sport en spel. Sinds eind augustus stromen de basisschoolleerlingen door naar het reguliere nieuwkomersonderwijs. Bij de totstandkoming van dit programma zijn naast de gemeente ook diverse schoolbesturen, Cultureel Centrum de Lindenberg, Bibliotheek

Gelderland Zuid en Maatschappelijk werk Bindkracht 10 betrokken.

Sociaal studenteninitiatief

Ook voor studenten met een migratieachtergrond en/of een vluchtverleden is een initiatief ontstaan: HU HOME. Dit is een studenteninitiatief voor en door anderstalige studenten, opgericht om deze studentengroep bij de Hogeschool Utrecht een warm welkom te geven. HU HOME bestaat uit een mentorbuddyprogramma, een taallokaal en taalcafé voor taalondersteuning en diverse sociale activiteiten.

Kansen bij inburgering

Waar liggen nog kansen? Ten eerste: In de samenwerking tussen instanties bij de uitvoering van de onderwijsroute van de wet inburgering. Deze leerroute is gericht op het behalen van een erkend Nederlands onderwijsdiploma voor een goede startpositie op de arbeidsmarkt. Jonge statushouders met inburgeringsplicht worden na een taalschakeltraject zo snel mogelijk doorgeleid naar een Nederlandse opleiding. Tenminste, dat is de bedoeling. Een gesprek hierover met Claudia van der Wel, directeur Bouwmensen, regio Oss, Veghel en Nijmegen, leert dat er mogelijk nog kansen liggen in de samenwerking tussen de instanties die betrokken zijn bij de uitvoering van deze onderwijsroute en het vormgeven van maatwerktrajecten. Bouwmensen verzorgt en toetst opleidingen op meer dan dertig locaties door heel Nederland. Opleiden doen zij in samenwerking met ROC’s en bouwbedrijven. Hierbij bieden zij praktische vakkennis aan mbo’ers die het vak nog moeten leren. Bij de maatwerktrajecten wordt de opleiding afgestemd op wat de kandidaat nodig heeft om een specifiek beroep te kunnen beoefenen. Om te verkennen hoe opleiding, werk en wetgeving in maatwerktrajecten nog beter op elkaar afgestemd kunnen worden, heeft Van der Wel het initiatief genomen om hierover met instanties in gesprek te gaan.

Ten tweede geeft de Inspectie van het Onderwijs tips naar aanleiding van een eigen onderzoek dat tussen oktober 2022 en februari 2023 is uitgevoerd. Deze tips zijn bruikbaar voor de tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen die na de zomer al starten: zoek (regionale) samenwerking, zorg voor gemengde groepen en professionalisering in NT2 en in het omgaan met trauma’s, en zet mensen in die de moedertaal van leerlingen spreken. Ten derde komt ook de Nederlandse organisatie voor internationalisering van het onderwijs, Nuffic, met tips. Op de website van de organisatie staan diverse adviezen over subsidies voor onderwijs aan nieuwkomers, diplomawaardering, opleidingen en meer.

Meer informatie:

Het aangepaste wetsvoorstel nieuwkomersonderwijs staat klaar voor behandeling in de Eerste Kamer. Lees hier de volledige tekst:

Unicef is kritisch over het wetsvoorstel nieuwkomersonderwijs. Zij lichten dit op hun website nader toe:

Zowel de onderwijsinspectie als de Nederlandse organisatie voor internationalisering van het onderwijs geven tips op hun website voor het starten van (tijdelijke) nieuwkomersvoorzieningen: