10 minute read

JAGUAR XJR-S

Next Article
BOEKENNIEUWS

BOEKENNIEUWS

Beauty met

racegenen

‘THERE IS NO SUCH THING AS A GOOD JAGUAR XJ-S.’ DEZE QUOTE UIT HET BRITSE TIJDSCHRIFT THOROUGHBRED & CLASSIC CARS SCHIET ME TE BINNEN WANNEER IK NAAST DE ADEMBENEMENDE, IJSBLAUWE XJR-S ‘TOM WALKINSHAW’ STA. IK BEN HET GLOEIEND MET ZE ONEENS, WAT EEN SHIT! HIER STAAT TOCH EEN GEWELDIGE AUTO? OH ZEKER, ER ZIJN JAREN (DE BRITISH LEYLAND-PERIODE) DAT JAGUARS VEEL ERGERNIS GEVEN. MAAR DAT IS ALLANG VOORBIJ EN ‘MIJN’ XJR-S IS BOVENDIEN VAN EEN VEEL LATERE DATUM. T&CC KÁN ME WAT; GEEN TWIJFEL MOGELIJK, DIT WORDT EEN MOOIE DAG!

TEKST EN FOTOGRAFIE: DICK SCHORNAGEL

Als ik er tenminste in kan komen en m’n hoofd aan de dreigend laag geplaatste dakrand is ontsnapt. De deuropening is lang genoeg maar de hoogte tussen dak en dorpel blijkt matig. Deemoedig het hoofd buigend laat ik me op het schitterende leer zakken en zie ik me omringd door smaakvol gefineerd hout en een hemelbekleding van Alcantara. Maar ik loop te hard van stapel, eerst een stukje historie. De XJ-S is een Jaguar die onder een slecht gesternte wordt geboren. Eigenlijk had dat in 1973 moeten zijn, de wereld zucht dan ‘toevallig’ onder de oliecrisis. Niet het beste moment om een snelle coupé met V12motor op de markt te zetten. Het komt dan ook goed uit dat de productie door allerlei tegenvallers bij de ontwikkeling pas in 1975 op gang komt. Daar staat tegenover dat ‘Project XJ27’ maar liefst 21 jaar verkrijgbaar blijft. Hoewel het publiek hoopt op een opvolger van de E-Type, is de XJ27 een totaal ander soort auto. Er is geen open versie te bekennen en bovendien is de nieuwe sportwagen een 2+2 en dus een echte Grand Tourer. Dat kon je van de E-Type nooit zeggen!

DE OORSPRONKELIJKE PRODUCTIE van de controversieel gestileerde XJ-S begint met zestig auto’s per week, totaal 3.000 per jaar, met de VS als de belangrijkste afzetmarkt. Zoals altijd bij Jaguar biedt de auto veel waar voor het geld: je krijgt een exclusieve, twaalfcilinder GT, comfortabel, met een fantastische wegligging, waar uitstraling en flair vanaf strálen. Toch moet de traditionele Jaguar-liefhebber even slikken. Zo zijn de typerende ronde Jaguar-vormen verdwenen, moet je chroomornamenten met een lampje zoeken en zijn de ‘vissenkom’ koplampen van de Europese versie ook niet ieders cup of tea om het lekker Brits te zeggen. Hetzelfde geldt voor de kunststof louvres opzij en de

1 2

1 | Het interieur van de XJR-S stráált klasse uit. Het is niet alleen uiterlijk vertoon, het comfort is van grote klasse. Het sportstuur is niet origineel, wel mooi. 2 | Het lijkt heel wat, de twee achterzitjes, maar mensen met een volwassen postuur zitten er klem. 3 | Naar oude traditie ontbreekt ook een fraaie set boordgereedschap niet. Al hoeft die sinds de jaren tachtig nog maar zelden tevoorschijn te komen.

3

opvallende, door Malcolm Sayer bedachte staartvinnen vanaf de typisch gelijnde zijramen. De moderne, schokabsorberende zwarte rubber bumpers en de lage grille vormen ook al pijnlijke punten van gewenning. De V12-techniek is echter prima voor elkaar, maar dan krijgen we nog wel het interieur… Dat is pas echt wennen! Jaguar zet alles wel mooi in het leer, maar het gebruikelijke fineerhout en chroom zijn ver te zoeken. Ook worden componenten uit de XJ6 gebruikt zoals het stuurwiel, de bedieningselementen en de brede middenconsole. Het instrumentarium is wel nieuw, maar niet tot ieders vreugde, vooral de rechthoekige kleine meters, die minder stijlvol zijn dan traditionele ronde.

VANWEGE RUIMTEGEBREK worden de twee achterzitjes klein gehouden. Ben je niet klein en heb je geen korte beentjes, zit je daar gewoon klem! Verder is het jammer (daar komt het toch weer) dat de kwaliteit bij Jaguar in de jaren zeventig nogal te wensen over laat. De uitrusting van de XJ-S klopt echter wel, met zaken als standaard airco, elektrische ramen en rolgordels. Jaguar levert de eerste jaren nog een handgeschakelde versnellingsbak, maar dat verandert in 1979 als duidelijk werd dat er nauwelijks klanten zijn die zelf willen schakelen. Twee jaar na de introductie vervangt een GM400 automaat de Borg Warner. Een May Fireball cilinderkop voor de tot 300 pk bij 5.400 tpm opgevoerde XJ-S (met ‘HE’ erachter) moet het ‘draaikolkeffect’ in de benzinetank verminderen; de auto is namelijk buitensporig gulzig (1 op 5) in het verbruik. Maar hij is ook erg snel! De top van 240 km/h mag in die tijd best gezien worden, evenals de flitsende acceleratie van 0-100 in 6,8 sec.

IN 1980 GAAT er bij Jaguar onder leiding van John Egan een andere wind waaien. De nieuwe directeur hamert op respect voor de traditionele waarden en, niet te vergeten, op een betere kwaliteit. Behalve chroom op de buitenkant en nieuwe (6,5” brede) lichtmetalen wielen krijgt de coupé prachtig hout in het interieur, chroomaccentjes en lederen deurpanelen. Eindelijk heeft het gastenverblijf de chique uitstraling die tot nu toe ontbrak. Ook de (lichtere) 225 pk 3,6 liter zescilindervariant die het programma in oktober 1983 komt versterken (eerst alleen met vijfbak) geeft de verkopen een positieve impuls. In datzelfde jaar komt er ook (eindelijk) een cabriolet, al is het nog

1

1 | De V12 is een geweldige motor, in zeslitervorm goed voor 337 pk. 2 | De coupé behoudt tot het einde de karakteristieke daklijn. Alleen de vorm van de zijruitjes verandert. Het misstaat de coupé niet.

een soort targamodel, met een rolbeugel, een afneembaar dakpaneel en een weg te vouwen achterdeel. In de loop der jaren volgen nog veel meer wijzigingen, maar het voert te ver om alles te noemen. De in 1988 debuterende échte cabrio mag echter niet worden vergeten, evenals de voor veertig procent vernieuwde carrosserie die in 1991 wordt gepresenteerd, met geheel glazen zijramen achter en een vernieuwd dashboard met alleen ronde meters. Nieuw is ook de benaming: XJS, zonder streepje dus. Tevens komen er nieuwe motoren in de vorm van schonere 238 pk (zonder kat) 4.0 zes-in-lijn en een 6.0 V12 met 302 pk. De oudere 290 pk 5.3 is nog enkele jaren leverbaar. De XJ-S kent ook diverse speciale versies, zoals de XJ-S Le Mans,

de XJR-S, de Lister XJ-S en de XJ-S Monaco. Ik beperk me tot de opmerking dat het in april 1996 toch echt over en uit is, na 115.413 exemplaren. De laatste twee, een rode Convertible en een metallicblauwe Coupé, gaan linea recta naar het museum.

JAGUAR ZOU JAGUAR niet zijn als geen sportieve noot kan worden toegevoegd. In 1982 begint TWR (Tom Walkinshaw Racing) met de XJ-S te racen om twee jaar later een speciale sportversie uit te brengen onder de naam TWR Jaguar Sport. De 6.0 motor brengt het tot 380 pk’s, die bij de eerste auto’s via een close ratio vijfbak naar de achterwielen worden gestuwd. In mei 1988 vormt Jaguar een echt partnership met TWR Tom Walkinshaw Racing, onder de naam JaguarSport. De XJR-S wordt deels bij Jaguar in Coventry (Browns Lane) gebouwd en deels bij TWR in Bloxham. De auto heeft niet alleen de zesliter V12, maar ook een aangepaste, stijvere vering, gasgevulde dempers en 15” lichtmetalen wielen. Het interieur is sportiever uitgevoerd en direct herkenbaar aan de piping van de leren bekleding en een stuurwiel in dezelfde kleur leer als het leer.

DE XJR-S DIE IK mag uitlaten is een zeldzaam exemplaar uit 1992 (het voorlaatste bouwjaar van deze ‘specials’), origineel in Nederland geleverd als één van de vier. Het is er eentje van een

2

De Jaguar XJ-S Le Mans V12 verschijnt op de Birmingham Motor Show van 1990 ter herinnering aan de overwinning op Le Mans van dat jaar. Hoewel de interieurafwerking en enkele andere zaken zijn gewijzigd, wordt de techniek met rust gelaten. De Le Mans V12 rijdt dus als een ‘gewone’ XJ-S. De auto is herkenbaar aan de Amerikaanse dubbele ronde koplampen, het ‘gouden’ logo op de motorkap, de JaguarSport zwarte grille, de dubbele gouden striping op de carrosserie, het Le Mans V12-logo op het kofferdeksel, de sportvering en de gesmede aluminium 16” wielen. Deze ‘limited edition’ is uitsluitend leverbaar in Signal Red, Regency Red, Brooklands Green en Solent Blue en heeft buitenspiegels en frontspoiler in de kleur van de auto. Er zijn 280 exemplaren gebouwd.

‘Ik ben inmiddels aan de opvallende achterspoiler gewend geraakt, en ja heus, ik vind ‘m zelfs mooi!’

DAIMLER XJR-S 1992

Motor: 5.993 cc V12, 2 x OHC, 337 pk/248 kW@5.250 tpm, 491 Nm@3.750 tpm. Transmissie: drietraps automaat, achterw.aandr. Banden: 225/65 ZR 16 (voor), 245/55 ZR 16 (achter). L x B x H: 474,5 x 179,5 x 125 cm. Gewicht: 1.800 kg, 0-100: 6,8 sec. Top: 254 km/u. Verbruik (LPG): 11-23l/100 km. Prijs 1992: ± € 112.000.

serie van 124 stuks. Ik ben inmiddels aan de opvallende achterspoiler gewend geraakt, en ja heus, ik vind ‘m zelfs mooi! Onder de motorkap ligt de handgemaakte 337 pk V12 die deze ijsblauwe auto tot ijselijke prestaties kan dwingen. Daar is weinig aandrang voor nodig. Na een korte opwarmperiode duw ik het gaspedaal niet eens zo hard richting vloerkleed en wrhááám, daar gaan we met de geit. Nou ja, geit… De dappere eigenaar die het aandurfde om gewoon thuis te blijven, zei nog dat zijn auto alsmaar door blijft gaan met accelereren, zolang ik maar gas blijf geven. Okay dan, ik wil het voor de lol wel proberen, ik ben ver van huis… De besturing voelt heerlijk vlezig aan en de remmen dóén het ook serieus wanneer ik op het linker pedaal sta(m)p. Dat draagt bij tot een extra stuk vertrouwen. Ondertussen moet ik in mijn lange loopbaan in dit vak nog steeds de ‘barrière’ van 300 km/u overstijgen; mijn record staat op 297 km/hu. Ik heb dus nog wat om na te streven. Met de XJR-S kom ik ‘slechts’ op 260 km/u en dan geloof ik het wel; het is immers niet mijn auto. Wel mijn rijbewijs…

SNELHEID IS NIET het enige in het leven. Ik kan ook prima genieten van de zijdezacht lopende V12 en de onmerkbare schakelmomenten van de viertraps automaat. Hij is inderdaad wel wat harder in z’n veren dan de Le Mans-versie die ik ook even meekrijg, maar de geruisloosheid is nog een tikkeltje beter dan in de meeste andere XJ-S’en. Typisch Jaguar XJ! Wetend dat deze auto destijds origineel in Nederland de tegenwaarde van 245.000 toenmalige guldens heeft gekost – nu zou dat al gauw twee ton in euro’s zijn! – doe ik de laatste meters maar weer rustig aan. Nog even wat vreugdevolle bochten en dan rustig uitrollen richting eigenaar. Ik ben er weer voor járen van overtuigd: de Jaguar XJ-S is een échte sportwagen, de XJR-S een supersportwagen. En die gasten van Thoroughbred & Classic Cars kunnen wat mij betreft de boom in! |

This article is from: