














Werkt u sinds kort in de foodsector? Of heeft u binnen uw werk veel met de voedingsmiddelenindustrie te maken? Leer in één dag alles wat u moet weten over de Nederlandse foodindustrie, zodat u voor relaties een volwaardige gesprekspartner bent in uw B2B-contacten.
Donderdag 4 september 2014 | 9.00 - 17.30 | Mariënhof, Amersfoort
9.00 uur Ontvangst
9.30 uur Opening door de cursusleider
Cursusleider: Edwin Lambregts, Managing Consultant, Berenschot
10.00 uur De foodsector
De cijfers en feiten over de foodsector worden besproken samen met: de toonaangevende bedrijven, schakels in de foodketens en de rol en het beleid van de overheid in de sector.
10.45 uur Pauze
11.05 uur De foodsector (vervolg)
11.35 uur Module Kwaliteitsmanagement
Docent: Ir. Irma Schönherr, adviseur/eigenaar Schönherr Kwaliteitsadvies
Na de cursus:
• Heeft u een compleet overzicht van de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie en de aanpalende terreinen waarbinnen deze sector opereert.
• Kent u de belangrijke stakeholders, hun rollen en maakt u kennis met de belangrijkste wet- en regelgeving.
• Bent u bekend met de economische issues en thema’s uit de sector.
• Hebt u kennis gemaakt met de technologische onderwerpen en de impact van innovatie.
• Bent u op de hoogte van het grote belang en de ontwikkelingen rond voedselveiligheid en kwaliteit.
• Is duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen bij u een bekend onderwerp.
12.35 uur Lunch
13.30 uur Module Levensmiddelenwetgeving
14.30 uur Module Technologie en Innovaties
Albert Zwijgers, Lector Technologie en Ingrediënten, HAS Hogeschool, en Innovatiemakelaar, Food & Nutrition Delta
15.30 uur Pauze
15.50 uur Module Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame ontwikkeling
Docent: Chris Dutilh, Eigenaar, Adviesbureau Dutilh BOSA
Inschrijven?
Dit kan eenvoudig op 3 manieren:
Website: www.vmt.nl/introductie
E-mail: congressen@mybusinessmedia.nl
Telefoon: (010) 289 40 08
Prijzen*
€ 795,- VMT abonnees
€ 895,- Niet-abonnees
Tevens ontvangt elke deelnemer gratis het jaarboek met alle adressen van de voedingsmiddelensector t.w.v. € 114,95
16.50 uur Afsluiting en borrel * genoemde prijzen zijn excl. btw en €3,95 administratiekosten
Kijk voor het hele programma en inschrijven op www.vmt.nl/introductie
Nieuws
6 Nieuws
20 Ingrediënten
37 Technisch nieuws
41 Agenda
42 Colofon
Thema: Hartig & gezond
Het thema Hartig & gezond duikt in de wereld van gezonde hartige producten zoals snacks, sauzen en soepen. Minder vet, minder zout en zo min mogelijk extra ingrediënten met behoud van smaak is het belangrijkste aandachtspunt.
10 Smaakvolle snacks met minder vet
14 Net echt vet
16 Koud gemaakte soep is lekker
Voedselveiligheid & Kwaliteit
26 ISO 9001:2015 concept verschenen
29 Meldwijzer aangepast
Economie & Bedrijven
30 AgriFoodTop: Meerwaarde is te vinden
Technologie & Techniek
33 Meer begrip van darmrobuustheid
Duurzaamheid & MVO
38 Meer dan transparantie
“Zou je een saucijzenbroodje met minder vet en minder zout eten?” Deze vraag stelde ik aan mijn vriend toen ik bezig was met de invulling van deze uitgave. Het thema van dit nummer is immers hartig en gezond(er) en een van de artikelen gaat over het verlagen van vet in hartige snacks, waaronder saucijzenbroodjes.
Zijn antwoord? Zie de titel van deze column. “En het moet ook niet te droog zijn”, vulde hij aan. Zie daar de uitdaging voor de levensmiddelentechnoloog. Vet geeft smaak, textuur, knapperigheid. Vet geeft kleur en geur. Vet is lekker. Zout is lekker. En toch moeten ook een saucijzenbroodje en andere snacks gezonder worden. Hoe onderzoeksinstituten en bedrijven herformulering aanpakken, leest u in dit hartige themanummer.
De oplossing ligt in een combinatie van ingrediënten en technologie. Daarbij valt mij op dat minder vet is te bereiken door meer ingrediënten. Heel wat andere ingrediënten en hulpstoffen zijn nodig om vet te imiteren. Daar ligt dan ook weer een uitdaging, omdat consumenten niet gecharmeerd zijn van E-nummers. Nieuwe technologieën lijken het antwoord op deze spagaat. Ook voor smaakbehoud gaat het om het vinden van technologische oplossingen. Lees in deze uitgave het verhaal van Four Seasons Food (zie pag. 16) dat beschrijft hoe een simpel proces extra toevoegingen overbodig maakt doordat de smaakstoffen behouden blijven.
Lezend over die zoektocht die herformulering is, vraag ik mij af of behoud van precies dezelfde smaak als het oorspronkelijke product nodig is. Daarvan mogen afwijken zou mogelijkheden bieden voor andere, gezondere grondstoffen en het proces vereenvoudigen. Mijn vriend wil een lekker saucijzenbroodje. Een andere – mogelijk ook lekkere – smaak, uitruilen tegen een gezondere snack? Ik zal het hem eens vragen.
Vanwege een efficiëntieslag die Ahold Europa moet maken, ontslaat Ahold 130 mensen op het hoofdkantoor in Zaandam. Begin januari maakte Ahold, het moederbedrijf van supermarktketen Albert Heijn, bekend dat de Europese divisie van het bedrijf niet meer als aparte divisie zou bestaan. Dit heeft nu als resultaat dat 130 mensen het hoofdkantoor in Nederland moeten verlaten. Ahold zal begin juli bekend maken om welke functies dit gaat.
www ahold com
Tony’s Chocolonely introduceert twee nieuwe chocoladerepen: puur meringue kers en melk coffee crunch. Deze twee repen zijn sinds begin juni te koop bij Marqt, Wereldwinkels, WAAR!, Jamin en alle andere kleinere winkels en ketens die Tony’s vanaf het eerste moment hebben gesteund. De puur meringue kers is de winnaar van de Limited Edition-verkiezing van vorig jaar. De melk coffee crunch is een twist op de klassieke combinatie chocolade/koffie vanwege het gebruik van biologische en fairtrade koffie-nibs van de Sidamoboon uit Ethiopië.
www tonyschocolonely com
FrieslandCampina heeft besloten de logistieke kosten voor de leveringen van zuivelproducten aan voedselbanken op zich te nemen. Het bedrijf levert jaarlijks zo’n één miljoen zuivelproducten aan de voedselbanken. Naast de logistieke kosten biedt FrieslandCampina ook zijn expertise aan op de gebieden voedselveiligheid, kwaliteitsborging en gezonde voeding. Door de intensievere samenwerking is het zuivelbedrijf in staat straks aan alle Voedselbank-vestigingen in Nederland zuivelproducten te leveren. De nieuwe samenwerkingsafspraken worden de komende twee jaar ingezet.
www frieslandcampina nl
Akzo ontving een innovatieprijs voor zijn zoutvervanger ‘OneGrain’ tijdens het MFC Event, een beurs voor de vlees-, vis- en kaasindustrie. Akzo won de innovatieprijs in de categorie vlees. Een aantal inzendingen waren bereid met de zoutvervanger OneGrain, waardoor ze 33% minder zout bevatten dan reguliere vleesproducten. “Alle elementen klopten. De producten hadden een optimale smaak, een heldere structuur en een hoge culinaire kwaliteit”, aldus juryvoorzitter en keurmeester Paul van Trigt. Volgens salesmanager Tom van Zeeburg kunnen producenten keukenzout een-op-een vervangen door OneGrain, zonder dat dit smaak, consistentie, houdbaarheid en culinaire kwaliteit beïnvloedt. Volgens Zeeburg zit er in OneGrain 40% minder natriumchloride dan in keukenzout.
De multinationals n estlé en Fonterra herdefiniëren hun samenwerkingsverband Dairy Partners Americas (DPA) dat ze hebben in Latijns-Amerika. Beide bedrijven creëerden in 2003 de joint venture waarin ze ieder een aandeel hebben van 50%.
Nestlé en Fonterra werken samen in de productie van melkpoeder en het produceren en vermarkten van gekoelde en vloeibare melkproducten in Latijns-Amerika. In het nieuwe partnerschap komen de DPA-melkpoederfabrieken in Brazilië, Argentinië, Ecuador en Colombia volledig in handen van Nestlé, evenals de vloeibare zuivelbusiness in Ecuador. De gekoelde en vloeibare zuiveltak daarentegen komt weer in handen van Fonterra, die deze samen met een lokale partner zal bestieren. De joint venture voor het vermarkten van gekoelde zuivel in Brazilië wordt voortgezet, met een meerderheidsaandeel voor Fonterra (51%). De veranderingen in het samenwerkingsverband tussen de bedrijven kost geen banen. www nestle com
Waarin wordt dit jaar het meest geïnvesteerd? Houdt u gelijke tred met anderen in de sector en, belangrijker wellicht, wat zijn de investeringsplannen van uw concurrenten?
Over deze vragen gaat het VMT-GfK Beslissersonderzoek 2014. Ook de verwachtingen voor 2015 worden in het onderzoek meegenomen. Daarnaast wordt ingezoomd op de aspecten die een doorslaggevende rol spelen bij de keuze van toeleveranciers. Om uzelf op strategisch gebied te vergelijken met andere bedrijven binnen de sector, nodigen wij u uit deel te nemen aan het onderzoek. Invullen van de vragenlijst vraagt slechts 5 tot 10 minuten. Deelnemers aan het onderzoek ontvangen als eerste het rapport met de resultaten van dit onderzoek digitaal in hun e-mailbox. Bovendien ontvangen alle respondenten een waardebon van €50 te gebruiken voor deelname aan één van de bijeenkomsten van VMT. De vragenlijst is te vinden op:
n ederlandse bedrijven moeten zich grote zorgen maken over de leveringszekerheid van ten minste drie essentiële grondstoffen: soja, visolie en suiker. Als gevolg van de toename van de wereldbevolking en de stijgende welvaart groeit de vraag naar voedsel en komt de levering van deze basisgrondstoffen de komende tijd onder grote druk te staan.
Dat blijkt uit het onderzoek ‘Grip op grondstoffen: leveringszekerheid en biodiversiteit’, dat KPMG heeft uitgevoerd in opdracht van het Platform BEE, FNLI, CBL en Natuur & Milieu. Ondernemingen moeten ingrijpende maatregelen nemen om de levering van deze grondstoffen veilig te stellen en de continuïteit van hun productie te kunnen waarborgen. Dat kan bijvoorbeeld door een hogere productie uit de huidige toeleveringsketen, de keten beter controle-
ren en meer vernieuwing in de keten doorvoeren.
“Als gevolg van de stijgende vraag naar voedsel en de noodzakelijke grondstoffen kan niet alleen de productie van levensmiddelen in gevaar komen”, constateert Jerwin Tholen van KPMG. “Ook de wereld-
De totale koolstofdioxide-uitstoot van FrieslandCampina was afgelopen jaar hoger dan in 2012. wel verbeterde de energie- en waterefficiëntie. Dit blijkt uit het mvo -jaarverslag 2013 van de zuivelgigant. Zo was de Co2-uitstoot 15.149 kiloton in 2013 en in 2012 bedroeg die 14.651 kiloton. o ok was er een hoger totaal waterverbruik in 2013 ten opzichte van 2012.
Die toename valt te verklaren door overnames en uitbreidingen, vertelt woordvoerder JanWillem ter Avest. De afgelopen vijf jaar investeerde FrieslandCampina wereldwijd €1,8 miljard in productie-uitbreidingen, waarvan 70%
in Nederland. Ook dit jaar investeert FrieslandCampina €700 miljoen in vernieuwing. “Door die uitbreidingen en overnames vindt er op sommige punten meer energie- en waterverbruik plaats”, geeft Ter Avest toe, toevoegend dat het concern wel volop inzet op energiebesparing. Zo verbeterde de energie- en waterefficiëntie respectievelijk met 3,2% en 2,3% per ton product. Ook draait al 63% van de 35 Nederlandse productielocaties op groene stroom die de melkveehouders van FrieslandCampina grotendeels zelf produceren. Verder zijn alle gebruikte verpakkingen en omverpakkingen van het zuivelconcern in West-Europa
wijde biodiversiteit en de ecosysteemdiensten kunnen hierdoor ernstig worden aangetast.” Bij veel bedrijven bestaat volgens Tholen onduidelijkheid over de vraag welke grondstoffen van strategisch belang zijn voor de onderneming. “Een goed, integraal inzicht in de korte- en langetermijn risico’s van de leveringszekerheid ontbreekt in het algemeen omdat deze inzichten vaak afzonderlijk door een inkoopafdeling en een duurzaamheidafdeling worden gehanteerd.”
www kpmg nl
100% duurzaam en voorzien van een FSCkeurmerk. Op het gebied van gezondheid maakte FrieslandCampina stappen door de introductie van drinkyoghurt Optimel Puur: zonder toegevoegde suikers en zoetstoffen. Verder gaven ze voorlichting aan schoolkinderen over gezonde voeding via Wereldmelkdag, schoolmelklesprogramma’s en het gezonde leefstijlprogramma JOGG is een andere belangrijke activiteit.
Producten gecertifi ceerd met Fairtrade leveren arme boeren in Afrika nauwelijks voordelen op. juist het tegenovergestelde lijkt waar: boeren die vergelijkbare producten zonder het keurmerk verbouwen zijn vaak beter af.
Dit blijkt uit een door de Britse overheid betaalde studie. Wetenschappers deden zo’n vier jaar veldwerk in Uganda en Ethiopië waarbij ze spraken met 1500 belanghebbenden, zo meldt de Britse krant The Guardian. Over het algemeen liggen de lonen op commerciële en grotere boerderijen die niet Fairtrade-gecertificeerd zijn, hoger. Zelfs vergeleken met andere kleinere boerderijen lagen de lonen door Fairtrade-producenten gedomineerde gebieden lager.
Ook sociale projecten betaald uit Fairtrade-premies, verschaffen geen gelijke mogelijkheden. Zo waren bij één Fairtrade-coöperatie de moderne toiletten, gefinancierd met de extra toeslag, alleen toegankelijk voor senior managers. De auteurs van het onderzoek verwijten Fairtrade International naïviteit. De organisatie geeft geld en gaat er dan vanuit dat de voordelen van deze steun evenredig worden verdeeld. Maar daar zijn geen garanties voor te geven, vinden de onderzoekers. Fairtrade International noemt de conclusies uit het rapport “niet eerlijk en generaliserend”. De onderzoekers vergeleken boerderijen en organisaties die dramatisch verschillen in grootte, middelen en aard.
wereldwijd komen steeds meer voedingsmiddelen met een hoop percentage eiwitten op de markt, meldt onder andere innova market insights. vooral in de categorie zuivel zijn met eiwit verrijkte producten populair. Arla Foods in nijkerk haakt in op deze trend en brengt volgende maand twee nieuwe producten op de nederlandse markt.
Eén van de producten die het zuivelbedrijf introduceert is ‘Arla Protino’, een met eiwit verrijkt zuiveldrankje met relatief veel calorieën dat zich richt op mensen met ondervoeding en patiënten met een verminderde eetlust. De kleine verpakking (125 ml) bevat 10,1 gram eiwit. Een relatief hoge hoeveelheid, zeker voor zo’n klein flesje. Onder de doelgroep bleek behoefte aan een dergelijk product. Een vergelijkbaar voedingsmiddel als Arla Protin, dat alleen op de Deense markt verkrijgbaar is, komt in een verpakking van 500 milliliter en bevat 5,5 gram eiwit per 100 milliliter. Consumenten ervoeren dit product als te groot in volume en niet smakelijk genoeg. Een andere opvallende innovatie
ADvertentie
die Arla volgende maand introduceert is ‘Breaker Extra Eiwit’. In deze variant zit 12 gram eiwit per verpakking van 200 milliliter. Ter vergelijking: in de reguliere Breaker zit 5,5 gram eiwit. Voorlopig zijn er twee smaken: passievrucht-mango en vanille. De doelgroep voor dit eiwitrijke product zijn jonge mannen. De verpakking zal zwart zijn, wat nog eens benadrukt dat dit een tussendoortje is voor stoere mannen die behoefte hebben aan extra energie. “Je ziet dat mensen in de ochtend hun dag gezond beginnen, maar naarmate de dag vordert steeds ongezondere dingen gaan eten. Vaak gaan de zakken chips open”, geeft Boudewijn van der Kroft uitleg over de gedachte achter het product. “De Breaker met extra eiwit is een gezond alternatief in de middag. Je krijgt dan ook minder snel honger.”
De leerstoelgroepen van wageningen u niversity op het gebied van levensmiddelen starten een gezamenlijk onderzoeksprogramma om complexiteit in voedselproductie en voedselopname vanuit verschillende vakgebieden te kunnen benaderen.
Het Food Science Cluster bestaat uit de leerstoelgroepen Laboratory of Food Chemistry, Laboratory of Food Microbiology, Food Process Engineering Group, Food Quality and Design en Physics and Physical Chemistry of Foods. De samenwerking richt zich op de structuur van voedingsmiddelen en hun effect op de opname van voedingsstoffen in het menselijk lichaam. De projecten in het programma zijn gecentreerd rond twee thema’s.
In het thema Food production dynamics gaat het erom de efficiëntie in de voedselketen van landbouw tot industriële verwerking verder verhogen. Daarin worden nu nog veel rest- en afvalstromen gecreëerd die beter benut kunnen worden. Het andere thema Food digestion dynamics legt een verbinding tussen voedsel- en voedingswetenschappen, waarbij de samenstelling en structuur van levensmiddelen bepalen hoe bij de voedselvertering in het lichaam voedingsstoffen worden vrijgemaakt en opgenomen. Het omvangrijke onderzoekscluster wil met deze samenwerking complexe systemen aanpakken met een brede en degelijke wetenschappelijke basis. Daaruit komen op termijn geschikte levensmiddelen voort die voldoen aan specifieke behoeften, terwijl tegelijkertijd een voedselcircuit ontstaat dat veilig is en geen afval kent.
EFSA
Bernhard u rl (foto) is definitief benoemd tot directeur van de eFs A. h ij fungeerde al als interim topman nadat Catherine GeslainLanéelle in september 2013 opstapte bij de voedselveiligheidswaakhond. u rl stond op de shortlist van kandidaten om Geslain-Lanéelle op te volgen. h et bestuur koos voor u rl nadat het europees Parlement een aanbeveling voor de o ostenrijker opstuurde.
Vion
tom h eidman (foto) is per 20 mei toegetreden tot de raad van commissarissen van v ion Food. Per 2 juni treedt j ohn valster aan als strategisch commercieel adviseur. h eidman heeft bij Ahold diverse functies bekleed. valster was mede verantwoordelijk voor de herpositionering van C1000.
www.vionfoodgroup.com
Delhaize
De Ceo van de Belgische Delhaize
België en Luxemburg neemt per 31 juli ontslag. h ij heeft een baan buiten de organisatie aanvaard. Denis k noops (foto) neemt de positie per direct van hem over. k noops werkt al 22 jaar voor Delhaize, in verschillende functies (operationeel, strategie, vastgoed) en in verschillende werelddelen (België, vs en Azië).
www.delhaize.be
ADvertentie
‘Kaneel strooien is een vak apart. Wij doen dat op een heel verfijnde manier. Als je dat niet onder controle hebt, gaat het alle kanten op.’Martijn Koenders, Pally directeur in Consudel van mei 2014 over innoveren biscuits
Snackfabrikanten kunnen nog veel doen om de vetzuursamenstelling in hartige snacks te verbeteren, concluderen onderzoekers van nvWa. toch werkt de industrie hier wel aan. het is nog een uitdaging om vetarme snacks te produceren met dezelfde smaak, geur en hetzelfde mondgevoel.
Hartige snacks bevatten nog altijd veel vet, zo blijkt uit het NWVArapport ‘de vetzuursamenstelling van hartige snacks – groot’ dat in april verscheen. Het saucijzenbroodje staat op 1 (met gemiddeld 23,3% vet), gevolgd door de hamburger (17,3%) en frikadel (16,1%). De kaassoufflé en het saucijzenbroodje bevatten gemiddeld het meeste verzadigde vet (respectievelijk 8,2% en 12,4%). In een aantal productsoorten troffen de onderzoekers grote verschillen aan in het vetgehalte en het gehalte verzadigd vet. Het vetgehalte in loempia’s varieert met een factor 4,5. Bij hamburgers is dat bijna een factor vier. Het rapport concludeert dat het dus mogelijk is om producten te produceren met minder (verzadigd) vet.
Smaak
“Wij zien geen reden om te twijfelen aan de resultaten van het onderzoek”, zegt Nicole Vervaet, woordvoerder MVO, de ketenorganisatie voor oliën en vetten. “Maar het blijft natuurlijk een steekproef. De industrie doet veel om het vetgehalte in hartige snacks te verlagen of om verzadigde vetten te vervangen. Maar dat is lastig omdat vet een belangrijke functie heeft. Een loempia met een laag vetgehalte moet net zo lekker en knapperig zijn. Dat is technisch nog niet altijd mogelijk.” Onderzoekers
van TNO en NIZO food research geven aan dat het behoud van smaak, geur en structuur de drie belangrijkste uitdagingen zijn bij het verlagen van het vetgehalte. “Smaak is een ingewikkeld samenspel van sensorische ervaringen”, zegt Ronald Visschers, business line manager bij TNO. “Dit begint al bij de ogen. Een bleek frietje smaakt anders dan een frietje dat er knapperig uitziet. Ook de geur speelt een rol. Tijdens het kauwen komen er meer smaak- en geurstoffen vrij. Daardoor verandert de smaak van een product. Vet heeft daarin een belangrijke functie. Het zorgt voor een zachte sensatie en een romige smaak. Het geeft je het gevoel dat een product smelt op de tong.”
Er zijn verschillende technologische oplossingen om met minder vet dezelfde smaakbeleving te creëren. Zo vertelt Visschers dat het mogelijk is om ingrediënten zoals gelatine te gebruiken. Gelatine lijkt qua smaaksensatie op vet omdat het ook smelt in de mond. Els de Hoog, stabilitywerkgroepleider Tailoring Taste & Texture bij NIZO, legt uit dat smaakstoffen, opgelost in vet, een bepaald afgifteprofiel hebben. “We meten dat afgifteprofiel en zoeken naar oplossingen om dat na te bootsen. Met emulgatoren kun je bijvoorbeeld een olielaagje aanbrengen waardoor een product langer op de tong blijft plakken. Daardoor
heeft een ingrediënt langer de tijd om smaakstoffen af te geven.” De Hoog ziet in de toekomst bovendien veel kansen in het onderzoek dat zij doet naar coalescentie, dus het samenvloeien van vloeistofdruppels in de mond. “Als dat samenvloeien sneller en beter verloopt, dan geeft dat de producten een romigere smaak. Zo zorg je er dus voor dat mensen het beschikbare vet beter proeven. Je creëert met minder vet dezelfde ervaring.” Deze laatste technologie wordt vooral ontwikkeld voor mayonaise-achtige producten en kan in de toekomst wellicht ook gebruikt worden voor de vetverlaging van vulling van hartige snacks.
Geur
Een tweede functie van vet is de overdracht van geur. De meeste geurstoffen lossen goed op in vet. “We zijn dus op zoek naar andere stoffen die de geur goed kunnen overbrengen”, vertelt Visschers. Vet heeft bovendien vaak invloed op de structuur van een product. Een voorbeeld daarvan is bladerdeeg dat bestaat uit honderden deeglaagjes met een flinterdun vetlaagje ertussen. “Voor dit vetlaagje heb je geharde, verzadigde vetzuren nodig”, vertelt De Hoog. “Met enzymen en biopolymeren proberen wij de structuur van vetten aan te passen. Voor een klant hebben we al gewerkt aan het bepalen van het juiste vetmengsel met meer onverzadigde vetten dat dezelfde eigenschappen heeft als geharde, verzadigde vetten. Met speciale laser microscopie kunnen we de laagjes goed analyseren en de effecten meten.”
Frituren
De knapperigheid van hartige snacks heeft ook te maken met het frituren. Tijdens het frituren verdampt er water en lucht uit de korst. Zo ontstaan er poriën en daardoor neemt een product vet op. “Het is de uitdaging om een beslag te maken waarbij de verdamping gecontroleerd wordt door een samenspel van lucht, water en zetmelen”, zegt De Hoog. “Zo krijgt de korst een minder poreus karakter en kan een product minder vet opnemen. Ook werken we aan technologieën om de poriën te sluiten met een coatinglaag.” Visschers vertelt bovendien dat frituren met stoom een oplossing biedt. “Voor een knapperige korst heb je een groot temperatuurverschil nodig tussen de olie en het product. Hierdoor ontstaan er kleine explosies die uiteindelijk zorgen voor een knapperig korstje. Dit effect bereik je niet door frituurolie te vervangen door normale stoom, want dat heeft een te lage temperatuur en maakt het product vochtig.” Het is wel mogelijk om producten te ‘frituren’ in droge stoom die verhit is boven de 140˚C. In deze ‘oververhitte stoom’ vinden die kleine explosies ook plaats. Zo ontstaat er een knap-
‘We proberen het afgiftepro el van smaakstoffen na te bootsen’
perige korst, zonder dat het product extra vet opneemt. Hiermee is het vetpercentage in veel producten minstens te halveren.
Er worden dus veel technologieën ontwikkeld voor de verbetering van de vetzuursamenstelling in hartige snacks. Toch is het ook mogelijk om zonder die technologieën grote slagen te maken. “Het verlagen van het vetgehalte begint altijd met een goede productanalyse”, vertelt Eva Düsterhöft, senior product manager dairy en cheese technology. “Je analyseert welke ingrediënten de hoogste bijdrage hebben in het totale vetgehalte. Vaak zal dat de vulling zijn. Je zet al grote stappen met het herformuleren van de vulling en het gebruiken van vetvervangers.”
Zelf heeft ze meegewerkt aan het Europese project CheeseCoat. Daarbij is er een pizzakaas ontwikkeld met slechts 3% vet en toch goede bak- en smelteigenschappen. Hiervoor zijn aanpassingen gedaan in het bereidingsproces en is gebruikgemaakt van speciaal geselecteerde starterscultures. In de toekomst is het ook mogelijk deze technologieën te gebruiken bij de productie van kaasvullingen, bijvoorbeeld voor kaassouffles.
Smilde Bakery is al jaren actief bezig met vetverlagingen. In 2009 introduceerde dit bedrijf de Zócijs, een saucijzenbroodje met 20% minder vet en 20% minder zout. “We zijn al onze producten aan het herformuleren”, vertelt directeur Alex Kruiter. “Meestal doen we dat in stilte. We hebben de Zócijs wel onder de aandacht gebracht.” De belangrijkste uitdagingen waren om de smaak, de malsheid van het vlees en de knapperige eigenschappen van het bladerdeeg te behouden. Dit werd bereikt door zout te vervangen door andere kruiden, het vlees deels te vervangen door groenten (zoals erwten) en door voor het bladerdeeg een technologie toe te passen met een speciaal type margarine. Bovendien is het broodje tien procent lichter gemaakt, zodat consumenten minder calorieën eten per portie. Smilde heeft voor deze herformulering de samenwerking gezocht met Wageningen UR, de Vakschool Rijn IJssel Wageningen en een extern adviesbureau. “Het is een hele puzzel, bijvoorbeeld om vlees hetzelfde te laten smaken”, vertelt Kruiter. “De universiteit had veel kennis over de manier waarop smaken op elkaar inwerken. We hebben veel van hen geleerd en die kennis kunnen we ook gebruiken voor de herformulering van andere producten.” De Zócijs smaakt niet exact hetzelfde als het oorspronkelijke product. “Het smaakt iets puurder en kruidiger”, vertelt Kruiter. “Maar het heeft nog steeds een stevige vulling en een krokante korst.”
Smilde gaat zeker door met de herformulering van de bestaande producten. Daarnaast is Kruiter tot de conclusie gekomen dat het goed is om totaal nieuwe, gezonde producten te introduceren, zodat de consument meer keuze krijgt en voor betere alternatieven kan kiezen. “We willen uit de modus van gewenning stappen”, vertelt hij. “Je hebt bij-
voorbeeld altijd vet nodig om bladerdeeg te produceren. Je kunt dit hooguit reduceren. Daarom is het ook belangrijk om nieuwe producten te introduceren met weinig vet en weinig calorieën. We laten ons daarbij inspireren door de buitenlandse keuken, bijvoorbeeld met tapasachtige producten.”
Kruiter vertelt dat deze laatste route misschien nog wel meer lef en doorzettingsvermogen vraagt dan het herformuleren van het bestaande assortiment. “De infrastructuur van ons hele bedrijf is ingericht op de productie van traditionele producten. Hiervoor hebben we de juiste kennis en apparatuur in huis. We zijn er de laatste dertig jaar steeds beter in geslaagd om deze producten snel en efficiënt te produceren. Bij het introduceren van echt nieuwe producten moeten we weer klein beginnen. We willen die stap toch graag zetten, omdat we daarmee bouwen aan een gezondere categorie.”
Eigen graf
Tot slot geeft Kruiter aan dat het introduceren van gezondere producten vooral een kwestie is van mentaliteit. “Je hebt niet overal hoogstaande technologische oplossingen voor nodig. Met eenvoudige aanpassingen konden we al veel bereiken. Daarnaast hebben we ervoor gekozen om drie medewerkers in dienst te nemen die zich fulltime bezighouden met innovaties, waaronder het gezondheidsthema.” Kruiter vindt dit de juiste visie voor de toekomst. “We hebben als sector lang gedacht dat wij niet mee hoefden te gaan met de gezondheidstrend. De gedachte was dat consumenten best af en toe mochten genieten van een product met veel calorieën. Het besef groeit dat we niet door kunnen blijven gaan met het introduceren van calorierijke producten. Daarmee graven we uiteindelijk ons eigen graf. We zullen een andere weg in moeten slaan om ook in de toekomst bestaansrecht te houden.”
• Maaike Tinde M ans • m tindemans, typischtindemans, www.typischtindemans.nl
PRODUCT PORTFOLIO
Premium Fluid Lecithin
Lecithin Compounds
Deoiled Lecithin
Soya Phospholipids
Milk Phospholipids
Organic Lecithin
CONTACT PARTNER:
European Ingredients Supply & Services B.V., Phone: +31 6 466 24 754 info@eissbv.com www.eissbv.com
LECICO GmbH, 22761 Hamburg info@lecico.de www.lecico.eu
minder vet, maar even romig aanvoelend en met eenzelfde smeltgedrag. dat zijn de grote uitdagingen bij het herformuleren van geëmulgeerde sauzen met minder vet. dé vetvervanger bestaat echter niet. Welke oplossingen zijn er wel?
Het bestaan van één stof die vet kan vervangen is een illusie. Dat maken NIZO-specialisten
Harold Bult, Ann Stijnman en Hans Tromp meteen duidelijk. Daarvoor zijn de functionaliteiten van vet te complex en veelzijdig. Denk aan het geven van structuur, smaak, voldoening en verzadiging.
Bij NIZO food research wordt herformulering daarom altijd aangepakt in projecten met meerdere technologen en specialisten. Stijnman werkt daarin als technoloog en project-
manager, Bult als senior wetenschapper sensoriek en Tromp als senior wetenschapper polymeerinteracties.
Al jaren speuren onderzoekers van instituten en bedrijven naar vetvervangers. Voorbeelden daarvan in de vetarme geëmulgeerde sauzen en dressings van nu zijn zetmeel, gemodificeerd zetmeel, andere polysachariden als inuline en gommen, en wei-eiwitconcentraten. Zo past Remia inuline, tarwezetmeel, maiszetmeel, gemodificeerd zetmeel en guargom toe in haar friteslijn (5% vet), die daarnaast onder meer zonnebloemolie en eigeel bevat. En Calvé 3% vet mayonaise bevat naast plantaardige olie, eieren en roompoeder, gemodificeerd maiszetmeel, citrusvezels en xanthaangom. Daarnaast wordt bijvoorbeeld vet gereduceerd door te werken met heel kleine oliedruppeltjes.
Een uitdaging bij vetreductie is het beheersen van de stabiliteit van het aanwezige vet en het handhaven van de verzadigingsfunctie van vet, stellen Bult en Tromp. Tromp: “Als het vet goed verdeeld is – dus de emulsie goed gestabiliseerd – geeft het nog tijdens het eten een signaal van verzadiging via vrije vetzuren in de dunne darm. Slecht gestabiliseerd vet heeft
echter de neiging om in de maag bovenin te komen. Dan blijf je maar eten totdat uiteindelijk die vetlaag aan de beurt is om naar de darmen te gaan.” “In de mond moet het vet echter niet stabiel zijn”, geeft Bult als complicerende factor aan. “Voor de perceptie van vet in de mond is het juist fijn dat het op je tong coalesceert – dus dat de vetbolletjes samenvloeien. Dat draagt bij aan de perceptie van een vettige structuur en dat geeft voldoening.” Totdat de saus wordt gegeten, moet hij echter stabiel zijn. Een oplossing voor die stabiliteitsvraagstukken is het maken van emulsies die instabiel worden onder de afschuifkrachten in de mond en dan grotere vetdruppels vormen die romiger aanvoelen. “Dat is toegepast in dressings”, aldus Stijnman. Verder helpt het om met twee soorten vet te werken, waarbij het ene vet instabiel wordt op de tong en het andere nog goed gestabiliseerd de maag in gaat.
Als kogellagers
Vet kan technologisch gezien gedeeltelijk of helemaal vervangen worden. Eiwit- en polysacharidedeeltjes kunnen de romigheid van vetbolletjes simuleren. Door gebruik te maken van de functionaliteit van melkeiwit heeft NIZO food research luchtig vetvrij ijs ontwikkeld dat in sensorische tests zeer goed scoort op romigheid. Mogelijk is dit principe ook te vertalen naar sauzen.
Zelfs luchtbellen kunnen een romig gevoel op de tong geven. Tromp: “Als je het voor elkaar krijgt om luchtbelletjes zo goed te stabiliseren dat ze als kogellagers fungeren op de tong, dan werkt dat ook in sauzen. Maar dat is wel toe-
komstmuziek.” Een ander interessant alternatief dat wordt onderzocht, zijn hydrofobe eiwit-polysacharidencomplexen (coacervaten).
“Die hebben een verbazend vetachtig karakter, maar er zit totaal geen vet in. Ze worden al gebruikt voor encapsulatie. Je zou ze ook kunnen toepassen als bulkingrediënt voor vetvervanging”, zegt Tromp.
Ook geavanceerde emulsietechnologie biedt nieuwe mogelijkheden. Tromp: “Je kunt bijvoorbeeld een gedeelte van het vet van de vetbolletjes van een olie-in-wateremulsie vervangen door water. Dan ontstaat een water-inolie-in-wateremulsie. We doen veel onderzoek naar het maken en stabiliseren van dat soort emulsies. Verder kun je water-in-wateremulsies maken. Het is vrij gemakkelijk om druppeltjes van eiwit te maken in een continue waterige matrix van een polysacharide.”
Beide technieken zijn veelbelovend en labelvriendelijk, maar nog niet uitontwikkeld. Met name het stabiliseren is nog een probleem, zeker bij water-in-wateremulsies. “We zoeken een nieuwe klasse emulgatoren die op waterwatergrensvlakken willen zitten in plaats van op olie-watergrensvlakken. Die voldoen aan heel andere regels, dus dat vergt veel onderzoek”, geeft Tromp aan. Hij denkt daarbij aan hoogmoleculaire polysachariden, eiwitcomplexen of kleine eiwitdeeltjes.
Voor het stabiliseren van het water in de oliedruppels van de water-in-olie-in-wateremulsies is PGPR (een polyglycerol, E476) momenteel de enige geschikte emulgator. Die is in de
EU echter alleen toegestaan in smeerbare producten en vetten, dressings, chocolade en chocolade bevattende zoetwaren. Daarom wordt gezocht naar alternatieven, onder meer in het Europese TeRiFiQ-project. Hierin werkt
NIZO met een tiental partijen aan de gelijktijdige reductie van vet en suiker of vet en zout. Vetreductie wordt bijvoorbeeld bereikt door de stabiliteit van de interne waterfase te vergroten door gelering.
“Houd bij productherformulering altijd rekening met de wijze van gebruik”, adviseert senior flavourist Wendy van der Hout van Buteressence haar klanten. “Een voorbeeld is mayonaise: dat eet je niet puur, maar altijd met iets erbij zoals patat. In hoeverre mis je dan het zout als op de patat ook al zout zit?” Ook weet Van der Hout dat minder zoute mayonaise niet minder lekker hoeft te smaken. De andere basissmaken in mayonaise, zoet en zuur, kunnen worden versterkt en het lagere zoutgehalte compenseren.
Een belangrijk hulpmiddel van Buteressence bij zoutreductie is geurgeïnduceerde smaakversterking. Geuren die worden geassocieerd met hartige producten kunnen de zoutperceptie versterken. Hartigheidsboosters behoren tot de toolkit die Buteressence heeft voor het herformuleren en ontwikkelen van mayonaises. Die kit bevat ook specifieke kruidenmelanges, yoghurtaroma’s voor de frisheid, roomaroma’s voor het mondgevoel, eigeelaroma’s voor de eismaak en culinaire citrustonen. “Je kunt andere smaakaspecten toevoegen om de aandacht van het zout weg te leiden, zoals een citroenaroma”, illustreert Van der Hout.
Umami
Vette smaak
Met een vervangend ingrediënt of een ander type emulsie is het product nog niet klaar. Bij een vettig mondgevoel hoort ook een geurprofiel dat past bij een vet product.
Bult: “Bij een emulsieachtig toetje waarin we het vetgehalte hadden gereduceerd, hebben we dat opgelost door geuren toe te voegen die mensen associëren met romige toetjes. Het gekke was dat ook het mondgevoel veranderde door die geur. Die kennis passen we nu toe in andere herformuleringsprojecten.”
a nja janssen
Ir. a janssen, tekstbureau Food for text, www.foodfortext.nl
Kaliumchloride is een veel gebruikte zoutvervanger, met een wat bittere smaak. Business development manager Peter Wellinga van Yama Products is hier echter geen voorstander van. “We willen op een natuurlijke manier de smaak verrijken, waardoor de behoefte aan zout minder wordt.” Die manier van Yama is umami, de vijfde basissmaak. Yama biedt daarvoor o.a. een aantal aromatiserende preparaten, zoals sojasaus, tarweglutensaus en gistextract, al dan niet gecombineerd met natuurlijke aromastoffen. Deze producten zijn van nature rijk aan smaakversterkende en smaakondersteunende bestanddelen, waaronder glutaminezuur en ribonucleotiden. Wellinga: “Uiteindelijk gaat het om de smaakbeleving en het niet opmerken van minder zout.”
‘Totdat de saus wordt gegeten, moet hij stabiel zijn’Yama: “We willen op een natuurlijke manier de smaak verrijken, waardoor de behoefte aan zout minder wordt.” Foto: Yama
met een speciaal koud proces produceert four Seasons food sinds 2009 kant-en-klare soep. En met succes. het productievolume groeide het afgelopen jaar met 50%. En dat is ook de verwachting voor dit jaar. Door het duurzame koude productieproces, blijft volgens een van de bedenkers Diederick Eikelboom, de textuur van de soep steviger en blijft de smaak beter behouden.
“Bij ons in de fabriek ruik je geen lekkere soeplucht”, vertelt Diederick Eikelboom trots. Het ontbreken van de soeplucht, komt omdat Four Seasons Food de ingrediënten koud verwerkt. Dit heeft als voordeel dat alle smaakstoffen behouden
blijven. Ook de textuur van bijvoorbeeld de champignons is steviger dan die van heet verwerkte soep. De soep wordt in de fabriek nabij ’s-Hertogenbosch pas verhit nadat het is verpakt. Het proces werd bedacht toen Eikelboom nog bij Unilever
werkzaam was. Bij de multinational was het echter moeilijk om zo’n nieuw proces te implementeren. “Het kwaliteitssysteem was de bottleneck.” Middenin de crisis, in 2009, begon Eikelboom voor zichzelf. En met succes. Het bedrijf
groeide in vijf jaar van twee naar vijfendertig man personeel en is IFS en Skal gecertificeerd. De ondernemer herinnert zich het hectische begin nog goed. “In de ochtend zat ik in de fabriek op de heftruck, ’s middags zat ik in Zaandam aan tafel om de soep te verkopen.” Nu levert het bedrijf soepen en sauzen aan de foodservice en retail. In de foodservice zijn dat scholen, ziekenhuizen en bedrijfsrestaurants. De retail zijn de private label merken van de grote supermarkten zoals Aldi, Jumbo en Albert Heijn.
Productontwikkeling
Ondanks dat het bedrijf is gegroeid, is Eikelboom nog steeds verantwoordelijk voor veel pijlers in het bedrijf. Productontwikkeling, technologie en verkoop zijn de belangrijkste. Op zijn kantoor ligt het foodpairingsboek Smaakvrienden van chef-kok Angelique Schmeinck, waaruit hij verrassende combinaties haalt voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van een veganistische bietensoep voor een kleine klant (zie kader Verse soep uit de automaat). Van zijn buurman kreeg hij de knolselderij uit het groentepakket. Daarmee ontwikkelde hij een biologische soep voor Albert Heijn toen die om een
speciale soep vroeg. De ontwikkeling van nieuwe smaken vindt Eikelboom een van de leukste aspecten van zijn baan. Waar mogelijk haalt Eikelboom de groente uit de omgeving. Met het proces zijn veel meer recepturen mogelijk dan waar de supermarkten nu om vragen. “De retail wil toch het liefst een kopie van de soepsmaken die het best verkopen. Sommige supermarkten zoals Albert Heijn durven met speciale merken zoals Puur&Eerlijk of Excellent wel meer.”
Kromkommer is het levenswerk van drie jonge vrouwen die voedselverspilling willen tegengaan. Volgens schattingen wordt 5 tot 10% van alle groente en fruit in Nederland verspild vanwege hun vorm. Met de smaak en kwaliteit van deze groente is niets mis. Met het merk Kromkommer willen ze groenten die niet in de supermarkt terecht komen vanwege een afwijkende vorm een betere bestemming geven. Samen met Four Seasons Food hebben ze een aantal soepen ontwikkeld met deze groenten. Tegelijkertijd hebben ze gekozen voor veganistische soepen in een duurzame verpakking van alleen plastic. De soep wordt verkocht bij WAAR, Groos en Buiten.
www.kromkommer.com
De basis van de soep is een nieuw ontwikkeld proces. Veel wil Eikelboom er niet over vertellen. Wel dat de ingrediënten koud worden verwerkt en pas worden verhit als ze in de verpakking zitten. Vooral hoe koude ingrediënten te verwerken, is het geheim van de smid. Belangrijke aandachtspunten zijn de homogeniteit, het verpompen van de producten, het effect van enzymen en de bacteriologische staat van het product.
Doordat de producten pas worden verhit nadat ze zijn verpakt, is de netto hittebehandeling veel lager dan bij conventionele processen. Een van de eisen die Eikelboom aan het nieuwe proces stelde, was dat het simpel moest zijn en blijven. “Er zijn allerlei technieken om bijvoorbeeld de temperatuur snel te verhogen voor een snelle verhitting, maar deze brengen weer andere problemen met zich mee; bijvoorbeeld het destabiliseren van emulsies en het afbreken van zetmeelverbindin -
‘We besparen op transportkosten, gewicht en voorraad’
Four Seasons Food is een zusterbedrijf van Vendinova. Dit bedrijf ontwikkelde een concept om verse soep via een automaat te serveren, de 365 Soup-Server. De soep komt van Four Seasons Food, de SoupServer van Vendinova. Het concept omvat behalve het serveersysteem ook complexe software. De soepzak bevat een unieke barcode die door de machine wordt afgelezen. Het systeem weet dan welke soep de komende twaalf uur kan worden uitgeserveerd en bij welke temperatuur. Twee afvul-
hoeveelheden kunnen in het systeem worden afgesteld. Afhankelijk van deze maat kunnen binnen een minuut tien tot twaalf kommen soep worden afgevuld. Met de 365 Soup is het mogelijk het afval (soep die niet meer uitgeserveerd mag worden) flink te reduceren. Het bedrijf won verschillende prijzen voor het concept: De MKB Innovatie top 100 Award, Horecava prijs voor beste innovatie in Equipment en services, de Golden Pent Award, De Koks Innovatie Trofee en de Red Dot Award.
gen. Deze problemen worden vaak opgelost door stoffen zoals stabilisatoren en sterker gemodificeerde zetmelen toe te
voegen aan de soep waardoor een langere declaratie nodig is. Dat proberen wij te voorkomen.”
Waar de oud-Unileverman wel over wil vertellen is de verpakking. “De stazak is een van de meest duurzame verpakkingen die er is”, legt Eikelboom uit. “We besparen op transportkosten, gewicht en voorraad.” De benodigde hitte om de inhoud te pasteuriseren of steriliseren is minder dan nodig voor glas of blik. De afstand naar het koudste punt is korter. De hittebehandeling is natuurlijk afhankelijk van het type soep dat wordt gemaakt, een kippensoep krijgt een andere behandeling dan een erwtensoep. Het enige niet-duurzame aspect aan de stazak is de aluminiumlaag in de verpakking om zuurstof tegen te houden. Er is al een mogelijkheid om deze te vervangen door een kunststof laag die ook zuurstof tegenhoudt. Deze Kurarister of AlOx coating is een dunne transparante aluminiumoxidelaag die een vergelijkbare barrière biedt als aluminium coatings. Deze verpakking is wel recyclebaar en goedgekeurd door de organisatie Plastic Heroes. Verpakkingen met deze laag zijn wel duurder. Een van de kleinere klanten van Four Seasons Food gebruikt de verpakking al. Eikelboom verwacht dat het niet lang meer duurt voordat een supermarkt ook op deze verpakking overstapt.
Maar verbetering zit in een klein hoekje.
Certificeren? Dan moet u voldoen aan de norm. DNV GL toetst u snel en goed. Maar iedereen houdt van opstekers, niet van standjes. Daarom kijken we bij certificering ook naar wat goed gaat en zelfs nog beter kan. Op die gebieden die voor uw bedrijf of organisatie belangrijk zijn. Aandachtspunten waarop u zélf beoordeeld wilt worden. Certificering die net even verder voert. Want verbetering zit in een klein hoekje.
U kunt ons bereiken via 010 2922 700 of www.dnvba.nl
Artikel ISO Herziening
Online beschikbaar!
Meer weten over de toekomstige wijzigingen?
Whitepapers over certificering, training, interne audits, tips & trucs
www.dnvba.nl/whitepapers
Lees het artikel op pagina 26 - 27
Chr. Hansen introduceert het concept SaltLite, dat bestaat uit een DVS starter- en adjunctcultures en het kaasstremsel CHYMAX M. Met dit concept kunnen kaasproducenten het natriumgehalte tot wel 50% terugbrengen zonder verlies van smaak en textuur, volgens Chr. Hansen. De cultures zijn geselecteerd om het smaakprofi el te verbeteren, het kaasstremsel moet de structuur verbeteren en de bitterheid doen afnemen.
SaltLite is het resultaat van het promotieproject van Kirsten Kastberg Moeller, uitgevoerd aan de universiteit van Kopenhagen samen met Chr. Hansen. Tijdens haar promotie onderzocht Kastberg Moeller de mogelijkheid om bestaande kaasproductietechnologie aan te passen door procesparameters te wijzigen en de functionaliteiten van toegevoegde melkzuurbacteriën en coagulant uit te breiden om de smaak en textuur te verbeteren van cheddarkaas met een 50% lager natriumgehalte. Welke procesparameters gewijzigd moeten worden hangt af van het type kaas. Bij cheddar gaat het om het snijden van de wrongel, de nawarmtemperatuur, het vermalen van de wrongel en de stap waarbij het zout aan de vermalen wrongel wordt toegevoegd.
Kastberg Moeller ontving een prijs voor dit onderzoek.
www.chr-hansen.com
Caldic Ingredients hee een pakket aan (natuurlijke) grondsto en die toepasbaar zijn in de hartige (snack- en vlees)industrie: bijvoorbeeld natuurlijke aroma’s voor MSG-vervanging, diverse vegetarische en natuurlijke (vlees)aroma’s, veelzijdige hvp’s en clean label vleesconcentraten. De markt voor hartige snacks en vleesvervangers is een groeiende markt.
Tegelijkertijd spelen zoutverlaging en MSG-vervanging ook nog altijd een rol voor de steeds bewuster wordende consument.
Lecico levert biologische soja- en zonnebloemlecithine gemaakt van grondsto en, geproduceerd volgens ecologische en moderne methoden. Fabrikanten proberen in toenemende mate aan de wensen van consumenten te voldoen, door tegemoet te komen aan de criteria en de kwaliteitseisen gesteld door biologische wet- en regelgeving. Lecico levert sojaen zonnebloemlecithine die natuurlijk en ecologisch zijn geproduceerd en op die manier voldoen aan het concept van biologische productie. Biologische lecithine van Lecico, gecerti ceerd door Ecocert, hee dezelfde hoge kwaliteit als conventionele lecithine.
De chocoladebrokjes met marshmellows in een beker van het Britse bedrijf Perkier vonden de bezoekers van de Free From beurs het meest innovatief. Perkier kreeg voor de glutenvrije brokken de eerste Free From award uitgereikt tijdens de tweede editie van de Free From Food Expo in Brussel. Ongeveer 400 van de 1000 stemmen gingen naar gluten- en tarwevrije snack. De bezoekers waardeerden dat het product uit te delen was. Bovendien waardeerden ze de kleurrijke beker.
Pickwick introduceert deze zomer een nieuw product in de fruitrange: Pickwick Fruit Fusion. Deze fruitinfusies bevatten echte stukjes fruit voor een volle fruitsmaak, en bevatten geen cafeïne. De nieuwe theesoort is volgens Pickwick uitermate geschikt voor kinderen, omdat deze extra fruitig smaakt en geen cafeïne bevat door het gebruik van groene rooibosthee in plaats van reguliere zwarte thee of helemaal geen thee. De nieuwe theesoort wordt uitgebracht in drie smaakvarianten: Ananas & Citroen, Zwarte bes & Kers en Framboos & Aardbei.
Vakbeurs voor grondstoffen, ingrediënten, hulpstoffen, additieven en halffabrikaten voor de voedingsindustrie in de Benelux en Noord-Frankrijk
17 -18 / 09 / 2014
Kortrijk Xpo (B) 10.00 - 18.00u
www.intrafood.be
Sinds 2007 brengt INTRAFOOD de voedingsindustrie in contact met leveranciers van ingrediënten (in de ruime zin van het woord) op een tweedaags sectorevent, waarbij informatie en inspiratie centraal staan. Fabrikanten van food en beverage vinden er alle ingrediënten en stateof-the-art informatie voor hun ontwikkeling van nieuwe of verbeterde producten.
Dankzij haar duidelijke focus en sterke specialisatie groeide INTRAFOOD uit tot een unieke ontmoetings- plaats waar de fabrikanten van food en beverage samen met de exposanten van INTRAFOOD uitgebreid kunnen ingaan op creatieve, innovatieve oplossingen voor de samenstelling en receptuur van hun producten.
Uit de enquêtes blijkt een grote tevredenheid van exposanten en bezoekers over de voorgaande editie van INTRAFOOD:
Gemiddelde tevredenheidsscore toegekend door de exposanten: 8,15 / 10 Voornemen van de exposanten van de editie 2012 om ook in 2014 deel te nemen:
- 22,2% neemt zeker opnieuw deel
- 70,4% neemt waarschijnlijk opnieuw deel
- 3,7% zal in 2014 waarschijnlijk niet deelnemen
- 3,7% plant geen deelname aan de volgende editie
Mening van de bezoekers over INTRAFOOD:12
- 96,7% vond het aanbod interessant
- 47,6% van de bezoekers spendeerde meer dan 4uur op de beurs
- 82,3% van de bezoekers plant een bezoek aan de volgende editie
- 85,5% zou Intrafood aanraden aan een collega
Op INTRAFOOD worden grondstoffen, ingrediënten, additieven, hulpstoffen, halffabrikaten en nauw verwante diensten (know-how, technologie, loonwerk, laboratoria, consulting, onderzoeksen kenniscentra) gepresenteerd voor de voedingsindustrie in de Benelux & Noord-Frankrijk.
INTRAFOOD richt zich naar verantwoordelijken en medewerkers van de afdelingen R&D, productontwikkeling, productie, aankoop, kwaliteitszorg, marketing en algemene directie van:
- fabrikanten van food & beverage (o.a.: bereide gerechten & traiteurproducten ; bereidingen op basis van AGF ; dranken ; droge voeding ; sauzen ; visbereidingen ; vleeswaren ; zoetwaren, brood en gebak ; zuivel ; pet food)
- cateringbedrijven
- hoofdkantoren grootdistributie
Dankzij de relatieve kleinschaligheid van INTRAFOOD beperkt u zich niet tot het uitwisselen van businesscards met bestaande en nieuwe klanten. U kunt er diepgaande gesprekken voeren over concrete problemen, ideeën of projecten, en hen – vanuit uw expertise en uw assortiment – vaak al meteen creatieve oplossingen aanreiken. De verzorgde inrichting en de doorlopende catering bieden u het ideale, sfeervolle kader voor uw business contacten.
Het gevarieerde seminarprogramma vormt voor de bezoekers een unieke gelegenheid om zich uitgebreid te informeren over zowel actuele trends, als over state-of-the-art informatie over gespecialiseerde en wetenschappelijke thema’s.
Het programma wordt samengesteld door het Wetenschappelijk Comité van INTRAFOOD, onder leiding van Prof. Dr. Ir. Koen Dewettinck van Universiteit Gent.
Het concept legt de focus op uw producten. De kosten worden beperkt door het uniforme standenconcept mét free catering voor exposanten en bezoekers.
Woensdag 17 en donderdag 18 september 2014 (10 – 18u), Kortrijk Xpo, hal 6 Kortrijk Xpo ligt aan de uitrit n°2 Hoog Kortrijk “Expo” van de E17 Antwerpen-Gent-Kortrijk, op nauwelijks 1 uur van Antwerpen & Brussel, op 2,5 uur van Amsterdam (NL) en op 15’ van Lille (FR).
Deelnameprijs all-in module (12m²): 2.875 EUR/module (supplement stand 2 open zijden: 200 EUR – stand 3 open zijden: 300 EUR). Details: op aanvraag. Naderhand kunt u via de dienstenbrochure indien gewenst supplementaire diensten bestellen, zoals verzwaring elektrische aansluiting, vitrinekasten, koeltoonbanken, planten, enz…
Intrafood:14 is een initiatief van Kortrijk Xpo, organisator van diverse leidinggevende vakbeurzen in de foodbranche: Tavola, Meat Expo, Broodway en Interpom | Primeurs. Intrafood:14 wordt georganiseerd in nauw overleg met een stuurgroep van specialisten uit de branche. INFO
Sponsors :
Kortrijk Xpo, Doorniksesteenweg 216, 8500 Kortrijk
Tel +32 (0)56 24 11 11 - Fax +32 (0)56 20 44 33
intrafood@kortrijkxpo.com - www.intrafood.be
Neogen biedt diverse eenvoudige sneltesten voor de detectie van allergenen in voedingsmiddelen en omgeving, waaronder
Reveal 3-D striptesten: Ideaal voor het testen op lage gehaltes allergeen in slechts 10 minuten met een unieke derde testlijn voor hoog positieve resultaten.
in mei verscheen de conceptversie versie van ‘s werelds meest populaire iso -norm, iso 9001 Quality management systems. wereldwijd zijn professionals uitgenodigd om commentaar te leveren op deze dis (draft international standard). de definitieve versie van de norm wordt in september 2015 verwacht. wat is er veranderd en wat kunt u nu al doen?
De laatste upgrade van de ISO 9001-norm dateert uit 2008. De wijzigingen ten opzichte van de voorgaande versie uit 2000 waren toen niet schokkend. Met name werd de terminologie aangepast en werden zaken verduidelijkt, nauwkeuriger omschreven. ‘Een cosmetische lift’ werd wel gezegd. Dat zal nu anders zijn, menen ingewijden. Als grote, wereldwijd opererende certificatie-instelling is DNV GL actief betrokken bij de commissie die de nieuwe ISO 9001norm ontwikkelt. “ISO 9001:2015 is een belangrijke stap voorwaarts”, aldus Bastiaan Poldermans, Global Service Responsible voor ISO 9001 bij DNV GL. “De wereld is veranderd. Vergaande automatisering, internet en sociale media spelen een grote rol in organisaties van nu. Dat heeft gevolgen voor de manier van werken. Ook is de internationalisering toegenomen. Wereldwijde samenwerkingsverbanden vragen om nieuwe afspraken, nieuwe conventies. De ketens zijn complexer geworden. Hoe verzekeren we ons ervan dat we daar goed mee om kunnen gaan? Een derde nieuwe factor is de toenemende zorg om onze omgeving, de wereld, brandstoffen, grondstoffen, de natuur en atmosfeer. Ongelimiteerd
gebruikmaken van die bronnen zonder ons te bekommeren om het effect daarvan, kan niet langer. Ook dat heeft effect op organisaties. De herziene ISO 9001 versie zal aansluiten op de organisaties van nu en hun bestaande en toekomstige praktijken en behoeften.’’
Naar verwachting zal de definitieve versie van de norm verschijnen in september 2015. Kort daarna worden nieuwe versies van twee andere, veelgebruikte ISO-normen verwacht: de ISO 14001:2015 voor milieumanagement in het najaar van 2015 en de ISO 45001:2016 voor arbo- en veiligheidsmanagement (ter vervanging van OHSAS 18001) medio september 2016. De drie normen zijn dan op eenzelfde leest geschoeid; volgens de ‘high level structure’. Dat houdt in dat opbouw, indeling, terminologie en definities geharmoniseerd zijn. Hierdoor wordt het voor bedrijven eenvoudiger om deze normen te implementeren.
Wat is er nieuw aan ISO 9001?
• ISO 9001:2015 zal organisaties uitdagen om de risico’s te identificeren, maatregelen te nemen en fouten te voorkomen met behulp van het kwaliteitsmanagementsysteem. Een voordeel voor de levensmiddelenbranche: risicostudies worden al veel toegepast.
• Behoeften en verwachtingen van stakeholders in kaart brengen en monitoren. Doelstelling is om processen, activiteiten en resultaten nog beter te laten aansluiten op de verwachtingen van de buitenwereld. Voor de voedingsindustrie heeft dit onder meer betrekking op het track & trace systeem; dat biedt zicht op de complexe ketens van leveranciers en afnemers. Voedingsmiddelenproducenten hebben als geen ander zicht op de
stakeholders om te kunnen voldoen aan de vraag en behoefte vanuit de markt.
• Meer nadruk op leiderschap en commitment bij het topmanagement om verantwoordelijkheid te nemen voor kwaliteitsmanagement. Voedselveiligheid is een steeds belangrijker thema in ons dagelijks leven. Meer betrokkenheid van het topmanagement is nodig om kennis en geld beschikbaar te stellen en te investeren en innoveren.
• Sterkere focus op doelstellingen als drivers voor verbetering en de bijbehorende plan-
‘Uiterlijk medio 2018 moeten organisaties aan de norm voldoen’
ning om de gestelde doelen te behalen. Meer concreet: doelen stellen en resultaten boeken, duidelijk en meetbaar.
• Clustering en uitbreiding van eisen aan benodigde middelen. Zo is er meer aandacht voor kennis, voor het ontwikkelen van knowhow en nieuwe technieken, noodzakelijke middelen én voorwaarden om de groeiende vraag naar voedsel te kunnen bijbenen. Kennis en nieuwe inzichten maken innovatie mogelijk.
• Aandacht en regievoering over processen, producten en diensten van derden. Hiermee
In de voorbije decennia zijn meer dan 1,1 miljoen organisaties ISO 9001-gecertificeerd. Hoewel nog niet officieel bevestigd, is het aannemelijk dat al deze organisaties uiterlijk medio 2018 moeten voldoen aan de nieuwe norm om het ISO 9001-certificaat te mogen blijven voeren. Voor meer informatie, zie: www.dnvba.nl/normwijzigingen, www.iso. org/iso/home.html en bit.ly/1oehmFJ.
sluit de norm aan bij de hedendaagse realiteit waarin organisaties opereren in de complexere omgeving van uitbestede processen en toeleveringsketens. Voedselketens worden langer en complexer. Bij eventuele calamiteiten moet de traceerbaarheid van de ingrediënten goed geregeld zijn.
• Meer nadruk op het plannen en beheersen van veranderingen. Leverbetrouwbaarheid wordt steeds belangrijker. Het gaat om controle, ook op momenten dat de organisatie of processen veranderen.
Wat kunt u nu al doen?
Allereerst is het verstandig om de berichtgeving te volgen. Op de websites van de NEN en certificatie-instellingen is actuele informatie te vinden. Voor organisaties die zich nu al willen oriënteren op de wijzigingen, is de concept- ofwel DIS-versie bij ISO verkrijgbaar (zie kader).
Organisaties die al willen inventariseren welke consequenties de nieuwe versie heeft voor hun beleid, kunnen gebruikmaken van het aanbod van adviseurs, consultants en certificerende instellingen. DNV GL biedt bijvoorbeeld webinars en informatiebijeenkomsten om bestaande en nieuwe relaties te informeren. En
binnenkort, op maat, een GAP-analyse, die laat zien wat er concreet moet gebeuren om aan de nieuwe ISO 9001-norm te voldoen.
auditmethode
DNV GL auditors zijn voorbereid om te auditeren volgens een nieuwe auditmethode die aansluit bij de nieuwe ISO-versies. Deze Next Generation Risk Based Certification biedt bedrijven de mogelijkheid om vooral de aspecten die het meest bepalend zijn voor het succes van de onderneming, te laten certificeren op basis van een bredere risicoanalyse. De focus ligt daarbij op optimalisatie door een bredere kijk naar stakeholders, risico’s en kansen. Bedrijven zijn dan goed voorbereid op de overgang van de komende ISO-normen. De eerste ervaringen leren dat bedrijven tevreden zijn over deze manier van auditten. “Deze laat je op een andere manier denken en vraagt je verder te kijken dan in voorgaande audit” en “de stakeholdersanalyse die in de audit werd besproken, wordt een vereiste voor de toekomst”, waren enkele reacties.
• Heleen A A lders • h aalders, freelance tekstschrijver, in opdracht van dnV gl info: B. Poldermans, dnV gl, gau.nl@dnvgl.com
De NVWA heeft zijn Meldwijzer voor onveilige levensmiddelen aangepast en gepubliceerd op NVWA.nl. Deze geeft onder andere een strakkere interpretatie van het begrip verhandelen, het melden van onveilige grondstoffen en het melden van private label-producten. Het niet melden van een schadelijk product blijft een ernstige overtreding.
Ieder levensmiddelenbedrijf kent wel artikel 14 van de Algemene Levensmiddelenverordening (EG) nr. 178/2002: ‘Levensmiddelen worden niet in de handel gebracht indien zij onveilig zijn.’ Daarin staat dat ondanks een goed werkend voedselveiligheidssysteem dat gebaseerd is op HACCP-principes, er wel eens wat fout kan gaan, met als gevolg dat er toch onveilige levensmiddelen zijn ingekocht en/of uitgeleverd.
Artikel 19
De wetgever hee dat onderkend en schrij daarom in artikel 19 een aantal maatregelen voor die de ondernemer moet uitvoeren. ‘Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die van mening is of redenen hee om aan te nemen dat een levensmiddel dat hij hee ingevoerd, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd, niet aan de voedselveiligheidsvoorschri en voldoet, en dit product hee zijn directe controle verlaten, dan moet hij onmiddellijk procedures inleiden om dit levensmiddel uit de handel te nemen. Daarnaast moet hij direct de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen. Wanneer het product de consument kan hebben bereikt, dan informeert de exploitant de consumenten op
doeltre ende en nauwkeurige wijze over de redenen voor het uit de handel nemen. Wanneer andere maatregelen niet volstaan om een hoog niveau van gezondheidsbescherming te verwezenlijken, dan roept de exploitant de al aan consumenten geleverde producten terug.’
In artikel 19 worden ook regels gesteld aan de detailhandel over onder meer het meewerken aan het terughalen van onveilige levensmiddelen.
Doel van meldingen
Het doel van het melden door levensmiddelenbedrijven is dat het de autoriteiten in staat stelt na te gaan of de bedrijven de nodige maatregelen hebben genomen om de risico’s verbonden aan een in de handel gebracht levensmiddel onder controle te krijgen. Eventueel kunnen aanvullende maatregelen worden opgelegd of worden genomen om die risico’s te vermijden. Hieronder valt ook het informeren van andere landen indien het onveilige levensmiddel daarnaartoe is gegaan of daarvandaan komt.
De in 2004 opgestelde Meldwijzer NVWA onveilige levensmiddelen was aan verduidelijking toe. De wetgeving is niet veranderd, maar naar aanleiding van de praktijk was er behoe e aan meer duidelijkheid. De vernieuwde Meldwijzer, die ook in het Engels wordt vertaald, gee onder andere een strakkere interpretatie van het begrip verhandelen (ook alles dat met het oog op de verkoop in eigen beheer gereed staat), het melden van onveilige grondsto en en het melden van private label-producten. Tien praktijkvoorbeelden geven aan hoe de beslisboom uitwerkt. Verder blij gelden dat bij twijfel altijd met de NVWA overlegd kan worden over de a andeling van een concrete situatie. Het niet melden van een schadelijk product blij een ernstige overtreding.
• HANS BEUGER •
H. Beuger is coördinerend specialistisch inspecteur, NVWA, hans.beuger@vwa.nl
Hogere toegevoegde waarde creëren is een van de (top)prioriteiten van de topsector Agri & Food. tijdens de AgriFoodtop 2014 werden verduurzamen en innoveren belicht als wegen om tot meerwaarde te komen. consument en markt zijn daarbij altijd het vertrekpunt. Eenvoudig is het meestal niet, wel noodzakelijk.
Aalt Dijkhuizen gaf als nieuw ‘boegbeeld’
van de topsector Agri & Food de aftrap voor de top van 2014 op 4 juni in Fort Voordorp. Hij stelde dat voor het topsectorbeleid in de afgelopen jaren een goede basis is gelegd. “Maar er zijn ook kritische geluiden”, signaleerde Dijkhuizen. “De structuur is complex, de financiële middelen beperkt,
besluitvorming tijdrovend en niet altijd helder, de concrete resultaten zijn beperkt of onbekend en het optreden in het buitenland is nog weinig gecoördineerd.”
De nieuwe voorman presenteerde de actiepunten van de topsector Agri & Food voor de periode 2014-2016. Er zal meer resultaatgericht worden gewerkt, de besluitvorming inzichtelijker en de communicatie
verbeterd. Zo biedt de website www.tkiagrifood.nl/aan-de-slag al een overzicht van alle regelingen die er zijn. Meer aandacht voor de markt en de consument staat verder hoog op de agenda. Tevens wordt een sterkere verankering in de sector zelf nagestreefd om “niet afhankelijk te zijn van de beslissingen van een nieuw kabinet”, aldus Dijkhuizen. Inhoudelijk komt de focus te liggen op ‘meer met minder’, internationaal leiderschap en meer toegevoegde waarde. Wat dit laatste punt betreft, werd met de AgriFoodTop de koe meteen bij de horens gevat en ingezoomd op dit thema.
Versnellen in verduurzamen
Verduurzamen levert meerwaarde op en staatssecretaris van EZ Sharon Dijksma acht de tijd rijp om het verduurzamen van de voedselproductie te versnellen. “Het goede nieuws is dat de consument steeds meer zijn weg vindt richting duurzame producten”, vertelde zij het 300-koppige gehoor.
Dijksma wees op de cijfers van de Monitor Duurzaam Voedsel, waaruit blijkt dat de markt voor duurzame producten in het afgelopen jaar 10,8% is gegroeid terwijl de totale marktomvang daalde. “De wereld wil meer en beter. We moeten de kans grijpen om voorop te lopen.”
Lage prijs is probleem
Maar duurzame concepten zijn nog moeilijk rendabel te maken, zo vertelde varkenshouder en initiatiefnemer van de Keten Duurzaam Varkensvlees Hans Verhoeven. Probleem is de zeer lage basisprijs voor voe-
Dat de kansen voor de BV Nederland zeker ook in het binnenland worden gezien, maakt de focus op internationaal leiderschap van de Topsector Agri & Food duidelijk. FrieslandCampina ziet mogelijkheden in de Chinese zuivelmarkt die in 2020 naar verwachting €100 miljard groot is. Director Dairy Development China Atze Schaap noemde de wil om kennis naar een land als China te brengen en te delen als een van de voorwaarden voor succes. Mede hierdoor kreeg FrieslandCampina erkenning van de Chinese overheid. “Samen met steun vanuit het topsectorenbeleid, heeft dat veel geholpen”, aldus Schaap.
‘Meer aandacht voor de markt en consument staat hoog op de agenda’
dingsmiddelen in Nederland. “Door het duurzame karakter komt er tien cent bij op een pakje vlees. Daar staan echter kosten tegenover die voortkomen uit duurzaam produceren. Dit maakt dat ook het duurzame product beneden de kostprijs blijft”, aldus Verhoeven. Dijksma gaf aan daar als overheid weinig aan te kunnen doen. Wel sprak zij de retailers aan: “De retail moet bereid zijn die hogere kostprijs van duurzame producten door te geven aan de consument (in de vorm van een hogere verkoopprijs, red.) en niet de hogere kosten ‘terugduwen in de keten’.”
Vertel de consument het verhaal
De economische haalbaarheid was naast de ethische grondslag en wetenschappelijke onderbouwing ook een van de voorwaarden voor succesvolle duurzame concepten die Peter Koelewijn naar voren bracht. Hij is general manager van het Rondeel ei, een ander voorbeeld van meer toegevoegde waarde door verduurzamen. “En het is natuurlijk zaak dat je de boodschap overbrengt naar de consument. Je moet kunnen uitleggen wat je aan het doen bent.” Verhoeven ziet daarin eveneens de oplossing voor de Keten Duurzaam Varkensvlees: “Het verhaal over dierenwelzijn, de efficiency in combinatie met milieuvriendelijk produceren, moet aan de consument worden verteld. Dan immers wordt het niet alleen een prijsdiscussie maar een bewuste keuze.”
Koelewijn benadrukte in dit verband ook de noodzaak van integraal duurzaam ondernemen. “Wat doe je bijvoorbeeld met de uitgelegde hennen? Zorg dat je daar goed vlees van kunt maken. Ook al levert het geen cent op, het heeft toegevoegde waarde als je dit uit kunt leggen.” Daarnaast moet er in zijn visie uitzicht zijn op internationaliseren en een grotere schaal voor de ontwikkelde concepten. Want: “Als de hogere kosten voor duurzaam produceren alleen leiden tot een klein bedrag op de basisprijs, dan ben je gezien als de basisprijs wegzakt.”
Innovatie garantie voor succes?
Toegevoegde waarde is ook te bereiken door innovatie. Maar al is de vinding nog zo uniek en veelbelovend, het is geen garantie voor (snel) succes, bleek uit het verhaal van Rob Suters. Hij is directeur van EZCol, tevens de naam van een cholesterolverlagend middel dat als ingrediënt is te verwerken in bijvoorbeeld boter of yoghurt. Hooggespannen verwachtingen, maar het geduld werd in een lang financieringstraject danig op de proef gesteld. Alle geïnteresseerde partijen vielen uiteindelijk af. De geleerde les: ga als klein bedrijf praten met medeondernemers en dus het mkb. In een dergelijk consortium lukte het uiteindelijk wel en werd een topsectorsubsidie voor een projectwaarde van meer dan €1 miljoen verkregen. Isobionics vond wel de samenwerking met een grote speler, namelijk DSM, voor een
reeks natuurlijke smaakstoffen. De innovatie zit in de (bio)technologie. De smaakstof is ontwikkeld via fermentatie en ondervangt daardoor het bezwaar van een instabiele keten (beschikbaarheid, kwaliteit en prijs), dat de meeste natuurlijke smaakstoffen hebben. De innovatieve technologie levert als meerwaarde stabiliteit en betrouwbaarheid in levering die de markt wenst.
Ook Marel innoveert en schept daarmee als toeleverancier van machines, apparatuur en systemen voor de dierlijke eiwittenindustrie de basis voor innovatie van bedrijven in agrifood. Marel-directeur Theo Bruinsma wees op de bijzondere positie als ‘bruggenbouwer’ tussen de high tech-industrie en de agrifoodsector.
Marel wordt gedreven door de trends in de samenleving. “Uiteindelijk moeten wij de machines ontwikkelen die de producten kunnen maken waar over vijf tot tien jaar behoefte aan is.” Bruinsma hield een pleidooi om deze industrie in Nederland te behouden: “Kennis bepaalt uiteindelijk de toekomst.” Daarbij ziet hij wel een volgende fase, namelijk die van open, transparante innovatie binnen de keten met daarin –wederom – de wensen van de consument centraal.
Dutch Spices: het eerste bedrijf in Europa voor allergeenvrije smaakoplossingen.
✓ Dutch Spices vermarkt smaakvolle kruiden, specerijen, droge blends, marinades, (kook-)sauzen en totaaloplossingen in diverse toepassingsgebieden zoals vlees, vleesvervangers, aardappelen, zuivel en de bakkerij.
✓ Nieuw: heerlijke marinades en (kook-)sauzen.
Dutch Spices streeft ernaar om voeding voor iedereen te maken, ook voor mensen met een voedselovergevoeligheid. Daarom worden de 14 allergenen vanuit de wetgeving én 10 extra allergenen vanuit de leda-lijst niet verwerkt in het assortiment, niet via receptuur en niet via kruisbesmetting, conform de VITAL 2.0 norm. 24 allergenen vanuit de leda-lijst: gluten, schaal- en schelpdieren, ei, vis, pinda’s, soja, melk, noten, selderij, mosterd, sesam, sulfiet, lupine, weekdieren, lactose, glutamaat, cacao, koriander, mais, peulvruchten, rundvlees, varkensvlees, kippenvlees en wortel.
probiotica ontwikkelen en produceren met verbeterde overleving in de darm is een stuk dichterbij gekomen. een onlangs ontwikkeld technologisch platform geeft inzicht in hoe darmrobuustheid van probiotische lactobacillen wordt bepaald en gereguleerd.
Probiotische lactobacillen dienen de darmpassage te overleven om het beoogde gezondheidsbevorderende effect te verkrijgen. Recent onderzoek heeft gezorgd voor een verbeterd begrip van deze darmrobuustheid en wel specifiek van het modelprobioticum Lactobacillus plantarum WCFS1. Hierdoor kan de effectiviteit van de gezondheidsbevorderende werking van probiotica worden geoptimaliseerd.
Gezondheidsbevorderend effect probiotica
Melkzuurbacteriën worden in een breed scala van voedselfermentaties toegepast, waar de melkzuurvorming bijdraagt aan de houdbaarheid van het voedingsmiddel. Daarnaast draagt bacteriële fermentatie bij aan essentiële eigenschappen van deze producten, zoals smaak en textuur. Naast deze productiegerichte toepassingen worden melkzuurbacteriën ingezet als gezondheidsbevorderende ingrediënten in voedingsmiddelen en voedingssupplementen. Veel van deze probiotische producten bevatten lactobacillen als het actieve, gezondheidsbevorderende ingrediënt. De Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) heeft probiotica gedefinieerd als ‘levende micro-organismen die bij toepassing in de juiste dosis een gezondheidsbevorderend effect teweegbrengen in de gebruiker’. De voornaamste toepassing van probiotica is gericht op effecten in de darm van de consument. Om die reden is het van belang beter te begrijpen hoe probiotische lactobacillen in staat zijn de darmpassage te overleven. Vanuit die kennis zijn scenario’s te ontwikkelen om de overleving van probiotica in de menselijke darm te verbeteren en daarmee de effectiviteit ervan te verhogen.
Probiotische lactobacillen die levend in onze darm dienen te arriveren, moeten een aantal uitdagingen overwinnen. Allereerst is er de passage van de maag, waar zeer zure omstandigheden moeten worden doorstaan (pH circa 2,5). Na aankomst in de dunne darm worden de bacteriën blootgesteld aan de oppervlakte-actieve componenten in gal en de verteringsenzymen die worden aangemaakt door de alvleesklier, terwijl er daarnaast grote aantallen micro-organismen in de darm aanwezig zijn die concurreren voor de aanwezige
nutriënten. Al met al, geen sinecure voor de probiotica om deze stresscondities te doorstaan, maar wel een voorwaarde om uiteindelijk de interacties met het darmslijmvlies aan te kunnen gaan die het beoogde gezondheidseffect opleveren. Om de overleving van probiotische bacteriën in de darm te kunnen bestuderen, is er bij NIZO food research (in het kader van TI Food and Nutrition) een efficiënte methode ontwikkeld om in het laboratorium (in vitro) in ‘high-throughput’ de bacteriële overleving te meten onder condities die de darm nabootsen.
De methode omvat twee stadia van stressexpositie, waarbij de bacteriën eerst een uur worden blootgesteld aan pH 2,5, gevolgd door pH neutralisatie en een uur blootstelling aan fysiologische concentraties van gal en alvleesklierenzymen. Gedurende de twee uur durende procedure worden op gezette tijden monsters genomen waarin de overleving van de bacteriën wordt bepaald door een simpele telling van het aantal overlevende cellen (‘colony forming unit’-(CFU) bepaling) (1). Deze bepaling neemt een centrale rol in binnen het onderzoek waar de darmrobuustheid van het model probioticum Lactobacillus plantarum WCFS1 is onderzocht (figuur 1). Gekoppeld aan deze methode is met verschillende benaderingen bepaald welke moleculaire reacties in L. plantarum bijdragen aan darmrobuustheid en in hoeverre deze eigenschap valt te verbeteren met robuustheid verhogende kweekmethoden, of via experi-
Figuur 1. schematische weergave van de onderzoekscenario’s die zijn toegepast binnen het darmrobuustheidsonderzoek met L. plantarum
Wc Fs1. Deze generieke combinatie van kennis van soort-diversiteit en moleculaire mechanismen biedt universele mogelijkheden tot robuustheidsverbeteringen.
mentele evolutie. Daarnaast is de methode gebruikt om de diversiteit in darmrobuustheid in L. plantarum stammen te onderzoeken om de meest robuuste stammen te selecteren.
Bacteriën kunnen zich aanpassen aan stresscondities door de expressie van genen die bijdragen aan stresstolerantie. Een deel van die genen speelt een rol bij de overleving van verschillende vormen van stress (generieke stressrespons) terwijl andere genen specifiek bijdragen aan overleving van één specifieke stressconditie. De strikt gecoördineerde en gereguleerde expressie van deze verschillende stressgenen is van groot belang om tolerantie te verhogen en wordt gereguleerd door een complex regulatienetwerk met verschillende regulatoreiwitten.
In L. plantarum wordt, net als in veel andere bacteriën, de generieke stressrespons o.a. gereguleerd door twee centrale regulatoren, HrcA en CtsR, die respectievelijk de klasse I (chaperon functies als GroELS en DnaKJ) en klasse III (verwijdering van foutief gevouwen eiwitten door het Clp protease complex) stressrespons controleren (2). Mutagenese van één of beide van deze regulatoren geeft grote veranderingen van het genexpressieprofiel in L. plantarum, waarbij bekende stressgerelateerde, maar ook vele andere genen verhoogd of verlaagd tot expressie komen (3). De HrcA-CtsR mutanten verto-
nen een verhoogde robuustheid onder een aantal stresscondities, zoals groei bij verhoogde temperatuur en blootstelling aan oxidatieve (waterstofperoxide) stress. Geen van beide mutanten vertoonde echter een verhoogde darmrobuustheid in de in vitro methode, wat aangeeft dat deze generieke stressrespons geen beslissende bijdrage levert aan de darmrobuustheid (3). Om te achterhalen welke genen dan wel een bepalende bijdrage leveren aan de darmrobuustheid in L. plantarum WCFS1, werd de bacterie op een dertigtal verschillende manieren gekweekt waarbij in alle verkregen cultures zowel het genexpressieprofiel als de darmrobuustheid werden gemeten (4,5). Hieruit bleek dat de kweekmethode een grote invloed had op de robuustheid (ca. 10 miljoen keer verschil tussen de beste en slechtst overlevende cultuur). Het kweken van de bacterie in media met een verhoogd zoutgehalte had een negatief effect op de darmrobuustheid, terwijl het kweken bij verlaagde pH de robuustheid van de bacteriën juist verbeterde (5). Dit toont aan dat door verandering van de productiemethode van probiotische bacteriën de overleving in de darm is te
verbeteren. Daarnaast konden door kwantitatieve correlatieanalyse van de expressie van specifieke genen en de gemeten darmrobuustheid (‘transcriptome trait matching’; zie figuur 1) een aantal genen worden geïdentificeerd die geassocieerd zijn met darmrobuustheid. Deze genen waren nog niet bekend als stressrespons genen en hadden alle een (indirecte) functie in de opbouw van de bacteriële celwand. Hieruit blijkt dat de architectuur van de celwand van lactobacillen een belangrijke rol speelt in darmrobuustheid (5).
De variatie in fenotypes gemeten voor verschillende stammen van de soort L. plantarum is hoog (6). Om die reden is het relevant om bij de selectie van probiotische lactobacillen de darmrobuustheid van een collectie aan stammen te testen. Dit werd gedaan voor 42 L. plantarum stammen en de gemeten verschillen in overleving waren opvallend groot (circa 1 miljoen keer verschil tussen de best en slechtst overlevende stam) (1). Dit geeft aan dat deze meting relevant is bij de selectie van nieuwe probiotische stammen.
De in vitro gemeten darmrobuustheid werd gevalideerd door de feitelijke darmpersistentie in vivo in gezonde mensen te bepalen voor ongeveer de helft van deze L. plantarum stammen. In deze humane test werden zo’n
tien stammen parallel getest in één proefpersoon in een competitiemodel. Hierbij bleken de in vitro en in vivo gemeten relatieve darmrobuustheid van de verschillende L. plantarum stammen kwalitatief goed overeen te komen. De in vitro methode versterkte het verschil tussen de stammen dat werd gemeten in vivo. Deze metingen bevestigen de voorspellende waarde van de snelle en eenvoudige in vitro methode voor darmrobuustheid (1).
Experimentele evolutie
Naast adaptatie door genregulatie, kunnen bacteriën zich op een langere tijdschaal ook aanpassen aan omgevingsstress door adaptieve evolutie. Mutanten van de oorspronkelijke stam die (at random) ontstaan, kunnen door een verbeterde fitheid in de betreffende omgeving de overhand in de populatie krijgen. Hierdoor zijn ze te isoleren en bestuderen. Genoomsequentiebepaling is een directe manier om de mutaties in een verkregen variant op te sporen, waardoor de onderzoekers inzicht krijgen in de moleculaire aanpassingen die bijdragen aan het evolutionaire voordeel van de stam. Hiermee kunnen bijvoorbeeld de aanpassingen worden aangetoond die een rol spelen in de verbetering van de groei in melk van melkzuurbacteriën, die oorspronkelijk zijn geïsoleerd van plantenmateriaal (7).
Een experimentele evolutiestrategie werd toegepast om de persistentie van L. plantarum WCFS1 in de darm te verlengen. Om varian-
ten te selecteren met een verhoogde darmpersistentie, werd L. plantarum WCFS1 blootgesteld aan de repetitieve passage door de muisdarm, waarbij steeds de langst verblijvende L. plantarum cellen werden geïsoleerd. Zo werden varianten van de WCFS1 stam geïsoleerd die meer dan een drievoudig verlengde persistentie in de darm vertoonden (8). De genoom-sequentie van deze varianten bevatte enkele tientallen veranderingen ten opzichte van de oorspronkelijke stam, die opvallend vaak werden aangetroffen in genen die coderen voor celwand geassocieerde functies (8). Dit bevestigde opnieuw de eerder veronderstelde relatie tussen bacteriële celwand architectuur en darmrobuustheid.
De resultaten bieden scenario’s voor de gerichte verbetering van darmrobuustheid door:
1. De selectie van robuustere stammen;
2. De gerichte aanpassing van de productiemethode voor probiotica aan de hand van moleculaire robuustheidmarkers;
3. Experimentele evolutie door repetitieve darmpassage.
Het onderzoek heeft daarnaast ook methoden opgeleverd die generiek inzetbaar zijn in een platform van technologieën gericht op de verbetering van stressrobuustheid van bacteriën.Te denken valt dan aan andere vormen van stress zoals hittebehandeling, lage pH en oxidatieve agentia.
1. van bokhorst-van de veen h, van swam i, Wels m, bron pa, kleerebezem m. 2012. congruent strain specific intestinal persistence of lactobacillus plantarum in an intestine-mimicking in vitro system and in human volunteers. plos one. 7:e44588.
2. bron p a, van bokhorst-van de veen h, Wels m, kleerebezem m. 2011. engineering robust lactic acid bacteria. in stress responses of lactic acid
bacteria (pp. 369-394). springer us
3. van bokhorst-van de veen h, bongers rs, Wels m, bron pa, kleerebezem m. 2013. Transcriptome signatures of class i and iii stress response deregulation in lactobacillus plantarum reveal pleiotropic adaptation. microb. cell Fact. 12:112.
4. bron pa, Wels m, bongers rs, van bokhorst-van de veen h, Wiersma a overmars l, marco ml, kleerebezem m. 2012. Transcriptomes reveal genetic signatures underlying physiological variations imposed by different fermentation conditions in lactobacillus plantarum. plos one. 7:e38720.
5. van bokhorst-van de veen h, lee ic, marco ml, Wels m, bron pa, kleerebezem m. 2012. modulation of lactobacillus plantarum gastrointestinal robustness by fermentation conditions enables identification of bacterial robustness markers. plos one. 7:e39053.
6. siezen rj, Tzeneva va, castioni a, Wels m, phan hT, rademaker jl, starrenburg mj, kleerebezem m, molenaar D, van hylckama vlieg je. 2010. phenotypic and genomic diversity of lactobacillus plantarum strains isolated from various environmental niches. environ. microbiol. 12:758-73.
7. bachmann h, starrenburg mj, molenaar D, kleerebezem m, van hylckama vlieg je. 2012. microbial domestication signatures of lactococcus lactis can be reproduced by experimental evolution. genome research 22:115-124.
8. van bokhorst-van de veen h, smelt mj, Wels m, van hijum sa, de vos p, kleerebezem m, bron pa 2013. genotypic adaptations associated with prolonged persistence of lactobacillus plantarum in the murine digestive tract. biotechnol j. 8:895904.
9. bron pa, kleerebezem m. 2011. engineering lactic acid bacteria for increased industrial functionality. bioeng. bugs 2:80-87.
10. bron pa van baarlen p, kleerebezem m. 2012. emerging molecular insights into the interaction between probiotics and the host intestinal mucosa. nature rev. microbiol. 10:66-78.
• Michiel KleerebezeM en Peter bron • m kleerebezem, p bron, nizo food research, michiel.kleerebezem@nizo.com, peter.bron@nizo.com
‘De kweekmethode heeft een grote invloed op de robuustheid van bacteriën’
Inline vetanalyse en röntgendetectie van productvreemde deeltjes worden gecombineerd in de nieuwe FA3/C van Eagle Product Inspection. Het multifunctionele apparaat meet tevens het vocht- en eiwitgehalte van verse of bevroren vleesproducten en is ook controleweger.
Het geïntegreerde röntgensysteem van de FA3/C detecteert vreemde voorwerpen zoals botjes, metalen deeltjes, glas, stenen, rubber en kunststof. Het vetanalysesysteem meet met hoge nauwkeurigheid elke verpakking die het apparaat van Eagle Product Inspection passeert. Beeldverwerkingsso ware maakt deze gelijktijdige metingen mogelijk. Gebruik wordt gemaakt van een enkele röntgenstraal. Door de verpakking vanaf de bodem te scannen met detectors die zich boven de verpakking bevinden, is de detectie van vreemde deeltjes in vleesproducten nauwkeuriger en krachtiger.
De nieuwe generatie controlewegers C3000 van Mettler Toledo Garvens voor weging en productinspectie hebben een verbeterde weegnauwkeurigheid en hogere doorvoersnelheid. Het C3000 systeem hee een weegbereik tot 10 kg en kan tot 600 producten per minuut inspecteren.
Het modulaire systeemontwerp van C3000 maakt diverse con guraties mogelijk. Producenten hebben keuze uit verschillende combinaties van productinspectietechnologie, zoals metaaldetectie (CM-model), X-ray inspectie (CX-model) of vision inspectie (CV-model). Zo combineert de CM3570 controleweegtechnologie met de Pro le metaaldetectortechnologie van Safeline voor het juiste gewicht en het vrij zijn van metaalverontreinigingen. De verbeterde stabiliteit van het nieuwe C3000 systeem biedt bescherming tegen trillingen van andere productielijnapparatuur. Dit komt door de nieuwe bevestiging van de loadcel. De verbeterde overgangszone tussen de kleine rollen van de transportbanden verbetert de productoverdracht. Dit verbetert ook de weegnauwkeurigheid en garandeert een hogere doorvoer.
Endress+Hauser introduceert de Proline Promass 100 en Promag 100 owmeters die voldoen aan de hygiënische eisen van de levensmiddelenindustrie. Met hun supercompacte formaat bieden deze owmeters volledige functionaliteit in procesinstallaties. Bij het realiseren van de ontwikkeling is rekening gehouden met de nieuwste hygiënestandaards volgens EHEDG, FDA, 3A & USP Class VI. Hiermee is een hoge mate van productveiligheid in het proces gewaarborgd. De hoogste beschermingsklasse voor de edelstaalbehuizing (IP69K) garandeert een absolute waterdichtheid, ook tijdens intensieve reinigingsprocessen onder hoge druk of met stoomstralers.
Met onzichtbare coderingen en speciale apps voor de smartphone of tablet ontstaan uit traditionele bedrukkingen driedimensionale beelden. Wipak brengt verschillende systemen voor interactieve verpakkingen. Met elke bedrukte verpakking van papier of folie zijn interactieve verpakkingen mogelijk. Zowel exodruk als diepdruk worden daarbij toegepast. Het systeem van Wipak maakt gebruik van een onuitwisbaar waterteken dat niet is te vervalsen of uit te wissen. Zo is de code eenduidig en goed uitleesbaar. Bovendien gee het geen verstoring van de bedrukking zoals barcodes doen. De verpakking wordt geactiveerd door uitlezen met de Wipak app. Er zijn diverse mogelijkheden om zo de gebruiker informatie te bieden: video’s, 3D-modellen, spraak, beelden en foto’s, tekst. Augmented reality kan worden toegepast voor animaties met 2- of 3D-beelden.
De voedingsindustrie realiseert zich dat om het vertrouwen in voedsel te vergroten meer transparantie nodig is. niet voor niets pleit de F n Li herhaaldelijk voor ‘fabrieken van plexiglas’. maar er is meer nodig dan openheid alleen, betoogt Schuttelaar & Partners.
Openheid leidt niet per definitie tot vertrouwen en geloofwaardigheid, hier gaan strategische keuzes en veel voorbereidingen aan vooraf. Denk aan het filteren van informatie, het omzetten ervan in heldere en op de doelgroep aangepaste bewoordingen en het in kaart brengen van issues, bijvoorbeeld rond duurzaamheid en gezondheid. Begrijpelijke, snel vindbare informatie over ingrediënten is daarbij een onmisbare, maar vaak onderschatte bouwsteen voor helderheid richting consument.
Kennis en communicatie over grondstoffen en ingrediënten, informatie op het etiket en marketing en PR zijn sterk verweven, maar in de praktijk vaak verschillende werelden. Figuur 1 laat zien hoe de schakels van de keten een geheel vormen, waarbinnen informatie en communicatie in alle stappen op elkaar afgestemd zouden moeten zijn.
Informatie over grondstoffen en ingrediënten wordt steeds belangrijker voor de consument. Waarom zit er sorbitol in dit product? Hebben Turkse kinderen deze hazelnoten geplukt? Dit zijn vragen die je als producent snel en ade-
quaat moet kunnen beantwoorden. Tv-programma’s zoals de Keuringsdienst van Waarde spelen hierop in en doen daarmee veel stof opwaaien. Om de juiste gegevens te kunnen delen, is het als producent belangrijk om te weten waarom er voor bepaalde ingrediënten gekozen is, waar ze vandaan komen, hoe ze zijn gewonnen, aan welke standaarden (wettelijk en bovenwettelijk) ze moeten voldoen en welke issues eraan verbonden zijn. Naast wet-
telijke bepalingen, zoals over samenstelling en herkomst, zijn bovenwettelijke afspraken al geruime tijd aan een opmars bezig. Denk hierbij aan afspraken over eerlijke handel en milieugerelateerde zaken: voldoet de grondstof aan ons Fairtrade keurmerk, of aan onze afspraken over de herkomst van soja? Wat je daarover wilt communiceren is een strategische keuze die samenhangt met de verdere stappen in de keten. Echter, ook als er niet actief wordt gecommuniceerd, is het belangrijk vragenstellers snel van een helder antwoord te kunnen voorzien.
In de ontwikkelingsfase is het al belangrijk te bedenken hoe het product op de markt te positioneren, of deze positionering aansluit bij de kernwaarden en visie van het bedrijf, en welke verpakking en vorm hier goed bij past. Welke claims wil je op het eindproduct maken? Moet het product passen in een benchmark-systeem, voldoen aan afspraken over gezonde herformulering en innovatie en aan de Vinkjecriteria, of andere nutriëntenprofielen? Kennis van de Warenwet, voeding, duurzaamheid en communicatie en marketing komen hier samen. Het etiket is het visitekaartje van een product en moet voorzien zijn van heldere transparante informatie, die voor het overgrote deel wettelijk bepaald is. De Europese Verordening
Consumenteninformatie die in december 2014 ingaat, voorziet in een aantal veranderingen die de transparantie bevorderen. Denk aan verplichte voedingswaarde-, herkomst- en allergenenvermelding. Daarnaast heeft de fabrikant natuurlijk nog vrijheden om het product op een passende manier te presenteren, die medebepalend zijn voor de uitstraling. Soms sluit dit eerder aan bij wat de consument wil horen, dan bij de realiteit achter het product of de visie van het bedrijf of merk. Zo ziet de consument graag een scharrelend kippetje op de verpakking van de kipfilet. De producent die hier gehoor aan geeft, loopt echter in toenemende mate het risico op misleiding te worden aangesproken. Oma’s magere droomyoghurt (zie afbeelding) is een fictief voorbeeld om de kloof tussen perceptie en werkelijkheid te illustreren.
Hoewel informatie en communicatie in de eerdere fases in de keten al belangrijk waren, komt het er nu echt op aan: je geloofwaardigheid staat op het schap en wellicht in de media. Belangrijk voor een geloofwaardige aanprijzing van een product is aansluiting bij de kern-
waarden van het bedrijf en bij de positionering van het product, de productlijn en het merk. Wat voedingskundig geclaimd mag worden, is nauwgezet vastgelegd in de claimswetgeving. Voor claims over andere waarden, zoals duurzaamheid, geldt dat er geen gedetailleerde wetgeving is om de koers te bepalen. In vooral Groot-Brittannië is bijvoorbeeld de discussie gaande over de impact van producten op het klimaat. Zo vermeldt Walker dat de productie van een zakje chips van grondstoffen tot schap een uitstoot van 75 g CO2 tot gevolg heeft. De organisatie die achter deze vorm van labelen zit, de Carbon Trust, geeft alleen zo’n label vrij wanneer een bedrijf zich ook verplicht tot reductie. Voorstanders vinden dit een goede manier om de consument inzicht te geven, en tegelijkertijd bedrijven te stimuleren hun carbon footprint te verlagen. Tegenstanders, zoals Carbon Trade Watch, vinden dat je hiermee de verantwoordelijkheid verplaatst van bedrijf naar consument en voorbijgaat aan het belangrijkste, namelijk minder consumeren. Ook zie je bedrijven steeds vaker CO2-neutraal claimen. Het is echter niet altijd zo dat een bedrijf altijd zijn productieprocessen verbetert om dit te kunnen waarmaken, je kunt
bouwstenen voor vertrouwen
1. Een scherpe visie en haalbare missie, duidelijk verwoord voor de stakeholders, inclusief betrokken consumenten en werknemers.
2. Up-to-date overzicht van de herkomst van ingrediënten plus de maatschappelijke issues en percepties erbij, evenals een onderbouwing van de keuze ervoor.
3. Overzicht van het stakeholderveld en de percepties van de stakeholders ten opzichte van het bedrijf, merk en producten.
4. Kernboodschappen met de motivaties voor de productie-/ingrediëntenkeuzes van het bedrijf, die aansluiten bij de issues die leven onder medewerkers en externe stakeholders.
5. Medewerkers kennen de producten, weten wat ze erover naar buiten mogen brengen en doen dat.
6. Heldere etiketten; volgens wetgeving en passend bij het product en de percepties van de consument.
7. Uitgebreide productinformatie in communicatiematerialen plus toegankelijkheid voor vragen.
CO2-uitstoot ook compenseren. Het wel of niet claimen van dergelijke waarden is een afweging waarbij vele factoren meespelen en een goede kennis en uitleg van de materie onmisbaar is.
Bouwstenen voor vertrouwen
Voedingsmiddelenbedrijven worden niet meer afgerekend op afzonderlijke daden of berichten, maar op het totaal aan activiteiten en boodschappen. De communicatie moet daarom van a tot z kloppen, van grondstof tot marketing. Het start bij het verwoorden van een scherpe visie op bedrijf en producten. Daarnaast zijn inzicht in de eigen processen en keuzes, gebaseerd op kennis over grondstoffen en ingrediënten, warenwettelijke aspecten en thema’s rond duurzaamheid en gezondheid, onmisbare ingrediënten voor vertrouwen.
• LOTJE VAN DE POLL, MARLOES
KNEPPERS EN JELLE DE JONG •
L. van de Poll, senior expert health & Food, m. Kneppers, senior adviseur health & Food, Warenwetspecialist en j. de jong, senior adviseur Corporate Social responsibility, Schuttelaar & Partners, www.voedselvertrouwen.nl
Risicomanagement in de huidige gevoelige maatschappelijke context, gekenmerkt door wantrouwen jegens voedsel en producent en door diverse incidenten, is een uitdagende opgave. Vandaar dat VMT deze en andere dilemma’s die we dagelijks tegenkomen en de methoden van gevarenanalyse en risicomanagement, uitgebreid op dit symposium wil behandelen en bespreken. Topdeskundigen van instituten en bedrijven die, net als u, iedere dag opnieuw een risico-inschatting moeten maken, delen graag hun kennis en ervaringen met u. Toets uw mening aan hen en die van collega’s zodat u nog beter dan voorheen in eigen bedrijf de gevaren en risico’s kunt beheersen.
Datum: 25 september, Locatie: Utrecht www vmt nl/risicomanagement
Intrafood is het forum voor fabrikanten van voedingsmiddelen (food & beverage) uit de Benelux en Noord-Frankrijk.
Dit platform biedt tal van ideeën en inspiratie voor de ontwikkeling en productie van nieuwe, lekkere, veilige en succesvolle producten met een vakbeurs met leveranciers van ingrediënten, van grondstoffen tot en met halffabrikaten en een seminar- en workshopprogramma samengesteld door het Wetenschappelijk Comité onder leiding van Universiteit Gent.
Datum: 17-18 september, Locatie: Kortrijk Xpo (Be)
Industrial Processing is de grootste vakbeurs voor de totale natte en droge procesindustrie in de Benelux.
Professionals uit met name de (dier-)voeding, farma en chemie bezoeken deze beurs. Het programma omvat producten en leveranciers van procesapparatuur, -engineering en -automatisering.
Datum: 30 september-3 oktober, Locatie: Jaarbeurs Utrecht
26 juni Hedging in de praktijk, ellecom
27 juni Studieadviesdag voor zij-instromers, ede
27 juni Hygiënische engineering-droge processen, utrecht
27 juni introductietraining Commodity risk management, ellecom
27 juni training etikettering, doorn
2 september24 juli 2015 Certificaatstudie levensmiddelentechnologie, den Bosch
2 september3 februari 2015 productkunde, den Bosch
4 september13 november kwaliteit in bedrijf, den Bosch
4 september introductietraining levensmiddelenindustrie, amersfoort
8 september training interne auditor basis, waalwijk, Zwolle, antwerpen of in-company
12 september training standaard B r C iop packaging & packaging materials, waalwijk, Zwolle, antwerpen of in-company
17-18 september intrafood 2014, kortrijk (Be)
25 september risicomanagement voedselveiligheid, utrecht
29 september training i FS, waalwijk, Zwolle, antwerpen of in-company
5 september23 januari 2015 applicatie opleiding levensmiddelentechnologie, ede
30 september3 oktober wotS- world of technology and Science, utrecht
30 september3 oktober
30 september3 oktober
industrial processing, utrecht
macropack, utrecht
2-3 oktober risicomanagement en de werking van termijnmarkten (niveau 2), ellecom
6-8 oktober Horecavakbeurs BBB, maastricht
7-10 oktober the industrial european dairy Show, utrecht
16 oktober training gevarenanalyse grondstoffen en processen, waalwijk, Zwolle, antwerpen of in-company
16 oktober training interne auditor basis, waalwijk, Zwolle, antwerpen of in-company
17 oktober training peQasus specificatiebeheer, waalwijk, Zwolle, antwerpen of in-company
voedingsmiddelen, management en technologie is hét mediaplatform voor de voedings-, genotmiddelen- en drankenindustrie in nederland en België. vmt is opgenomen in food Science and technology Abstracts (fStA) en is een voortzetting van conserva en voeding + techniek, waarin opgenomen het internationaal tijdschrift voor Brouwerij & mouterij. vmt verschijnt tweewekelijks en is een uitgave van:
mYbusinessmedia
Essebaan 63 c
2908 lj capelle a/d ijssel
Postbus 8632
3009 AP rotterdam
T 010 - 2894078
F 010 - 2894076
E redactie.vmt@mybusinessmedia.nl
I www.vmt.nl
Uitgever
Suzanne Wanders
T 010 - 2894017
E s.wanders@mybusinessmedia.nl
Hoofdredactie
carina Grijspaardt-vink
T 010 - 2894065
E c.grijspaardt@mybusinessmedia.nl
Eindredactie
marjolein Spek
T 010 - 2894007
E m.spek@mybusinessmedia.nl
Redactie
Hans Damman
T 010 - 2894070
E h.damman@mybusinessmedia.nl
Dionne irving
T 010 - 2894071
E d.irving@mybusinessmedia.nl
maurice de jong
T 010 - 2894041
E m.jong@mybusinessmedia.nl
nathan Strik (webredactie)
T 0570-504380
E n.strik@mybusinessmedia.nl
Redactie-adviesraad
Dr. ir. r .W. van den Berg; Prof. dr. ir. m .A. j.S. van Boekel; prof. dr. ir. f Devlieghere; f. Egberts, dr. ir. c .D. de Gooijer; m janssen; dr. P. m . Klapwijk; prof. dr. ir. A. van l andschoot; ir. f l anting; ir. j maagd; dr. ir. K. oosterhaven; ir. j. van de Put; drs. j. Stark (voorzitter); dr. W. visser; ir. E. j c . Paardekooper (erelid)
Met medewerking van tno, niZo food research, Wageningen universiteit en researchcentrum, universiteit Gent, universiteit utrecht
Media-adviseurs monique van neutegem
T 06 - 50449402
E m.neutegem@mybusinessmedia.nl
Anneloes veerman
T 06 - 12707014
E a.veerman@mybusinessmedia.nl
Marketing
Kathelijne Koster
T 010 - 2894013
E k.koster@mybusinessmedia.nl
Vormgeving
De opmaakredactie, Deventer
Druk
Drukkerij roelofs, Enschede
Abonnementen voor vragen over abonnementen, bezorging en of adreswijzigingen: Bellen met: 010-2894008
mailen naar: vmt@mybusinessmedia.nl
Schrijven naar: mYbusinessmedia bv, vmt, Postbus 8632, 3009 AP rotterdam
jaarabonnement nederland:
€ 227,40,jaarabonnement België en luxemburg:
€ 249,-
jaarabonnement Buitenland: € 329,-
Digitaal abonnement: € 203,40
Proefabonnement (3 edities): slechts
€ 29,-
International Customer Support Specialist
13 juni 2014
PerfoTec B.V. / CeresRecruitment B.V., Mijdrecht - PerfoTec, Best for Freshness
Operations Manager met groeipotentie
13 juni 2014
CeresRecruitment B.V., West-Nederland - Wereldspeler in onderscheidende ingrediënten
Sales Account Manager Ingredients
11 juni 2014
Codrico Rotterdam B.V. / DUPP - Food Recruitment, Rotterdam - Ondernemer die met consultative selling kansen creëert in een internationale markt
Quality Control Engineer
10 juni 2014
Nutricia, Cuijk
R&D Officer
6 juni 2014
Codrico Rotterdam B.V. / DUPPFood Recruitment, Rotterdam - Brede rol binnen een kleine organisatie met veel kennis en mogelijkheden
Manager Operations (lid MT)
6 juni 2014
Koninklijke Euroma BV / CeresRecruitment bv, Wapenveld - lid MT
Chef Productie
5 juni 2014
Horizon Natuurvoeding BV, IJsselstein
Studentenabonnement nederland:
€ 90,96
Studentenproefabonnement (3 edities): € 15,-
Kennismakingsexemplaar (eenmalig):
€ 15,-
*prijzen zijn excl. 6% Bt W en € 3,95 administratiekosten jaarabonnement geldt tot wederopzegging. Beëindiging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk geschieden, uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode; nadien vindt automatisch verlenging plaats.
ISSN 0042-7934
niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm.
Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daarin vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.
Procestechnoloog
4 juni 2014
Steensma Bakery Ingrediënts, Leeuwarden
QA/QC Manager
4 juni 2014
Vecozuivel / DUPP - Food Recruitment, Zeewolde - Spilfunctie in een ondernemende dairy organisatie
Procestechnoloog
4 juni 2014
Daelmans Banket B.V., Nieuwkuijk
Hoe praktisch omgaan met gevaren en risico’s in de levensmiddelenbranche Als professionals in de levensmiddelenketen schatten we iedere dag gevaren in en proberen we mogelijke risico’s in te perken. Maar geldt dit ook voor kleine risico’s waar de kans dat deze zich voordoen, of de mogelijke impact Ervan, gering is? We vragen ons iedere dag af, of we deze risico’s ook beheersen of hoe we anderen kunnen uitleggen dat we niks aan dat risico doen. Niet iedereen zal uw inschatting delen!
Donderdag 25 september 2014 | 9.00 – 17.30 uur | Boerderij Mereveld, Utrecht
9.00 uur Ontvangst
9.30 uur Welkom en introductie door de dagvoorzitter Simone Hertzberger, Hoofdredacteur VMT VoedselVeiligheid.
9.45 uur Handvatten voor risico-inventarisatie en risicomanagement voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong waar risico’s steeds veranderen
Frans van Knapen, Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS)
10.15 uur Leren uit het verleden: Onbedoelde incidenten, maar ook fraude. Alles begint met risico-inventarisatie
Petra Wissenburg, Corporate Quality Projects Director, Danone
10.45 uur Pauze
11.15 uur Rampen, dreigingen en crises goed in perspectief zetten met behulp van degelijke risicomethodiek in de jaarlijkse Nationale Risicobeoordeling Marcel Mennen, Algemeen secretaris Nederlandse analistennetwerk Nationale Veiligheid, RIVM
11.45 uur Bestaan er acceptabele risico’s voor zowel het verzekeringsbedrijf als voor de maatschappij?
Emanuel van Zandvoort, Managing Consultant, Aon Risk Solutions, Global Risk Consulting
Tijdens het symposium krijgt u antwoord op de volgende vragen:
• Wie bepaalt de risico’s in ons bedrijf?
• Is een gevarenanalyse hetzelfde als een risicoanalyse?
• Hoe breng ik de ernst van bepaalde risico’s over aan het management?
• Hoe vinden we de balans tussen commercie en risico’s?
• Is er een goede methode in de levensmiddelensector om risico’s vast te stellen?
• Moet je alle risico’s beheersen? Wie besluit dat eigenlijk?
• Is de overheid bereid te accepteren dat we niet alle risico’s beheersen?
• Hoe gaan we om met onzekerheden omtrent risico’s?
12.15 uur Lunchpauze
13.15 uur Veiligheid begint met een discussie over welke risico's een organisatie zou willen en/of zou moeten beheersen gevolgd door een beslissing
Pieter van Vollenhoven, Hoogleraar Risk Management, faculteit Management & Bestuur van de Universiteit Twente (vakgroep MR7V/IPIT)
14.00 uur Het verbreden van de aandacht bij interne audits van financiën naar o.a. productveiligheid. Een onomkeerbare trend
Hans Nieuwlands,Algemeen Directeur, Instituut voor Internal Auditors
14.30 uur Pauze
15.00 uur Een nieuwe methode van Ahold om de veiligheid van eigen merk producten zo goed mogelijk te beheersen
Anita Scholte Op Reimer, Sr. Director Quality Assurance and Product Realisation, Koninklijke Ahold
15.30 uur Debat over het toepassen van gevarenanalyse, risico-inventarisatie en risicomanagement in de praktijk met presentatoren en deelnemers in de zaal o.l.v. Ad Nagelkerke, Managing Partner, Schuttelaar & Partners
16.30 uur Afsluiting en netwerkborrel
Inschrijven?
Dit kan eenvoudig op 3 manieren:
Website: www.vmt.nl/risicomanagement
E-mail: congressen@mybusinessmedia.nl
Telefoon: (010) 289 40 08
Prijzen*
€ 395,- VMT en Voedselveiligheid abonnees
€ 495,- Niet-abonnees
Pro leren?
Neem contact op met onze media-adviseur
m.neutegem@mybusinessmedia.nl, 06 50 44 94 02
OVERZICHT VAN DE LEVERANCIERS IN DE VOEDINGSMIDDELENSECTOR
Advies- en ingenieursbureaus Machines, apparatuur en toebehoren
DIN Solutions
Withuisveld 22
6226 NV Maastricht (NL)
Galvanistraat 1
6716 AE Ede
tel. +31 (0) 43 604 90 80 info@dinsolutions.nl www.dinsolutions.nl
DIN Solutions is met DIN Food voor Microsoft Dynamics® NAV specialist in ERP-oplossingen voor de Foodsector. Met een flexibele en volledig op de foodbranche afgestemde standaard oplossing bieden wij voor zowel voedselproducerende bedrijven als bedrijven in horeca- en foodgroothandel en foodservice een passende automatiseringsoplossing.
Quasydoc
Herkenrodesingel 4 bus 2
3500 Hasselt, BELGIE
tel. +32 (0) 479 79 07 82
info@quasydoc.eu
www.quasydoc.eu
Ingrediënten- en grondstoffenleveranciers
Nylo wand- en vloercoatings
Nieuweweg 5
9073 GN Marrum
tel. +31 (0) 518 41 80 00 info@nylocoatings.nl www.nylocoatings.nl
Nylo biedt al ruim 40 jaar hét duurzame coatingpakket voor o.a. (tegel)wanden, (tegel)vloeren en plafonds, constructiewerk, pekelbassins, keukens, laboratoria, farmaceutische industrie, sanitaire ruimtes, pompstations etc. Binnen de voedingsmiddelenindustrie speelt veiligheid van voedsel een cruciale rol. Ook voor omgevingen die moeten voldoen aan de HACCP regelgeving heeft Nylo het juiste assortiment. De Nylo hygienecoatings zijn biocidevrij, mechanisch- en chemicaliënbestendig en speciaal ontwikkeld om de hechting van vuil tegen te gaan waarin bacteriën en schimmels zich kunnen nestelen en ontwikkelen. We Care2Coat! Nylo is een merk van Nelf Lakfabrieken BV.
Quasydoc ontwikkelt betaalbare internetsoftware die uw productieprocessen, logistieke administratie en kwaliteitsystemen beheert. Onze software ondersteunt uw voedingsbedrijf via een aantal handige modules op het vlak van klachtenbeheer, leverancierskwaliteit, productspecificaties, receptenbeheer, etikettering, documenten, processen en procedures, productieplanning en rapportering, technisch onderhoud, corrigerende en preventieve acties, interne audits, enz. Uw voordeel? U behoudt altijd het overzicht, volgt nauwgezet alle kwaliteitsregels en werkt efficiënt en tijdbesparend. Vraag een vrijblijvende demo aan.
Caldic Ingredients B.V. Elzenweg 5
3421 TT Oudewater
tel. +31 (0) 10 413 64 20 fax +31 (0) 10 404 74 58 info.ingredients@caldic.nl www.caldic.com
Caldic Ingredients B.V. is uw distributeur in grondstoffen voor de complete levensmiddelenindustrie. Samen met onze klanten brengen wij producten, markten en service tot een hoger niveau en kunnen we voldoen aan zowel klant– als marktgerichte wensen.
Précon Food Management B.V.
Regulierenring 16A
3981 LB Bunnik
tel. +31 (0) 30 656 60 10 fax +31 (0) 30 656 60 11 info@precon-food.nl
www.precon-food.nl
Kwaliteit, veiligheid, wet- en regelgeving, continuïteit en ondersteuning in de volledige voedingsmiddelenketen voor ‘tomorrow’s best’. Voor klanten die het beste willen voor hun klanten. Dat is waar Précon voor staat.
Bioclimatic BV
Luzernestraat 53a
2153 GM Nieuw-Vennep
tel. +31 (0) 651 04 90 90 fax +31 (0) 252 62 69 62 bvk@bioclimatic.nl www.bioclimatic.nl
Bioclimatic is een innovatief bedrijf gevestigd in Nieuw-Vennep en is gespecialiseerd in het desinfecteren van lucht, water en oppervlakten in o.a. de voedingsmiddelensector. Ze gaan elke dag de strijd aan met bacteriën, schimmels en virussen met behulp van technieken als UVC licht en lucht ionisatie.
DUPP – Food Recruitment
Generaal Foulkesweg 66 6703 BW Wageningen
tel. +31 (0) 317 46 86 86
fax +31 (0) 317 46 86 80 info@dupp.nl www.dupp.nl
DUPP - Food Recruitment is dé werving- en selectiepartner in de food branche, ook voor interim managers. DUPP bemiddelt bij vacatures op HBO/WO niveau in de vakgebieden Marketing & Sales, Operations, R&D, QA en Algemeen Management.
GB Kwaliteitsborging & Advies
Postbus 516
8440 AM Heerenveen
tel. +31 (0) 519 70 19 52
mob. +31 (0) 612 89 93 63 info@gbadvies.nl www.gbadvies.nl
Ervaren en pragmatisch, GB Kwaliteitsborging & Advies al 14 jaar dé adviesorganisatie van het Noorden en ver daarbuiten.
Onze kernactiviteiten zijn gericht op het opzetten, invoeren, verbeteren en onderhouden van kwaliteit- en voedselveiligheidssystemen op basis van BRC, IFS, ISO22000, FSSC 22000, HACCP, GMP, ISO 9001, Risk Plaza, Skal, UTZ, EG-erkenning enz. Verder kunt u bij ons terecht voor trainingen, levensmiddelenwetgeving, etikettering en claims, microbiologische en technologische ondersteuning.
Neem dan contact op met: Monique van Neutegem , tel. 06-50449402, m.neutegem@mybusinessmedia.nl
Bent u ook geïnteresseerd om met uw bedrijfsnaam in deze rubriek te staan?Werving & selectiebureaus
“Supply Chain Service en kwaliteitsgaranties zijn de heipalen onder onze dienstverlening.”
Managing Director Caldic Ingredients
“Ik denk constant in gerichte oplossingen en probeer aan de behoeften van mijn klant te voldoen en hen te helpen invulling te geven aan de trends in de levensmiddelenmarkt ”
Senior Accountmanager Caldic Ingredients
“Met ons eigen laboratorium kunnen we de beste kwaliteit garanderen, altijd en overal .”
Q & A Manager Caldic Ingredients
“Een bedankje voor je snelle reactie op een ontvangen vraag, is voor ons de bevestiging dat we goed bezig zijn “.
Hoofd Customer Service Caldic Ingredients
Sauces and marinades
Single ingredients
Herbs and spices
Klaar voor de volgende 140 jaar!
In onze op kennis gebaseerde onderneming spelen onderzoek en ontwikkeling een cruciale rol.
Chr. Hansen ontwikkelt baanbrekende oplossingen en concepten die onze klanten in staat stellen hun visie te verwezenlijken en nieuwe innovatieve producten te lanceren in de zuivel-, dranken- en voedingsmiddelenmarkt.
140 year anniversary
– creëert de oplossingen voor morgen
Al 140 jaar gebruikt Chr. Hansen natuureigen mechanismen om voeding en gezondheid te verbeteren door het ontwikkelen van innovatieve oplossingen op het gebied van cultures, enzymen en natuurlijke kleurstoffen voor de zuivel-, drankenen voedingsmiddelenindustrie.
Staande op de schouders van het verleden richten we ons op de toekomst met het doel Nature’s no. 1 te worden.
Leading and exciting role at prominent successful European company
Doetinchem
The Intersnack Group is the major European producer and marketer of savoury snacks (potato chips, nuts and seeds etc.) with strong brands like Chio, FunnyFrisch, Ültje and Jack Klijn. Intersnack is serving more than 12 million consumers every day and is present in over 15 European countries. Intersnack has more than 25 production locations throughout Europe. Vendor assurance is a technical service to buyers as well as to operations to ensure food safety, processability and application of economical sourcing strategies. To strengthen the Vendor Assurance team in Doetinchem, we are searching for a highly motivated Manager Vendor Assurance Food, who will lead and develop a team of 3 Vendor Assurance Managers. This team is continuously managing and developing vendor relationships for centrally bought items to safeguard Intersnack’s products and processes.
Consultant: Jakob Jan Verbraak, telephone: +31 (0)317-468686 or +31 (0)6-51820349
Die de Nederlandse organisatie gaat leiden
Friesland
Onze opdrachtgever is een gerenommeerde organisatie welke onderdeel uitmaakt van een internationaal concern met meerdere productie sites in Europa, waarvan 1 in Nederland. Op de site in Nederland staan 2 fabrieken, hier worden zowel blikverpakkingen als een variëteit aan zuivelproducten gemaakt. Deze worden onder diverse eigen merken en voor derden geproduceerd en wereldwijd geëxporteerd. Om de aanhoudende groei te realiseren is en wordt er continu geïnvesteerd. Voor deze site zoeken wij een Plant Manager die eindverantwoordelijk is voor het opstellen van het beleid en de P&L voor de gehele site. Met relevante managementervaring als eindverantwoordelijke geeft deze professional direct leiding aan Operations, Kwaliteit, Logistiek, HR en Controlling, indirect ruim 200 medewerkers.
Consultant: Annemarie van den Bos, telefoon 0317-468686 of 06-53310126
Met management ambities
Sneek
Cloetta Sneek is onderdeel van de Cloetta Group met totaal 11 fabrieken in Italië, België, Zweden, Slowakije, Engeland en Nederland. Cloetta is een krachtig bedrijf met een leidende positie binnen de zoetwarenmarkt en exporteert wereldwijd suikerwerk, kauwgom, pastilles, chocolade producten en sinds kort ook noten. Bij Cloetta in Sneek wordt met ± 100 enthousiaste medewerkers en ambitieuze doelstellingen kauwgom, pepermunt en drups geproduceerd voor bekende merken zoals SPORTLIFE, XyliFresh, KING, Redband en Venco. In verband met promotie zoeken wij een gedreven en ondernemende QESH Manager. Deze overtuigende motivator is verantwoordelijk voor het opstellen, verder ontwikkelen en borgen van het QESH-beleid (80%). De overige 20% van de taken bestaat uit het coördineren van het QE beleid en alle QE aangelegenheden voor de regio Middle, bestaande uit de fabrieken in Roosendaal, Turnhout en Sneek. Consultant: Annemarie van den Bos, telefoon 0317-468686 of 06-53310126
Creating new business in a fast-growing dynamic environment
Kilkenny, Brussels or home-office
Glanbia Plc is an international nutritional solutions and cheese group, headquartered in Kilkenny Ireland. Glanbia has almost 5,000 employees worldwide and has manufacturing and processing facilities in 7 countries and sales/technical support locations in 14 countries. Glanbia Nutritional Ingredient Technologies (GNIT) is responsible for production and supply of both nutritional and functional ingredients to a wide range of sectors including Sports Nutrition, Clinical Nutrition, Infant Nutrition, Health and Wellness and Food Sectors. To support their strategy for growth for the EMEA Region a new role of Technical Sales Manager is created. This role is responsible for analysing markets, managing accounts which will provide direction and commercial insights for R&D to shape developments and launch new products within the sector.
Consultant: Annoek Kogelman, telephone: +31 (0)317-468686 or +31 (0)6-12504148
Leeuwarden Met focus op verbeteringen én in staat om teams te inspireren
CSK food enrichment is een internationale, dynamische en succesvolle leverancier van zuivelingrediënten. CSK ontwikkelt op innovatieve en proactieve wijze (nieuwe) producten voor de internationale zuivelmarkt. Op de locaties Leeuwarden (hoofdkantoor) en Ede heeft de organisatie 2 productievestigingen. Hier werken in totaal ca. 150 medewerkers. In de afgelopen 3 jaar is er in Leeuwarden gewerkt aan een nieuwe state-of- the-art productie plant voor zuurselconcentraat. Naar verwachting zal de productie van zuurselconcentraten in de loop van de komende 2 jaar planmatig worden overgeplaatst van Ede naar de nieuwe culture plant in Leeuwarden. Wij zijn op zoek naar een technologisch gedreven Productie Manager die verantwoordelijk is voor de effectiviteit van het productieproces, als ook de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen voor de productie en warehousing van bacteriecultures.
Consultant: Annoek Kogelman, telefoon 0317-468686 of 06-12504148
Voor meer informatie zie onze website: www.dupp.nl of mail uw reactie naar: info@dupp.nl
Gen. Foulkesweg 66, 6703 BW Wageningen i www.dupp.nl t 0317-468686