










Teeuwissen, onderdeel van de SARIA Group, is wereldwijd actief in de handel en verwerking van vlees en vleesbijproducten voor de segmenten humaan, petfood, farma, casings en ingrediënten. Teeuwissen is een innovatieve en groeiende onderneming met productielocaties, vrieshuizen en kantoren over de gehele wereld. Het hoofdkantoor is gevestigd in Cuijk. In Nederland zijn ruim 220 medewerkers werkzaam. Er heerst een nononsense sfeer waarbij inzet, loyaliteit en teamwork belangrijke kenmerken zijn. Teeuwissen Operations B.V. exploiteert darmlokalen in zowel Europa als daarbuiten. In darmlokalen worden darmpakketten verwerkt tot hoogwaardige producten. Vanwege nieuw te openen darmlokalen zoeken wij een flexibele, zelfstandige QA Specialist die verantwoordelijk is voor het opzetten en implementeren van kwaliteitssystemen in de nieuw te openen locaties.
Consultant: Annemiek van der Lee, telefoon 0317-468686 of 06-22158557
OVERTUIGENDE CONTINUVERBETERAAR MET FOCUS OP KWALITEIT EN PROCES
Mead Johnson Nutrition is één van de grootste fabrikanten van zuigelingenvoeding ter wereld. Zij verkoopt meer dan 70 producten in ruim 50 landen. In Nederland bestaat het assortiment uit standaard zuigelingenvoedingen en uit voedingen voor zuigelingen met voedingsproblemen. Over de gehele wereld doet zij omvangrijke onderzoeken, waarmee wordt bijgedragen aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van babyvoeding. Het hoofdkantoor is gevestigd in Glenview (USA). In Nijmegen staat een productieplant waar geproduceerd wordt voor Europa, Azië en Latijns Amerika. Voor de afdeling Quality Support zoeken wij naar een proactieve en ambitieuze Quality Coordinator External Manufacturing, verantwoordelijk voor het optimaal borgen van de kwaliteit van de eindproducten die door third parties worden geproduceerd zodat ze voldoen aan de strenge kwaliteitsen voedselveiligheidseisen van Mead Johnson Nutrition.
Consultant: Janneke van der Logt, telefoon 0317-468686 of 06-23637490
DIE DOOR ADEQUAAT INKOPEN EN PLANNEN HET VERSCHIL MAAKT
Coop Productiebedrijven BV is een succesvol en innovatief vleesproductiebedrijf in de Hanzestad Deventer. Onder de bedrijfsnaam Promessa opereert zij als een zelfstandige centrale slagerij voor meerdere retailformules . De productieorganisatie kent een ambachtelijk, door kwaliteit gedreven productieproces, in combinatie met een ultramodern geautomatiseerd logistiek systeem. Hierdoor kan de organisatie dagvers een uiterst compleet en onderscheidend assortiment leveren aan ongeveer 1.000 individuele supermarkten, met een maximale service-performance. Voor deze succesvolle organisatie zijn wij op zoek naar een gedreven Inkoper / Inkoopplanner die verantwoordelijk is voor een optimale beschikbaarheid van grondstoffen en ingrediënten tegen concurrerende condities. In bezit van relevante werkervaring met inkoop binnen de levensmiddelenindustrie, bij voorkeur binnen de vleessector of aanpalend.
Consultant: Dirk-Jan van Veldhuizen, telefoon 0317-468686 of 06-53137885
COMPLEXE VRAAGSTUKKEN OP HET RAAKVLAK VAN QA EN PROCES
Mead Johnson Nutrition is één van de grootste fabrikanten van zuigelingenvoeding ter wereld. Zij verkoopt meer dan 70 producten in ruim 50 landen. In Nederland bestaat het assortiment uit standaard zuigelingenvoedingen en uit voedingen voor zuigelingen met voedingsproblemen. Over de gehele wereld doet Mead Johnson omvangrijke onderzoeken, waarmee wordt bijgedragen aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van babyvoeding. In Nijmegen staat een productieplant waar geproduceerd wordt voor markten in Europa, Azië en Latijns Amerika. Kwaliteit, leverbetrouwbaarheid en efficiëntie spelen een belangrijke rol bij de productie. Voor de afdeling Quality Support zoeken wij naar een Quality Technologist, verantwoordelijk voor het optimaal borgen van de kwaliteit en hygiëne van de eindproducten zodat ze voldoen aan de strenge kwaliteits- en voedselveiligheidseisen en de Mead Johnson specificaties.
Consultant: Janneke van der Logt, telefoon 0317-468686 of 06-23637490
Bio+ Trading Company is het bedrijf achter Bio+, een betrouwbaar biologisch merk met een brede range lekkere producten van natuurlijke komaf. Boeren, tuinders en kwekers werken volgens strikte wettelijke regels, zodat de herkomst van alle producten 100% biologisch is. Bio+ wil hét biologische A-merk van Europa worden en het assortiment groeit in 2017 naar zo’n 250 SKU’s in verschillende DKW categorieën. Naast het A-merk kan BTC ook biologische producten onder private of fancy label bieden. Ter uitbreiding van het team zoeken wij voor deze ambitieuze en snelgroeiende organisatie een gedreven Account Manager die verantwoordelijk is voor het optimaal ontwikkelen en uitbouwen van de strategische relatie met een aantal (key) retail accounts in Europa. Deze professional neemt deel aan het opstellen van de commerciële strategie en effectieve en klantgerichte jaarplannen.
Consultant: Dirk-Jan van Veldhuizen, telefoon 0317-468686 of 06-53137885
Voor meer informatie zie onze website: www.dupp.nl of mail uw reactie naar: info@dupp.nl
Dit boek geeft een overzicht van alle voedingsmiddelen producerende bedrijven in Nederland. Daarbij zijn ook de handelsorganisaties/retail in kaart gebracht. Daarnaast bevat het boek alle organisaties en instellingen die van belang zijn voor de voedingsmiddelenindustrie en is het onderwijs en opleidingenaanbod voor de sector in kaart gebracht. Opgenomen zijn verder de toeleveranciers van machines, apparaten, toebehoren en diensten die actief zijn in of zich richten op de voedingsmiddelensector. Ook adviesorganisaties zijn vermeld.
Dit naslagwerk geeft een overzicht van leveranciers van grondstoffen, ingrediënten en additieven voor de voedingsmiddelenindustrie. Daarbij zijn de ingrediënten overzichtelijk in kaart gebracht naar functionele eigenschappen. Tevens geeft de Ingrediëntenwijzer een overzicht van de additievenwetgeving met uitgebreide E-nummerlijsten in vijf talen.
Als abonnee van VMT profiteert u van maar liefst 30% korting op extra exemplaren. Bestel nu deze uitgave voor uw relaties of collega’s en betaal slechts € 80,- ( i.p.v. € 114,95). Bestel een extra uitgave op vmt.nl/voedingsmiddelenboekkorting
Nieuws
6 Nieuws
32 Ingrediënten
33 Agenda
34 Colofon Terugblik Food Future Event
Het Food Future Event van VMT in Congrescentrum 1931 in Den Bosch trok
300 bezoekers. Een serie van vier artikelen
belicht dit congres.
10 Food Future Event in vogelvlucht
12 Ketenbeheersing dit jaar topprioriteit
16 Minerale oliën zijn hoofdpijndossier
20 Grenzen aan herformulering
Duurzaamheid & MVO
26 Diervriendelijke kip stevig in opmars
Marketing & Consument
30 ‘Consument rijp voor alcoholvrij bier’
Hersenspoeling is een langzaam en latent proces. Als je jarenlang zorgwekkende berichtjes leest over nare gezondheidseffecten van E-nummers, ga je daar vanzelf in geloven. Ik ben net als iedereen geïnfi ltreerd geraakt. Tegen beter weten in. Bij iedere cola light die ik voor mijn vrouw inschenk – en dat zijn er nogal wat –, vraag ik me af of E951 (aspartaam) nu echt ongevaarlijk is.
Het onderbuikgevoel wint het meestal van de feiten bij de consument. R&D-afdelingen wringen zich in allerlei bochten om E-nummers uit producten te weren omdat ze als gevaarlijk of onnatuurlijk worden gezien. En dan? Goed naar de consument geluisterd? Nee, want dat wordt gelijk afgedaan als een ‘slim marketingverhaal’. Dan maar uitleggen dat er niets mis is met E-nummers? Veel waardering heb ik voor de poging van microbioloog en NRC-columniste Rosanne Hertzberger met haar nieuwe boek Ode aan de E-nummers. Daarin legt ze uit waarom E-nummers en conserveermiddelen ons leven beter maken. Dat zou door de levensmiddelenindustrie veel meer moeten gebeuren: uitleggen wat je doet.
Ik besef direct hoe lastig dat is. Ik liet me op Facebook enthousiast uit over Hertzbergers boek en een vriend reageerde direct: “Heerlijk zo iemand die betaald wordt door de voedingsmiddelenindustrie. Ze geeft zelf aan dat er niets mis is met gesponsord onderzoek. Ja, natuurlijk is dat altijd helemaal objectief. Of te naïef voor woorden of ze wordt gewoon betaald.” We leven in een tijd waarin alles verdacht is, of je de E-nummers er nu uithaalt of juist het gebruik ervan verdedigt. Als producent kun je het niet goed doen. Hersenspoeling is niet met één boekje en een interview ongedaan te maken. Hersenspoeling is een langzaam proces, dus aan de slag.
Coca-Cola voegt de smaken framboos-limoen en limoen-munt toe aan de Chaudfontaine Fusion-lijn. Deze lijn is vorig jaar in mei gelanceerd in de smaken citroen en pompelmoes-cranberry. Coca-Cola constateert dat de waters een groot succes zijn en is ervan overtuigd dat het segment verder zal groeien. Het bruisend bronwater bevat twee calorieën per 500 milliliter. Voor de fruitsmaak zijn natuurlijke aroma’s toegevoegd.
...................................................................................www.coca-cola.com
Zwanenberg Food Group oriënteert zich op de toekomst van haar businessunit Fresh Foods. Ceo Ronald Lotgerink: “We hebben de afgelopen jaren een sterke groei doorgemaakt door klantfocus, innovatie en categorymanagement. Daardoor staan we nu voor de vraag hoe de versactiviteiten verder te ontwikkelen. Zwanenberg oriënteert zich breed op de mogelijkheden.” Volgens een woordvoerder wordt nadrukkelijk ook de optie van een verkoop onderzocht. De unit produceert gesneden vleeswaren, ambachtelijke snijpalen en delistukken.
...................................................................................www.zwanenberg.nl
Unicef sluit zich aan bij de Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding. Floris Italianer, directeur van de Hartstichting, zegt namens de alliantie blij te zijn met de aansluiting. “Samen willen we ervoor zorgen dat de regelgeving omtrent kindermarketing wordt aangescherpt, zodat promotie van ongezonde producten aan kinderen niet langer is toegestaan.”
....................................................................www.stopkindermarketing.nl
Green Protein Alliance (GPA) is sinds 21 maart o cieel een vereniging. Het bestuur bestaat uit voorzitter Bart Merkus, penningmeester René van den Cruijsem, secretaris Nicole Freid en bestuurslid Mark Kulsdom. Ze zijn werkzaam bij respectievelijk SoFine Foods, Alpro, HAK en e Dutch Weed Burger. GPA wil voor 2025 de Nederlandse consumptieverhouding van plantaardig en dierlijk eiwit verschuiven van 35:65 naar 50:50.
.....................................................................www.greenproteinalliance.nl
De kaasspecialiteitenlijn van Royal A-ware wordt uitgebreid vanwege de toenemende vraag naar premium speciaalkazen. Het bedrijf is op zoek naar 100 miljoen liter extra gangbare-, weide- of biologische melk uit de vijf noordelijke provincies om zowel nationaal als internationaal aan de groeiende vraag naar speciaalkazen te kunnen voldoen.
Eind 2018 moet de kaasspecialiteitenlijn in gebruik worden genomen. Het komende hal aar is nodig om de benodigde apparatuur te ontwikkelen en de lijn te integreren in de kaasmakerij.
................................................................................www.royal-aware com
• De meeste voedingsmiddelenbedrijven innoveren, maar vinden het lastig de Return on Innovation (ROI) te bepalen. Tien belangrijke innovatieprincipes worden in dit artikel op een rij gezet.
• De juiste technologie kan het verschil maken tussen winst en verlies in de zuivelindustrie, stelt Jan van Dellen, countrymanager Benelux bij Infor.
• Foodrecensent Mac van Dinther sprak beginnende koks tijdens de Food Professional Day toe. Deze dag stond in het teken stond van de mogelijkheden van zuivel. Hij riep restaurants op om meer groenten op het menu te zetten. “Supermarkten zijn er allang mee bezig en lopen voor op de koks.”
Breid uw abonnement uit naar een VMT optimaal abonnement en lees naast het vakblad alle informatie op vmt.nl
&samhoud food trapt in Nederland af met ijs van groente en fruit. De biologische ijsjes zijn ontwikkeld door twee-Michelinsterrenchef Moshik Roth van de onderneming. Het zijn de eerste ijsjes met groente en fruit in Nederland. De kok hoopt met deze nieuwe lijn te laten zien dat groente een essentieel onderdeel is van onze voeding.
Roth: “Het aanbod zit vaak vol suiker, vet en onnatuurlijke toevoegingen. &samhoud maakt ijs van biologische groente en fruit met honing als zoetmiddel.” De twee smaken die het ijs hee gekregen zijn komkommer-limoen en sinaasappel-wortel. Het is volgens het bedrijf positief beoordeeld door zowel kinderen als volwassenen. “De uitdaging met groentes is dat ze van nature minder zoet zijn. Daarom is in combinatie gezocht met fruit en een vleugje honing”, aldus Roth. Om Nederland te laten wennen aan minder suiker, is gekozen voor een lagere brix-waarde dan gemiddeld. De ijsjes bevatten slechts 27 en 31 kilocalorieën.
De productie van de foodindustrie steeg in 2016 met vier procent. Dat meldt ABN Amro. De bank verwacht dit jaar een beperkte invloed van de brexit op de export van voedingsmiddelen naar het Verenigd Koninkrijk. Pas volgend jaar worden eventuele gevolgen zichtbaar.
Voor de foodsector zijn Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk de belangrijkste afzetmarkten in Europa. Duitsland is verreweg de belangrijkste afzetmarkt. Het Verenigd Koninkrijk volgt op de derde plek en is goed voor 10 procent van de totale exportwaarde van voedingsmiddelen. Voor 2017 geldt dat ABN Amro geen daling verwacht voor de economie. De groei ligt in 2017 en 2018 lager dan in 2016, maar van een recessie zal geen sprake zijn. Voor het pond verwacht ABN Amro in 2017 een stabilisering, maar als in 2018 de gevolgen van een brexit duidelijker worden, zal het pond naar verwachting weer dalen. De invloed van de brexit op de export is a ankelijk van het pond, de consumenten-
bestedingen in Groot-Brittannië en het verloop van de onderhandelingen. De bank gaat uit van een zachte brexit, waarbij de onderhandelingen relatief soepel verlopen en de verhoudingen tussen EU en VK positief blijven. Dit betekent dat de invloed van
De Consumentenbond vroeg bijna 15.000 consumenten wat ze vinden van de informatie op voedseletiketten. Conclusie: veel consumenten storen zich aan onjuiste of verdraaide informatie op etiketten van voedingsmiddelen. Ze storen zich aan kletspraatjes en -plaatjes.
“Er moet een einde komen aan bewuste misleiding van consumenten via voedselverpakkingen” en “het wordt hoog tijd dat er iets aan wordt gedaan, we ergeren ons er al jaren aan”. Dat zijn twee voorbeelden van uitspraken van consumenten uit het onderzoek naar hun mening over voedseletiketten. De
Consumentenbond hee de resultaten gebundeld in het rapport Informatie op voedseletiketten. De bond ondervroeg begin dit jaar 13.835 panelleden en een groep van 1.005 consumenten. De laatste groep kreeg vragen, stellingen en voorbeelden voorgelegd van voedselverpakkingen die als misleidend kunnen worden ervaren. Ondervraagden uit beide groepen zeggen zich te ergeren aan de verpakkingen.
Panelleden waren nog iets kritischer dan de externe groep: zij voelen zich sneller op het verkeerde spoor gezet en vinden vaker dat er iets gedaan moet worden aan misleidende verpakkingen.
................................www.consumentenbond.nl
een brexit voor dit jaar beperkt zal zijn. In 2018 worden eventuele gevolgen duidelijker zichtbaar. De verkiezingen in Duitsland en Frankrijk zijn minstens zo belangrijk als de brexit. De Duitse economie staat er goed voor: de werkloosheid is gedaald en de consumentenbestedingen nemen toe.
ABN Amro verwacht voor 2017 en 2018 verdere groei. Wel zijn grote hervormingen uitgebleven, waardoor de vraag rijst wat er gaat gebeuren na de verkiezingen in september.
De Franse economie groeide in 2016 met 1,1 procent. De relatief hoge werkloosheid in Frankrijk zorgt ervoor dat de lonen nauwelijks stijgen. Hierdoor blij de economie wat achter. De Franse verkiezingen worden spannend. Het populaire Front National pleit voor uittreding uit de EU. Als zij de grootste wordt, kan dit verregaande gevolgen hebben voor de Franse en Europese economie en de export van Nederland. De kans dat dit gaat gebeuren is vooralsnog klein, denkt ABN Amro.
Demissionair staatssecretaris Martijn van Dam wil in de Nederlandse slachthuizen cameratoezicht. Aanleiding is het incident met het slachthuis in België, waar varkens ernstig werden mishandeld. Het toezicht moet zorgen voor transparantie en integriteit.
DSM heeft een nieuw biotechnologiecenter geopend in Delft. Het onderzoekscentrum is onderdeel van een investeringsprogramma van 100 miljoen euro dat DSM in 2013 in Nederland is gestart.
Het onderzoekscentrum moet de capaciteit van biotechnologisch onderzoek en ontwikkeling vergroten voor voeding, voedingsmiddelen, diervoeding, biobrandsto en, farma en biobased materialen. In het nieuwe centrum wordt gewerkt aan innovaties zoals de productie van fermentatieve steviolglycosiden. Hiermee wil DSM globaal aan de groeiende vraag naar suikerarme voedingsmiddelen en dranken tegemoetkomen.
Feike Sijbesma, ceo en bestuursvoorzitter: “In DSM’s nieuwe biotechnologiecenter werken onze wetenschappers aan oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen, zoals de wereldbevolking voorzien van goede voeding en het mogelijk maken van de transitie mogelijk naar een op bio-hernieuwbaar gebaseerde samenleving.”
Het nieuwe biotechnologiecentrum krijgt de naam Rosalind Franklin Biotechnology Center, als eerbetoon aan Rosalind Franklin (1920-1958). Deze wetenschapper hee een grote bijdrage geleverd aan de kennis en het begrip van de DNA-structuur. DSM wil hiermee hulde brengen aan alle vrouwelijke helden van de wetenschap.
In een gesprek met BNR-verslaggever Laurens Boven gaf hij aan dat twee van de acht slachthuizen in Nederland al camera’s hebben geïnstalleerd. “Het zou goed zijn als de andere zes dat voorbeeld volgen.” Daarnaast moet de NVWA volgens Van Dam toegang krijgen tot alle beelden om toezicht te houden. Communicatiemanager Dé van de Riet van de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) zegt dat de vleessector al druk bezig is met cameratoezicht. “Sterker nog, Van Dam hee cameratoezicht niet verzonnen, de COV is er al mee bezig”, zegt Van de Riet. “Het staat onder andere in onze toekomstvisie over transparantie en integriteit. Een uitwerking van dat paragraa e is dat wij gaan werken met middelen als cameratoezicht om te kijken of we extra waarborg kunnen bieden. We willen extra waarborg bieden naast alles wat er al gebeurt in de kwaliteitsprogramma’s en het toezicht, om te kijken of deze middelen een extra slot op de deur kunnen zijn. Bedrijven willen waarborgen bieden, om de consument alle garanties te geven dat wat in België is gebeurd in Nederland nooit kan gebeuren.”
.................................................................................www.rijksoverheid.nl
Crisp Sensation
Lucas Hendrikse is per april ceo van Crisp Sensatie. Hij gaat de wereldwijde groeifase van het bedrijf leiden. Samen met de herstructurering, die in januari werd aangekondigd, moet deze benoeming een antwoord zijn op de vraag naar gekoelde en diepgevroren gemaksproducten met een krokante korst.
www.crispsensation.com
Wageningse wetenschappers ontwikkelden een relatief goedkope techniek om vloeibare vetten vast te maken met behulp van eiwitten, zogeheten oleogels. Daarmee kunnen relatief ongezonde vetten in bijvoorbeeld koekjes en worstjes worden vervangen door gezondere vetten.
Harde vetten in onder meer boter bevatten veel verzadigde vetten en transvetten. Een teveel verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Aan de andere kant zorgen ze ervoor dat koekjes hun vaste structuur behouden, knapperig blijven en chocola niet smelt bij kamertemperatuur. Vet dat zacht of vloeibaar is bij kamertemperatuur, zoals plantaardige olie, bevat juist veel onverzadigd vet dat gezonder is. Daarmee is het echter lastig koekjes of chocola te maken.
Onderzoeker Auke de Vries slaagde erin om van vloeibaar vet (olie) een gel te maken zonder verzadigde vetten. Begin maart promoveerde hij aan de afdeling Fysica en Fysische Chemie van Levensmiddelen (FFCL) van Wageningen Universiteit. “Dit is de eerste keer dat het is gelukt deze zogenaamde oleogels te maken met eiwitten”, vertelt copromotor Elke Scholten van de afdeling FFCL. “Er zijn ook andere methoden om oleogels te produceren, maar die zijn relatief duur of ongeschikt voor gebruik in de levensmiddelen. Eiwit is een goed alternatief: het is gezond, ruim beschikbaar en goedkoper.”
De onderzoekers pasten de structuur van de eiwitten aan waardoor ze beter oplossen in olie. Door eiwitpoeder eerst in water op te lossen en dit geleidelijk te vervangen door olie, zal het niet gaan klonteren. Scholten wil de koekjes en worstjes voorleggen aan een groter testpanel. Als ze daar goed beoordeeld worden, kunnen ze volgens haar op korte termijn op de markt worden gebracht. In de toekomst wil Scholten nog uitzoeken welke types eiwitten zich nog meer lenen voor deze techniek. “Voor het promotie-onderzoek zijn wei-eiwitten gebruikt, een bijproduct van de kaasindustrie. Maar je zou ook gels van andere eiwitten kunnen maken. Zo kijken we momenteel naar plantaardige eiwitten uit aardappelen. Dat zou het product ook geschikt maken voor veganisten.”
................................................................................................www.wur.nl
Helicon MBO
Helicon MBO Helmond heeft
Cyrille van Bragt per 1 april benoemd tot directeur. Het college van bestuur heeft gekozen voor Van Bragt vanwege haar ruime ervaring in het onderwijs en haar strategische visie.
www.helicon.nl
Ferrero
Per 1 september krijgt de Ferrero Groep een nieuwe bestuursstructuur, met Giovanni Ferrero als executive chairman en Lapo Civiletti (foto) als ceo. Ferrero gaat zich richten op langetermijnstrategieën, nieuwe zakelijke richtingen en innovaties. Civiletti gaat zich bezighouden met alle activiteiten voor het behalen van resultaten op korte en middellange termijn.
......................................... www.ferrero.com
advertentie
Analyses: Allergenen (ELISA+PCR), voedingswaarde, mycotoxinen en andere contaminanten, microbiologie, microscopie, GMO, vleestypering, NIR enz.
Ook voor:
Labelcheck, verhandelbaarheidsrapporten, monstername en advies.
Hoe gaan we zorgen voor voldoende, veilig en gezond voedsel dat duurzaam wordt geproduceerd? Hoe gebruiken we technologie hierbij, maar ook de kennis van startups? Hoe gaat de foodsector het vertrouwen van de consument terugwinnen? Deze en nog veel andere vragen stonden centraal op het Food Future Event van VMT op 23 maart in Den Bosch. Op de pagina’s 13 t/m 23 diverse verslagen van de sessies. Op deze twee pagina’s een fotoverslag van een zeer geanimeerde dag met 300 bezoekers.
Dagvoorzitter Meike de Jong (r), bekend van RTL Nieuws, vraagt de voorzitters van de middagsessies een toelichting op de inhoud. Rene Koster, manager Businessdevelopment bij Holland Food Ventures, voor de microfoon over het belang van startups in food.
Een geanimeerde zaal van 300 toehoorders tijdens het plenaire programma over de onderwerpen innovatie, GFSI-versie 7, transparantie in de vleessector en productverbetering binnen de industrie. Aan het einde van de ochtend werd de Jaarprijs Goede Voeding bekendgemaakt.
Bert Urlings, director Quality Assurance and Product Assurance bij Vion Food Group liet zien hoe zijn bedrijf transparantie naar de consument tot in het extreme doorvoert. Het volledige slachtproces van varkens is voor consumenten te zien op de website.
Zoals het een goed foodevent betaamt was er een hoop te eten en te drinken. Niet in de minste plaats producten met plantaardige eiwitten erin verwerkt.
Marketingmanager Trix van der Vleuten van Honig (l) en haar collega Arjan Jongkees, hoofd R&D Kraft Heinz (r) over het weren van E-nummers uit de Honig-producten. “Een discussie met de consument over E-nummers kun je niet winnen.”
Tebodin gaf bezoekers van het Food Future Event de gelegenheid om door een virtuele fabriek te lopen.
Drukte bij de verschillende stands op het foodplein. Zo vonden de GoodBite Notenballetjes van Schouten Europe gretig aftrek. De balletjes waren een van de genomineerden voor de Jaarprijs Goede Voeding. Ze kunnen als vleesvervanger dienen bij de maaltijd of als hartige snack tussendoor worden gegeten.
Marjan de Bock-Smit (l), oprichter van Supply Chain Information Management (SIM), leidde de middagsessie over nieuwe technologie in de keten om productintegriteit beter te kunnen waarborgen.
Het Food Future Event is mede mogelijk gemaakt door:
Ketenbeheersing wordt topprioriteit in de voedingsindustrie. Dat bleek op het Food Future Event tijdens de sessie over standaarden. IFS en FSSC hebben hard gewerkt om integriteit en fraude in hun schema’s te integreren. En de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit laat straks bedrijven hun bezoekverslagen inzien via hun eigen My NVWA-account.
Ook tijdens de elfde editie van het Food (Future) Event was er veel aandacht voor standaarden, zowel voor voedselveiligheid als integriteit en duurzaamheid. Grote afwezige was de BRC, die eind vorig jaar is overgenomen door de LGC Group. De sessie met sprekers van IFS, FSSC en NVWA trok veel deelnemers.
Succesvolle opmars IFS
Directeur Stephan Tromp van International Featured Standards (IFS) zette de succesvol-
le opmars uiteen van zijn schema in Nederland en wereldwijd. Onder IFS vallen nu tien standaarden en programma’s waarvoor jaarlijks meer dan 20.000 certi caten worden afgegeven, waarvan ruim 93 procent in Europa. Bijna 83 procent daarvan wordt ingenomen door IFS Food; een stijging van zes procent ten opzichte van 2015. Sinds dit jaar kunnen voedingsmiddelenbedrijven zelf aangeven of ook de NVWA en andere voedselveiligheidsautoriteiten gegevens van hen mogen inzien, zoals de status van hun
certi caat en het auditrapport in de IFSdatabase. De NVWA stelt dit verplicht voor Ketenborging.nl.
IFS terug naar basis
“Bij versie 6 klaagden bedrijven en certicerende instellingen over te veel papierwerk en te weinig focus op de processen. Daaraan komen we in versie 7 tegemoet”, zegt de IFS-directeur. “We kiezen bij de audits voor een meer proces- en productgerichte benadering en gaan daarmee back to our roots De auditor krijgt een minder voorgeschreven werkwijze, waardoor hij e ciënter en risico-gebaseerder kan controleren.” Het accent verschui van papier naar werkvloer. Komend najaar vindt de publieke consultatie van de conceptnorm plaats. Eind dit jaar of begin volgend jaar verschijnt versie 7.
Met versie 7 krijgt integriteit verder vorm. IFS kiest niet voor een chain of custodybenadering, maar zet in op doorgronding van de risico’s van de grondsto en en de leveranciers daarvan. Tromp: “Ken al uw grondsto en en ingrediënten, de leveranciers en hun bedrijven en welke certi caten zij hebben en de scope daarvan. Weet wat er speelt in de markt. Ken de risico’s en hun impact op de productie en het nale product.” Deze boodschap zou nog menigmaal tijdens het Food Future Event te horen zijn. De integriteitsmodule is gebaseerd op drie
kernelementen: 1. Proces- en productintegriteitseisen die vertaald en samengebracht zijn in een checklijst. 2. Productspeci eke richtsnoeren die moeten zorgen voor diepte en uniformiteit van risicogestuurde audits. 3. Klantspeci eke eisen voor private labels die gebaseerd zijn op klantspeci caties. Eind vorig jaar lanceerde de schema-eigenaar de IFS Audit Manager (zie guur 1) in acht talen. Tromp hee er hoge verwachtingen van. “Wellicht kan deze app een nieuwe standaard voor interne audits worden.”
Geen blauwdruk
Ook FSSC worstelt met de vertaling van de eisen uit de GFSI Benchmark Requirementversie 7 naar het eigen schema. Technical director Aldin Hilbrands van FSSC: “Vanaf 1 januari 2018 moeten auditoren hiermee aan de slag.”
In een pilot ging FSSC na of de in zijn schema opgenomen fraude-eisen ook in de praktijk goed uitpakken en via audits te controleren zijn. De resultaten daarvan staan sinds februari op de FSSC-website. Hilbrands: “De kwaliteit van de kwetsbaarheidsanalyse (VACCP) is erg belangrijk.
Dat is nog wel een issue, omdat we in tegenstelling tot HACCP nog geen echte blauwdruk hebben voor zo’n analyse.” Om kwetsbaarheden te achterhalen, beveelt FSSC de Food Fraud Vulnerability Assessment (FFVA)-tool aan. “Ook daar moeten we nog heel veel leren, bijvoorbeeld wat de minimale uitkomsten van dergelijke
sten en welke beheersmaatregelen stel je in om de risico’s omlaag te brengen? Het zou mooi zijn als bedrijven dat niet allemaal zelf hoeven uit te vinden.”
Een andere belangrijke uitkomst van de FSSC-pilot was dat food defense en voedselfraude op dit moment nog onvoldoende zijn verankerd in het Food Safety Management Systeem (FSMS). “Bedrijven hebben bijvoorbeeld wel een deel van de kwetsbaarhedenanalyse gedaan en beheersmaatregelen uitgevoerd, maar bij de interne audits komt food defense of voedselfraude niet terug”, vertelde Hilbrands.
FSSC houdt in zijn in januari verschenen vierde versie met dit alles rekening en stelt drie belangrijke eisen die fraude moeten voorkomen: de verplichting om een kwetsbaarhedenanalyse te doen, beheersmaatregelen nemen op de gebieden waar je als bedrijf het meest kwetsbaar bent en een jaarlijkse beoordeling daarvan uitvoeren.
Agenda FSSC voor 2017
tools kunnen zijn”, aldus Hilbrands. “Hoe houd je bij wat er allemaal kan gebeuren? Hoe houd je grondstofprijzen bij als bedrijf of als industrie? Hoe houd je de ontwikkelingen in analytische technieken allemaal bij? Kortom, de industrie staat voor een enorme opgave!”
Indirect waarschuwde Hilbrands bedrijven niet al te zeer hun hoop te vestigen op de uitkomsten van de FFVA-tool. “Dan begint het pas, want hoe prioriteer je de uitkom-
“Prioriteit dit jaar zijn auditorcompetenties, de standaardisatie van de VACCP en daarvoor een minimumaantal punten bepalen waaraan bedrijven moeten voldoen”, zegt Hilbands. “Bij beheersmaatregelen moeten we best practices inbouwen en ketentransparantie regelen. Dat is cruciaal voor de kwetsbaarhedenanalyse.” Tot slot vroeg hij aandacht voor het onderkennen van nieuwe ontwikkelingen en voor het inbouwen daarvan in de kwetsbaarhedenanalyse. Voor een mkb-bedrijf is dat een bijna onmogelijke opgave. “Misschien ligt hier wel een rol voor de brancheorganisaties”, zegt Hilbrands. Een laatste grote uitdaging is uitwisseling van informatie: welke informatie over certicaten, supplychain en productintegriteitsissues delen we wel of niet met elkaar en hoe delen we die op een veilige manier.”
‘Op Mijn NVWA kunnen bedrijven straks hun beoordelingen inzien’
“Nu we Ketenborging.nl hebben geregeld en wij het aangepaste toezicht daarop moeten ontwikkelen en aan het inregelen zijn, wordt het tijd dat het bedrijfsleven de andere afspraken in gaat vullen die door de Taskforce Voedselvertrouwen zijn gemaakt”, hield Ria Westendorp, hoofd van de afdeling Toezichtontwikkeling bij de NVWA, haar toehoorders voor. “En dat waren er nog al wat.”
Een belangrijke afspraak is volgens haar dat bedrijven alleen nog maar zaken doen met andere bedrijven in de keten die ook zijn aangesloten bij een geaccepteerd kwaliteitszorgsysteem. “Weet u waar de keten begint en uit welke schakels die bestaat? Zit daar misschien een zwakke schakel tussen? Moet u daar misschien extra vragen over stellen? Wat moet u met de informatie dat een schakel wellicht fraudegevoelig is? Moet die keten soms korter? Of als die lang is, is die dan transparant genoeg?”
Bij het nemen van maatregelen en het actief uitwisselen van informatie kunnen volgens Westendorp nog inke stappen worden gezet. “Pas als de hele keten gesloten is, kan de NVWA volledig vertrouwen op de systemen.”
Melden verdachte partijen
Verdachte partijen niet kopen is volgens
Westendorp niet genoeg. “Zulke partijen vinden uiteindelijk een plek in de markt en vormen een risico. Niet voor het eigen bedrijf, maar wel voor de branche en soms zelfs voor de hele sector. Meld die partijen bij de NVWA, zoals in de Taskforce is afgesproken. We kunnen veel meer informatie met elkaar delen. Dat is nog een beetje trial-and-error, maar wij willen zeker luisteren naar wensen van het bedrijfsleven.”
Dat informatiedelen kan de NVWA ook doen door haar bezoekverslagen naar het bedrijf te sturen, werd opgemerkt vanuit de zaal. “Daar zijn we mee bezig”, antwoordde
Westendorp. “We willen toe naar een soort Mijn NVWA waar bedrijven onze bevindingen kunnen lezen. Dat systeem zijn we nu aan het bouwen.”
Een andere vraag uit de zaal was of voedsel-
veiligheid op termijn niet onder de paraplu van integriteit gaat vallen. Hilbrands (FSSC) antwoordde bevestigend. “Integriteit raakt de hele onderneming, dus ik denk dat we daarom die kant wel opgaan. Of we daar over vijf jaar al zijn…”
Nieuwe versies GFSI
GFSI publiceert nog voor de zomer versie 7.1 van zijn Benchmark Requirement, maakte GFSI-vicechair Anita Scholte op Reimer tijdens het Food Future Event bekend. In 7.1 worden auditorvaardigheden en FDA-wen-
sen aangescherpt respectievelijk opgenomen. “We zijn met de FDA al heel ver om te bereiken dat zij bij hun toezicht op de FSMA rekening gaan houden met het hebben van een GFSI-erkend certi caat”, gaf Scholte op Reimer aan. “De gesprekken lopen goed. De GAP-analyse leverde negen wensen op, waarvan er zeven al zijn verwerkt in 7.0. De twee laatste worden opgenomen in 7.1.” De twee aanpassingen bestaan uit twee woorden, een in de paragraaf Food Safety Legislation en een in paragraaf 15.3 (zie de presentatie op www.vmt.nl). In de Benchmark Requirements 7.2 die eind dit jaar verschijnt, staan volgens Scholte op Reimer onder andere fraude-eisen voor logistiek en opslag en hoe zal worden omgegaan met multisite-bedrijven, met name foodservice en winkels, maar ook bedrijven in de primaire sector en sommige fabrikanten. Moet iedere site worden gecontroleerd of wordt volstaan met een steekproef?
‘De VACCP updaten is voor het mkb een bijna onmogelijke opgave’
Japanse sesam
Soy - Teriyaki variaties
Green & Thai curries
Sambal Manis - Trassi
Kafi r - Kimuchi
Ginger & Lime
Yama is dé specialist op het gebied van oosterse smaken. Inspiratie en vakmanschap zijn ingrediënten die onze sauzen een eigen karakter geven.
YAMA, Your silent partner in famous food
YAMA PRODUCTS B.V.
+31 (0)30 240 80 30 YAMA.NL
Minerale oliën blijven ongrijpbaar. Wat zijn de beste analysemethoden voor detectie en hoe schadelijk zijn MOAH en MOSH nu eigenlijk echt? Een eenduidig antwoord hierop is nauwelijks te geven. “Ik ben blij dat foodwatch minerale oliën heeft gemeten. Dat wordt te weinig gedaan”, zei wetenschapper Ulphard Thoden van Velzen tijdens het Food Future Event.
In het najaar van 2015 bracht foodwatch naar buiten dat veel pasta’s, rijst, corn akes en andere voedingsmiddelen besmet zijn met resten van minerale oliën. Uit onderzoek van de consumentenorganisatie bleek
dat 51 procent van de 120 producten, gekocht in winkels in Nederland, Duitsland en Frankrijk aromatische koolwatersto en uit minerale oliën bevatten (MOAH). Bron van besmetting waren volgens foodwatch verpakkingen van gerecycled papier. Een jaar later testte foodwatch huismerkproducten van Albert Heijn, Lidl, Aldi en Jumbo en vond daarin naast MOAH ook MOSH, verzadigde koolwatersto en uit minerale oliën. Afgelopen zomer haalde
foodwatch uit naar Kra Heinz: de fabrikant zou weigeren minerale oliën uit zijn verpakkingen Brinta en Dora Honig te halen. Niet veel later kondigde Kra Heinz aan over te stappen op een verpakking met beschermende binnenlaag. Inmiddels staan minerale oliën hoog op de agenda van voedingsbedrijven en retail, maar wat ze ermee aan moeten is ze nog niet duidelijk. Hoe gi ig zijn die kleine hoeveelheden mineralen oliën nu eigenlijk? Hoe meet je MOSH en MOAH? En hoe kunnen ze in het product komen?
MOSH en MOAH
Ook na tientallen jaren van onderzoek valt geen zinnig antwoord te geven op de vraag hoe gevaarlijk MOSH en MOAH precies zijn. “MOSH hoopt zich op in het menselijk lichaam en van MOAH zijn er enkele carcinogeen. Kortom, we weten het niet”, is de reactie van Ulphard oden van Velzen van
Wageningen UR. Wat het lastig maakt, is dat er geen drempelwaarde is ingevuld waarboven de identiteit en toxicologie van alle migranten bekend moet zijn, vertelt de chemicus. EFSA stelde in 2012 dat er wel enige reden is tot zorg, maar vond een nieuwe normstelling niet nodig. Ook in Nederland ontbreekt een norm. Foodwatch oefent wel druk uit op de regering om met een normstelling te komen. Wel staat er in de Nederlandse Warenwet dat de totale migratiewaarde onder de 60 milligram per kilogram product blijven. “Van de 36 producten in Nederlandse winkels die foodwatch onderzocht, voldeden 35 hieraan”, vertelt de Wageningse wetenschapper.
In 2009 werd al ontdekt dat oud papier een belangrijke bron is van minerale oliën. Hoewel het om lage concentraties gaat, mag je je best een beetje zorgen maken over wat er in oud papier zit, vindt oden van Velzen. Omdat het ophalen hiervan gebeurt via een gesloten systeem, kunnen allerlei ongewenste sto en zich gemakkelijk opstapelen. “Omdat er geen ontinkting plaatsvindt, blijven sto en zoals minerale oliën in het papier zitten. Ze kunnen vervolgens in verpakkingen terechtkomen.” Ook karton uit Azië bevat veel verboden inkten, gee hij aan. Het gebruiken van nieuwe vezels in verpakkingen in plaats van gerecyclede biedt volgens hem lang niet altijd een oplos-
‘Laten we samen een methode ontwikkelen en die valideren’
sing. Migratie verloopt dan via de gasfase: vanuit de omgeving, omverpakking en verpakking zo het levensmiddel in. “Minerale oliën lossen liever op in voeding dan in de verpakking. Zeker als het voedingsmiddel een beetje vettig is.”
Er zijn diverse analysemethodes om MOSH of MOAH te meten, waarvan die van het Bundesinstitut für Risikobewertung (BfR) zo’n beetje geldt als de standaard. “Maar ook de NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is bezig een methode te ontwikkelen”, zegt Marcel de Vreeze, senior standardizationconsultant van het Nederlands Normalisatie Instituut NEN. Een methode die hij er graag uitlicht, is de Europese CEN-norm (EN 16995:2017) die binnenkort beschikbaar is. Aanleiding voor de ontwikkeling van deze norm was een partij vervuilde zonnebloemolie uit Oekraïne. Na tests bleek in de partij 4 tot 197 mg/kg MOSH te zitten en 2 tot 51 mg/ kg MOAH. Voordeel van de methode is dat ze ook lage gehaltes minerale oliën kan detecteren. Nadeel is dat er geen bewijs is dat CEN toe te passen is op andere producten dan plantaardige olie, mayonaise en margarine. Ook valt niet te bepalen wat de herkomst van de MOSH en MOAH is.
“Daarnaast is het niet mogelijk om met CEN het verschil te zien tussen MOSH en
MOAH en andere componenten. We noemen dit false positive”, zegt De Vreeze. Hij toont een chromatogram waarin een duidelijke piek zichtbaar is. Dit kan duiden op minerale oliën, maar dat hoe niet. “Zo’n piek hoe dus niet te betekenen dat een product MOSH of MOAH bevat. Bij verkeerde interpretatie kan dit dus wel leiden tot een overschatting van de hoeveelheid minerale oliën”, gee de Vreeze aan. Hij raadt aan bij twijfel een andere analysetechniek te gebruiken.
De huidige analysemethodes hebben alle een beperking, constateert de consultant. Hij vraagt zich af of er niet één analysemethode moet komen voor minerale oliën. “Laten we samen een methode ontwikkelen en die valideren.” Ook de voedingsindustrie bij monde van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) steunt het streven om een bruikbare meetmethode op te stellen. Om aan te geven dat zo’n meetmethode hard nodig is, wijst Geert de Rooij, manager Levensmiddelenwetgeving en Voedselveiligheid bij de FNLI, graag op de inconsequenties van het foodwatchonderzoek uit 2015. Daarin staat dat een pak Uncle Ben’s rijst 2,4 mg/kg MOSH bevat, terwijl het Duitse pak rijst van Uncle Ben’s 0,9 mg/kg bevat. “Waarom is die Nederlandse waarde zo groot? Het gaat om
hetzelfde product, dezelfde verpakking en hetzelfde merk. En foodwatch wil zijn laboratoria of analysemethode niet onthullen.”
Van alle oplossingsroutes om de migratie van minerale oliën tegen te gaan, verwacht oden van Velzen het meest van het gebruik van adsorptiemiddelen. Dit hee vrijwel direct e ect. Ook het gebruik van barrières sorteert in 50 tot 90 procent van de gevallen direct e ect. Verder ontwikkelt de FNLI een toolkit voor risicoclassi catie: waar zitten de risico’s en wat kan het bedrijf het beste doen? Intussen gaat het onderzoek naar MOSH en MOAH door. Het Top Instituut Food & Nutrition (TiFN), het Kennis Instituut Duurzaam Verpakken en TNO gaan er de komende jaren onderzoek naar verrichten. Ook de overheid is een onderzoek begonnen waarvan de resultaten nog dit jaar of in 2018 bekend worden.
• MAURICE DE JONG •
Het Akkoord Productverbetering zorgde in verschillende productcategorieën al voor een verlaging van het gehalte aan zout, vet en suiker. Maar hoe verhouden de Nederlandse activiteiten zich ten opzichte van andere Europese landen? En is in sommige categorieën de grens bereikt?
De Jaarprijs Goede Voeding ging dit keer naar de Courgettespaghetti, Bloemkoolrijst en Broccolirijst van Koninklijke Vezet en Albert Heijn (zie kader). Deze winnaars lieten de boerenkoolburger van SoFine/ Jumbo en de notenballetjes van Schouten achter zich. Het winnende product willigt vele wensen van overheid en voedingsvoorlichting in: het verhoogt groenteconsumptie, gaat voedselverspilling tegen door het
gebruik van de stronk en draagt niet bij –de bereidingswijze door de consument daargelaten – aan een hoge inname van zout, vet en suiker. Producten die hier wel aan bijdragen, kunnen deze gehaltes verlagen door mee te doen aan het Akkoord.
In Nederland is het Akkoord Productverbetering een samenwerkingsverband tussen
industrie, overheid, retail en horeca. Maar op de schappen liggen ook producten uit het buitenland. “Het is daarom belangrijk dat het buitenland ook meedoet”, vertelt Letteke Boot, senior beleidsmedewerker bij het ministerie van VWS tijdens haar presentatie op het Food Future Event. Productverbetering was daarom een van de speerpunten tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU. Begin vorig jaar organiseerde het ministerie van VWS, samen met EZ, een bijeenkomst over dit thema. “Belangrijk was dat niet alleen gezondheidsvertegenwoordigers uit alle lidstaten aanwezig waren, ook de Europese Commissie was present op het gebied van interne markt, bedrijfsleven en ngo’s. Dat we moeten samenwerken is bij iedereen doorgedrongen.” Tweeëntwintig landen, vier grote Europese sectororganisaties van levensmiddelenbedrijfsleven en vier ngo’s hebben een Roadmap for Action gesteund. Vervolgens zijn met alle EU-lidstaten Raadsconclusies aangenomen waarin onder andere is afgesproken dat elk land eind 2017 een nationaal plan van aanpak voor productverbetering hee . “Nederland hee zo’n plan al met het Akkoord Productverbetering. We horen dat veel landen daar nu mee bezig zijn.”
Landen hebben ook afgesproken ten minste elke twee jaar te rapporteren over de voortgang van productverbetering. Voor suikerreductie is een benchmark afgesproken van
10 procent verlaging. “Om de monitoring te verbeteren en vergelijking tussen landen gemakkelijker te maken, wordt hiervoor een blauwdruk ontwikkeld”, vertelt Boot. “Frankrijk coördineert dit, omdat het een goed en eenvoudig toepasbaar systeem hee .” In een andere werkgroep worden benchmarks die lidstaten hebben op een rijtje gezet. Het is nog een hele uitdaging om die informatie vergelijkbaar te maken, maar alleen het verzamelen levert al veel inzicht op.
De beweging in de EU levert Nederland ook al wat op, vertelt Boot. Tijdens de Nationale Voedseltop beloofde de frisdrankenindustrie om in de periode tot 2020 nog eens 5 procent extra, bovenop de 10 procent, caloriereductie te bereiken. “Er is meer beweging in de landen om ons heen, en dat zien we ook in Nederland terug.”
Uit de zaal komt de vraag of calorie- of zoutreductie niet wettelijk moet worden vastgelegd. Organisaties zoals foodwatch vragen daar om. Boot meldt dat dit aspect in aanloop naar het Europese voorzitterschap gepeild is, maar dat er geen draagvlak is voor gezamenlijke wetgeving op Europees niveau. “Dat is wel de horizon waar we naar toe moeten werken. Wetgeving op nationaal niveau hee vanwege de internationale en interne markt veel nadelen.” Het zoutgehalte in brood is in sommige landen wel
wettelijk geregeld. De industrie vraagt om een gelijke aanpak. “Anders moeten ze in 28 landen iets anders doen,” legt Boot uit. De situatie in de landen is ook erg verschillend. Ze gee een voorbeeld. “In Hongarije is de overheid verantwoordelijk voor de scholen. Zij kan zeggen: ‘Wij betalen, dus we kunnen eisen stellen aan de maaltijden op scholen.’ Zo werkt dat in Nederland niet.”
De treurige geschiedenis van het Vinkje kwam aan bod in de lezing van Henrieke Crielaard, manager Voeding en Gezondheid bij het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL). Doordat de consument het Vinkje niet begreep, is het uiteindelijk gesneuveld. De voedingsapp die het Vinkje gedeeltelijk moet vervangen, wordt nu volop getest en gaat waarschijnlijk in het najaar live. “Iedereen is nu druk bezig het logo van de verpakkingen te halen”, meldt Crielaard. In de zaal wordt over het logo wisselend gedacht. Peijenburg-directeur René Groen vindt het jammer dat het ver-
dwenen is. “De eisen waren gebaseerd op wetenschappelijke inzichten en boden ons een houvast bij de verbetering van onze producten.” Directeur Bart Merkus van SoFine, een van de genomineerden voor de Jaarprijs Goede Voeding, vindt het prima dat het Vinkje is verdwenen. “Wij zijn bij SoFine niet met vinkjes bezig. Onze focus richt zich op plantaardige voeding, zoals de boerenkoolburger. Dat is lekker en gezond eten en zorgt voor een goede toekomst voor onze kinderen.” Voor productontwikkelaar Wouter Schouten van Schouten Europe, genomineerd met de notenballetjes, waren de criteria van het Vinkje wel een goed streven om naar toe te werken. “Maar bij vleesvervangers is naast smaak, vooral bite en textuur erg belangrijk.” Dat beaamt ook Merkus.
De discussie over een alternatief voor de verdwenen richtlijnen van het Vinkje
‘Of het rijst mag heten? We noemen het bewust bloemkool als alternatief voor rijst’
“Nu moeten jullie niet allemaal naar de supermarkt rennen om bloemkoolrijst te kopen. Anders hebben we een tekort aan stronken,” zegt Menno Bron van Koninklijke Vezet met een knipoog. De winnaar van de Jaarprijs Goede Voeding geeft aan dat het houdbaar houden zonder toevoegingen de grootste uitdaging was bij de ontwikkeling van de producten. Daarnaast was ook de vraag, zeker vanuit Albert Heijn, hoe de producten onder de aandacht van de consument gebracht konden worden.
De vraag uit de zaal of er nog veel discussie was of de term bloemkoolrijst misleidend was, werd bevestigd. “We noemen het bewust bloemkool als alternatief voor rijst. We willen de groenteconsumptie van de consument verhogen. Door dicht bij het originele product te blijven, hadden we een goed ‘haakje’ voor de communicatie. We hebben uitgezocht of de term gebruikt mag worden.” Een aantal mensen uit de zaal gaf aan dat ze de nieuwe producten van Vezet al hadden geprobeerd, maar nog wel behoefte hadden aan recepten. Daar gaat Albert Heijn meer aandacht aan besteden. Ook komt er in het voorjaar een nieuwe variant bij.
‘Het buitenland moet meedoen aan productverbetering’
loopt nog. Het luistert nauw naar wat je weergee in een logo, beaamt Boot. “Zes gram is een maximum. Je wilt niet dat de indruk wordt gewekt dat consumenten zes gram zout per dag móeten consumeren. Verder wil je voorkomen dat ze de hele dag aan het rekenen zijn. Sommige consumenten moeten extra opletten, maar niet allemaal.”
Sessievoorzitter Annet Roodenburg oppert dat misschien een Schijf van Vijf-logo als alternatief op verpakkingen kan.
Wennen aan andere smaak Los van het Vinkje zijn veel bedrijven aan de hand van het Akkoord hun producten aan het verbeteren. Crielaard vertelt hoe dat proces in elkaar zit voor bijvoorbeeld suikerreductie in de categorie zuivel. “We kijken op welk nutriënt of welke nutriënten we willen inzetten en welke variatie er tussen vergelijkbare producten is. We bekijken wat het gemiddelde is en wat het maximumgehalte zou moeten zijn als we het gemiddelde met een bepaald percentage
willen laten dalen. Daar stellen we een aantal scenario’s voor op. Met deze gehaltes gaan bedrijven terug naar hun R&D-afdeling om te vragen of deze scenario’s haalbaar zijn. Daarna stellen we vast welke reductie haalbaar is en waar we op in gaan zetten. Sommige bedrijven moeten wel 30 procent suiker uit hun producten halen. Soms zijn dit kleine mkb-bedrijven die de kennis missen voor herformulering. We willen ook niet dat door een te scherpe vereiste reductie een heel schap aan de kant wordt geschoven.” Crielaard gee wel aan dat de eisen die het CBL stelt, ook gelden voor buitenlandse bedrijven die huismerken maken. Over buitenlandse merkproducten hee de retail geen zeggenschap.
“Die kunnen we als retail niet weigeren omdat we anders in de problemen komen met de Autoriteit Consument en Markt (ACM).” Ze gee aan dat het samenwerkingsverband nu bezig is met verlaging van de in het Akkoord gestelde nutriënten in frisdranken, zuivel, vleesconserven en vleesbereidingen. “Dit jaar komen ook diepvriesproducten, pizza’s, ontbijtgranen, hartige broodjes, smeerkaas en groenteconserven aan bod.” Annet Roodenburg vraagt of deze manier van reductie bereiken wel de juiste weg is. “Ja, een gezamenlijk aanpak werkt, omdat consumenten een breed aanbod krijgen van producten met minder zout en verzadigd vet. Daardoor wennen zij
aan een andere smaak. Het gaat misschien wat minder snel dan we willen, maar het is een brede beweging.”
Crielaard merkt ook dat bedrijven er nu een stapje er bovenop doen na een eerste reductie. “Bij zuivel bijvoorbeeld. Na een eerste stap wordt gezegd: we kunnen wel meer reductie bereiken.” Waar de sector wel tegenaan loopt is dat ze het niet kan communiceren. “Vanwege de Claimsverordening mogen we dat pas vanaf een verlaging van 20 tot 30 procent. Terwijl we soms ook bij kleinere reducties aan de consument willen uitleggen dat het product verbeterd is en misschien iets anders smaakt.”
Nog een vraag uit de zaal: hoe kiezen jullie een categorie die aan de beurt is? “Dat is een combinatie van de zaken. We kijken naar producten die veel gegeten worden en waar nog inke stappen mogelijk zijn. Soms zijn er ook nog wensen van de Tweede Kamer.”
Peijnenburg-directeur René Groen memoreert nog aan ‘de goede oude tijd’ van Sonja Bakker, waarin een plakje ontbijtkoek werd gezien als een gezond tussendoortje. Het
bedrijf merkte vooral in Nederland een toegenomen aandacht voor minder suiker. Het zocht uit of het een blijvertje of een hype was en of het een grote of niche markt zou zijn. Uit het onderzoek bleek het zowel een blijvertje als een grote markt te zijn. Dit resulteerde in de ontwikkeling van Peijnenburg Zero. De reguliere variant werd eveneens aangepakt. Om een Vinkje te krijgen – ook in de goede oude tijd – zou
toegestaan, in de toekomst niet meer te plaatsen op de voorzijde van de verpakking. Daarop komen alleen de kilocalorieën per portie te staan. “We willen niet iets suggereren wat tot discussie kan leiden, bijvoorbeeld over de aard van de gebruikte vezel.” Peijnenburg Zero is tot nu toe een groot succes gebleken. “Ondanks dat Zero duurder is dan de reguliere variant, verkoopt de koek zonder toegevoegde suikers toch goed. Het wordt bijna ons nieuwe normaal.”
Grens aan zoutreductie
het gehalte toegevoegde suikers per portie van 40 naar 20 gram moeten gaan. Dat is ook nu nog een te grote stap. Het streven is de komende jaren hier naar toe te groeien. Het bedrijf probeert ook de ingrediëntendeclaratie zo transparant mogelijk te houden ten opzichte van zijn concurrenten en gaat nadrukkelijk de discussie aan met het publiek via bloggers. Daarnaast hee Peijnenburg ervoor gekozen om claims zoals ‘bron van vezels’, die wettelijk zijn
Algemeen secretaris Richard van der Kruijk van de Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie (VNV) gee aan dat eten voor de consument bijna een last is geworden. “Je moet eten wat je niet wilt, drinken wat je niet lust en bewegen terwijl je er geen zin in hebt.” Van der Kruijk wijst op het feit dat de vleeswarensector, na brood, de tweede was die een convenant afsloot. Hij gee aan dat de bedrijven eerst hebben gekeken naar de marktvraag en daarna naar de normen. “Vervolgens hebben we bij de retail aangegeven dat we die normen ook wel terug willen zien in de tenders.” De vleeswarensector hee onderzocht hoe de spreiding in zout aangepakt kan worden, met voedselveiligheid als absolute voorwaarde. “De druk kwam te liggen bij bedrijven boven aan de spreiding.” In twee jaar tijd hee de vleeswaren industrie 21 procent zoutreductie en 9 procent reductie in verzadigd vet weten te bereiken. Van der Kruijk benadrukt dat uitdagingen op het gebied van zoutreductie prima zijn, maar dat aan de zorg voor een voedselveilig product niet valt te tornen. De secretaris zegt dat er geen causaal verband is tussen herformulering en listeria, maar dat hij wel ziet dat er steeds meer recalls vanwege listeria zijn. “We moeten daarom niet te lichtzinnig omspringen met herformuleren.” • DIONNE IRVING
‘Wij zijn bij SoFine niet met vinkjes bezig’Richard van der Kruijk, algemeen secretaris van de VNV: “Eten is voor de consument bijna een last geworden”.
Het Food Law Event op dinsdag 20 juni is dé jaarlijkse bijeenkomst waar u op het gebied van levensmiddelenwetgeving kennis kunt uitwisselen en netwerken. De belangrijkste thema’s van deze editie: informatievoorziening, etikettering en misleiding, communicatie over voeding & gezondheiden het voorkomen of beperken van schade door recalls.
WAT KUNT U VERWACHTEN?
• Een update van de laatste ontwikkelingen in levensmiddelenwetgeving tijdens een plenair ochtendprogramma. Bijdragen van onder meer VWS en NVWA en vanuit de industrie.
• Een middagprogramma met drie inhoudelijke parallelsessies met sprekers vanuit het bedrijfsleven, de overheid, de advocatuur en experts
• Parallelsessie gehost door Axon Advocaten over communicatie over voeding & gezondheid zonder gebruik van medische claims
• Parallelsessie gehost door AKD over het voorkomen of beperken van schade door recalls
• Parallelsessie gehost door Loyens & Loeff over etikettering en misleiding.
VOOR WIE?
De bijeenkomst is bestemd voor directies en management van bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie, regulatory affairs, kwaliteitsmedewerkers, productontwikkelaars, beleidsmedewerkers, belangenbehartigers, rechtsprekende organen en raden, advocatenkantoren, toezichthouders en adviseurs.
Als VMT-abonnee ontvangt u € 100.korting
Dit geldt ook voor relaties van Axon, AKD en Loyens & Loeff!
PRIJZEN
VMT-abonnees € 295,-
Relaties Axon, AKD en Loyens & Loeff € 295,-
Regulier tarief € 395,-
Student € 50,-
PROFILEREN?
Het evenement, waar zo’n 150 professionals uit de voedingsmiddelenindustrie op af komen, wordt hoog gewaardeerd. Wij bieden verschillende mogelijkheden om uw organisatie tijdens en/of rond deze bijeenkomst te profileren. Neem voor vrijblijvend advies contact op met onze media-adviseurs:
Monique van Neutegem
m.neutegem@mybusinessmedia.nl
+316 50 44 94 02
Anneloes Veerman a.veerman@mybusinessmedia.nl
12 70 70 14
Diervriendelijker kipconcepten hebben in de schappen van grote supermarkten zoals Jumbo en Albert Heijn hun reguliere soortgenoten definitief verdrongen. Dat is de verdienste van de retailers zelf, maar het is nog meer te danken aan pioniers als pluimveehouders Ardi en Willy van Erp uit Sint Anthonis. Zij staken hun nek uit en namen risico’s. “Mede door Wakker Dier kwam alles in een stroomversnelling”, zegt Ardi van Erp.
Zo’n tien jaar geleden graasden er in de weiden van de familie Van Erp in het Brabantse
Sint Anthonis tachtig melkkoeien. Ook was de kippenschuur een stuk voller en liep er
Jumbo heeft de Nieuwe Standaard Kip en Albert Heijn de nieuwe AH Kip: dat zijn diervriendelijke concepten, waarbij het pluimvee onder andere meer ruimte krijgt in de stal. Reguliere verse kipproducten zijn bijna niet meer te krijgen in de Nederlandse supermarkten.
“Het is heel hard gegaan. Sneller dan verwacht”, zegt directeur Gertjan Oplaat van Nepluvi. “Supermarkten speelden in op de discussie over gangbare kippen door te komen met diervriendelijke concepten.
Iedere retailer stelt zijn eigen eisen en hanteert andere concepten om zich te kunnen onderscheiden.”
Albert Heijn zegt zich verantwoordelijk te voelen voor dierenwelzijn en duurzaamheid en biedt daarom de nieuwe AH Kip als
standaard aan. “Maar wij bieden klanten ook de keuze om voor een nog duurzamer alternatief te kiezen, zoals scharrelkip en biologische kip”, zegt AH-woordvoerder Erik Lückers. Hij zegt ontwikkeling in volume en omzet te zien voor alle diervriendelijke kipconcepten van Albert Heijn zonder specifieke cijfers te noemen. Lückers vertelt dat Albert Heijn onlangs nog scharrelproducten heeft toegevoegd aan zijn assortiment. “Ook hebben we een mooie stap gezet in dierenwelzijn door ook onze scharrelkippen die volgens het 1 ster Beter Leven Keurmerk worden gehouden early feeding te geven. Dat zorgt voor sterkere kuikens en daardoor minder gebruik van antibiotica.” Normaal gesproken krijgen kuikens pas voer als ze op het pluimveebedrijf aan-
een ander ras rond. Hoe anders is dat anno 2017. De pluimveeaantallen namen in 2006 eerst drastisch af van 18.000 naar een kleine 11.000. In 2013 bouwde de familie er een stal bij, waar 21.500 scharrelkippen in worden gehouden. Het totaal kwam daardoor uit op 32.000. Ondertussen besloot het boerenechtpaar in 2008 de nitief te stoppen met melkvee. “We hebben toch geen opvolgers”, zegt Ardi van Erp (54). Haar man Willy van Erp (56) knikt instemmend.
komen. Ze zijn dan nul tot drie dagen oud en leven op de eierdooier. Bij early feeding is er meteen water en voer als het kuiken uit het ei kruipt. Daardoor wordt het vitaler. Volgens Oplaat ligt het aandeel van de verkopen aan diervriendelijker kipconcepten –scharrel en biologisch – rond de 20 procent van het totaal en is dat groeiende.
‘We gebruiken al tien jaar geen antibiotica meer’
Overstap naar scharrelkip
Het stel besloot zich vanaf 2006 volop te richten op de diervriendelijke kippenhouderij. Dat betekende in de eerste plaats dat de vogels meer ruimte kregen. Destijds betekende dat een groot risico: minder kippen en een forse extra investering in de stal. Dat zou ook nancieel wel eens verkeerd kunnen uitpakken. Maar de Van Erps voelden de tijdsgeest goed aan: er begon een andere wind te waaien in Nederland. Consumenten hadden wel oren naar vlees van diervriendelijk gehouden kippen. De oprichting van de Partij voor de Dieren in 2002 was een duidelijk signaal van dit groeiende bewustzijn. In Sint Anthonis scharrelen de witte kippen vrij rond en komen ze af en toe via een luikje een frisse snavel halen. De stal van de Van Erps bevat namelijk een overdekte buitenuitloop en er komt veel daglicht binnen. Groen windbreekgaas voorkomt dat het pluimvee in direct contact komt met de buitenlucht. Belangrijk, want je weet nooit wat voor ziektes wilde vogels mee kunnen brengen.
Ander kippenras
Toen de familie Van Erp tien jaar geleden begon met de Volwaard-kip die later de naam scharrelkip kreeg, konden consumenten kiezen uit biologische en reguliere kip. Scharrelkip was er nog niet, herinnert Ardi
groeiend, robuuster en beweeglijker dan het pluimvee dat ze eerder hadden. “Deze kip doet er acht weken over om het eindgewicht van 2.350 tot 2.400 gram te bereiken. De reguliere kip doet er twee weken korter over en de biologische kip weer drie tot vier weken langer”, legt Willy van Erp uit.
van Erp zich. Landbouworganisatie ZLTO, pluimveeverwerker Plukon – toen nog Astenhof –, Coppens Diervoeding, de Dierenbescherming en diverse retailers vroegen de Van Erps en vier andere pluimveehouders om mee te doen aan een pilot van een jaar om kippen diervriendelijker te houden. Ardi en haar man zagen zo’n samenwerking wel zitten en hapten toe. Ze investeerden onder andere in een overdekte buitenuitloop en de stalbezetting nam af. Ze gingen werken met een ander ras kip: trager
De Volwaard-kippen kregen ook meer ruimte: 10,2 kippen per vierkante meter. De pilot duurde aanvankelijk een jaar, maar kreeg al snel een permanent karakter.
De kippensector onderscheidt een aantal concepten: biologische kip (3 sterren Beter Leven Keurmerk), de scharrelkip met uitloop (2 sterren) en de scharrelkip met overdekte uitloop (1 ster). Naast deze concepten verkopen de Nederlandse supermarkten hun eigen conceptkippen als basis. Die zitten qua regels tussen de scharrelkip
‘Kip komt qua footprint in de buurt van vleesvervangers’
met 1 ster en reguliere kip in. Het meest diervriendelijke concept is biologische kip. Daar kleven echter diverse nadelen aan. Zo is er bijvoorbeeld veel ruimte nodig voor deze kippen. Bovendien is het gevaar groter dat ze een ziekte oplopen omdat ze buiten rondscharrelen. Al een aantal maanden heerst in Nederland weer de vogelgriep. Daarom geldt een ophokplicht en een bezoekersverbod. Een reden dat de familie Van Erp geen bezoekers mag toelaten tot haar stallen.
De reguliere kip is misschien niet het meest diervriendelijk maar wel het meest e ciënt. Deze kip benut iedere kilo voer het meest e ciënt en zorgt voor de minste koolstofdioxide-uitstoot. “Kip is sowieso heel eciënt en komt qua CO2-footprint in de buurt van de vleesvervangers”, zegt directeur Gertjan Oplaat van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (Nepluvi). Volgens hem is de markt voor diervriendelijke kipconcepten booming (zie kader Supermarkten willen zich onderscheiden met kipconcepten).
• In Nederland zijn er 576 vleeskuikenbedrijven met zo’n 47 miljoen dieren. De meerderheid produceert gangbaar kippenvlees. Logisch, want de kippensector exporteert driekwart van het vlees en in het buitenland is nauwelijks vraag naar vlees uit welzijnsconcepten.
• Een groeiend aantal kippenboeren stapt over op het houden van scharrelkippen. Het aandeel scharrelkipvlees nam toe van 3,6 procent in 2010 naar 16,2 procent in 2016.
• Tegelijkertijd nam het antibioticagebruik in de vleeskuikensector tussen 2009 en 2016 met meer dan 70 procent af. Voor de periode 2016-2020 heeft de sector een plan gemaakt om te komen tot een verdere reductie.
• Ook zet de vleeskuikensector in op de vermindering van de CO2-uitstoot. Tussen 1990 en 2012 bedroeg de daling 34 procent. Qua CO2-footprint, het land- en energiegebruik per kilo vlees, scoort de gangbare kip het beste, gevolgd door de scharrelkip en tot slot de biologische kip. Bron: www.kipinnederland.nl
Gezondere kippen
Dat merken ze ook in Sint Anthonis: de afzet groeit en Ardi en Willy gaan er nog een stal bijbouwen. Het aantal vierkante
die gehouden zijn volgens extra regels, onder andere voor dierenwelzijn. Alleen in sommige samengestelde en gegaarde producten is nog kippenvlees te vinden dat a omstig is van reguliere kippen.
meters neemt toe van 3.200 naar 5.400. In totaal gaan de Van Erps bijna 54.000 kippen houden. Ardi van Erp mag zich dan wel ergeren aan de vaak ongefundeerde kritiek van een partij als Wakker Dier, maar die houd je ook juist scherp. “Mede door Wakker Dier kwam alles in een stroomversnelling.” Ze doelt op de groei van het aantal diervriendelijker kipconcepten. Supermarkten zoals Jumbo en Albert Heijn verkopen zelfs alleen nog maar vers vlees van kippen
Nu de ruimte voor de kippen toeneemt, neemt de ziektedruk af, constateert het stel. “Deze kippen zijn gezonder en voelen zich lekkerder”, merkt Willy van Erp. “In de tien jaar dat we scharrelkippen houden, hebben we geen antibiotica gebruikt.” 99 procent van de scharrelkippen wordt antibioticavrij afgeleverd. Willy gee toe dat het makkelijker is om antibioticavrij te produceren met scharrelkippen dan met reguliere kippen. Hoewel er ook goede stappen zijn gemaakt in het houden van reguliere kippen, zouden Willy en Ardi niet meer terug willen. Met scharrelkippen verdienen ze niet meer, maar het werk gee wel meer voldoening. “We hebben een veel beter verhaal te vertellen aan de consument dan met reguliere kippen”, zegt Ardi.
‘Per vierkante meter is er ruimte voor 10,2 Volwaard-kippen’
VMT 7 (26-05)
Wetgeving
VMT 8 (16-06)
Opleiding & arbeidsmarkt
VMT 10 (25-08)
Technologie: energiebesparing
VMT 12 (29-09)
Duurzaamheid: certificering
VMT 13 (20-10)
Ingrediënten: herformuleren
VMT 14 (03-11)
Voedselveiligheid: analyse
VMT 15 (24-11)
Technologie
VMT 16 (15-12)
Trends in de toekomst
Alle genoemde data zijn publicatiedata. Sluitingsdatum voor redactionele bijdragen is 6 weken voor publicatie.
Sluitingsdatum voor adverteren is 2,5 week voor publicatie.
De smaak van Heineken 0.0 zal ook de meest kritische consument over de streep trekken, is de overtuiging in Amsterdam. Heineken haalde de afgelopen twee jaar alles uit de kast om het perfecte alcoholvrije biertje te ontwikkelen. “Er was min of meer een competitie”, blikt meesterbrouwer Willem van Waesberghe terug.
Toen Bavaria in de lente van 2011 alcoholvrij rosébier introduceerde, klonk al snel hoongelach. Critici spraken van ‘a akeling van een merk’ en ‘het nieuwe Buckler’. Alweer bijna drie decennia geleden, in 1988, introduceerde Heineken wereldwijd het alcoholvrije Buckler. Negatieve uitlatingen van cabaretier Youp van ‘t Hek tijdens zijn oudejaarsconference waren er mede debet aan dat het gerstenat in Nederland opte. Ondanks fervente pogingen daartoe
wist Heineken niet voor een ommekeer te zorgen en verdween Buckler in 1993 van de Nederlandse markt. Sindsdien hebben alcoholvrije biertjes last van het Bucklerstigma: bier zonder alcohol is vast niet te drinken.
De laatste jaren keert het tij. Het gezondheidsbewustzijn groeit en alcoholvrij bier zit weer in de li , blijkt uit onderzoek van Nederlandse Brouwers. De consumptie verdrievoudigde sinds 2010. Dronken Nederlanders in dat jaar nog 125.000 hectoliter alcoholvrij bier, in 2016 was dat gestegen tot 394.000 hectoliter. Veel brouwerijen spelen in op deze trend en bieden ook verschillende smaakvarianten aan, constateert de brancheorganisatie.
Vooral Bavaria pro leert zich met zijn alcoholvrije en -arme bier. Bij Heineken bleef het lange tijd angstvallig stil. Bewust, want de gevolgen zouden desastreus zijn wanneer een alcoholvrij biertje onder de merknaam Heineken zou oppen. Daarom nam Heineken bij de productontwikkeling bewust de tijd, gee marketingdirecteur
Jetske Freeve van Heineken Nederland aan. “We wilden een lekker alcoholvrij pilsje. De kwaliteit staat voorop.”
Biersmaak
De stroom innovaties van de Nederlandse multinational mocht dan de laatste jaren enigszins tegenvallen, met Heineken 0.0 gaat de brouwer groots uitpakken. De tijd is rijp, benadrukt Freeve. “De jongere generatie kan zich Buckler nauwelijks herinneren. Daarnaast gaat de consument tegenwoordig bewuster met alcohol om.” Volgens de marketingdirecteur onderscheidt Heineken 0.0 zich overduidelijk van de concurrentie. “Consumenten ervaren de smaak als ‘bierig’. Het smaakt dus echt naar bier. Veel andere alcoholvrije bieren in de markt smaken moutig en zoet.”
Tijdens de perspresentatie van Heineken 0.0 op 3 maart in een Amsterdamse horecagelegenheid, blaakte directeur Pascal Gilet van Heineken Nederland van zelfvertrouwen. “Nederland is het eerste land ter wereld waar Heineken 0.0 wordt gelanceerd. De vrijdagochtendborrel met ons alcoholvrije bier wordt een trend.” Het zelfvertrouwen van Gilet is zeker niet misplaatst, vindt meesterbrouwer Willem van Waesberghe.
Hij houdt een glas Heineken 0.0 bij zijn neus. “Dit bier hee dat frisse en fruitige dat bij de Heinekenformule past, met toch een moutige body.” Toch evenaart het niet de smaak van de originele Heineken. “Alco-
hol gee smaak. Haal je dat weg, dan komt toch dat moutige naar boven.”
Spanje, Oostenrijk en Nederland
Het was een megaklus om vooral de smaak van Heineken 0.0 goed te krijgen. Brouwers uit Nederland, Spanje en Oostenrijk werkten twee jaar samen om dit te bewerkstelligen. Het was min of meer een competitie, herinnert Van Waesberghe zich. De Spanjaarden, Oostenrijkers en Nederlanders waren tegen elkaar op aan het brouwen, lacht de meesterbrouwer, die wereldwijd verantwoordelijk is voor al Heinekens brouwactiviteiten.
Maar bovenal vulden de experts uit de drie landen elkaar goed aan en werkten ze goed samen. “De Spanjaarden zijn gewend 0.0 te maken, de Oostenrijker zijn goed in traditioneel brouwen en de Nederlanders brengen alles bij elkaar.” De samenwerking gebeurde vooral via de telefoon, maar natuurlijk kwamen alle brouwers ook regelmatig samen om elkaars bier te proeven, gee Van Waesberghe aan. “Die extreme smaken in balans brengen, is voor een brouwer het moeilijkste wat
er is. Van moutig naar fris was een proces van vallen en opstaan.”
Brouwtechnologie
Het brouwen van 0.0 gebeurt via een apart proces met de nieuwste brouwtechnologieën die pas sinds kort beschikbaar zijn, gee hij aan. “We brouwen dubbel en halen dan voorzichtig de alcohol eruit.”
Maar waar Van Waesberghe stopt, kan bierdeskundige Arvid Bergström verheldering brengen. “Ik verwacht dat ze een van de brouwsels gebruiken als basis en de tweede voor de aroma’s”, steekt hij van wal. Hij vermoedt dat Heineken aroma aan de ene stroom onttrekt en vervolgens inbrengt in de andere. “Als je alcohol verwijdert, neem je namelijk ook de smaak van de aroma’s mee.” De aroma’s uit het tweede brouwsel zitten in het esje, zegt Bergström. Hij is toe aan zijn derde glas Heineken 0.0. “Nog twee slokken, dan zet ik het weg. Hij is niet zo doordrinkbaar als de originele Heineken. De 0.0-variant hee een mooie mout- en hopsmaak. Ik proef aardbeitjes en appeltjes.” Ook de consument mag binnenkort het bier proeven. Heineken houdt een grote campagne met de slogan: eerst proeven, dan geloven. Campagnemedewerkers gaan naar onder meer parken, festivals en supermarkten, waar ze kleine blikjes uitdelen. Na Nederland komen landen als Frankrijk, Duitsland en Rusland aan de beurt.
Van Waesberghe verduidelijkt: “We werken met verschillende bierstromen. Een van de technieken die we gebruiken is omgekeerde osmose en verdamping.” Het brouwproces luistert nauw: je moet die frisheid niet laten verpesten door de techniek. Bij doorvragen over hoe Heineken dan precies die juiste smaakbalans hee bereikt, trapt Heinekens hoogste brouwer op de rem: “Nu ga je wat te ver.”
Eind augustus gaat Heineken 0.0 ook daadwerkelijk in Nederland worden gebrouwen. Nu gebeurt dat nog in Oostenrijk. “De apparatuur hiervoor hebben we nu nog niet in Nederland. Zo nieuw is de brouwtechniek van Heineken 0.0”, gee Freeve aan. Bergström vindt het heel knap wat ze bij Heineken gedaan hebben. Hij is het met Gillet eens: Heineken 0.0 leent zich uitstekend voor de vrijdagochtendborrel. “Je maakt wat fruit schoon en giet er Heineken 0.0 overheen. Dan heb je een mooi broodvervangend ontbijt. En je krijgt je vitamine B binnen.”
‘Het proces van moutig naar fris was er een van vallen en opstaan’
De Korrel Beheer verkoopt via de divisie van MasterMix marinades. Droge marinades, rubs maar ook oliemarinades. Marinades dienen als smaakmaker en zijn ideaal voor de BBQ.
De droge marinades bevatten onder andere veel kruiden, specerijen, zout en suiker. In een rub zit eigenlijk altijd suiker, die zorgt door karamelisering voor een mooie korstvorming, kruiden, specerijen en zout.
De oliemarinades zijn op basis van plantaardige olie en vet en bevatten daarnaast onder andere suiker, kruiden en specerijen.
www.dekorrelbeheer.nl
Becel breidt zijn assortiment uit met margarine in drie varianten: margarine met walnootolie, met kokos- en amandelolie en met avocado- en limoenolie.
Mineralen van Jungbunzlauer kunnen het smaakprofi el van plantaardige producten verbeteren. Deze producten hebben vaak een bijsmaak, zoals bitterheid door een hoog gehalte aan fytochemicaliën.
Volgens het bedrijf is de smaak meer in balans bij gebruik van zijn mineralen bij een lage dosis. Dezelfde mineralen kunnen ook nuttig zijn bij de processing van plantaardige eiwitten. Ze gaan fouling tegen die veroorzaakt is door de afzet van eiwitten tijdens een hittebehandeling. Hierdoor hoe de machine minder vaak te worden schoongemaakt.
www.jungbunzlauer.com
advertentie
De originele margarine van Unilever bestaat uit een mix van onder meer koolzaad-, lijnzaad- en zonnebloemolie. Voor alle drie de varianten geldt volgens de margarinemaker dat ze bij vier besmeerde boterhammen (20 gram margarine) een signi cante bijdrage leveren aan de benodigde dagelijkse hoeveelheid omega-3- en omega-6-vetzuren.
“De kokosolievariant bevat een deel kokosolie en amandelolie. Het product smaakt ook naar kokos en hee een lichte amandelnoot”, licht Unilever-persvoorlichter Sanne Bogers toe. “De variant met avocado-olie is frisser van smaak en smaakt bijvoorbeeld lekker onder komkommer of op een wrap met zalm.”
www.unilever.com
Het Food Law Event op dinsdag 20 juni is dé jaarlijkse bijeenkomst waar deelnemers kennis kunnen uitwisselen over levensmiddelenwetgeving en kunnen netwerken. De belangrijkste thema’s van deze editie zijn informatievoorziening, etikettering en misleiding, communicatie over voeding en gezondheid en het voorkomen of beperken van schade door recalls.
Datum: 20 juni, Locatie: Miele Experience Center Vianen
.www.vmt.nl/foodlawevent2017
Listeria monocytogenes komt algemeen voor en wordt, in wisselende aantallen, aangetro en in vrijwel alle rauwe grondsto en: groente, fruit, vis, vlees en melk. Omdat listeria zich gemakkelijk vestigt in de productieomgeving van levensmiddelen, wordt deze ziekteverwekker vaak aangetro en op moeilijk te reinigen oppervlakken. Via die oppervlakken van bijvoorbeeld snijmachines kunnen producten worden besmet. Is vervolgens groei mogelijk, dan kan Listeria monocytogenes in producten met een lange gekoelde bewaartermijn uitgroeien tot aantallen boven de 100 kolonievormende eenheden per gram. Daarom eist de wetgever een gedegen risicoanalyse om de kans op ziekte zo klein mogelijk te maken. Hoe? Dat leren deelnemers tijdens de bijeenkomst.
Datum: 24 mei, Locatie: Wageningen
De Free From Food Expo/Functional Food Expo is de vijfde editie van de jaarlijkse beurs voor free-from producten. Deze productencategorie groeit snel. De beurs is bestemd voor retail, foodservice, catering en andere foodprofessionals. Naast aanbieders van glutenvrije, lactosevrije, vegan en zuivelvrije producten, is er een congres met sprekers van Mintel, Euromonitor en de Spaanse retailorganisatie. Experts gaan in op de markttrends van free-from producten.
Datum: 8-9 juni, Barcelona (ES)
27-apr Het nieuwe Europese verpakkingsbeleid, de impact voor uw bedrijf, Roeselare (BE)
2 mei - 30 juni Cursus Statistiek in de Voedingsmiddelenindustrie, Den Bosch
2 mei - 30 juni Cursus Conserveren, Den Bosch
2 mei - 30 juni Kwaliteit in Bedrijf, Den Bosch
4-10 mei Interpack, Düsseldorf (DE)
9-11 mei Vitafoods Europe, Genève (CH)
09-mei Gevolgen Brexit voor de technologische industrie, Zoetermeer
09-mei Cursus Allergenen Management, Geertruidenberg
11-12 mei Studiereeks Micro-Organismen: Deel 1, The Good & The Ugly, Antwerpen (BE)
17-18 mei F&A Next 2017, Wageningen
24-mei Seminar Listeria monocytogenes in kant-en-klare levensmiddelen, Wageningen
07-jun Agrifoodtop, Wageningen
8-9 juni Free from Food Expo/Functional Food Expo, Barcelona (ES)
12-14 juni 7th Sports & Active Nutrition Summit 2017, Amsterdam
15-juni Health, Food & Technology, Zeist
20-jun Food Law Event, Vianen
22-jun Cursus Allergenen Management, Geertruidenberg
25-28 juni IFT Food Expo, Las Vegas (US)
29 juli 20171 juli 2019
29 augustus28 januari 2018
29 augustus5 november
31 augustus5 november
31 augustus5 november
Bedrijfsopleiding Voedingsmiddelentechnologie, Den Bosch
Cursus Productkunde & Verpakken, Den Bosch
Cursus Levensmiddelen Microbiologie, Den Bosch
Cursus Food & Business Marketing, Den Bosch
Cursus Proceskunde & Unit Operations, Den Bosch
Voor de volledige agenda: www.vmt.nl
Voedingsmiddelen, Management en Technologie is hét mediaplatform voor de voedings-, genotmiddelen- en drankenindustrie in Nederland en België. VMT is opgenomen in Food Science and Technology Abstracts (FSTA) en is een voortzetting van Conserva en Voeding + Techniek, waarin opgenomen het internationaal tijdschrift voor Brouwerij & Mouterij. VMT verschijnt 16x per jaar.
MYbusinessmedia
Mr. H.F. de Boerlaan 28
7417 DA Deventer
Postbus 58
7400 AB Deventer
T 0570 504065
F 0570 504080
E redactie.vmt@mybusinessmedia.nl
I www.vmt.nl
Uitgever
Suzanne Wanders
T 0570 504328
E s.wanders@mybusinessmedia.nl
Hoofdredactie
Willem-Paul de Mooij
T 0570 504386
E w.mooij@mybusinessmedia.nl
Eindredactie
Margo Verbiest
T 0570 504329
E m.verbiest@mybusinessmedia.nl
Redactie
Hans Damman
T 0570 504387
E h.damman@mybusinessmedia.nl
Dionne Irving
T 0570 504396
E d.irving@mybusinessmedia.nl
Maurice de Jong
T 0570 504367
E m.jong@mybusinessmedia.nl
Nathan Strik (webredactie)
T 0570 504380
E n.strik@mybusinessmedia.nl
Stagiair: Jael Lambers
Redactie-adviesraad
Dr. ir. R.W. van den Berg; prof. dr. ir.
M.A.J.S. van Boekel; prof. dr. ir. M. Uyttendaele; F. Egberts, dr. ir. C.D. de Gooijer; M. Janssen; dr. P.M. Klapwijk; prof. dr. ir. A. Van Landschoot; ir. F. Lanting; ir. J. Maagd; A. Postema; ir. J. van de Put; drs. J. Stark (voorzitter); dr. W. Visser; Ir. E.J.C. Paardekooper (erelid)
Met medewerking van TNO, NIZO food research, Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Universiteit Gent, Universiteit Utrecht.
Advertentie
Voor print, online en website-advies: Monique van Neutegem
T +31 6 50449402
E m.neutegem@mybusinessmedia.nl
Anneloes Veerman
T +31 6 12707014
E a.veerman@mybusinessmedia.nl
Marketing
Judith Verbeek
T 0570 504355
E j.verbeek@mybusinessmedia.nl
Vormgeving
Colorscan bv, www.colorscan.nl
Druk
Drukkerij Roelofs, Enschede
Abonnementen
Voor vragen over abonnementen, bezorging en/of adreswijzigingen
kunt u: Bellen met +31 570 504300; Mailen naar klantenservice@vmt.nl; Schrijven naar MYbusinessmedia bv, VMT, Postbus 58, 7400 AB Deventer.
Jaarabonnement VMT Optimaal
Nederland € 306,-
Jaarabonnement VMT Magazine
Nederland € 234,-
Jaarabonnement VMT Online
Nederland € 210,-.
Studentenabonnement € 114,-
QA Specialist
Teeuwissen Products BV/ DUPP - Food Recruitment Katwijk
Business Development Manager
Wageningen University and Research Wageningen
Account Manager Europa Bio+ Trading Company/ DUPP - Food Recruitment Harderwijk
Supply Chain Planner (Greek speaking)
AkzoNobel Sassenheim
QESH Manager
Vollers Holland BV / Nutri-akt Amsterdam
Inkoper / Inkoopplanner
Coop Productiebedrijven BV/ DUPP - Food Recruitment Deventer
Medewerker Kwaliteit (32-40 uur)
FitForMe B.V. Rotterdam
R&D Instant Product Specialist
Pelican Rouge Coffee Roasters Dordrecht
Procestechnoloog
Greenyards Prepared divisie/ DUPP - Food Recruitment Velden
Manager Kwaliteit
Wessanen / DUPP - Food Recruitment, Amsterdam
Proefabonnement (3 edities) € 29,-
Prijzen zijn excl. btw en € 3,95 administratiekosten. Beeindiging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk geschieden, uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode; nadien vindt automatisch verlenging plaats.
ISSN 0042-7934
Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm.
Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daarin vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.
www.vmt.nl
Kwaliteitscoördinator Food (HBO)
Professionals in Food Noord-Brabant
Laboratory Technicians AB Mauri / DUPP - Food Recruitment Made
Development Managers AB Mauri / DUPP - Food Recruitment Made
Meer vacatures: zie vacatures.vmt.nl of check de QR-code
Navigator Training is onderdeel van Navigator Consult b.v.; een adviesbureau in Manufacturing, Supply Chain en Safety management. Wij hebben een geintegreerde benadering voor het verbeteren van veiligheid samen met de andere bedrijfsprocessen.
Onze opleiding is sterk praktijkgericht. Theorie en inzicht zijn nodig om de gewenste richting te bepalen, maar vaardigheden zijn nodig om de gewenste richting te beïnvloeden. Die meest wenselijke combinatie is te allen tijde ons uitgangspunt.
Er wordt veel aandacht besteed aan je persoonlijke e ectiviteit. We starten met een persoonlijk assessment, je krijgt vaardigheidstrainingen en individuele coaching in je eigen werksituatie
• Theorie in de praktijk toegepast
• Top klasse docenten
• Goede en actuele literatuur
• Beperking afwezigheid tijdens werktijd door webinars die vanuit huis te volgen zijn
Kennis en inzicht krijg je door middel van literatuur en webinars. In groepsbijeenkomsten werk je samen aan inspirerende en eigen casussen.
Uiteraard zetten we top klasse docenten in om je leerproces maximaal te bevorderen.
De dagen dat je afwezig bent op je werk zijn tot een minimum beperkt. Studeren en webinars volgen kun je doen, waar dat voor jou het meest prettig is.
Meer weten? Bekijk: www.navigatortraining.nl
• Probleemloze so ware en klantvriendelijke cursusorganisatie
• Uitstekende prijs/kwaliteit verhouding
• Persoonlijk assessment
• Aandacht voor persoonlijke e ectiviteit
• Individuele coaching in de functie op je bedrijf