Oost-Vlaanderen Ondernemers 2022#6

Page 1

JUNI - 2022

Onder nemers magazine

Seyntex OIP

Een maandelijkse uitgave van Voka – Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen | Jaargang 23 | nummer 06

Ongeziene wapenfeiten

Defensie vindt betrouwbare bondgenoot in Oost-Vlaamse bedrijven Jan De Nul Utexbel


U helpen om de balans te vinden tussen on-site, publieke of private cloud? Ook dat is Proximus. Uw weg vinden naar de juiste cloud en uw gegevens en toepassingen flexibel en veilig beheren: een echt doolhof? Wij maken u het leven gemakkelijker met advies, expertise en onze nieuwe hybride cloud-oplossingen. Want u helpen bij het uitbouwen van uw cloud-omgeving, ook dat is Proximus.

Ontdek onze hybride cloud-oplossingen proximus.be/hybridecloud


Aan zet De voorzitter opent het debat

Relevantie is voor altijd De actualiteit stoft ons geheugen af en verlicht de ziel. In Europa beseffen we weer wat waardevol en relevant is: vrijheid, veiligheid, duurzame welvaart. En ondernemerschap. Landen zonder sterk ondernemerschap – zie Rusland – modderen ook op andere vlakken vaak aan. Bijna drie eeuwen al stimuleert, versterkt en verdedigt Voka Oost-Vlaanderen (aka Kamer van Koophandel) vrij en duurzaam ondernemerschap. Het is geen geval van therapeutische hardnekkigheid maar van een diepe overtuiging over de grote relevantie van de eigen werking. Relevantie biedt antwoorden op vragen van mensen. Relevantie gaat over doen waarin je gelooft. In een hectische wereld - die meer dan één omwenteling per dag (mee)maakt - ruimen ondernemers en bedrijven steeds weer opduikende drempels en belemmeringen uit de weg. Gewoon om hun ‘ding te kunnen doen’: het bedrijfsproject neerzetten dat ze voor ogen hebben. Daarom blijven bedrijven­organisaties nodig, ook na 300 jaar. Voorwaarde is dat zij in staat zijn te veranderen om relevant te blijven. Sneller aanpassen en als eerste vernieuwen.

JEF WITTOUCK Voorzitter Voka – Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen

“ Bedrijvenorganisaties blijven nodig, ook na 300 jaar. Voorwaarde is dat zij in staat zijn te veranderen om relevant te blijven. Sneller aanpassen en als eerste vernieuwen”

Ik ben verheugd en vereerd dat de raad van bestuur van Voka Oost-Vlaanderen mij het vertrouwen schenkt om een tweede mandaat van drie jaar als voorzitter aan te vatten. Het is mijn absolute betrachting om Voka ook in de toekomst essentieel, bepalend en ter zake te laten zijn. Relevant, voor ondernemers, bedrijven en elk van de 1,5 miljoen Oost-Vlamingen. In de voorbije drie jaar werd Voka Oost-Vlaanderen op bestuursvlak opvallend diverser en jonger. Veel aandacht werd besteed aan de versterking van onze representativiteit in de kern van onze doelgroep. Dat maakt ons vandaag toonaangevend in (Oost-) Vlaanderen. Jullie – de leden – vormen het hart van onze organisatie die elk dag beter begrijpt wat jullie écht bezig houdt. Na de realisatie van Voka Vaart Aalst in het najaar 2021, willen wij nieuwe bakens uit- en verzetten. In Dendermonde zetten wij in op de uitbouw van een state-of-the-artbedrijvencentrum. In Gent neemt Voka het voortouw in de metamorfose van het iconische Wintercircus tot een Europese premium hotspot voor de nu al mondiaal furore makende Gentse techscene.

Zolang ondernemerschap relevant blijft – en wie durft daar aan te twijfelen? – willen wij alles doen opdat ook Voka bepalend blijft. Echte relevantie is voor altijd. NV OVERWERK - Mario De Koninck (AAaRGh ...)

shop.aaargh.be 1


58

26

Het zit in de genen

Bamboe

Colofon KANTOREN 9000 Gent – Lammerstraat 18 T 09 266 14 40 9300 Aalst – Werf 8 Web http://www.voka.be/oost-vlaanderen BESTUURSCOMITÉ VAN VOKA OOST-VLAANDEREN Jef Wittouck, An Bels, Erik Chabot, Jan Cornelis, Ann De Clercq, Ilse De Smedt, Christiaan De Wilde, Siegert Dierickx, Farida Doulami, Stefan Fesser, Dieter Hillaert, Alexander Hoogewijs, Geert Moerman, Griet Nuytinck, Karen Pieters, Wim Pynaert, Roseline Van Damme, Christine Van den Berghe, Kristof Van Hoorebeke, Jens Van Mol. EREVOORZITTERS VAN VOKA OOST-VLAANDEREN Luc De Bruyckere, Chris De Hollander, Ronald Everaert, Jean-Paul Van Avermaet, Marc Vereecken en Marcel Verschelden. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Geert Moerman Lammerstraat 18 – 9000 Gent HOOFDREDACTIE Jan Geers – jan.geers@voka.be EINDREDACTIE Sam De Kegel – sam.dekegel@voka.be WERKTEN MEE Jolyn De Baets, Sven Decaestecker, Sam De Kegel, Nathalie Dolmans, Laurens Fagard, Jan Geers, Wim Kempenaers, Ann Vandamme, Jan Van Gyseghem en Dirk Van Thuyne. MAGAZINE REALISATIE LAYOUT Karakters, Gent, www.karakters.be DRUK Drukkerij Perka, Maldegem, www.perka.be PUBLICITEIT Rik Vyncke rik.vyncke@voka.be – 0477 30 21 32 Marie-Ange Sallemeyn, Ann Vandamme, pub.ov@voka.be, T 09 266 15 71

2

6

Op de cover


38

Cultuurkriebels 54

44

Duurzame koplopers

Trending Topic

Inhoud Actueel 6

Meer Middelen Mantra

Op de cover Vier Oost-Vlaamse bedrijven op de radar bij Belgische Defensie

68 Thuishaven De havensprokkels

Telexen Vers ledennieuws

Trends 44 Trending topic Het Vlaamse stikstofakkoord door de bril van een diervoederproducent

Opinie 1

72 Last post

Aan zet Relevantie is voor altijd

20 In de lobby 5 na 12 voor hervormingen

Inspiratie 4

Déjà vu? Hoe Aalst weer pioniert in CO2-neutrale stadsverwarming

26 Bamboe MTM en Belgian Car Parts: twee wendbare Trends-Gazellen

38 Cultuurkriebels De relance van de cultuursector in een joint venture met het bedrijfsleven Klinkt Gent Jazz je als muziek in de oren?

48 Baanbrekers

58 Het zit in de genen De opvolging is verzekerd bij … verzekeringskantoor Johan Desmet

64 Mijn beginjaren De fietskriebels van drie vrienden/ ondernemers bij Joule

De maand van voka 52 Expert Ontdek onze groeitrajecten

24 Vraag het @Voka Wat houdt de ‘call groene stroom’ in?

70 Binnenkort bij Voka Op de agenda bij Voka Oost-Vlaanderen

Kapernikov: ingenieurs met een revolutionair kantje

54 Duurzame koplopers E. Van Wingen pleit voor massale shift naar hernieuwbare energie

3


Déjà vu? Bedrijfserfgoed met toekomst

4


Na honderd jaar weer vol duurzame energie In 1921 bouwt Intercom een kolencentrale aan de Dender in Aalst. De nieuwe installatie vult de elektriciteitsbehoeften in van de bloeiende textiel- en voedings­ nijverheid in de streek. ln de jaren vijftig investeert Intercom in een hypermoderne warmtekrachtkoppelings-­ installatie voor het gelijktijdig produceren van elektriciteit en stoom. Onder de naam ‘Interstoom’ groeit een lokaal stoomnet van bijna vijftig kilometer. Ook in de petroleumcrisis van 1973 bewijst de zeer energie-efficiënte installatie haar nut. Midden 1997 neemt Electrabel de centrale van Aalst uit dienst, een pionier in de ontwikkeling van energiebesparende warmtekrachtkoppelingstechniek en een voorbeeld van samenwerking tussen de energiesector en lokale bedrijven en openbare besturen. Rond de relicten van de oudste centrale (machinezaal en ketelhuis) verrijst nu ‘Zuidkaai’. In dit woonproject van ontwikkelaar Odebrecht worden alle appartementen verwarmd met restwarmte van glucose- en ethanolfabriek Tereos. Zo is Aalst weer een beetje pionier in grootschalige en CO2-neutrale stadsverwarming. TEKST JAN VAN GYSEGHEM – FOTO WIM KEMPENAERS

5


Op de cover Vooraan in het nieuws

Defensie tankt knowhow bij Oost-Vlaamse bedrijven

Schot in de zaak: militaire industrie wint terrein Na een jarenlang beleid van afbouw zal ons land de volgende acht jaar miljarden extra investeren in het leger. Het aantal militairen wordt fors verhoogd en tegelijk komt er nieuw en innovatief materiaal. Naast de F-35’s en fregatten die al gepland waren, gaan er ook meer middelen naar nieuwe kazernes, kogelwerende kledij, slimme drones en hightech nachtkijkers. Defensie vindt ook een betrouwbare bondgenoot in een aantal (Oost-)Vlaamse bedrijven. Seyntex, Utexbel, OIP en Jan De Nul staan alvast paraat.

N

a jaren van onderinvesteren van Defensie was er al een tijd een ommekeer en die krijgt nu fors de wind in de zeilen. Begin dit jaar, nog voor de Russische inval in Oekraïne, besliste de federale regering al dat er tussen nu en 2030 miljarden extra naar Defensie gaan. Met de in januari vastgelegde budget­ verhoging, zoals vastgelegd in het STAR-plan van defensieminister Ludivine Dedonder, zouden de Belgische Defensieuitgaven gradueel stijgen van iets meer dan 1 procent van het bbp tot 1,54 procent tegen 2030. Dat komt neer op 10 miljard euro bij­komende militaire uitgaven en een

6

jaarlijks defensiebudget dat van 4,4 miljard euro in 2022 stijgt tot 6,9 miljard in 2030.

zaten de verschillende politieke partijen verre van op één lijn.

Maar dat is nog steeds een heel eind van het doel van 2 procent van het bbp dat de NAVO vraagt. Heel wat andere Europese landen, zoals Duitsland, beslisten al om versneld te investeren om dat doel van 2 procent te halen. In heel wat Oost-Europese landen, zoals Roemenië en Polen, wordt er zelfs meer geïnvesteerd dan dat. Premier Alexander De Croo (Open VLD) stelde daarom in mei op het kernkabinet voor dat België zich ook engageert om de defensie-uitgaven tegen 2035 op te krikken tot 2 procent van het bbp, de NAVO-norm, maar bij het ter perse gaan

Heel wat bedrijven surfen alvast mee op de nieuwe investeringsgolf bij de Belgische Defensie. Wij werpen een blik op de zakelijke component van militaire knowhow bij vier (Oost-)Vlaamse spelers: Seyntex, Utexbel, OIP en Jan De Nul. Om het extra personeel en materiaal te huisvesten wordt er ook geïnvesteerd in nieuwe kazernes. Mogelijks komt er in Geraardsbergen zo’n ‘Kwartier van de Toekomst’.


Op de cover

Seyntex steekt Belgisch leger in het nieuw

Agar Daelemans, CEO van confectioneur Seyntex en Thomas Seynaeve, familiaal bestuurder van de vierde generatie.

Het consortium SSC – Seyntex, Sioen en het Amerikaanse Crye Precision – gaat vijftien jaar de Belgische militairen uitrusten met nieuwe operationele kledij. Aan het contract hangt een prijskaartje van 410 miljoen euro. Een dubbelinterview met Agar Daelemans, CEO van textielproducent Seyntex en Thomas Seynaeve, familiaal bestuurder van de vierde generatie. TEKST SAM DE KEGEL – FOTO NATHALIE DOLMANS

Wie de showroom van Seyntex in Aalter binnenwandelt, ziet ze meteen: een legertje paspoppen, getooid met beschermingskledij voor de Noorse brandweer, kogelwerende vesten voor de Franse gendarmerie of militaire camouflagekledij voor de Italiaanse defensie. In de hoek staat een compacte legertent, made by Seyntex. Het bedrijf van de familie Seynaeve, actief in technisch textiel, was in een vorig leven nog verticaal geïntegreerd met een eigen spinnerij, weverij en coatingafdeling. Dat verhaal stopte in 2019, vandaag focust de textielproducent op eindproducten in beschermingskledij.

“We focussen op openbare aanbestedingen in een gericht aantal nicheproducten: ballistische kledij, CBRN-kledij (chemische, bacteriologische, radioactieve en nucleaire beschermende kleding, red.), gevechtskledij, regenkledij, tenten, rugzakken, slaapsystemen, parade-uniformen en camouflagenetten”, vertelt CEO Agar Daelemans. “99% is tenderof projectbusiness, met overheden zoals Ministeries van Defensie, civiele bescherming, politie en brandweer.” Tenders: the winner takes it (not) all Er zijn twee zijdes aan de medaille van de tenderbusiness, weet Thomas Seynaeve,

familiaal bestuurder bij Seyntex. “Als je zo’n groot project binnenhaalt, zit je jaren goed, maar als dat niet lukt, sta je voor een tijdje aan de zijlijn. Zo’n tender, zoals BDCS (Belgian Defense Clothing System), vergt duizenden uren voorbereiding. Het is heel frustrerend als je verliest, zeker als je prijs-kwaliteit en technisch de beste troeven hebt. Er zijn nu gelukkig ook landen die een grote hoeveelheid aanbesteden en de koek verdelen tussen verschillende best scorende partijen, zoals Zwitserland. Naargelang je prestaties in het lopende traject, kan je in de toekomst een groter aandeel krijgen. Zo legt die overheid niet al zijn eieren in één mand.” 7


Op de cover

Seyntex draait 70% op export, o.a. naar Nederland (kogelvrije vesten voor leger en politie), UK, Zweden, Zwitserland en Frankrijk (tweede grootste markt). Agar: “Vorig jaar participeerden we aan een tender voor de Nordic Combat Uniform (legers in o.a. Noorwegen, Denemarken, Zweden en Finland). Daar hebben we het net niet gehaald hoewel we prijs-kwaliteit de beste oplossing hadden. Ze kozen voor een ‘lokale’ partij. Maar eind dit jaar zullen ze wellicht een nieuwe tender lanceren omdat het budget al grotendeels opgesoupeerd is en verhoogd omwille van de huidige situatie; dan doen we weer mee.” Nadat er een Europese aanbesteding wordt gelanceerd op de markt, kan je daar als bedrijf op intekenen en doorloop je een prekwalificatieproces. Agar: “Daarna wordt er een shortlist gemaakt van enkele partijen. Nadien moet je je technisch dossier, prijszetting en traject van innovatie en productontwikkeling samenstellen. Dan krijg je een score en volgt er een meeting waarbij elke kandidaat zijn dossier verdedigt en er extra vragen kunnen worden gesteld. Dan is het radiostilte tot de beslissing valt. De concurrentie is hard, maar omdat het Europese tenders zijn laat het ons ook toe om in het buitenland tenders te winnen.

Seyntex draait 70 procent op export. Politie is een belangrijke klant in Europa.

“Voor het Belgische Ministerie van Defensie maakten we tijdens het tenderproces preseries voor alle modellen waarbij de eindgebruiker ‘anonieme’ uniformen test en scores geeft op vlak van bescherming en comfort”, vult Thomas aan. Een militair is enorm bezig met zijn uitrusting. Maar ook de politieman in de straat wil een comfortabel kogelvrij vest.”

Eigen fabrieken: strategisch voordeel De productie zit sinds begin jaren 80 zowel in Europa als daarbuiten. Agar: “Eerst waren we actief in Tunesië, Portugal en Albanië, vandaag hebben we nog twee eigen fabrieken in Roemenië en Bangladesh. In België werken zo’n veertig m/v, in sales, marketing, productontwikkeling, R&D, finance en HR. In Roemenië zijn een 200-tal medewerkers aan de slag inclusief de modellenafdeling, in Bangladesh werken nu zo’n 400-tal m/v. Daar hebben we capaciteit voor meer werknemers, in functie van de opdrachten die we binnenhalen. Omdat we eigen fabrieken hebben, kunnen we snel schakelen.” “De fabrieken in Roemenië en Bangladesh zijn onze eigen bedrijven, we zijn 100% aandeelhouder”, beklemtoont Thomas.

Ook honden krijgen vaak een beschermingsjasje aan.

8

Seyntex kan in Europa en daarbuiten een waslijst aan referenties voorleggen als het gaat over gevechtskledij of beschermende kledij. Voor de Belgische Defensie werkt het al zo’n vijftig jaar. Thomas: “De jongste jaren zien we dat de projecten steeds groter worden met veel grotere hoeveelheden, zoals voor BDCS (Belgian Defense Clothing System), dat we met


Op de cover

Het formidabele aan textiel is dat 90 procent nog moet uitgevonden worden THOMAS SEYNAEVE, SEYNTEX

twee partners hebben binnengehaald. Maar we hebben ook gelijkaardige contracten met het Franse en Nederlandse leger.” Het nieuwe contract met de Belgische Defensie voorziet in duurzame, comfortabele én innovatieve gevechtskledij en administratieve kledij. “In de komende jaren komen daar ook rugzakken, helmen, schoenen en tenten bij én CBRN-kledij. Begin december zullen we al 400.000 stuks kledij voor 18.000 soldaten leveren. Een tweede pakket met administratieve kledij voor zo’n 7.500 personen leveren we in januari 2023.” Nieuwe wapens, nieuwe kledij Innovatie is cruciaal in gevechtskledij. Thomas: “Ballistiek is daar een mooi voorbeeld van. Of door de introductie van drones in oorlogsvoering worden er nu bijvoorbeeld nieuwe types camouflagenetten ontwikkeld. Mijn oud-textielprofessor zei ooit: ‘Het formidabele aan textiel is dat 90% nog moet uitgevonden worden.’ Hij heeft gelijk. Als je een kogelvrij vest vergelijkt met een van 20 jaar geleden, zie je een gigantische evolutie. Ook de wapens vernieuwen voortdurend, dus wij moeten kort op de bal spelen. De samen­werking met de mensen in het veld is cruciaal.”

Door de terroristische aanslagen op o.a. Zaventem is er volgens Thomas een grote drive geweest om politie en securitybedrijven beter materiaal te bezorgen, nu is er ook een inhaalbeweging bij de Belgische Defensie. Je voelt dat er een engagement is op lange termijn. Het BDCS-contract bevat eveneens een traject om voor het eerst samen nieuwe producten te gaan ontwikkelen.” Ook de vraag naar CBRN-kledij beleeft een revival. “We hebben een raamcontract afgesloten met NATO en doen nu een roadshow in heel wat landen om die producten voor te stellen waarbij ze op dit contract kunnen intekenen. Sinds de oorlog in Oekraïne zien we een groeiende vraag naar dit soort kledij, maar wij hebben daar al 40 jaar expertise in. We doen permanent R&D, samen met leveranciers van stoffen en toebehoren. We beschermen onze innovaties via patenten.” Van kledijafval tot grondstof voor isolatie Price does matter. Maar terwijl de business vroeger 100% prijsgedreven was, is dat nu nog pakweg 70%. “Voor Belgische Defensie kregen we scores voor maar liefst honderd criteria, waaronder innovatie en recycleerbaarheid”, zegt Agar.

“Duurzaamheid uit zich op vele niveaus: in de productie, in een efficiënt energiebeleid, in afvalverwerking, maar ook in de behandeling van de producten. “Iedereen moet vandaag met duurzaamheid bezig zijn, maar het traject ernaartoe is een hobbelig pad. Op bepaalde kledij zit bijvoorbeeld een chemische permethrine-behandeling om insecten af te weren. In de toekomst willen we biologische producten gebruiken als alternatief. In de toekomst zal ook steeds meer kledij worden ‘gerecycleerd’ voor de tweedehandsmarkt of zelfs volledig ontrafeld worden in vezels, opdat het nadien kan gebruikt worden onder andere als isolatiemateriaal voor zowel de bouw als auto-industrie.” Thomas: “Van een oude broek een nieuwe maken is verre van evident, maar ik geloof wel dat afval grondstof wordt voor iets anders. Voor de Nederlandse markt maken we basisoveralls van gerecycleerd katoen op vraag van de klant die akkoord gaat met het feit dat we zo 20% mechanische eigenschappen verliezen. Maar de kledij moet natuurlijk wel zijn functionele eigenschappen behouden.” In het kader van duurzaamheid proberen ze ook meer lokaal materialen aan te kopen. 9


Op de cover

“Textiel wordt veel gesourcet in Azië. Om minder afhankelijk te worden van die regio, kan je meer inzetten op lokale spelers en lokale productie, nearshoring dus. In sommige lastenboeken staat als voorwaarde meer en meer ‘Europese productie’, maar sedert lang is het aantal spinnerijen en weverijen afgebouwd en beperkt de capaciteit zich tot confectie. Bijkomend stijgen ook de lonen in Oost-Europa en de strijd om talent en expertise in deze markt woedt heviger dan ooit. In Bangladesh daarentegen kunnen we wel nog vrij snel extra personeel vinden.” En zoals bijna elk bedrijf ligt ook Seyntex vandaag wakker van zijn supply chain. “Onze supply chain manager en zijn team kampen

dagelijks met grote uitdagingen. Een container van en naar Bangladesh kostte vier jaar geleden 2.700 dollar. Vandaag schommelt dat rond de 12.000 dollar.” Samen zijn we sterker De families van Seyntex en Sioen kennen elkaar goed en werkten eerder al samen in opdracht van het Nederlandse ministerie van Defensie. Deze keer komt daar ook het Amerikaanse Crye Precision bij. Thomas: “Dat staat hoofdzakelijk in voor het design. Seyntex en Sioen zijn de producenten van de kledij. We werken ook tijdelijk samen met Katoen Natie om de grote volumes van materialen intern te stockeren. Met Sioen hebben we afgesproken wie welke kledij gaat produceren in welke locatie, we doen elk 50%. Bij iedere

Liquiditeiten nodig in uw bedrijf? Wij kunnen u helpen via Sale & Rent Back operaties Vraag gratis naar uw mogelijkheden hieromtrent. Discrete afhandeling. No cure, no pay.

fase van het project zal worden afgestemd wie wat voor zijn rekening neemt. ” Het contract met de Belgische Defensie behelst 15 jaar (met optie voor nog drie jaar extra), dat is heel lang in vergelijking met de reguliere contracten die tussen de 1 en 5 jaar lopen. Seyntex draait jaarlijks zo’n 50 miljoen euro omzet, waarvan zo’n 5 à 7 miljoen in België. “Terwijl er lang een beperking was in het Belgische defensiebudget zie je nu een ommekeer. Ik ben blij voor ons”, zegt Agar, “maar vooral ook voor de soldaat. Die is heel enthousiast om onze nieuwe kledij te ontvangen. Er waait een nieuwe wind in ons leger. Ook de manier van aanbesteden was redelijk innovatief. Onze hoed af voor de zeer professionele en gedegen aanpak van het Defensieteam.”

Rendement op uw geld? Beleg in vastgoed (4% à 8,5% netto huurrendement). Momenteel 28 investeringsdossiers in aanbieding (op aanvraag). Volledige discretie. Bel of mail ons voor een afspraak

09 222 69 69 Bedrijfsvastgoed - M & A

10

Guldensporenpark 1A 9820 Merelbeke info@salenko.com www.salenko.com


Op de cover

Product managers Henk Vandendriessche en Patrick Merchiers, bij een gigantische ‘rol’ camouflageweefsels. Die vertrekken o.a. naar het Zwitsers leger.

“We zijn hofleverancier van het Duitse en Franse leger” Zeg niet zomaar textielproducent tegen Utexbel. Als laatste der Mohikanen in Europa op vlak van verticaal geïntegreerde productie van weefsels, is het ook enorm bedreven in R&D. “5% van onze omzet wordt geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling, in nauw partnership met vele legers.” In gesprek met product managers Henk Vandendriessche en Patrick Merchiers en directeur Wim DeKeyser. TEKST SAM DE KEGEL - FOTO WIM KEMPENAERS

Utexbel, één van de grootste werkgevers in Ronse met 550 medewerkers (716 in België en 900 in totaal) en met een rijke geschiedenis sinds 1929, is het laatste Europese industriële textielbedrijf dat verticaal geïntegreerd is in het produceren van weefsels. Het staat in voor het volledige productieproces ervan: van weven over spinnen tot verven van draad tot stof, maar het is geen confectioneur. Ze maken dus garens en weefsels en leveren die vervolgens aan confectioneurs à la Seyntex (zie ook artikel p. 7) en Sioen. Patrick Merchiers, product manager voor Zuid-Europa, Noord-Afrika en de Golfstaten: “Confectie is arbeidsintensief, maar verplaats

je heel gemakkelijk. Bij manier van spreken kan je een confectieatelier op een weekend verhuizen, onze branche is bijzonder kapitaalsintensief; een weverij, spinnerij en ververij verhuis je niet zomaar. Een ververij kan je technisch gezien bijna zelfs niet verplaatsen.” De weefsels die Utexbel produceert, gaan in grote mate naar legers, politie, en civiele diensten wereldwijd. Henk Vandendriessche, product manager voor West- en NoordEuropa: “We zijn hofleverancier voor Defensie en gelukkig niet alleen in België, waarvoor we wel al tientallen jaren werken. België heeft nu

een groot order geplaatst voor kledij (zie p. 7), maar nog geen 1% van onze omzet gaat naar Belgische Defensie. Onze grootste afzetmarkten zijn Frankrijk en Duitsland, gevolgd door de Scandinavische landen en Zuid-Europa, maar ook buiten Europa zijn we sterk actief. We zijn geen nationale leveranciers, wij ontwikkelen echt voor vele legers. Net omwille van het feit dat we verticaal geïntegreerd zijn kunnen we vaak de ideale oplossing vinden voor verschillende legers en overheden.” Labo voor legers Wim DeKeyser, directeur: “Onze sterkte ligt niet alleen in de productie maar ook en 11


Op de cover

vooral in de ontwikkeling van nieuwe stoffen. Zo werken we bijvoorbeeld samen met de R&D-afdeling van de Duitse Defensie: daar werken tientallen mensen aan nieuwe producten. De oplossing voor het ene land breng je vervolgens over naar een ander land.” “5 procent van ons omzetcijfer gaat integraal naar R&D”, vult Patrick Merchiers aan, “dat is dubbel zoveel dan het gemiddelde in onze sector. Eigenlijk zijn we een soort laboratorium voor onze klanten, de legers in vele landen. Zij vertellen ons met welk probleem ze geconfronteerd worden in het veld, wij proberen op vlak van weefsels daarvoor een oplossing te vinden. Op een bepaald moment waren heel wat legers in warme, vochtige Afrikaanse gebieden actief en kampten soldaten met malaria. Dat is een persoonlijk én financieel probleem. Samen met het Franse en Duitse leger hebben we een oplossing gezocht om de gevechtskledij te behandelen tegen de malariamug om zo het risicogevaar te beperken. Zo hebben we bijgedragen aan de bescherming en veiligheid van de gebruikers en specifiek in dit geval de soldaten. Onze oplossingen worden dus eerst in het veld getest en nadien wordt pas een officieel lastenboek opgesteld om naar een aanbesteding te gaan. Ons werk is eigenlijk al gedaan voor die officiële tender uitkomt. Uit strategische overwegingen kopen legers soms al op voorhand het weefsel van ons. Wij hebben dus rechtstreeks contact met de eindklant die meestal geen rechtstreekse klant is, want wij leveren de weefsels aan de confectioneurs.”

veilig­heidsoverwegingen en om zeker te zijn dat ze over de (schaarse) grondstoffen beschikken. Nearshoring is zeker een nieuwe trend.” Camouflagestoffen voor Zwitsers Alle stoffen die ze bij Utexbel maken, hebben een toegevoegde waarde: kogelwerend, antibacterieel, clean room, brandwerend, waterafstotend of camouflerend. Zo maakt Utexbel nu ook een half miljoen meter camouflagestoffen voor het Zwitserse leger. Het is het enige bedrijf buiten Zwitserland dat de legeruniformen mee mag helpen maken. Utexbel fabriceert camouflagestoffen voor verschillende Europese legers, elk met een unieke print, net zoals bij een vingerafdruk. Henk: “Een aantal jaar terug kwam de R&D-dienst van het Duitse leger naar ons. Ze wilden een textiel dat ze nog niet hadden: het moest licht en sterk zijn, snel drogen, het mocht niet branden, het moest anti­statisch zijn, het mocht niet detecteerbaar zijn via infrarood, en graag ook nog antibacterieel en tekenwerend. Een deel van de oplossing zit

in het weefsel, een ander deel in de confectie. Dan hebben we lang getest en aangepast tot we de juiste oplossing hadden.” “De eisen van de soldaten zijn hoog”, vult Patrick Merchiers aan. “Dat zijn heel sportieve mensen, ook buiten hun werkleven. Ze willen dezelfde kwaliteit voor defensie, maar met alle eisen van defensie er bij.” De drie heren bevestigen dat er al een tijdje een nieuwe wind waait bij vele nationale defensies. Eerst was er de dreiging van terrorisme, nu komt het gevaar vanuit het Oosten. “Terwijl we vroeger desert camouflage ontwikkelden, evolueren we nu naar sneeuwcamouflage. En terwijl het vroeger vooral licht en ademend moest zijn, is dat nu weer anders. Die vraag evolueert snel, daarom moeten we zo dicht mogelijk bij die eindklanten zitten. Je voelt dat veel legers graag rechtstreeks contact opnemen met de weinige weefselleveranciers die er nog zijn. Niet alleen uit R&D-overwegingen, maar dus ook vanuit kwaliteitscontrole en traceerbaarheid van grondstoffen.”

Die confectioneurs zijn arbeidsintensief en verhuizen vaak naar daar waar de lonen het laagst liggen: eerst in Marokko en Tunesië, vervolgens naar Madagascar, Bangladesh, Laos, ... “Soms proberen ze dan ook weefsel­ leveranciers in die streek te vinden omdat dat ook goedkoper is, maar volgens ons moet je dicht bij de Europese defensies zitten om goed aan onderzoek en ontwikkeling te kunnen doen.” Patrick Merchiers pleit voor een Europese defensie. “Wij zitten dicht bij onze klanten, zij kunnen Europees kopen en worden niet afhankelijk van een leverancier die misschien morgen een vijand is”, zegt hij fijntjes. “Als alle weefsels en kledij gemaakt worden in China en morgen zijn we in oorlog met China, dan zit je in de penarie. Verschillende overheden willen of eisen nu zelfs dat de weefsels opnieuw in Europa worden geproduceerd en zelfs dat de confectie hier gebeurt. Vanuit 12

Utexbel is in Europa de laatste verticaal geïntegreerde textielproducent van garens en weefsels: van weven over spinnen tot verven.


Op de cover

100% circulair produceren Ook in de defensiewereld wordt duurzaamheid steeds belangrijker, zowel op sociaal als ecologisch vlak. Utexbel is een sociale onder­ neming die duurzaamheid al sinds de oprichting vooropstelt door lokaal te produceren, waardoor de werkgelegenheid gehandhaafd wordt maar ook met de nodige aandacht voor het milieu, door continu te streven naar een lagere impact. Henk: “Katoen wordt vervangen door biokatoen, polyester wordt deels al gerecycleerd in plaats van enkel voor nieuwe virgin polyester te kiezen. Wij willen nu ook oude kledij ‘redden’ en er nieuwe kledij van maken. Tot nu toe werd dit vooral geshredderd tot vodden of isolatie­ materiaal. We hebben daar al nieuwe machines voor, in eerste instantie voor werkkledij in wasserijen en ziekenhuizen.” Vorig jaar ontwikkelde Utexbel zelfs een volledig circulair product, Dr. Green, waarbij gebruikte ziekenhuiskledij op industriële schaal getrans­ formeerd wordt tot vezels en daarna weer omgezet wordt tot afgewerkte ziekenhuiskledij. Utexbel is de eerste Europese speler die dit proces op industriële schaal uitrolt. Patrick: “Vele bedrijven promoten circulair textiel en testen wel wat, maar wij hebben al effectief 30 ton gerecycleerd materiaal gemaakt. Samen met het Franse leger onderzoeken we nu hoe we end of life gevechtsuniformen opnieuw kunnen recycleren, in plaats van dat ze in het slechtste geval in terroristische handen belanden. Nu, van gevechtsuniformen kan je nooit exact dezelfde uniformen maken omdat de normen daarvoor te hoog liggen. Maar je kan er misschien wel ondergoed, sokken of polar fleece van maken. Voor de Franse marine recycleren we hun brandwerende overalls tot pulls voor die marine. Vanaf de ontwikkeling van nieuwe weefsels kijken we al hoe we die later beter kunnen recycleren. Zo vermijd je beter filamentgarens, want die zijn moeilijk te recycleren. Door te anticiperen kan je het later goedkoper en gemakkelijker recycleren. Ook op confectieniveau is nog veel werk aan de winkel, denk aan naaigarens die je thermisch of chemisch kan oplossen zodat ze spontaan uit elkaar vallen. Ook knoppen en ritssluitingen zijn moeilijk te recycleren.” Omdat er geen textielscholen meer zijn in België, rekruteert Utexbel ondertussen zijn nieuwe textielingenieurs uit het Noord-Franse Roubaix (Ecole d’Ingénieurs Textile à Roubaix, Ensait). Wim: “Ze komen allemaal van daar, vanuit stages. Maar ook voor arbeiders en bedienden is het huilen met de pet op. Daarom leiden we onze arbeiders ter plaatse op”, besluit Wim. “Het enige voordeel is dat we zo de R&D zelf onder controle hebben.”

Freddy Versluys, de topman bij defensietechbedrijf OIP.

“Er is een charmeoffensief nodig voor onze sector” Van een simpele nachtkijker of een vuurleidingssysteem voor pantservoertuigen tot hyperspectrale camera’s voor de ruimtevaart. Bij OIP uit Oudenaarde viert ultramoderne technologie hoogtij. En toch bleef het bedrijf de laatste 30 jaar bewust onder de radar. “Vlaanderen moet ons niet. Een spijtige zaak waar hopelijk snel verandering in komt.” TEKST LAURENS FAGARD - FOTO WIM KEMPENAERS

13


Op de cover

Bij OIP doen ze alles zelf: ontwikkelen, testen, eindassemblage. In hun gebouwen is alle test- en meetapparatuur voorzien.

Meer dan 100 jaar geleden zag OIP (Optique et Instruments de Précision) het levenslicht in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog. Op vraag van het Belgisch leger onderhield het bedrijf uit Oudenaarde de optische instrumenten die hoofdzakelijk van Duitse makelij waren. Een eeuw later is OIP gespecialiseerd in geavanceerde sensoren en optische toestellen voor militaire doeleinden en ruimtevaart. “We doen alles van ontwikkeling tot testen en eindassemblage”, begint Freddy Versluys, de topman bij OIP, als hij ons doorheen de ingenieursdepartementen gidst. “Onze nachtkijkers gaan de hele wereld rond. Vorig jaar voerden we een update uit aan de Wieselpantservoertuigen in Duitsland en onlangs haalden we een contract binnen voor de Marder-pantservoertuigen uit Chili. In onze gebouwen is alle test- en meetapparatuur voorzien. Onze producten moeten werken in alle temperaturen en bestand zijn tegen schokken en trillingen.” Het 120-koppige team van OIP werkt hoofdzakelijk op defensie maar ook de ruimtevaarttoepassingen winnen aan belang. “We werkten mee aan de James Webbruimtetelescoop en bouwen wetenschappelijke instrumenten die ingezet worden voor studies van de atmosfeer op aarde. Ook op Mars zijn we een stukje vertegenwoordigd, met het NOMAD-instrument dat op zoek gaat naar methaangassen. Zulke projecten vergen dikwijls jaren engineering. Maar het maakt ons wel trots dat we een steentje kunnen bijdragen aan de studie van de klimaattransitie”, vertelt Freddy. De aanhouder wint Ondanks die state-of-the-arttechnologie zat de publieke opinie de laatste decennia niet altijd aan de kant van OIP. “We worden nog te vaak verkeerdelijk geassocieerd met illegale en obscure wapenhandelaars terwijl we nochtans strikt gecontroleerd worden op het vlak van veiligheid, NATO-gecertificeerd zijn en niets kunnen ondernemen zonder export­ vergunningen. Dat is de realiteit. Maar door het conflict in Oekraïne zijn defensie­bedrijven plots een spraakmakend onderwerp en krijgen we overal wel een stem. Dat heb ik 14

de voorbije dertig jaar nooit meegemaakt.” “Vooral in België heeft Defensie jaren aan populariteit moeten inboeten met besparingsrondes als gevolg. Maar nu de nood hoog is, schieten ze kennelijk wakker. Hoe dan ook is het Belgisch leger een kleine klant voor ons. Momenteel leveren we EOPTRISrichtsystemen voor de RCWS (Remote Controlled Overhead Weapon Stations) van diverse voertuigen. Daarnaast doen we voor hen een upgrade van nachtkijkers voor de FNC-karabijnen en integreren we Spikemissielen op de UT30 (Unmannde Turret 30 mm). Wij moeten het meer hebben van internationale orders, want op eigen bodem alleen komen we niet aan de bak. Dat is bij uitbreiding hetzelfde verhaal voor Europa, waar een land zoals Frankrijk hun eigen markt goed afschermt. Meer nog: daar stelt de bevoegde minister (Florence Parly, red.) duidelijk dat export een onderdeel is van hun defensiebeleid.”

In eigen land ziet Freddy toch een kentering op gang komen. “Jonge officieren zien steeds meer de voordelen in om met lokale bedrijven te werken. Maar je kan er niet omheen dat het gros van de sector nog altijd in Wallonië gelegen is met grote spelers zoals John Cockerill, Thales of FN Herstal. In Vlaanderen kunnen we sinds de afschaffing van het decreet Van den Brande enkel onder strikte ethische voorwaarden innovatiesteun krijgen. En aan exportvergunningen geraken is al zeker geen sinecure.” Dat het voor bedrijven met een defensie­ stempel op Vlaams grondgebied dus niet makkelijk is om te ondernemen, heeft Freddy vaak doen overwegen om voorbij de taalgrens te verhuizen. “Mijn koppigheid heeft me hier gehouden (lacht). In mijn overtuiging zijn defensiebedrijven zoals OIP zeker op hun plaats. Geavanceerde technologie tiert hier welig en in Vlaanderen moeten we het net hebben van onze brains.”


Op de cover

om de defensie-industrie te consolideren is alleszins levendig en binnenkort komt er al een Rapid Reaction Force met 5.000 troepen. Als Europa zich wil blijven mengen tussen de grote jongens, zullen we op termijn absoluut een Europees leger nodig hebben.”

Grote Sprong Voorwaarts Volgens Freddy is die innovatie in technologie net broodnodig om gelijke tred te houden met de rest van de wereld. “We zien al langer door beurzen dat militaire grootmachten investeren in de modernste snufjes. Hetzelfde geldt voor Rusland dat de afgelopen tien jaar een forse inhaalbeweging heeft gemaakt op gebied van elektronica. Maar ik kijk vooral met grote ogen naar China dat gigantisch is geëvolueerd. Zij staan nu vijf jaar verder dan ons en de kloof is exponentieel aan het groeien. Ik sta daar niet versteld van want we hebben ze aan onze universiteiten opgeleid in allerhande militaire en dual use technologieën. En dan mogen wij nog niet eens een product exporteren. Dat vind ik bedenkelijk.”

Spoorloze Vlaamse ingenieurs Of OIP nu profiteert van de maatschappelijke omwenteling, wil Freddy niet gezegd hebben. “Nu denkt iedereen dat het goede tijden zijn voor ons terwijl we jarenlang tegen de bierkaai hebben gevochten. Opeens is defensie geen vies woord meer. Dat was ondenkbaar vijf jaar geleden, toen we nog verschillende politici uitnodigden om onze site te bezoeken maar steeds zonder gevolg.”

“Er is actie nodig en dat hebben ze intussen wel begrepen in Europa, denk ik. De komende jaren hebben landen immers de intentie om grote budgetten beschikbaar te maken voor de ontwikkeling van technologie en zo volledig onafhankelijk te zijn op vlak van onder meer afweer tegen ballistische raketten en high altitude drones. Of dit leidt tot een nieuwe wapenwedloop weet ik niet, maar we moeten ons bewust zijn van gevaren die om de hoek schuilen. In landen zoals Noord-Korea en Iran beweert men dat ze maar op een knop moeten drukken om een ramp te ontketenen.”

“Op een gegeven moment keerde de academische wereld zich zelfs tegen ons. Hogeschool VIVES wilde geen zaken meer doen met ons en twee UGent-medewerkers weigerden samen te werken aan het onderzoek van een van onze medewerkers omwille van ethische redenen. Maar goed, tijden veranderen. Onlangs kregen we bezoek van studenten uit een ruimtevaartrichting. Tot mijn grote verwondering was er niemand die zich negatief uitliet over onze activiteiten gerelateerd aan Defensie. Dat was de eerste keer dat ik dat meemaakte. Misschien herstelt de triple helix zich dan toch nog.”

“Bij zulke dreigingen schatten mensen een degelijke verdediging pas echt naar waarde. Het gaat nog altijd om ‘defensie’ en niet ‘offensie’. De manier van oorlogsvoeren zal grondig veranderen en daar speelt technologie een cruciale rol in. Autonome voertuigen lijken misschien nog verre toekomst, maar het stelt ons wel voor ethische dilemma’s. Want wie geeft een moer om een oorlog tussen robots? Mensenlevens zijn nog altijd hét doelwit bij uitstek om statements te maken. Dat zie je nu ook in Oekraïne gebeuren. Pas dan is de nood naar degelijke afweersystemen immens groot. Maar zulke projecten komen er niet in een vingerknip. Dat vergt tijd en vooral samenwerking. De wil

Omzetgewijs gaat het OIP zonder meer voor de wind. “Binnen twee à drie jaar verwachten we nog meer aanvragen omdat men hopelijk meer zal inzetten op bewapening. Maar op korte termijn

kunnen wij niet veel doen. De doorlooptijd van eenvoudige producten loopt bovendien al op tot minstens zes maanden. Momenteel hebben we een omzet van 55 miljoen euro. Een verdrievoudiging ten opzichte van twee jaar geleden. We werken aan drie grote projecten en we weten niet waar eerst aan te beginnen. Dit jaar verwachten we nog een reusachtig order van meer dan 100 miljoen euro vanuit India, waar we de unieke leverancier zijn voor alle sensoren op de Arjun-gevechtstanks.” “Maar we vinden niet genoeg ingenieurs. Het is de omgekeerde wereld van toen ik aan mijn carrière begon in de jaren zeventig. Toen waren er 3 plaatsen beschikbaar bij Bekaert voor 830 kandidaten. Nu zijn er 830 vacatures voor 3 sollicitanten. Het is dramatisch gesteld. In Vlaanderen vinden we geen profielen. Op onze werkvloer vind je Fransen, Engelsen, Spanjaarden en Portugezen. Helaas dreigen ook daar tekorten. Nu richten we onze pijlen op Polen, Roemenië en zelfs India. Daar studeren jaarlijks 75.000 ingenieurs af. Misschien kunnen we daar nog even mee voort? (fijntjes)”

We vinden niet genoeg ingenieurs. Nu richten we onze pijlen op Polen, Roemenië en zelfs India. Daar studeren er jaarlijks 75.000 af 15


Op de cover

Jan De Nul huisvest nieuwe hoogtechnologische F-35-vliegtuigen In 2025 verwacht de Belgische Defensie een eerste levering van splinternieuwe F-35A jachtvliegtuigen. Maar de huidige infrastructuur dateert uit de jaren 50 en 60 en voldoet niet aan de noden van een modern jachtvliegtuig. Defensie schakelt o.a. Jan De Nul in om nieuwe infrastructuur te voorzien waar de vliegtuigen gehuisvest en onderhouden kunnen worden.

Na een intensief voortraject van meer dan een jaar gunde het Ministerie van Defensie dit Design-Build-Maintenance contract aan Jan De Nul. De totale waarde van de studie, bouw en onderhoud bedraagt 650 miljoen euro. Jan De Nul zal twee identieke luchtmachtbasissen bouwen voor de huisvesting en ondersteuning van de nieuwe hoogtechnologische F-35-vliegtuigen, eentje in Florennes en eentje in Kleine-Brogel. Samen met het Amerikaanse studiebureau Burns & McDonnel en Arcadis België werkte Jan

De Nul een ontwerp uit dat architecturaal aantrekkelijk én uiterst functioneel is. Een efficiënt gebruik en de veiligheid van het personeel stonden vanaf de ontwerpfase centraal. Daarom werd in het dossier ingezet op een nauwe samenwerking met bedrijven die een stevige kennis van de militaire werkomgeving hebben. Met deze forse investering bevestigt België ook zijn ambities als thuisbasis voor de NAVO. Duurzaam bouwen Zowel in het design als tijdens de bouw wordt de CO2-voetafdruk zo laag mogelijk gehouden. De nieuwe gebouwen worden 100% duurzaam verwarmd en gekoeld. Zonnepanelen zorgen voor zoveel mogelijk eigen elektriciteit. De eerste basis in Florennes zal in iets minder dan drie jaar gebouwd worden. Twee jaar na Florennes start de bouw van de basis in Kleine-Brogel, zo wordt de impact

Jan De Nul zal twee identieke luchtmachtbasissen bouwen voor de huisvesting en ondersteuning van de nieuwe hoogtechnologische F-35-vliegtuigen, eentje in Florennes en eentje in Kleine-Brogel. 16

op de militaire operaties op beide basissen onder controle gehouden. Behalve het ontwerp en de bouw van de infrastructuur, staat Jan De Nul tot 2037 ook in voor het technische onderhoud van beide basissen. Ruimte voor vluchtsimulatoren De basissen zullen uit vier grote delen bestaan. Het administratief bouwdeel omvat naast bureel- en vergaderruimtes ook alle infrastructuur voor het personeel met douches, een cafetaria, coffee corners, etc. Het logistieke bouwdeel omvat een stockageruimte voor wisselstukken en een infrastructuur voor het onderhoud van de F-35A.Deze bestaat uit zes onderhoudsdokken en enkele ateliers. De Special Access Program Facility (SAPF) vormt het meest beveiligde deel van het F-35-complex. Hier staan vier vluchtsimulatoren en worden de trainingen en operaties gepland. Dit deel van de infrastructuur moet voldoen aan de hoge Amerikaanse veiligheidsnormen en specifieke technische eisen. De ‘flightline’ van het complex geeft ruimte aan zestien Flightline Aircraft Shelters (FAS), waar de jachtvliegtuigen in een beveiligde omgeving kunnen staan voor onderhoud.


Op de cover

Opleiding defensie en veiligheid in het GO! Atheneum in Geraardsbergen - © Jimmy Godart

Biedt nieuw concept ook kansen voor samenwerking met bedrijven?

‘Kwartieren van de Toekomst’ maken oubollige kazernes verleden tijd Defensie zal nieuwe kwartieren bouwen op plaatsen met weinig militaire aanwezigheid, één in Wallonië (Charleroi) en één in Oost-Vlaanderen. In die semi-open kwartieren zullen personeelsleden dichter bij huis kunnen werken en ook nauwer samenwerken met de burgerwereld. Het project kreeg de veelbelovende naam mee ‘Kwartier van de Toekomst’ en werd in september 2021 voorgesteld door minister Ludivine Dedonder. TEKST JAN VAN GYSEGHEM

Het ‘Kwartier van de Toekomst’ wil een antwoord bieden op de huidige personeelsen infrastructuurproblematiek bij Defensie. Door nieuwe kazernes te bouwen in regio’s met weinig militaire installaties, wil Defensie meer geografische stabiliteit bieden aan de personeelsleden uit die streken. In de nieuwe kwartieren zal er een ruimer aanbod zijn van verschillende soorten functies. Zo kunnen medewerkers een groter deel van hun carrière dichter bij huis werken. Het project biedt ook heel wat mogelijkheden

met het oog op de rekrutering van jonge en gespecialiseerde profielen. De minister wil nog in de lopende legislatuur 10.000 nieuwe militairen en enkele duizenden burgers aanwerven. Het ‘Kwartier van de Toekomst’ wordt een modern en milieubewust nieuwbouwproject in de buurt van het stadscentrum, gemakkelijk te bereiken met het openbaar vervoer. Door semi-open kazernes te creëren, wil Defensie een nauwere samenwerking met lokale burgerinstanties aanmoedigen. Het

nieuwe kwartier zal niet alleen voorbehouden zijn voor militaire activiteiten; men bekijkt hoe de infrastructuur gecombineerd kan worden met catering-, sport-, kinderopvangen opleidingsfaciliteiten. De innovatieve aanpak van deze nieuwe kwartieren staat in schril contrast met de huidige kazernes. Het project beoogt twee nieuwe kwartieren in België: één in Charleroi in de provincie Henegouwen en een tweede op een nog te bepalen plaats in de provincie Oost-Vlaanderen. 17


Op de cover

De tegenstand is groot maar Voka pleit voor open debat

Kan komst van ‘Kwartier van de Toekomst’ voor Geraardsbergen ook economische impuls zijn? De stad Geraardsbergen is kandidaat om het Oost-Vlaamse ‘Kwartier van de Toekomst’ op zijn grondgebied in te planten. Het is nog niet duidelijk of Defensie de kandidatuur van de Oudenbergstad zal weerhouden. Een beslissing wordt verwacht tegen eind juni. Het stadsbestuur ziet de vestiging van een grote militaire eenheid als een meerwaarde voor Geraardsbergen. Ook economisch kan de inplanting voor een extra dynamiek zorgen. Het bekijken waard, vindt Voka.

De inplanting van een nieuw militair kwartier in de zuidelijke Denderregio komt tegemoet aan de door Defensie vooropgestelde geografische spreiding van nieuwe infra­structuur. Het project – niet ver van de taalgrens en dichtbij Brussel – houdt rekening met het gebrek aan kazernes in de ruime regio. De voorgestelde locaties zijn momenteel ingekleurd als niet watergevoelig landbouwgebied. Er is geen bebouwing. Rond de inplanting van het Kwartier en het oefen­terrein kan een groene buffer voorzien worden. Geef… werk! Voor de lokale overheid zijn de belangrijke tewerkstellingsperspectieven – er is sprake van 1.020 arbeidsplaatsen – bijzonder aantrekkelijk. De regio Geraardsbergen kent – zoals Zuid-Oost-Vlaanderen in zijn geheel - een erg lage jobratio (zie kader). Het hele opzet van de nieuwe militaire inplanting kan het bestaande arbeidspotentieel beter benutten, de tewerkstelling van jongeren verhogen, de samenwerking met onderwijs versterken en een gunstige woon-werkmobiliteit aanbieden. 18

In het ‘Kwartier van de Toekomst’ zal er niet enkel plaats zijn voor militaire profielen maar ook technici, administratieve medewerkers, chauffeurs en medici zullen er aan de slag gaan. Dit biedt heel wat mogelijkheden voor de inwoners van Geraardsbergen om dicht bij hun woonplaats te werken. De voorgestelde locatie in Schendelbeke komt tegemoet aan de noden van Defensie op vlak van ruimte, mobiliteit, wervingspotentieel, uitbreidingpotentieel en de aanwezigheid van gespecialiseerd onderwijs. Er zijn wel een aantal knelpunten zoals de aardgasleiding die op het oefenterrein naast de nieuw te bouwen kazerne loopt. Volgens de dienst Stedenbouw van Geraardsbergen zit deze leiding voldoende diep onder de grond en vormt ze geen gevaar. In de plannen is het niet voorzien om nieuwe gebouwen op te richten op het oefenterrein. Over de effecten van de voorziene oefeningen op het terrein stelt burgemeester De Padt de sceptici gerust: er zal geen gevaar zijn voor omwonenden, er worden geen ontploffingen gesimuleerd, wel krijgt men te maken met

rookvorming en lichtflitsen. De vooropgestelde plannen maken gewag van een overdekte schietstand in een gebouw. Stap voor stap Als de kandidatuur van Geraardsbergen effectief weerhouden wordt, volgt een ruimtelijk herbestemmingsproces waarbij in samenspraak met de stad, de provincie Oost-Vlaanderen en het Vlaams Gewest een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opgemaakt wordt. Tijdens deze procedure worden alle instanties betrokken die in het kader van vergunningen verplicht advies dienen te geven. Ook aspecten van verkeer, milieu en geluid zullen grondig bestudeerd worden. Het lokaal bestuur van Geraardsbergen wil – in nauwe samenwerking met Defensie – een permanent overleg opzetten met de bewoners uit de omgeving. Via burgerparticipatie wilt men zo komen tot een gedragen project voor de directe buurt en de omliggende regio. Dit participatieproces zal een continue opdracht worden, zowel in aanloop naar de realisatie, tijdens de bouwwerken als tijdens de ingebruikname van de site.


Op de cover

Voor Voka zijn de nieuwe plannen voor een eigentijds militair kwartier in Geraardsbergen zeker het onderzoeken waard. Het kan een boost geven aan de (indirecte) tewerkstelling.

De beslissing van de ministerraad of het Kwartier van de Toekomst al dan niet in Geraardsbergen gevestigd wordt, zal wellicht eind juni genomen worden. Voorzieningen voorhanden De door Defensie gewenste voorzieningen op vlak van mobiliteit, onderwijs, logement, industrie en recreatie zijn zeker voorhanden in de nabijheid van de voorgestelde locatie. Op vijf km van de voorgestelde locatie bevindt zich het GO! Atheneum Geraardsbergen, één van de drie scholen in Oost-Vlaanderen die de opleidingen “Defensie en Veiligheid” en “Integrale Veiligheid” aanbiedt ter voorbereiding op een loopbaan in Defensie. De school werkt aan de uitbouw van een aparte Veiligheidscampus in Geraardsbergen, waar de richtingen rond veiligheid en defensie zouden worden gehuisvest. VDAB zou kunnen inspelen op de (toekomstige) wervings- en opleidingsnoden van het Kwartier. Omdat het SOLVA-bedrijventerrein van Schendelbeke op minder dan twee kilometer ligt van de vooropgestelde inplanting kan deze zone verder ontwikkeld worden in functie van de (toekomstige) noden van het Kwartier: als een wetenschapspark, met bedrijven en/of (campussen van) onderzoekscentra die actief zijn in innovatie en diensten rond Defensie.

De stad Geraardsbergen voert aan te beschikken over een groot aanbod van kwalitatieve en betaalbare woongelegenheden. De gemiddelde vastgoedprijzen in Geraardsbergen en omgeving liggen substantieel lager dan het Oost-Vlaamse gemiddelde. Net naast de voorgestelde locatie liggen verschillende (niet watergevoelige) woonuitbreidingsgebieden, die ontwikkeld kunnen worden in functie van de noden van het Kwartier van de Toekomst. Het recreatiedomein De Gavers is ook vlakbij en binnen een straal van 11 km bevinden

zich twee ziekenhuizen (Geraardsbergen en Zottegem). Voka: het onderzoeken waard Voor Voka zijn de nieuwe plannen voor een eigentijds militair kwartier in Geraardsbergen zeker het onderzoeken waard. Een militair project van een dergelijke schaal zal kansen bieden aan bedrijven in de regio om uitrusting, catering, toelevering, onderhoud en diensten te leveren en zo bijdragen tot een toename van de indirecte tewerkstelling.

Zorgt Defensie voor meer werk voor mensen en bedrijven in en rond Geraardsbergen? De zuidelijke Denderregio heeft een gemiddelde jobratio van slechts 46,8% Het Oost-Vlaams gemiddelde bedraagt 70,6%. Minder dan de helft van de actieve bevolking van Geraardsbergen kan in eigen streek terecht voor een job. De regio rond Geraardsbergen wordt verder gekenmerkt door een groot en divers demografisch arbeidspotentieel, een positieve bevolkingsgroei van 7,1% (aanzienlijk hoger dan het Oost-Vlaamse gemiddelde van 4,5%) en een hoger aantal werkzoekenden dan het Oost-Vlaams gemiddelde.

19


In de lobby Jouw belangen kamerbreed verdedigd

5 na 12 voor hervormingen Structurele hervormingen vormen de grootste hefboom om meer welvaart te creëren in ons land. En toch blijven die hervormingen uit. De federale regering lijkt bezig aan een processie van Echternach en boekt amper vooruitgang. De arbeidsdeal – een al bij al magere hervorming die naam niet waardig – die vorig najaar werd gesloten, staat opnieuw ter discussie. Van de pensioen- of de fiscale hervorming is amper nog iets vernomen. En ook de Vlaamse regering heeft werk op de plank. Nu ook de Europese Commissie zich afvraagt waar de fundamentele hervormingen blijven, is het tijd om een versnelling hoger te schakelen. TEKST JAN GEERS

Afgelopen maandag publiceerde de Europese Commissie de landen­ specifieke aanbevelingen voor elke lidstaat. De aanbevelingen bevatten beleidsadvies op maat van elk EU-land over manieren om de werkgelegenheid en de groei te stimuleren, met behoud van gezonde overheidsfinanciën. In duidelijke taal laat de Commissie verstaan dat dit land dringend in actie moet schieten. De prioriteiten van de Commissie lopen opvallend gelijk met wat Voka en onze Vlaamse ondernemingen al jaren vragen: hervormingen.

1 Activeer de arbeidsmarktreserve De Europese Commissie haalt terecht aan dat het voor bedrijven steeds moeilijker wordt om nieuwe medewerkers aan te werven. Met meer dan 85.000 openstaande vacatures in Oost-Vlaanderen laat de arbeidsmarktkrapte zich voelen in alle sectoren en op alle niveaus. De Commissie wijst erop dat ons Belgisch stelsel van eeuwigdurende werkloosheidsuitkeringen de prikkel naar activering wegneemt. Voka voegt daaraan toe dat het arbeidsmarktbeleid zoveel mogelijk op het niveau van de gewesten moet worden 20

gebracht. Vlaanderen en Wallonië kennen een fundamenteel andere arbeidsmarkt en hebben dan ook een andere aanpak nodig.

2 Onderwijs als groeimotor Een tweede pijnpunt waar de Commissie op wijst, heeft te maken met ons onderwijs. Dat moet nauwer aansluiten bij de noden van de arbeidsmarkt. De Commissie verwijst ook expliciet naar ons lerarentekort. Voor Voka bestaat de oplossing voor ons onderwijs niet in extra middelen. Ook de Commissie haalt aan dat er in vergelijking al veel middelen naar onderwijs gaan. De oplossing ligt wel in meer zelfbestuur voor scholen en minder regeltjes. Oost-Vlaamse bedrijven staan in de rij om nauwer samen te werken met lokale scholen.

3 Steun voor bedrijven in moeilijkheden Ook dit jaar toont Europa nog begrip voor de rode begrotingscijfers van de lidstaten. Na eerst de coronacrisis noopt

nu de energiecrisis overheden om burgers en bedrijven gericht te ondersteunen. De Europese Commissie laat staatssteun toe voor bedrijven die zwaar getroffen zijn door de energiecrisis. Voka stelt vast dat België hier geen gebruik van maakt. De regeringen moeten de moeilijke situatie van sommige bedrijven in kaart brengen en een steunmechanisme voorbereiden. Onze buurlanden zoals Frankrijk en Duitsland zijn er wel mee aan de slag gegaan.

4 Maak werk van gezonde overheidsfinanciën Ondanks de tijdelijke lossere begrotingsregels is het absoluut noodzakelijk dat er werk wordt gemaakt van een duurzaam en gezond begrotingsbeleid in ons land. Anders dreigen onze overheidsschulden helemaal te escaleren. De Commissie wijst op de lopende overheidsuitgaven, waar België in vergelijking met de rest van Europa hoge toppen scheert. Ook Voka roept op om de begrotingsinspanningen niet te verwaarlozen en werk te maken van een realistisch begrotingstraject. Anders wacht in 2024 zonder twijfel het Europees strafbankje.


In de lobby

Onfaire stijging van lokale belastingen

5 Moderniseer het vergunningenbeleid De Commissie wijst erop dat te ingewikkelde vergunningsprocedures en uitgebreide mogelijkheden om in beroep te gaan, een sta-in-de-weg kunnen vormen in ons land. Daarom wordt aanbevolen om de vergunningsprocedures verder te hervormen, een oproep die Voka volmondig steunt. Overheden moeten een partner zijn in de transitie waar we samen door moeten. Naast projecten als Ventilus in West-Vlaanderen, kent ook onze provincie tal van aanslepende investeringsdossiers en is het ook voor bedrijven steeds moeilijker om vergunningen goedgekeurd te zien. Samengevat: de Commissie klopt nog maar eens op dezelfde nagels, zoals eerder al de OESO, het IMF, de Nationale Bank, etc. Dit land kan enkel vooruit als het fundamenteel hervormt. Als we samen willen groeien, dan hebben we een krachtdadige overheid nodig. Het is geen vijf voor twaalf, maar vijf na twaalf. Wanneer zullen onze regeringen en beleidsmakers de aanbevelingen van de Europese Commissie ter harte nemen? Het wordt stilaan nu of... nooit.

Voka Oost-Vlaanderen leidde twee jaar geleden, samen met drie Zelzaatse bedrijven, een procedure in bij de Raad van State om de hervormde bedrijfsbelasting in de gemeente ongedaan te maken. Het nieuw reglement viseert heel specifiek de grootste bedrijven. Bovendien vindt Voka het reglement niet enkel onfair, maar ook niet billijk. Deze maand verwachten we een uitspraak van de Raad van State.

Bij de vorming van de nieuwe meerderheid (SP.A-PvdA) en de voorstelling van het bestuurs­ akkoord in Zelzate kondigde het gemeentebestuur aan dat de grote bedrijven op het grondgebied van de gemeente voortaan een aanzienlijk groter deel van de belasting­ inkomsten zouden moeten ophoesten. Voka Oost-Vlaanderen reageerde toen al publiek en maakte bezwaar tegen de intentie. Het gemeentebestuur voegde toch de daad bij het woord en zette de ‘kiesbelofte’ om in een fiscaal reglement. Concreet wordt een nieuwe schijf in de oppervlaktebelasting voorzien die 55 keer het forfaitair bedrag per m² bedraagt. Een simulatie maakt al snel duidelijk dat het nieuwe reglement slechts een aantal bedrijven (met de grootste oppervlakte in Zelzate) treft. Wie jobs en inkomen creëert zal betalen Geert Moerman, gedelegeerd bestuurder van Voka Oost-Vlaanderen: “Wij zijn van mening dat het bestuur van Zelzate de regels overtreedt door slechts een aantal bedrijven rechtstreeks te viseren die zo opdraaien voor de financiële noden van de gemeente. Volgens ons gaat dat in tegen de discriminatieregels waar ook belastingreglementen moeten aan voldoen.” Voka Oost-Vlaanderen vindt dat de gemeente Zelzate grotere bedrijven, kmo’s en gezinnen op een misleidende manier tegen elkaar uitspeelt. De getroffen bedrijven zorgen voor heel wat werkgelegenheid in en om Zelzate; samen zijn ze goed voor ongeveer 10.000 jobs. Veel kleine bedrijven leveren diensten en producten aan de grotere. In het economisch en maatschappelijk weefsel zijn grote bedrijven sleutelspelers. De auditeur van de Raad van State die het dossier behandelde, gaf in haar advies aan dat lokale besturen de autonomie hebben om dergelijke belastingen in te voeren. Een zienswijze die wij erg ontgoochelend vinden. Uitspraak, later deze maand. 21


Meegedeeld

“Je moet nu een iets langere beleggingshorizon hebben” «Hoewel de economische en geopolitieke omstandigheden wegen op de markten, is het voor beleggers meer dan ooit cruciaal om in hun portefeuille te kiezen voor kwaliteitseffecten», vertelt Guy Wagner, managing director van BLI - Banque de Luxembourg Investments.

De inval van de Russische troepen in Oekraïne heeft de economie op haar kop gezet en de kaarten helemaal herschud. Komen de magere jaren eraan op economisch vlak? De economische situatie is de afgelopen weken duidelijk verslechterd. De inflatiedruk die we sinds eind vorig jaar zien, heeft door de hogere grondstofprijzen duidelijk aan kracht gewonnen. Bovendien zal dat op middellange termijn ook zijn invloed hebben op het consumenten- en ondernemersvertrouwen. En dan is er nog de situatie in China, dat een nultolerantiebeleid voert voor coronabesmettingen dat niet houdbaar is en waardoor de economie geregeld lam wordt gelegd. De knelpunten in de toeleveringsketens verergeren hierdoor alleen maar. In Europa beginnen economen stilaan het woord ‘recessie’ in de mond te nemen. Is dat onvermijdelijk waar we op afstevenen? Misschien niet onvermijdelijk, maar de kans op een min of meer uitgesproken vertraging is de laatste tijd toch sterk toegenomen. 22

De Amerikaanse economie doet het dan weer behoorlijk goed. Mogen we van die goede gezondheid een positief macro-­ economisch effect verwachten? Er wordt altijd gezegd dat de Amerikaanse economie de motor van de wereldeconomie blijft en dat binnen die Amerikaanse economie de motor het gezinsverbruik is. En dat doet het momenteel alle­s­ behalve slecht. De Amerikaanse economie lijdt wel minder onder de gebeurtenissen in Oekraïne, maar begint toch ook de gevolgen te voelen van de stijgende korte- en langetermijnrente en de inflatie, die nu rond de 8,5% zit. De lonen stijgen weliswaar, maar toch daalt het beschikbare inkomen dus in reële termen, terwijl ook de kosten van de ondernemingen stijgen. Ook in de Verenigde Staten riskeert de conjunctuur op middellange termijn bijgevolg te vertragen.


Meegedeeld

De Federal Reserve pakte iedereen in snelheid door medio maart een renteverhoging met 25 basispunten aan te kondigen. Zal de Europese Centrale Bank mee op de kar springen?

Centrale banken staan nu voor een keuze die ze nooit eerder hebben moeten maken: ofwel drukken ze de inflatie de kop in, ofwel blijven ze de markten ondersteunen. Ik denk niet dat de ECB haar beleid even agressief zal bijstellen als de Federal Reserve, maar toch heeft ook zij gezinspeeld op een renteverhoging in de tweede helft van dit jaar, terwijl ze tot nog toe geen ingreep overwoog tot minstens de tweede helft van volgend jaar. Verrassend is dat de Europese Centrale Bank bij een inflatie van zo’n 5% in de eurozone nog altijd voor 20 miljard euro per maand obligaties opkoopt, met een negatieve richtrente.

Guy Wagner, Beheerder-directeur BLI - Banque de Luxembourg Investments

Het klimaat op de financiële markten is de afgelopen maanden verslechterd. Is beleggen op de beurs nog altijd de juiste keuze? Jazeker! Beleggers willen in de eerste plaats weten hoe ze hun koopkracht op zijn minst kunnen beschermen of zelfs vergroten. Die vraag klinkt des te luider in het huidige klimaat met hogere inflatie. Aangezien liquiditeiten, obligaties of termijnrekeningen die koopkracht niet langer kunnen beschermen, zijn beleggers zowat onver­mijdelijk op aandelen aangewezen. Maar dan moet je uiteraard wel de spelregels aanvaarden. Aangezien aandelen volatieler zijn, moet je als belegger een iets langere beleggingshorizon hebben. Hoe voelt u zich momenteel, als beleggingsspecialist? Je moet je verwachtingen weten aan te passen. We zijn ons ervan bewust dat de elementen die sinds het begin van de jaren tachtig bijzonder gunstig waren voor de financiële markten, namelijk de afnemende inflatie, de dalende rentevoeten, de globalisering en het vredesdividend, aan het verdwijnen of minstens aan het keren zijn. De motor wordt stilaan een rem, en we weten dat de rendementen de komende jaren niet noodzakelijkerwijs even hoog zullen liggen. Op het niveau van de activa is het dan ook cruciaal om de juiste effecten te selecteren om in te beleggen. Betekent dat ook dat je jezelf moet kunnen heruitvinden? Uiteraard, je moet jezelf voortdurend heruitvinden! Maar de basi­s­ principes blijven hoe dan ook dezelfde: voor ons komt een aandeel kopen eigenlijk neer op een belang nemen in een onderneming. En dus komt het erop aan de juiste bedrijven te vinden en daar niet te veel voor te betalen. Die regels zijn onwrikbaar. Wat daarentegen wel verandert, is alles daarrond, en in het bijzonder de steeds grotere aandacht voor maatschappelijk verantwoorde beleggingen.

Steven MAERTENS Head of Private Banking Vlaanderen Banque de Luxembourg

Banque de Luxembourg Belgium Kortrijksesteenweg 218 9830 Sint-Martens-Latem Tel. : 09 244 00 48 23


Vraag het @voka Het antwoord zit in je netwerk

??

Vraag Vraag het het Vraag het

VRAAG:

Wat houdt de ‘call groene stroom’ in? Via de ‘Call groene stroom’ van het Vlaamse Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) kunnen investeerders in nieuwe zonnepanelen en nieuwe windturbines op land een subsidie verkrijgen. Alle ondernemingen met een economische activiteit komen in aanmerking op voorwaarde dat ze voldoen aan de steunregels van de ‘Europese algemene groepsvrijstellingsverordering’.

Wat komt in aanmerking? Je kan steun aanvragen voor de investerings- en installatiekosten van middelgrote PV-installaties (maximaal AC-omvormervermogen 25kW t.e.m. 5MW) en van kleine en middelgrote windturbines (bruto nominaal turbinevermogen 10kW t.e.m. 300kW). Er zijn twee projectgroepen: Subcall 1: Drijvende PV-installaties, PV-installaties op ‘marginale’ gronden, kleine en middelgrote windturbines Subcall 2: Overige PV-installaties Deze steunregeling vervangt voor nieuwe installaties voortaan de Vlaamse groene­ stroomcertificaten GSC voor deze vermogensklassen vanaf 2021. Voor grotere vermogensklassen kan men blijvend een beroep doen op de groenestroomcertificaten.

24

Tweede call van 2022 De tweede call van 2022 (van de drie) omvat zowel subcall 1 (drijvende PV-installaties, PV installaties op marginale gronden en kleine en middelgrote windturbines) als subcall 2 (overige PV-installaties). Subcall 1 heeft een budget van 500.000 euro, subcall 2 een budget van 9.500.000 euro. Het beschikbare groepsbudget wordt verdeeld over de best gerangschikte projecten (zij die het meeste groene stroom produceren per gevraagde euro steun) tot het budget op is. Het project dat onderaan de rangschikking staat, komt sowieso niet in aanmerking voor steun. Deze tweede call loopt van 14 juni 2022 om 9u tot en met 28 juni 2022 om 16u. De aanvraag gebeurt digitaal via het energie­portaal van de Vlaamse

overheid. De installaties dienen ten laatste 18 maanden voor zonenergie en 24 maanden voor windenergie na datum van betekening in dienst genomen te zijn. MEER INFO: https://www.vlaio.be/nl/subsidies-­ financiering/subsidiedatabank/ investeringssteun-voor-zonnepanelenen-windturbines-call

Heb je een vraag over de call groene stroom of een andere vraag voor Voka Oost-Vlaanderen? Stuur je vraag dan naar ikvraaghet@voka.be


Telex Biotalys bestrijdt schimmelziektes met zijn eerste biofungicide Het agrarische technologiebedrijf Biotalys komt met een belangrijk nieuw middel voor telers om de schimmelziektes Botrytis en echte meeldauw te bestrijden. Een internationaal team van experts heeft een volledig nieuwe ‘klasse’ toegekend voor het actieve bestanddeel van Evoca, het eerste biofungicide van het bedrijf. Dit nieuwe biologische bestrijdingsmiddel gebaseerd op eiwitten moet telers minder afhankelijk maken van chemische alternatieven.

Bureau 9000 ondersteunt Camping Coppens bij energieshift Bureau 9000 wil Camping Coppens, bekend van het gelijk­ namige tv-programma, transformeren tot een moderne CO²-neutrale camping op groene energie. Het bedrijf plaatste op de Zweedse camping al een digitaal monitoringssysteem om zo digitaal meteen het verbruik per elektriciteitsmeter binnen te krijgen. Dit najaar worden alle 55 veldkasten vervangen door moderne elektriciteitskasten met geïntegreerde stopcontacten. Verder plant Bureau 9000 de plaatsing van zonnepanelen op het centrale gebouw waar zich sanitair, receptie en keuken bevinden. In de plaats van de oude stookolie-installatie komt in de komende jaren een geothermische warmtepomp. Zo zal de warmte van de aarde als verwarming dienen. Er komen o.a. ook laadpalen voor elektrische voertuigen en enkele huisjes in het bos rondom de camping krijgen zonnepanelen en batterijen.

“Onze biologische bestrijdingsmiddelen op basis van eiwitten zijn ontwikkeld om de huidige lacunes in gewasbescherming voor telers weg te werken”, vertelt CEO Patrice Sellès. “Op die manier zorgen we voor veilige en duurzame voedselproductie.” biotalys.com

bureau9000.be

WABESCO innoveert in mariene ecosysteemdiensten Via De Blauwe Cluster, speerpuntcluster voor innovatie in de blue economy, en met de steun van VLAIO is in april het O&O project ‘WABESCO’ gestart. Blauwe groei vereist het vinden van cohesie en meerwaarde op vlak van economische, sociale en milieuaspecten. Het MES-concept (mariene ecosysteem­ diensten) biedt een nieuwe manier van denken en kan een besluitvormingsinstrument zijn voor duurzame mariene ontwikkeling. Het WABESCO-consortium, dat bestaat uit partners HAEDES, BOVA ENVIRO+, Mantis Consulting en KBC Bank & Verzekering, zal instrumenten ontwikkelen die de waarde van mariene actoren in kaart brengen en zo de invulling voor de Sustainable Development Goals ondersteunen. Dit instrument is bedoeld voor zowel KMO als multinational die duurzame groei willen bewerkstelligen, en zal wetenschappelijk worden ondersteund door een open-source MES-netwerkmodel, tegen het silo-denken in.

NIEUWBOUW • RENOVATIE • ONDERHOUD • INTERVENTIES

Eugène Bekaertlaan 55 - 8790 Waregem T +32 (0)56 62 00 80 - info@mutec.be www.mutec.be

Ondernemers Oost-Vlaanderen_92x135mm_0106.indd 1

25

3/05/2022 12:00:19


Bamboe Scheutig met groei(kracht)

Lenig, snel en wendbaar als een … gazelle Trends-Gazellen zijn sterke, snelgroeiende en competitieve bedrijven die het ondernemers­klimaat in hun regio positief beïnvloeden. In de categorie van Oost-Vlaamse kleine bedrijven werd MTM uitgeroepen tot Ambassadeur, in de categorie middelgrote bedrijven ging de titel naar Belgian Car Parts. Een portret van twee gretige Oost-Vlaamse groeiers. TEKST JOLYN DE BAETS & SAM DE KEGEL - FOTO WIM KEMPENAERS

1

MTM: “Onze sector verkoopt letterlijk geluk”

Jean-Michel Teerlinck, Julien Malingreau en Bart Meyskens zijn, naast vrienden, sinds 2014 trotse zaakvoerders van MTM. Wat acht jaar geleden begon met naar eigen zeggen “een cafeetje onder vrienden” draaide uit tot een succesvolle horecagroep met ondertussen al acht zaken in het Gentse: Mòris, Dragòn, Ray, ZwartWit, Millie Vanillie, Eltòn, The Push en The Serve. “Als de opportuniteit 26

zich voordoet, willen we ieder jaar één zaak erbij openen.” Van pop-up tot onestopshop horecagroep Je start met een pintje te drinken bij Dragòn, daarna verhuis je naar het terras van Mòris om daarna misschien wel af te sluiten in Ray. En als je dan nog niet

uitgefeest bent, kan je nog genieten van het bruisende Gentse nachtleven bij Millie Vanillie. “Het startte allemaal met onze eerste pop-up in de Gentse binnenstad. Via via zijn we te weten gekomen dat er een uitbating in Klein Turkije vrij was. Dit pand verbouwden we grondig en doopten we om tot Mòris. Op dit moment kan je binnen een straal van 200 meter vier zaken


Bamboe

Zaakvoerders MTM: Julien Malingreau (vooraan), Bart Meyskens en Jean-Michel Teerlinck (achteraan rechts) in hun recent geopende restaurant The Serve.

MTM Opgericht in 2014 Bars, restaurants, clubs en eventlocaties Sinds maart 2022 8 zaken in Gent van ons bezoeken”, begint Jean-Michel. “Toen we ons eerste café openden deed ik de ambitieuze uitspraak dat we ooit zeven cafés zouden hebben. Ondertussen hebben we acht horecazaken. We zitten dus voor op schema”, lacht Bart. “We zijn fier dat we een heel uitgebreid en gevarieerd gamma kunnen aanbieden.

Onze klanten kunnen terecht bij ons voor een aperitief, lekkere lunch, gezellig diner of ze kunnen één van onze beschikbare zalen huren. Ons doel is om onze klanten volledig te kunnen ontzorgen, van a tot z. Wil je een personeelsfeest organiseren op een van onze unieke locaties? Wij zorgen voor alles! Van bloemen tot catering”, zegt Jean-Michel.

55 FTE’s (inclusief freelancers en studenten) Geschatte omzet 2022: 5,6 miljoen euro (geschatte omzet in 2023: 6,9)

27


Bamboe

Accelereren sinds corona De afgelopen twee jaar kende het bedrijf hoogtes en laagtes. Dat het soms onwerkbaar was voor hen, is licht uitgedrukt. “Sinds vrijdag 13 maart 2020 stond onze wereld op zijn kop. Vanaf die vrijdag was het niet meer ondernemen, maar puur crisismanagement voor ons. Voor corona dachten we dat onze structuur goed zat, we merkten toen al snel dat we nog veel konden bijleren. We hebben als het ware op de pauzeknop geduwd en alles vanop een afstand kunnen bekijken. Het was meer werken aan ons bedrijf dan in ons bedrijf. Op lange termijn gaat dat zeker zijn vruchten afwerpen”, zegt Jean-Michel. “Als ondernemer kan je je niet permitteren om naar het verleden te kijken, enkel vooruitkijken telt. Tijdens de verschillende lockdownperiodes werd al snel duidelijk dat survival of the fittest niet draait om de sterkste, maar wel om degene die zich het beste kan aanpassen aan de situatie. Er zullen altijd nieuwe crisissen zijn, maar we zullen en moeten ons kunnen aanpassen. Als ondernemer mag je geen schrik hebben. Je moet vaak een beslissing durven nemen en niet vertrekken vanuit een angstmodel. We zijn dan ook enorm tevreden dat we sinds een aantal maanden terug alles kunnen geven”, zegt Bart. “Onze ambitie is niet per se om te groeien. Als een opportuniteit zich voordoet en we kunnen onze eigen identiteit eraan koppelen gaan we ervoor. Ons verhaal start altijd vanuit het pand. We kijken altijd wat we ermee kunnen doen en of we de authenticiteit kunnen behouden”, vult Jean-Michel aan. Horeca en events als bindmiddel Verkozen worden tot een Trends Gazelle kwam voor het drietal als een verrassing. “We hebben eigenlijk niet veel moeten doen om de prijs in de wacht te slepen. Door corona is onze omzet gehalveerd. Hierdoor behoorden we opnieuw tot de kleinere categorie onder bedrijven. We hebben het systeem dus onvrijwillig gehackt”, lacht Jean-Michel. “Uiteindelijk is het winnen van prijzen niet ons hoofddoel, maar natuurlijk is het fantastisch om deze erkenning te krijgen. Zeker omdat we actief zijn in een sector die 28

eerder onderbelicht wordt”, vult Bart aan. “Onze klanten weten nu pas echt wat ze gemist hebben door de vele lockdowns. Volgens mij zijn horeca en de eventsector het bindmiddel van de maatschappij, we kunnen echt waarde creëren voor mensen. Onze sector verkoopt letterlijk geluk. Ik ken geen enkele andere sector waarbij klanten je bedanken voor een rekening of een factuur”, lacht Jean-Michel. Op dit moment bestaat het team uit een mix van fulltimers, studenten en flexijobbers. “In totaal werken er zo’n 150 verschillende mensen voor MTM, wat resulteert in ongeveer 55 FTE’s . Dat gaat van een marketingmedewerker tot iemand die instaat voor onze sales tot het barpersoneel. Alles staat of valt met jouw team, zonder ons hecht team zijn we niets. Als ondernemer moet je je laten omringen door de juiste mensen met de juiste kennis. Op dit moment werven wij een aantal nieuwe vaste medewerkers aan via headhunters, enkel zo kunnen wij de topprofielen vinden. Je kan dus stellen dat human resources een groot onderdeel is geworden van onze dagdagelijkse taken”, zegt Jean-Michiel. “Je bent echt maar zo sterk als je team,” vult Bart aan. “Daarom zetten we hard in op employer branding. Zo zullen we binnenkort onze MTM Academy lanceren waarbij we zelf onze medewerkers opleiden.” Business gekoppeld aan plezier Het drietal deelt dezelfde passie: horeca, events en het nachtleven. “We hebben onze ervaring kunnen omzetten in ons passie­ product en hebben er plezier aan, écht the best of both worlds. MTM is een volwaardige kmo in de horeca, met de grootste ambities. Elke dag geven we het beste van onszelf. Het was voor ons drie zeker een leap of faith toen we eraan begonnen, maar we gaan nog steeds met heel veel plezier aan het werk”, besluit Jean-Michel.


Bamboe

Jean-Paul De Middelaer, gedelegeerd bestuurder Belgian Car Parts

2

Belgian Car Parts: “Als ondernemer moet je soms twee stappen achteruitzetten” 29


Bamboe

Belgian Car Parts Opgericht in 2016 Verdeler wisselstukken en carrosserieonderdelen voor auto’s Vestigingen in Zele, Zwevegem sinds de fusie van november 2021

Als verdeler van wisselstukken en carrosserieonderdelen voor auto’s heeft Best Parts sinds de oprichting in 2016 een mooi groeipad bewandeld. Het bedrijf uit Zele ontstond doordat PSA, invoerder van onder andere Peugeot en Citroën, alle contracten met hun dealers beëindigt voor het leveren van allerlei auto-onderdelen. Na de bundeling van verscheidende concessiehouders en een fusie met hun West-Vlaamse variant, First Parts, ontstond Belgian Car Parts. Goede start Wat begon als een bedrijf met een 10-tal medewerkers groeide al snel uit tot een heus groeibedrijf. Gedelegeerd bestuurder Jean-Paul De Middelaer: “Het oorspronkelijke team van Best Parts kwam voort van garage Van Hoecke uit Sint-Niklaas. Van Hoecke was op dat moment verdeler van wisselstukken voor bijna alle Peugeot-garages tussen Antwerpen en Gent,” vertelt Jean-Paul. Ondertussen bestaat Belgian Car Parts uit net geen honderd medewerkers, boekt het een forse omzet en bestaat het uit meerdere vestigingen. “Op een bepaald moment moet je springen. Maar ik geef eerlijk toe: als ik in 2016 geweten had waar dit bedrijf naartoe zou gaan, denk ik dat ik zou getwijfeld hebben of ik de uitdaging ging aangaan”, begint Jean-Paul. “We zijn er meteen ingevlogen. Investeringen, nieuwe medewerkers, vestigingen, klanten en nieuwe uitdagingen.” Geluk bij een ongeluk Net zoals voor vele ondernemingen zag Belgian Car Parts hun omzet kelderen aan het begin van 2020. “Het waren barre tijden voor ons. Toen corona in het land was, moesten alle garages noodgedwongen sluiten. Toch kunnen wij stellen dat dit juist in ons voordeel 30

Net geen 100 medewerkers sinds de fusie van november 2021 Omzet 2021: voor de beide bedrijven 104 miljoen euro – Best Parts (Zele) in 2021 63 miljoen euro

heeft gespeeld. Als ondernemer moet je soms twee stappen achteruitzetten, je bedrijf in vraag stellen om daarna weer vooruit te kunnen gaan. Je onderneming vanop een afstand bekijken is een absolute must. Doordat onze dagdagelijkse werking stilviel, konden we intern nagaan waar het soms fout loopt en vooral: waar onze verbeterpunten liggen. We startten het jaar 2020 bijna verlieslatend, maar konden tegen het einde van het jaar toch mooie cijfers voorleggen doordat we ons magazijn tot een goed draaiende machine omvormden, door om te schakelen op een WMS-systeem (warehouse managementsysteem). Een volledige digitalisatie van onze werking dus.” Onzekere toekomst Ondanks de mooie, snelle groei voorspelt de gedelegeerd bestuurder dat de komende periode minder rooskleurig zal worden. “De automobielsector ziet enorm af op dit moment. Naast de stijging van de prijzen kennen we ook een opmars van elektrische wagens. Beide zaken gaan sowieso een impact hebben op onze onderneming. De automobilist zal heel binnenkort kiezen voor een elektrische wagen, dat betekent dat er andere verwachtingen aankomen ten aanzien van onze medewerkers. De klassieke automonteur zal vervangen of bijgeschoold moeten worden door een technische/

elektrische specialist wat een hele uitdaging zal worden voor de gehele sector. Ook voor onze binnendiensten zal dit een enorme impact hebben,” vertelt Jean-Paul. Ondanks de onduidelijke toekomst probeert Belgian Car Parts om vooruit te blijven kijken en te anticiperen op het juiste moment. “Als opportuniteiten zich aanwenden gaan we deze onderzoeken en indien het iets voor ons is, gaan we er volledig voor gaan. Ik ben altijd ambitieus geweest. Als ik ergens voor ga, dan ga ik er de volle honderd procent voor. Het nadeel is dat ik me soms té veel aantrek, met als resultaat een overvolle agenda.” People manager “In moeilijke tijden weet ik dat ik me steeds kan optrekken aan mijn team. Als gedelegeerd bestuurder moet je continu denken aan je medewerkers. Je moet weten wat er leeft op de werkvloer. Belgian Car Parts is een grote onderneming met verschillende structuren en verscheidende verantwoordelijkheden. Toch weet ik van iedere medewerker wat hun job inhoudt. Ik doe mijn best om zoveel mogelijk te luisteren naar iedereen op de werkvloer en om te checken of iedereen zich goed voelt. Door één-op-ééngesprekken te voeren met je medewerkers, komt er veel los bij hen. Het doet me een plezier om te zien dat mensen graag werken voor Belgian Car Parts, hier krijg ik veel energie van.”


Een nieuw tijdperk van lonen inboeken is aangebroken. SD Worx Finbox stuurt automatisch en in realtime loondocumenten door naar jouw favoriete boekhoudsoftware. Ontdek deze unieke tool en bespaar tot wel 30 minuten per dossier. SD Worx Finbox is gratis beschikbaar voor SD Worx-partners en -klanten, en werkt 100 % foutloos.

Vraag je gratis persoonlijke demo aan op www.sdworx.be/finbox.

finbox


HALLELUJAH ZORGT VOOR GEDREVEN WERKNEMERS

Hallelujah helpt organisaties om het engagement, de betrokkenheid en de verbondenheid van medewerkers op peil te houden. Dat doen ze via het Happiness Lab, een mobiele bus waarin werknemers op een belevingsgerichte manier hun gevoel en behoeften binnen de organisatie aangeven. VLAIO steunde de ontwikkeling van dit lab via een ontwikkelingsproject. » SPEELPLEINWERKING ALS EYEOPENER Hallelujah gelooft in de kracht van gelukkige werknemers. Als student realiseerde co-founder Dieter De Vos zich al dat de motivatie om een job te doen verder reikt dan het loon. Als hoofdanimator in de speelpleinwerking zag hij dat jongeren heel gemotiveerd en enthousiast acht uur per dag het onderste uit de kan

haalden om kinderen een toffe dag te bezorgen. En dat tegen een vrijwilligersvergoeding van slechts 12 euro per dag. Het zaadje voor Hallelujah was geplant.

» BEVRAGING DOOR NAUWKEURIG UITGEWERKTE GAME Hallelujah is uniek in België omdat het verder gaat dan de traditionele

teambuildingactiviteiten. De uitdagingen binnen een bepaalde organisatie worden niet via een klassieke online vragenlijst in kaart gebracht, maar wel via het zogenaamde Happiness Lab. Het Happiness Lab is een mobiele bus waarin werknemers op een belevingsgerichte manier hun gevoel en behoeften binnen de organisatie prijsgeven. Aan dit type bevraging zijn twee grote voordelen verbonden. Ten eerste, het engagement om deel te nemen is veel groter dan bij een klassieke bevraging. Uit onderzoek van Hallelujah blijkt ook dat werknemers intuïtiever, eerlijker en minder sociaal wenselijk antwoorden in het Happiness Lab. Ten tweede, Hallelujah bereikt een groot publiek met het Happiness Lab, van managers tot arbeiders.


Vlaanderen is ondernemen

» WAT IS DE VOLGENDE STAP DIE JIJ WIL ZETTEN MET JE BEDRIJF? Als ambitieuze ondernemer wil je maar één ding: dat je zaak vooruit gaat. Daarom investeer je én daarom innoveer je. Maar ook al heb je bakken ervaring, toch blijf je met heel wat vragen zitten. VLAIO is jouw gids bij de realisatie van je plannen. Wij zijn een kritisch klankbord en brengen sterktes en zwaktes in kaart. Daarbij geven we ook concreet advies over subsidies en financiering. En we brengen je in contact met de juiste experten. Heb je net als Hallelujah een vernieuwend idee dat jouw onderneming kan versterken, maar moet je nog uitdagingen overwinnen bij de ontwikkeling van die innovatie?

» MAAK EEN AFSPRAAK MET EEN VLAIO BEDRIJFSADVISEUR Maak een afspraak met een VLAIO bedrijfsadviseur om je plannen te bespreken via vlaio.be/afspraak. Voor meer informatie over deze subsidie, surf naar vlaio.be/innovatie.

“De steunaanvraag liet ons concreet nadenken over wat we precies aan het ontwikkelen waren” Dieter De Vos, co-founder Hallelujah

Door de bevraging offline en ter plekke te organiseren valt geen enkele werknemer uit de boot.

» STEUN VAN VLAIO CREËERDE TIJD OM PROJECT TE ONTWIKKELEN

» SHOTS OF HAPPINESS

Het werd voor Dieter snel duidelijk dat de ontwikkeling van het Happiness Lab tijd in beslag zou nemen: “Eerst stapte ik naar de bank, maar daar had ik niet meteen succes. Banken staan niet te springen om te investeren in een project boordevol risico’s. Gelukkig waren er de verschillende steunmaatregelen van het Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO). Onze aanvraag voor een ontwikkelingsproject en het dossier lieten ons nadenken over verschillende aspecten waar we zelf niet onmiddellijk stil bij stonden. Het was een intensieve, maar heel leerrijke stap in de ontplooiing van Hallelujah. Ons ontwikkelingsproject werd finaal goedgekeurd. Vandaag kunnen we enkel besluiten dat Hallelujah niet mogelijk was geweest zonder de financiële steun van VLAIO.”

De bevraging toont de werkpunten binnen de organisatie op vlak van werkgeluk. Daar speelt Hallelujah op in door Shots of Happiness uit te werken. Shots of Happiness zijn kleine prikkels op regelmatige basis die inspelen op de noden van de werknemers. Dit kan gaan van een conversation starter tot een dilemma of een origineel compliment. De bedoeling is om de werknemer een positieve emotie te laten beleven. Een Shot of Happiness geeft ook erkenning aan de werknemer, wat resulteert in een beter contact tussen werknemer en leidinggevende.


Meegedeeld

Streekfonds Oost-Vlaanderen verbindt schenkers en doeners en versterkt zo lokale projecten met focus op mens en omgeving

“De nood aan een goed gesprek is groot”

Samen met 59 partners steunde Streekfonds Oost-Vlaanderen vorig jaar 38 lokale initiatieven. TEJO, een project dat de veerkracht van jongeren in Gent wil versterken, krijgt dit jaar een duwtje in de rug van #Een hart voor Gent waar softwarebedrijf Teamleader partner is. Zowel CEO Jeroen De Wit als Caro Budde, coördinator bij TEJO, zijn enthousiast over hun samenwerking.

Als ondernemer wil ik mijn netwerk gebruiken om deze thematiek in de aandacht te brengen

De step in de inkomhal verraadt de aanwezigheid van Jeroen De Wit. Caro Budde is al volop bezig met de oprichter van Teamleader een rondleiding in de thuishaven van TEJO te geven. Ze toont de verschillende gespreksruimten en geeft ook extra uitleg over de toekomstplannen die de organisatie koestert. Aan de muur hangt een 60-tal pasfoto’s van de vrijwilligers – onthaalmedewerkers en professioneel geschoolde therapeuten – die zich dagelijks inzetten voor de Gentse jongeren.

CROWDFUNDING X2

“TEJO is zeven jaar geleden gestart als een onafhankelijk burgerinitiatief. Het is ons antwoord op de groeiende wachtlijsten in de psychische gezondheidszorg”, vertelt Caro Budde. “Jongeren tussen 10 en 20 jaar kunnen bij ons terecht voor therapeutische begeleiding. Die is anoniem, laagdrempelig en gratis. Ze komen uit alle lagen van de bevolking, er zijn iets meer meisjes dan jongens. Alles samen zijn er 260 à 270 jongeren die bij ons een kortlopend traject volgen.” Jeroen De Wit schrikt merkbaar van het hoge aantal. “Dat is veel, maar aan de andere kant ben ik wel blij dat zoveel mensen de stap durven zetten”, reageert hij. “De nood aan een goed gesprek is groot, merk ik ook bij onze 180 medewerkers. De coronapandemie heeft dat extra duidelijk gemaakt. We hebben intern een platform gecreëerd waarbij onze mensen op een laagdrempelige manier in gesprek kunnen gaan

TEJO is ons antwoord op de groeiende wachtlijsten in de psychische gezondheidszorg CARO BUDDE 34

JEROEN DE WIT

met professionele therapeuten. Er is een duidelijke parallel met TEJO, al is onze doelgroep iets ouder.” TEJO reageerde op een oproep van Streekfonds Oost-Vlaanderen en diende vorig jaar een projectaanvraag in. “We zijn het stadsbestuur van Gent dankbaar dat ze dit mooie pand ter beschikking stellen. Onze werking is echter niet structureel gesubsidieerd. Alle onkosten moeten we dus uit eigen zak betalen”, vertelt Caro Budde. “Door middel van een crowdfundingsactie zamelden we 5000 euro in bij familie, vrienden en sympathisanten. #Een hart voor Gent, het regionale netwerk van het Streekfonds Oost-Vlaanderen verdubbelt dit bedrag. Mede dankzij die middelen kunnen we al die jongeren een warme, veilige plek bieden.”

DUURZAAMHEID

Het hoofdkwartier van Teamleader ligt op een boogscheut van TEJO. Voor Jeroen De Wit is dit geen onbekend terrein. Hij houdt van actieve wandelmeetings en in deze buurt komt hij regelmatig voorbij. Voor hem stopt het absoluut niet bij alleen maar de financiële ondersteuning van TEJO. “Als ondernemer wil ik mijn netwerk gebruiken om deze thematiek in de aandacht te brengen”, zegt hij. Duurzaamheid zit ingebakken in het DNA van Teamleader. “We hebben een heel jong team en je merkt dat sociaal engagement enorm belangrijk is voor onze medewerkers. Zo komen er heel wat bottom-up initiatieven. Binnen het bedrijf hebben we een dynamische ESG-werkgroep die zich buigt over thema’s zoals diversiteit, energie en sociaal engagement. Duurzaamheid is bij ons absoluut geen dode letter.”


Meegedeeld

STREEKFONDS OOST-VLAANDEREN: DE LIJM TUSSEN SPONSORS, DENKERS EN DOENERS

Streekfonds Oost-Vlaanderen wil een impact creëren op concrete noden in onze maatschappij, specifiek rond de thema’s mens en omgeving. In Gent ligt de klemtoon van de projecten op het versterken van de weerbaarheid van jongeren. De organisatie brengt sponsors, denkers en doeners samen in inspirerende netwerken. De focus ligt op lokale initiatieven en daarom is de werking opgesplitst in vijf regio’s: #Streekmotor 23 (Vlaamse Ardennen en Denderstreek), #Regiokracht (Leiestreek, Meetjesland en Oostrand Gent), #Een hart voor Gent, #Een hart voor Scheldevallei en #Een hart voor Waas. Een typisch streekfondsproject komt niet altijd in aanmerking voor de klassieke subsidiekanalen. Om deze waardevolle initiatieven niet verloren te laten gaan, springt Streekfonds Oost-Vlaanderen in de bres. Via crowdfunding moet een organisatie eerst zelf een deel van de projectkost inzamelen. Na goedkeuring verdubbelt Streekfonds Oost-Vlaanderen dit bedrag, met een maximum van 5000 euro.

2021 IN EEN NOTENDOP Vorig jaar ondersteunde Streekfonds Oost-Vlaanderen 38 lokale projecten die samen een bedrag van 372.733 euro ontvingen. Dit gebeurde dankzij de steun van 59 partners/bedrijven. Lees de verhalen, bekijk de getuigenissen van de initiatiefnemers en ontdek zelf welke impact Streekfonds Oost-Vlaanderen heeft voor deze sociale, inclusieve projecten bij jou in de buurt. Scan en lees het digitale jaaroverzicht.

www.streekfondsoostvlaanderen.be

Bij Van Cauter Multitechnieken kan u terecht voor advies betreffende totaaloplossingen op maat op vlak van elektriciteit, HVAC en beveiligingsinstallaties. Algemene elektrotechnieken

HVAC

Beveiligingsinstallaties

Onderhoudsdienst

Keiberg 74 - 9340 Lede 053 83 13 38 info@vancauter.com

www.vancauter.com

35


ONDERNEMERS & CO

De Langhe Advocaten

Uitbreng van onroerend goed zonder verkooprecht: rulingcommissie aanvaardt snelle omvorming naar personenvennootschap De uitbreng van een onroerend goed uit een vennootschap gaat in de regel gepaard met een hoge fiscale last gelet op het verkooprecht van 12%. Personenvennootschappen beschikken echter over uitzonderingen. De rulingcommissie diende te oordelen over een casus waarin een kapitaalvennootschap zich wou omvormen tot een personenvennootschap om nadien een onroerend goed uit te brengen met toepassing van een voordeliger regime. Het verkooprecht bij uitbreng uit een vennootschap (en uitzonderingen) Indien een vennootschap een onroerend goed aankoopt, is hierop het verkooprecht van 12% verschuldigd. Wanneer de vennootschap later beslist om tot de uitbreng van dit onroerend goed over te gaan, zal hierop in principe opnieuw het verkooprecht (1% / 3% / 12%) van toepassing zijn. Hierop bestaan echter enkele uitzonderingen voor de personenvennootschappen, zoals de BV. Eén uitzondering is van toepassing op de “historische vennoten”. De uitzondering heeft tot gevolg dat de heffing in dit geval gebeurt met inachtneming van het gemeenrechtelijk karakter van de verkrijging. Dit kan het verkooprecht (1% / 3% / 12%), het verdeelrecht (1% / 2,5%) of het algemeen vast recht (50 EUR) zijn. VLABEL aanvaardt bijvoorbeeld dat een kapitaalvermindering ten voordele van de historische vennoten aanleiding geeft tot het algemeen vast recht van 50 EUR. Hiertoe dienen twee voorwaarden vervuld te zijn: (i) de vennootschap moet het onroerend goed verkregen hebben met betaling van het verkooprecht en (ii) de verkrijgende vennoot moet kunnen aantonen dat hij effectief vennoot was op het ogenblik dat de vennootschap het onroerend goed tegen betaling van het verkooprecht verkreeg. Omvorming naar personenvennootschap In het verleden werd regelmatig de vraag opgeworpen of het mogelijk is om een NV (kapitaalvennootschap) om te vormen tot een 36

BV en vervolgens over te gaan tot de uitbreng van het onroerend goed, met toepassing van het uitzonderingsregime, ten aanzien van één van zijn historische vennoten. De fiscus kan dergelijke rechtshandelingen echter aanvallen op grond van twee figuren.

De rulingcommissie stelde dat er geen sprake was van fiscaal misbruik bij de omzetting van de NV naar een BV aangezien deze omzetting hoofdzakelijk om vennootschapsrechtelijke redenen geschiedde, eerder dan om fiscale redenen.

Vooreerst kan de fiscus simulatie inroepen. Er is immers sprake van simulatie wanneer de partijen niet alle gevolgen van hun rechts­ handelingen aanvaarden en wanneer kan worden afgeleid dat deze niet aan de werkelijke wil van de partijen beantwoorden.

Besluit De relevantie van de ruling blijft niet beperkt tot dossiers aangaande de Brusselse regeling met betrekking tot uitonverdeeldheidtredingen. De redenering die erachter schuilt, kan eveneens van toepassing zijn in andere dossiers waarin een uitbreng op punt staat, bijvoorbeeld ook in het Vlaams Gewest, waardoor bijvoorbeeld het algemeen vast recht toepassing kan vinden. Het is daartoe wel telkens vereist dat de om­vorming hoofdzakelijk steunt op vennootschapsrechtelijke redenen en niet op fiscale.

Daarnaast kan de fiscus zich ook op de antimisbruikbepaling steunen. Hierdoor zal het geheel aan rechtshandelingen, die samen één transactie uitmaken, niet tegenstelbaar zijn aan de fiscus wanneer aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel waar dit niet strookt met de fiscale doelstelling van de wet. De belastingplichtige zal bijgevolg moeten aantonen dat zijn keuze voor de omvorming ook op niet-fiscale motieven gesteund is om te ontsnappen aan de antimisbruikbepaling, zo niet zal het verkooprecht verschuldigd zijn. Ruling betreffende de Brusselse regeling De rulingcommissie heeft deze problematiek, die evenwel betrekking had op wetgeving van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, recent besproken. Een echtpaar en een NV, waarvan zij de enige vennoten waren, gingen over tot de aankoop van verschillende onroerende goederen in onverdeeldheid. Ingevolge het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen heeft de NV haar statuten aangepast en zich omgevormd tot een BV. Vervolgens besloten de vennoten om voor enkele van deze aangekochte onroerende goederen uit onverdeeldheid te treden. Zij wensten van de rulingcommissie te vernemen dat deze rechtshandelingen geen fiscaal misbruik inhielden aangezien de uitzondering van de “historische vennoten” volgens hen van toepassing was.

Eline Depaepe en Evert Moonen De Langhe Advocaten

tax - M&A - governance finance - commercial Henri Lebbestraat 109 B-8790 Waregem +32 (0) 56 62 50 00 3Square Village - Rijvisschestraat 124 B-9052 Gent +32 (0) 9 277 04 54 Koningsstraat 71 B-1000 Brussel +32 (0) 2 880 35 35 contact@de-langhe.be www.de-langhe.be


ONDERNEMERS & CO

Titeca Pro Accountants & Experts

Het uittekenen van een personeelsbeleid op maat van vraag en aanbod Het zijn woelige tijden op de arbeidsmarkt. De uitloop van coronacrisis, de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, een tekort aan grondstoffen en materialen en de daaruit voortvloeiende economische instabiliteit laten zich in quasi elke sector voelen. Veel werkgevers ervaren hierdoor de nood aan een flexibele arbeidsstructuur. Maar hoe kan je hier als werkgever op inzetten? Wij geven alvast enkele mogelijkheden mee. 1. Flexi-jobs Het flexi-job-systeem waarin werknemers goedkoop kunnen ‘bijklussen’ bestaat intussen al enkele jaren. Werkgevers in specifieke sectoren (o.a. bakkers, supermarkten, kleinhandel etc.) kunnen een beroep doen op gepensioneerden of werknemers die voor 4/5de voor een andere werkgever werken, om hun (tijdelijk) tekort aan arbeidskracht op te vangen. De kracht van de flexi-job schuilt in zijn lage kostprijs: de flexi-jobber betaalt immers geen sociale bijdragen en belastingen op het flexi-werk, de werkgever moet daarentegen een RSZ-bijdrage van 25% betalen. Bruto is dus quasi gelijk aan netto. Dat maakt werken via flexi-job niet alleen aantrekkelijk voor werkgevers, maar ook voor werknemers. 2. Gelegenheidswerknemers in de horeca

In de horeca kan je werknemers tewerkstellen voor een zeer beknopte duur, of voor een specifieke opdracht. Deze zogenaamde ‘gelegenheidswerknemers’ kunnen voor een maximale duurtijd van 2 opeenvolgende dagen ingezet worden. Per kalenderjaar heeft een werknemer een ‘spaarpot’ van 50 dagen die hij als gelegenheidswerknemer kan gebruiken om minder sociale bijdragen te betalen. Ook de werkgever heeft langs zijn kant zo’n ‘spaarpot’ waarmee hij gelegenheidswerknemers kan tewerkstellen, maar dan van 200 kalenderdagen. Wordt deze grens overschreden, zullen er toch normale sociale bijdragen betaald worden.

3. Uitzendkrachten Via een erkend uitzendbureau kunnen ondernemingen ook een beroep doen op uitzendkrachten, zijnde de werknemers die tijdelijk aan de onderneming uitgeleend worden. Belangrijk: de terbeschikkingstelling dient steeds tijdelijk te zijn, zoals bv. ter vervanging van een werknemer of bij een tijdelijke vermeerdering van werk. Het uitzendbureau treedt op als werkgever en staat voor een groot deel in voor de arbeidsrechtelijke verplichtingen. Zo staat het uitzendkantoor bv. in voor het gewaarborgd loon bij ziekte, en niet de gebruiker. Uitzendarbeid kan maar in bepaalde specifieke gevallen worden gebruikt en is over het algemeen duurder. 4. Flexibele arbeidsduur Ook zonder nieuwe arbeidskrachten te moeten aanwerven bestaan er mogelijkheden om een tekort aan tewerkstelling in piekperiodes op te vangen. Via flexibele arbeidsroosters (regimes van ‘kleine/grote flexibiliteit’) kunnen ondernemingen de inzetbaarheid van hun bestaand personeelsbestand afstemmen op de noden van hun bedrijfsvoering. Via kleine flexibiliteit kunnen werknemers tot 5 uur meer (‘piekrooster’) of 5 uur minder (‘dalrooster’) per week werken met een maximum van 9 uur per dag. Het verschil per dag mag ook nooit meer dan 2 uur zijn. Grote flexibiliteit laat dan weer toe om werknemers tot 12 uur per dag te laten werken. Ook zon- en feestdagen en zelfs nachtarbeid kunnen via dit systeem worden toegepast.

6. Economische werkloosheid Liggen de ondernemingsactiviteiten gedeelte­ lijk stil, dan kan het aanvragen van tijdelijke werkloosheid een last resort zijn. Een handige tip: tot eind juni 2022 kunnen de werkgevers die ernstige economische hinder ondervinden door het conflict in Oekraïne of de coronacrisis, nog steeds een beroep doen op de sterk vereenvoudigde procedure van tijdelijke werkloosheid door corona. Weten wanneer welk systeem het best kan toegepast worden en dit in lijn met je bedrijfsstrategie, het blijft een kwestie van maatwerk. Ga dus niet zonder de nodige knowhow aan de slag. Experten kunnen je bijstaan in het uittekenen van een flexibel personeelsbeleid op maat. Viktor Dechilly, juridisch adviseur ondernemingsrecht en Tom Decroos, legal hr-adviseur

Ondergaan of ondernemen? www.titeca.be

5. Vrijwillige overuren Werknemers kunnen ook akkoord gaan om ‘vrijwillige’ overuren te presteren, in bepaalde sectoren zelfs tot 360 uur per kalenderjaar. Dat akkoord moet schriftelijk worden vastgelegd. Vrijwillige overuren kunnen gepresteerd worden voor een maximum van 11 uur per dag en 50 uur per week. Deze overuren geven wel aanleiding tot overloon: +50% op weekdagen en +100% op zon- en feestdagen, maar geen recup.

37


Cultuurkriebels Het Oost-Vlaams cultuurlandschap

Covid-crisis in cultuursector maakt opmerkelijke innovatie los richting bedrijfswereld

“Er is maar één uitweg uit de malaise: veel sterker samenwerken met bedrijven” Kurt Melens is een ervaren man in de kleine Vlaamse wereld van kunst en cultuur. Voor corona toesloeg, was hij drie dagen per week actief voor de Handelsbeurs, vandaag is hij meer dan voltijds in de weer voor de Gentse concerttempel aan de Kouter. De pandemie vreet alle beschikbare tijd op van de afgevaardigd bestuurder van Noordstarfonds, de kloeke pijler onder de Handelsbeurs. “Het ding overeind houden”, zo omschrijft Melens zijn missie.

Waar iedereen dacht dat de stand still door corona slechts een paar weken zou duren, is het uiteindelijk 18 maanden op 24 geworden. Buiten de cultuursector beseft men onvoldoende hoe groot de impact was”, steekt Kurt Melens van wal. Stel: je bent een koppel, twee acteurs met twee kinderen en een aantal engagementen … En dan val je plots terug op een inkomen van minder dan 2.000 euro per maand, de helft van wat je normaal met z’n tweeën verdient. Ik heb zelf zeker een 20-tal dossiers door mijn handen zien passeren en heb dus echt de miserie gezien die is ontstaan toen corona toesloeg.” Eén van de effecten van de coronacrisis is de erg grote uitstroom, naar verluidt nog meer bij ondersteunende diensten dan bij kunstenaars. Veel cultuurwerkers gingen

naar sectoren waar zij meteen aan de slag konden en waar ze bleven? Kurt: “Allemaal erg begrijpelijk. De cultuursector is niet de meest gemakkelijke als het gaat over de combinatie werk en gezin. Avonduren, weekendprestaties, overnachtingen soms … Er is een grote shift gebeurd en dus voelen wij nu een sterke nood aan nieuwe werkkrachten. Net zoals in andere sectoren, overigens. Bij de Handelsbeurs hebben wij zelf niet te kampen gehad met uitstroom. Noordstarfonds koos er immers voor om open te blijven. Een moedige beslissing van de raad van bestuur die gezegd heeft: ‘Ons maatschappelijk doel gaat voor op onze economische principes. We hebben het geld, waarom zouden wij het niet doen? Een uitgelezen tijdstip om het verschil te maken tussen geen cultuur en wel cultuur.’”

Voor de Handelsbeurs kreeg een en ander vorm in een sterk programma aan digitale concerten. Terwijl veel cultuurmakers nagenoeg zonder publiek vielen, mocht de Handelsbeurs in de voorbije twee jaar 25.000 bezoekers verwelkomen Van elk ticket – dat gemiddeld op zowel digitale als live 16 euro oplevert – verliest concerten. de Handelsbeurs vandaag Kurt: “Dat heeft een 10 euro aan energiekosten bijzonder groot verschil gemaakt, vooral voor KURT MELENS de artiesten.” HANDELSBEURS

38

Konden jullie op die manier de zaak kostendekkend laten draaien of hebben jullie beroep moeten doen op een financiële buffer uit het verleden? “Er is een groot verschil tussen organisaties met een sterke afhankelijkheid van subsidies – zoals de kunstinstellingen of de stadstheaters – en andere spelers. Die eersten konden gebruik maken van tijdelijke werkloosheid en tegelijk de subsidies innen. Daar waar de subsidies meer dan 50% van de kosten uitmaken, kon men in feite zelfs ‘sparen’. Dat is ook gebeurd, denk ik. Dankzij de Vlaamse Regering zijn er instituten niet in verliescijfers gegaan. Wat dat betreft, geen kwaad woord.” “Het is een heel ander verhaal voor de andere helft van de organisaties; zij die dus meer eigen inkomsten hebben dan subsidies. In het geval van de Handelsbeurs halen wij tot 85% middelen uit eigen inkomsten. Voor dat type organisaties zijn de inkomsten uit ticketing weg, uit zaalverhuur en uit indirecte inkomsten uit horeca…” Kan je zeggen dat wie het verst stond in zijn ontwikkeling, het meest heeft afgezien? En wie volledig op onder­ steuning draaide, minder klappen heeft gekregen? “En bij uitbreiding: wie een heel grote loonkost torste – in verhouding tot de subsidies – behoorde tot de goede verdieners in de


Cultuurkriebels

Heel wat jonge kunstenaars gaan op zoek naar alternatieve businessmodellen en alternatieve vormen van financiering. © Geert Vandepoele

coronajaren. Absurd en één van de perverse effecten van de coronapandemie.” Handelsbeurs heeft een sociale balans van 14,5 FTE, los van zelfstandigen en interim-medewerkers. Het cultuurhuis heeft een loonkost van ongeveer een miljoen euro, tegenover minder dan 380.000 euro aan subsidies van de Vlaamse Gemeenschap. “Die wegen natuurlijk niet op. Op zich is dat geen probleem want wij maakten een bewuste keuze om open te blijven. Daarnaast is het een complexe organisatie met een brasserie in concessie. Je zegt niet zomaar ‘Ik doe de deur toe, gooi de sleutel weg en iedereen blijft thuis. Alle kosten weg.” “De culturele sector is in feite één mega supply chain. In een ‘gewoon’ bedrijf zit die binnen in de eigen structuur; in het geval van de kunstensector zit die verspreid over vele kleine bedrijfjes. Wat je nu merkt is dat die hele ketting zwaar verstoord is en dat zal nog een hele tijd zo blijven. Wij zijn geen café dat je snel opent of sluit. Wij werken op termijnen van een jaar tot twee jaar om dingen vast te leggen. Het zal dus nog twee jaar duren eer alle rimpels van die ketting weg zijn.” Dat de cultuur- en kunstensector wel meer lijkt op de ‘gewone’ economie, blijkt onder andere ook uit de impact van de

voorthollende energieprijzen op de werking. “Het is één van onze grootste kosten. Jaarlijks kopen 40.000 tot 50.000 mensen bij ons een ticket. Van elk ticket – dat gemiddeld 16 euro oplevert - verliest de Handelsbeurs vandaag 10 euro aan energiekosten. De sector tracht vaak met een soort groepsaankoop te werken. Ook voor ons gaat die energieprijs maal drie.” Jullie gaan de tickets toch duurder moeten maken? “Ja, dat zal een beetje duurder worden. Niet vergeten dat wij in de sector op seizoenbasis werken. Momenteel (april, red.) leggen wij de prijzen vast voor het seizoen 2022-2023. De prijzen waarmee wij nu werken, werden vastgelegd in mei 2021… Wij kunnen niet – zoals vliegmaatschappijen hebben gedaan – een soort brandstoftaks invoeren.” Jij spreekt zelfs van een ‘dode generatie’, als gevolg van het stilvallen van de supply chain: een generatie jonge artiesten die niet wordt gezien. Kurt: “In onze sector werken laatstejaarsstudenten uit diverse opleidingen in stageverband mee aan diverse projecten. Die mensen worden opgemerkt en opgepikt door het professionele circuit. Je krijgt een natuurlijke overvloei en die artiesten maken dan een eigen groep of creëren een

eigen voorstelling. Maar, na het gedurende achttien maanden uitstellen van concerten, zijn wij nu bezig met concerten die gepland waren in maart-mei 2020. Momenteel werken wij nog de wachtrij af van vroegere concerten. Die neemt alle ruimte in want het gaat om aangegane engagementen, zowel naar het publiek als naar de artiesten. Ik verwacht nog effecten tot juni 2022. Een gevolg daarvan is dat er in heel die periode geen ruimte is voor nieuwe producties. Het normale ‘spel’ zoals dat zich op onze markt afspeelt, is niet mogelijk. Een generatie die ondertussen is afgestudeerd, heeft voorlopig geen plek.” Toch heeft de diep snijdende covidcrisis ook iets positiefs in gang gezet: er is een duidelijke innovatiegolf aangebroken. “Heel wat jonge kunstenaars gaan op zoek naar alternatieve modellen en alternatieve vormen van financiering. Weg van het schema: ‘Wij vragen subsidie en dat zal het zijn’. Zij kijken voortdurend uit naar bedrijven en gaan op zoek naar mecenassen en vormen van samenwerking om financiële middelen te genereren. Op wereldschaal gaat dat zelfs heel ver. Een project onder de naam Art can die heeft zelfs een bitcoin gemaakt waarin je kan investeren als individu of als bedrijf en die gebruikt wordt in een soort recurrent model dat nieuw werk mogelijk maakt. Dat alles is louter het gevolg van het vastlopen 39


Cultuurkriebels

van een simpel systeem – een subsidie­ systeem of een Amerikaans systeem maakt niet uit.” Zo creëerde de Handelsbeurs de Sound of Ghent, een concept van digitale concerten tegen betaling waarop zeven verschillende organisatoren hebben ingespeeld. “Het concept kende behoorlijk succes en het is een interessant instrument dat wij zullen houden. Voorts hebben wij nog twee andere manieren van vernieuwing opgezocht, onder meer door een andere doelgroep aan te spreken. Zo bleken kinderen en families een ‘gat in de markt’, wat wij onder meer vertaald hebben in een festivalletje in de krokus­vakantie. Verder zetten wij veel in op aanvullende financiering. Wij willen instrumenten ontwikkelen – zowel met bedrijven als met individuen – die tot een soort joint venture attitude leiden om ervoor te zorgen dat de ‘pot’ opnieuw wordt gespijsd.” Wat is de voorlopige balans van twee jaar artistiek-organisatorische ellende? “Globaal hebben wij een verlies geboekt van 1,9 mio euro over twee jaar. Dat is niet weinig tegenover een jaarlijkse omzet van drie miljoen euro. Een deel ervan is weliswaar boekhoudkundig verlies – niet alles is cash burn – maar het blijven hoe dan ook harde klappen. Er is maar één onvermijdelijke uitweg uit de malaise: veel sterker samenwerken met bedrijven en zoeken naar een winwin. Ook voor bedrijven zelf is het belangrijk om te kijken naar mogelijke vormen van samen­werking. Dat kan onder de vorm van een congres, sponsoring of afnames. Willen wij alles terug naar een evenwicht laten komen, zal er voldoende reach out nodig zijn in de twee richtingen.” Erg positief is dat de coronacrisis gezorgd heeft voor een bijzonder intense samenwerking tussen cultuuractoren, zoals CultuurConnect. Daarin werken zeven partners samen voor een betere kwaliteit in ticketing service … “Als je enkel je eigen voorstellingen kan verkopen is de return voor een bedrijf erg beperkt. Maar als je samenwerkt met collega’s en je een palet aanbiedt, dan wordt het voor die partner misschien wel interessant. Binnen een dergelijk consortium kan zo’n bedrijf opera én theater én concerten én workshops voor families tot bij hun klanten brengen. Stuk voor stuk hoopvolle tekenen in post-­ 40

Wij zijn per definitie een innovatieve sector. Wij vinden ons eigen product elke dag opnieuw uit KURT MELENS

coronatijd. De boodschap als (kleine) organisatie is: stop met return te definiëren in functie van de eigen werking. We gaan veel meer op zoek naar waardenmatching. Het vertrouwde model ‘sponsoring in ruil voor wat tickets en een chique receptie met champagne’ is out. Wij zijn per definitie een innovatieve sector. Wij vinden ons eigen product elke dag opnieuw uit.”

HANDELSBEURS

“Onze sector heeft een non-profitkant: de subsidie en wat je terug geeft aan de maatschappij enerzijds, en anderzijds de kant van ‘gewone bedrijfsvoering’. En die laatste lijdt aan alle kwalen waaraan het bedrijfsleven zelf lijdt.”

Over Noordstarfonds/Baloise en de Handelsbeurs Noordstarfonds vzw werd in 1935 opgericht vanuit de verzekeringsmaatschappij Noordstar en Boerhaave (nu Baloise Insurance). Het fonds zorgde voor extra impulsen aan het culturele leven in Vlaanderen. Zo sponsorde het door de jaren heen tal van manifestaties en organisaties in heel Vlaanderen. In 1980 werd naast de sponsor­ activiteiten van dit cultuurfonds ook een eigen werking uitgebouwd. Dit werd de Gele Zaal, tot 1999 een referentie in Gent. De Gele Zaal bracht wereldmuziek en hedendaags klassieke muziek, naast tijdelijke tentoonstellingen van plastische kunst. In 1997 stopte het Noordstarfonds met sponsoring en besliste het om de Handelsbeurs, een historisch pand in het centrum van Gent, in erfpacht te nemen en samen met de eigenaar, Baloise Insurance, te renoveren. De zaal werd uitgerust met een state-ofthe-art podiuminfrastructuur. Het gebouw werd ingehuldigd in 2002.

De Handelsbeurs op de Kouter in Gent © Koen Broos


Cultuurkriebels

Klinkt Gent Jazz je ook als muziek in de oren?

Sfeerbeeld Gent Jazz 2019

Netwerken en ontspanning vormen de perfecte combo. Dat bewijst Gent Jazz (7-16 juli 2022) al jaren met b2b-formules die netwerken faciliteren terwijl je geniet van schitterende concerten, heerlijke catering en verfrissende drankjes. De ongedwongen festivalsfeer en informele inrichting van de vip-ruimtes nemen de drempels weg om elkaar aan te spreken. Bovendien heb je altijd een gespreksonderwerp om het ijs te breken: de concerten.

H

ard werk is de weg naar succes. Een boutade, maar er loeren twee grote valkuilen op dat pad: niet genoeg netwerken en geen tijd voor ontspanning. Onderzoek toont aan dat wie actief netwerkt, betere deals sluit. Je vindt ook gemakkelijker nieuwe klanten en leveranciers en weet wat leeft in jouw sector. Ook ontspanning is essentieel voor een ondernemer. Geregeld stoom aflaten, maakt je efficiënter. Je vindt betere oplossingen en je stressniveau daalt. De coronajaren zorgden voor meer druk op ons allemaal en maakten netwerken moeilijk. Bovendien schrappen we pleziertjes al te vaak wanneer het druk wordt. Hoog tijd dus om van deze twee een prioriteit te maken, vindt Gent Jazz.

Wie zorgeloos wil genieten, kiest voor de uitgebreide VIP Delux-formule op de Bijlokesite in Gent. Een luxueus arrangement met gastronomische catering, exclusieve wijnen, fijne bierselectie, longdrinks... Gereserveerde zitplaatsen in de concerttent, parking met Polestar-shuttles, een gezellig tuinterras… comfortabel genieten is hier de rode draad. Nieuw dit jaar is de Happy VIP: een fijn arrangement aan een fijne prijs, op maat van jonge en kleinere ondernemers. Je geniet van de concerten, een heerlijk buffet en drankjes in de Happy VIP-bar.

Moran, Charles Lloyd with Bill Frisell, Daniel Lanois, Christian McBride en vele anderen. Naar goede gewoonte is er ook veel aandacht voor Belgische artiesten zoals Gabriel Rios, Novastar, Syvie Kreusch, Meskerem Mees, Mauro, STIKSTOF, Bram De Looze, Lara Rosseel, Nabou Claerhout, Black Flower, De Beren Gieren, Steven De Bruyn & Jasper Hautekiet, Camille Camille, Dishwasher_ en een studentenproject met het Conservatorium Gent. Meer weten? gentjazz.com/b2b

Het programma is veelbelovend met Van Morrison, Sting, Ibrahmim Maalouf, Melody Gardot, Agnes Obel, Kae Tempest, Avishai Cohen, GoGo Penguin, Archie Shepp & Jason 41


Telex Kunstencentrum Vooruit wordt VIERNULVIER Het Kunstencentrum zet een punt achter de zoektocht naar een nieuwe naam en koppelt haar werking los van haar locatie. VIERNULVIER organiseert voortaan haar programma in (& uit) De Vooruit, het monument blijft altijd deze naam dragen. Franky Devos, algemeen coördinator: “De zoektocht naar een nieuwe naam verliep niet zonder slag of stoot. De vraag of er überhaupt wel een naam kon gevonden worden, bracht ons tot waar een zoektocht naar iets onvindbaar op het internet vaak eindigt: bij de error-code ‘404’ (page not found). VIERNULVIER – een cijfer – is bovendien vrij van lading: het refereert niet aan een herinnering, een gebouw, een partij of een geschiedenis.” viernulvier.gent

Slimme kantooroplossingen!

ARCHIVERING DOCUMENTEN DIGITALISEREN / SCANNEN

OERSTERKE ARCHIEFDOZEN

POSTKAMER SERVICE PAPIER & DATA VERNIETIGEN BOX STORAGE GOEDERENOPSLAG

BEWARING OFFLINE COMPUTERBACK-UPS

Ontdek meer diensten op: www.merak.be 42

© Merak nv | (0)15 28 40 60 | info@merak.be Steenhoevestraat 6, B-2800 Mechelen


Meegedeeld

Waarom één op de vier hervalt na burn-out (en hoe het te voorkomen) Burn-out is een wijdverspreide aandoening, die flink wat werknemers veroordeelt tot langdurige afwezigheid van de werkvloer. Dat één op vier bovendien hervalt, noopt tot een bijsturing van de werkhervatting. Niet alleen qua wetgeving, maar ook qua aanpak en begeleiding binnen de bedrijfsmuren.

Mentale gezondheidsproblemen zijn de voornaamste oorzaak van langdurige ziekte in België. Bij één op de drie is burn-out de boosdoener. Velen onder hen vrezen bovendien te hervallen. Dat die vrees niet onterecht is, blijkt uit cijfers van Antwerp Management School (AMS): één op vier kent geen succesvolle re-integratie, maar hervalt.

IK-VERSUS-ZIJ

Waar loopt het dan precies fout? AMS stipt drie vaak voorkomende fouten aan die stokken in de wielen steken bij het re-integratieproces. Dat een open dialoog tussen werkgever en werknemer belangrijk is bij re-integratie lijkt evident. Toch wringt daar vaak het schoentje. In de praktijk komen leidinggevende of hr-verantwoordelijke vaak tegenover de werknemer te staan. Soms met een ‘ik-versus-zij’-gevoel. Ook blijkt de werkhervatting bemoeilijkt te worden door ondoordachte communicatie of zelfs stigmatisering van de terugkerende werknemer. Te weinig kennis en vaardigheden binnen de organisatie en een gebrek aan werkhervattingsbeleid steken vaak stokken in

de wielen. Stigmatisering en culpabilisering zijn dan niet ver weg. Tegelijk is er te veel focus op het aanpassen van het takenpakket en te weinig aandacht voor het groeiperspectief.

NIEUWE METHODIEK

Eva Geluk, onderzoeker aan Antwerp Management School, nam het probleem onder de loep en ontwikkelde in samenwerking met Mensura en de Vereniging Erkende Stress en Burn-out coaches (VESB) een nieuwe methodiek voor leidinggevenden om terugval na burn-out te minimaliseren. De Re-Setmethodiek speelt in op de drie voornoemde fouten die bedrijven maken bij re-integratie na burn-out. De zogeheten ‘Re-Set facilitator’ is een neutrale coördinator die, na opleiding, fungeert als vertrouwenspersoon en brug tussen werknemer en werkgever. Hij of zij creëert een veilige omgeving om een ‘wij’-verhaal te schrijven.

Maar het is ook belangrijk om de rol van de werkgever onder de loep te nemen. In de praktijk blijkt de rol van de leidinggevende cruciaal, zowel voorafgaand, tijdens als na de afwezigheid. Vooral openstaan voor signalen, feedback geven en krijgen, en samen met de werknemer kijken naar aanpassingen op korte en lange termijn zijn belangrijk. Maar dat zijn geen vaardigheden die bij elke leidinggevende ingebakken zitten. Succesvolle re-integratie kent niet één regisseur maar verschillende muzikanten (werknemer, werkgever, arbeidsarts, adviserend arts, eventueel een Re-Set facilitator). Als een kamerorkest moeten zij feilloos op elkaar inspelen om de terugkeer naar de werkvloer op muziek te zetten.

KAMERORKEST

In het debat rond re-integratie is er zeker nood aan bijsturing van de wettelijke spelregels, zoals ik hier eerder al heb betoogd.

43


Trending topic Een actueel onderwerp van gesprek

Stikstofuitstoot reduceren door slim te innoveren in de landbouw

“Er staat heel veel op het spel in onze sector” Diervoederfabrikant Lambers-Seghers produceert al sinds begin twintigste eeuw veevoeder voor rundvee en varkens. Door het controversiële stikstofakkoord davert de landbouwsector en de ganse keten daarrond op zijn vesten. Een rechtdoorzee gesprek met Katrijn Van Mullem en Jill Jacobs, de jongste generatie bij de mengvoederproducent uit Baasrode. TEKST SAM DE KEGEL – FOTO WIM KEMPENAERS

Je hebt ze misschien al opgemerkt in het straatbeeld: de opleggers van LambersSeghers, in felgeel met het sobere opschrift Kwaliteit door maatwerk. Ze vertrekken vanuit Baasrode aan de Schelde – de soja wordt via de waterweg geleverd – waar de hoofdlocatie van de mengvoerderproducent huist. Aan de muren in de keuken hangen portretten van de eerste generaties zaakvoerders bij Lambers-Seghers, ondertussen is de jongste aan zet: Katrijn Van Mullem (tien jaar in het bedrijf met focus op HR, preventie en kwaliteit) en Jill Jacobs (vijftien jaar in het bedrijf met focus op productontwikkeling, productie en verkoop), dochter en zoon van respectievelijk Danny Van Mullem en Bruno Jacobs, die ook nog allebei in het bedrijf actief zijn. Mengvoeders met 1.000 formules Lambers-Seghers produceert afgewerkte mengvoeders voor varkens- en melkveehouders, allebei goed voor 50% van de omzet. De productie van pluimveevoeders werd vijf jaar geleden on hold gezet omwille van productietechnische redenen. Jill: “We werken heel klantspecifiek. We luisteren wat 44

de veehouder wil, welke genetica er op het bedrijf aanwezig is en welke gezondheidsstatus de dieren hebben. Daar passen we onze mengformules op aan. We produceren 150.000 ton mengvoeder per jaar en tellen ruim 1.000 formules. Dat maatwerk is sinds twintig jaar onze sterkte. We hebben ons productieproces daarop aangepast zonder veel rendement te verliezen.” Als toeleverancier voor de landbouwsector volgt dit bedrijf het recente stikstof­ akkoord op de voet, dat eigenlijk al in 2014 startte met de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). In 2015 kregen bedrijven een kleurencode (groen, oranje en rood) naargelang hun stikstofuitstoot, maar tot op vandaag is er bijzonder veel onzekerheid. “Er staat heel veel op het spel in onze sector”, zet Jill meteen de toon voor dit interview. “Die onzekerheid vreet het meeste energie bij onze klanten, en zeker bij de jonge landbouwbedrijven die willen investeren en innoveren, of dat net gedaan hebben en nu een ‘rode kaart’ krijgen. Ze willen continuïteit en rechtszekerheid. De investeringskosten die ze nu al leveren zijn immers enorm.”

30% minder varkens: impact op ganse keten Stikstof is als chemisch element (N) op zich onschadelijk, maar het wordt schadelijk als het zich verbindt met andere elementen, namelijk zuurstof (stikstofoxiden, NOx) of met waterstof (ammoniak, NH3). En die ammoniak is vooral afkomstig uit de landbouw. Ze ontsnapt uit de stallen van kippen, varkens en runderen en komt vrij uit de opslag van mest en bij het bemesten van velden en akkers. Daarnaast stoten melkkoeien ook veel methaan en stikstof uit, terwijl ze eten, herkauwen (fermentatie of vertering in de pens) en ontlasten.


Trending topic

Lambers-Seghers,

MENGVOEDERPRODUCENT SINDS 1910 Ontstond vanuit Voeders Lambers en Kwaliteit Seghers na een management buy-out. Werd gedurende 85 jaar gerund door de familie. Telt nu 4 vestigingen en 55 medewerkers. Hoofdzetel in Baasrode, daarnaast ook locaties in Sint-Gillis-Waas (opslag en overslag van granen), Linter en Hooglede (LSAqua: visvoeders en supplementen).

Katrijn Van Mullem en Jill Jacobs, de jongste generatie bij Lambers-Seghers, de mengvoederproducent uit Baasrode.

50% van de grondstoffen voor onze mengvoeders zijn reststromen, dat telt toch qua duurzaamheid 45


Trending topic

Algemeen is er consensus dat een teveel aan stikstof de biodiversiteit vermindert en de bodem verzuurt. In 80 procent van de Vlaamse natuurgebieden slaat er te veel stikstof neer, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Per hectare valt er jaarlijks 25 kilogram zuivere stikstof neer, terwijl dat gemiddeld maar 16 kg mag zijn. Zowat de helft van de schadelijke stikstof ontstaat in Vlaanderen, en zo’n 60 procent daarvan is afkomstig uit landbouw, het verkeer is goed voor 10 procent, en de rest komt van huishoudens en de industrie. In de landbouw is het evenwel veel moeilijker om de stikstofuitstoot aan te pakken dan in de industrie omdat de vervuilingspunten veel diffuser zijn en er niet één centrale schoorsteen is. En door de versnippering van vele kleine natuurgebieden schurken de meeste landbouwbedrijven tegen natuurgebieden aan. Het Vlaamse stikstofakkoord wil onder andere een vermindering van de varkensstapel met 30% tegen 2030. In de pluimvee- en varkens­houderij worden stikstofreducties van 60 procent opgelegd op stalniveau bij bedrijven zonder emissiearme stallen, in de rundvee­ sector liggen die percentages een stuk lager. “De varkenshouderij is de belangrijkste afzetmarkt voor de Belgische veevoeder­­ producenten”, zegt Jill. In België werd er in 2021 7,1 miljoen ton veevoeder geproduceerd, waarvan zo’n 3 miljoen ton varkensvoeder. Als de varkensstapel met 30% moet verminderen, dan betekent dat

ook 30% minder varkensvoeder, zo’n 1 miljoen ton. Naar schatting twintig gemiddelde mengvoederbedrijven kunnen door de vooropgestelde afbouw verdwijnen of consolideren. De impact van dit Vlaamse stikstofakkoord raakt niet enkel de varkenshouderij maar ook de pluimvee- en rundveehouderij, en de ganse keten errond: vleesverwerking, vlees­versnijding, transport, melkerijen, stallenbouw etc. En de landbouwer, hij ploegde niet voort Volgens Jill en Katrijn wordt de landbouw momenteel heel sterk geviseerd ten opzichte van andere sectoren. “De economische impact is enorm, de hele keten van de agrobusiness telt al gauw 150.000 m/v. Boerenbond heeft berekend dat met het huidige stikstofakkoord 15.000 tot 20.000 arbeidsplaatsen kunnen verloren gaan. De nieuwe maatregelen die nu voorliggen, zijn wel heel drastisch en gericht op de korte termijn (over de lijst van 41 rode bedrijven die vandaag moeten sluiten, bestaat vandaag de grootste onduidelijkheid, red.) Laat ons aub niet vergeten dat lokaal verankerde voedselvoorziening en -veiligheid cruciaal zijn, de oorlog in Oekraïne maakt ons daar heel bewust van. We verliezen te vaak uit het oog dat zeker in België, Nederland en Duitsland voedselveiligheid aan de absolute wereldtop staat. Ook aan dierenwelzijn wordt hier veel

Vanuit de media komen er nauwelijks nog positieve verhalen uit de landbouw; dat stimuleert de positieve perceptie van de consument ook niet 46

aandacht besteed, laat ons dan ook diezelfde waarden en normen hanteren voor de import van voedsel.” Jill stipt aan dat er sowieso een natuurlijke krimp op til is in de landbouw, ook bij de bedrijven die vandaag wel mogen blijven boeren. “De gemiddelde leeftijd van de varkenshouder is 56 jaar (net als die van de gemiddelde Vlaamse landbouwer, sdk), 19 jaar geleden was dat gemiddeld 48 jaar. Slechts 10 tot 12 procent van de 55-plussers heeft een opvolger. Er komt sowieso de komende tien jaar een enorme natuurlijke sanering op ons af. We moeten dus heel hard oppassen dat we de voedselvoorziening en -veiligheid niet op wankele pootjes zetten.” Minder emissies door slimme rantsoenen Zowel in de varkenshouderijen als melkveebedrijven wordt er al sterk geïnvesteerd in duurzame maatregelen, beklemtonen Jill en Katrijn in koor. “In varkensbedrijven worden er al enkele jaren verplicht chemische en biologische luchtwassers geplaatst. Op een bestaand bedrijf is het echter heel moeilijk om nieuwe technieken toe te passen, want dan moet je het ganse ventilatiesysteem ombouwen en dus heel grote investeringen leveren. De kleinere familiale bedrijven willen wel een luchtwasser zetten, maar ze moeten dan in bedrijfsgrootte kunnen groeien om


Trending topic

die kost te kunnen dragen, en dat wordt hun vandaag onmogelijk gemaakt.” In de melkveebedrijven wordt er nu onderzoek verricht om de methaanuitstoot van koeien te reduceren. Dat kan o.a. door de voeding te optimaliseren. Jill: “De voer­ efficiëntie is cruciaal: hoe efficiënt gaat een dier om met zijn voeder? Want stikstof komt grotendeels uit eiwitten die dieren onvoldoende verteren. Tien jaar geleden zaten we met gemiddelde voederconversies bij vleesvarkens (= de kilo’s voer die nodig zijn om 1 kg varkensvlees te produceren, red.) van boven de 3, nu zitten we aan voederconversies van 2,5. In de toekomst zullen we die nog verder reduceren. Daarnaast moeten we nog meer kijken naar de behoefte van elk dier op elk traject in zijn levensloop. Samen met BFA (Belgian Feed Association, de federatie van veevoederproducenten) en ILVO onderzoeken we nu wat de impact is op zowel de technische performantie als stikstofuitstoot indien we 1% minder eiwit in de verschillende levensfases gaan geven. Door het ruw eiwitgehalte in het rantsoen te verminderen met 1 procent, kan mogelijks een ammoniak­ reductie van 10 procent gerealiseerd worden. Al die procentjes worden nu niet meegerekend in het ganse stikstofreductieverhaal.” Media: ook boter op het hoofd “Vanuit de media komen er nauwelijks nog positieve verhalen uit de veehouderij en

dat stimuleert de positieve perceptie van de consument ook niet, die vaak nauwelijks op de hoogte is van wat er reilt en zeilt in onze sector”, legt Katrijn de vinger op de wonde. “Landbouw wordt snel weggezet als dé vervuilende sector die niet bezig is met duurzaamheid en het klimaat. Wij herwerken in onze voeders echter heel veel grond­ stoffen die anders gewoon afval zijn, de zogenoemde reststromen. Zo nemen wij van brouwerijen moutkiemen af en van bloemmolens kortmeel. Zo komen die bijproducten opnieuw in de voedselketen. 50% van onze grondstoffen zijn rest­ stromen, dat telt toch qua duurzaamheid. De granen (o.a. tarwe, gerst, maïs) die wij gebruiken zijn trouwens niet geschikt voor humane consumptie. Wij zijn er als sector echt van overtuigd dat we moeten meegaan in het duurzaamheidsverhaal, net zoals de landbouwers. In die optiek is ook het hele mestdecreet enorm aangescherpt. Terecht, want cowboys moeten er uit, daar is iedereen het over eens. Natuurlijk wordt er mest geproduceerd, maar België staat ver in de verwerking ervan. Het moet emissiearm en zo snel mogelijk onder de grond ingewerkt of geïnjecteerd worden, zodat er minder ammoniak vervliegt.” Jill stipt ook aan dat het absurd is dat mest op dit moment niet getransporteerd kan worden van Vlaanderen naar Wallonië: “Daar is er een groot tekort aan organische mest en wordt er meer kunstmest gebruikt, terwijl we hier met een overschot zitten. En nog een laatste vaststelling: de landbouwer stoot stikstof en methaan uit door dieren te kweken, maar in tegenstelling tot de industrie en het verkeer, verwerken de landbouwers opnieuw een heel stuk van de ammoniak en stikstof die op de gronden terechtkomen, want op die akkers groeien maïs en gras voor hun dieren. Hun gewassen zetten ook stikstof en CO2 om. Wist je dat één hectare suikerbieten zowat 30 ton CO2 omzet in 13 miljoen liter zuurstof, vier keer meer dan een bos?” Vlees van eigen bodem of niet? Beide gesprekspartners vinden dat er overal dezelfde normen en waarden moeten gehanteerd woorden, binnen de landgrenzen maar ook daarbuiten. “Gaan we in de toekomst veel meer vlees importeren uit landen waar

het dierenwelzijn en de milieu-impact veel slechter is? Dan raken we als planeet ook niet veel verder. Maar 100 procent zelfvoorzienend zijn – dus evenveel vlees produceren als er hier geconsumeerd wordt – kan ook niet. Een varken brengt zo’n 90 kg vlees op, maar dat vindt sowieso niet allemaal zijn weg op de Belgische markt, sommige stukken zoals buikspek, staarten en oren zijn hier niet gegeerd, maar in het buitenland wel. En er is nu eenmaal ook een grote schaalvergroting gebeurd in de landbouw om economische redenen, maar dat kan je de landbouwer moeilijk kwalijk nemen. De duurzaamheidskosten die vandaag moeten gemaakt worden door een varkenshouder, zijn niet min. Een nieuwe luchtwasser is geen kleine kost en op het einde van de rit moet je rendabel zijn. Dan word je automatisch richting schaalvergroting geduwd.” Zelf is Lambers-Seghers ervan overtuigd dat onze landbouw en de ganse keten daarrond nog een toekomst heeft. “Lokaal verankerde landbouw zal altijd nodig blijven voor onze voedselveiligheid én -zekerheid. Je ziet nu al winkelrekken zonder zonnebloemolie. Waarom? Omdat we daarvoor totaal afhankelijk zijn van andere landen, we moeten opletten dat we voor de primaire voedingswaren ook niet in die situatie belanden. Wie wist voor de uitbraak van het conflict in Oekraïne dat dit land de tarweschuur van Europa én de wereld is?” Katrijn vindt dat de sector zichzelf ook meer positief in de kijker mag en moet zetten. “En als individueel bedrijf zullen we ons nog meer moeten onderscheiden in de markt door doorgedreven maatwerk. Dat betekent meedenken met de ‘vrije landbouwer’ (dus niet in de vorm van integratie, red.) in technisch management, milieumaatregelen en het advies van de juiste voeders op het juiste moment.” Jill en Katrijn willen nog één ding kwijt. “Je kan landbouwers niet zomaar overtuigen om er verplicht of vrijwillig mee op te houden en hen daarvoor te vergoeden. Landbouwer is geen beroep, maar een passie. Ze werken zeven op zeven en kennen geen weekends. We zien dat velen willen blijven vechten. Als je ze ‘uitkoopt’, neem je die passie weg. En als ze geen nieuwe vergunning kunnen aanvragen, stopt het verhaal.” Dit verhaal wordt ongetwijfeld vervolgd… Bronnen: vilt.be, vrt.be, BFA 47


Baanbrekers Innoverende initiatieven van de Oost-Vlaamse ondernemer

Pieter Langsweirdt, partner bij Kapernikov.

Kapernikov over de eigen(zinnige) aanpak van technologie in productieomgevingen

Copernicaanse probleemoplossers Hoe slaagt Umicore erin om het leven van productie-operatoren comfortabeler te maken en daardoor makkelijker mensen te vinden? Het antwoord schuilt in het slim inzetten van camerasystemen, softwareontwikkeling en data-integratie. Een kolfje naar de hand van technologiebedrijf Kapernikov, dat op zijn unieke manier een ‘Copernicaanse revolutie’ wil ontketenen. TEKST JAN VAN GYSEGHEM

Een goed begrip van het proces rond de smeltoven bij Umicore leidt tot voorspelbaar werk, vermindering van risico’s en uiteindelijk tot verdere automatisering en het weghouden van mensen uit gevaarlijke situaties. De gesmolten massa in deze smeltoven wordt in afzonderlijke potten afgetapt en op een koelveld geplaatst om te stollen. De belangrijkste parameter om de toestand van het koelveld te beoordelen is de individuele temperatuur 48

van elke pot. Na een project met Kapernikov beschikt Umicore nu over een live weergave van de verblijfsduur op het veld, samen met de temperatuurevolutie van elke pot. Samen ondernemen “Technologie inzetten om een aangename werkplek te creëren, daar worden we bij Kapernikov warm van”, steekt Pieter Langsweirdt (41) van wal, partner bij

Kapernikov. De ingenieur automatisering en werktuigkunde volgt tijdens zijn eerste werkjaren bij Geldof Metaalconstructie en Siemens parallel nog een opleiding bedrijfskunde. Pieter: “Ik wist wel dat ik als zelfstandige aan de slag zou gaan, maar gek genoeg is dat – in tegenstelling tot een arts bijvoorbeeld – geen evidentie voor ingenieurs. Je moet zelf je pad vinden. Onder stimulans van Dominiek Callewier, eigenaar van AVC


Baanbrekers

en destijds al actief in de Voka-regioraad in Kortrijk, waagde ik de sprong naar volledige zelfstandigheid.” In zijn zoektocht richt Pieter, samen met een studiegenoot, een start-up op met de ambitie om het verbruik van machines af te stemmen op de actuele energieprijs, een toepassing van demand response. Door het combineren van alle startersfouten was dit project geen lang leven beschoren. Tijdens een volgende opdracht voor het pas opgerichte Kapernikov, waar Pieter als freelancer terecht kwam, bleek een klant een uitdaging te hebben met machinevisie: een autonoom rijdende robot leren zien door camera’s aan boord. De thesis-ervaring van Pieter aan de KULeuven komt goed van pas en vanaf dan is machinevisie een extra expertisedomein binnen Kapernikov. Kapernikov ziet het licht in 2011. Het prille oprichtersteam kan snel uitpakken met complexe datamigratie realisaties. Bij de hoogspanningsnetbeheerder Elia is dat de migratie van het centrale controlesysteem voor aansturing en live bewaking van de stabiliteit van het net. Ook bij Infrabel is Kapernikov tot op vandaag een partner voor talrijke dataengineering opdrachten. Telkens is de succesfactor de combinatie van het begrip van de operationele, technische context bij de klant met implementatie van schaalbare en betaalbare dataplatformen. Kapernikov is ontstaan door het bundelen van de krachten van drie jonge computer­ wetenschappers, die grote projecten aandurfden en dan ook de legale structuur zochten om die boodschap uit te stralen. Met de tijd heeft de structuur van een bedrijf met medewerkers het gehaald van een collectief van freelancers. Vandaag

zijn er vijf partners, waaronder Pieter, die de eindverantwoorde­lijkheid delen. Maar het principe van gelijkwaardigheid is nog steeds heel tastbaar door toepassen van zelfsturing in het volledige team. Zoeken naar de eigen, zinnige aanpak Een bedrijf wenst een oude productielijn sneller te laten draaien maar durft niet ‘aan de knoppen’ zitten. In een fabriek met zelfrijdende heftrucks (AGV) wenst men te weten hoeveel AGV’s nodig zijn en wat de impact is van onderhoudsbeurten of een accidentele uitval. Het zijn typische cases waar Kapernikov in co-development met de klant op zoek gaat naar oplossingen. Alles begint met data ontsluiten en zicht krijgen op de informatie die er in verscholen zit. Pieter: “Wij staan machinebouwers en productiebedrijven bij die, soms vanuit hun buikgevoel, aangeven dat ze meer willen doen met de data die ze hebben. Dat gaat stap voor stap, vaak met respect voor eerdere investeringen. Daardoor is data-engineering een sleutelbegrip: het koppelen van verschillende systemen om datastromen op gang te brengen naar de plaats waar ze waarde creëren.” In de wereld van machinevisie is A.I. niet meer weg te denken. De aanwending van artificiële intelligentie in een industrieel proces is overigens niet eenvoudig. Pieter: “Je kan

makkelijk een proof-of-concept maken dat 85 % betrouwbaar is. Om dan door te duwen naar een geïntegreerde oplossing die operatoren echt vertrouwen, volgt een lange staart van optimalisaties. De beste manier om dit met succes te doen is door maximaal de eindgebruiker te betrekken in een samen­ werking waarin elke partij bijleert.” Met productie naar de publieke cloud, of niet Pieter: “Of het nu gaat over bergen machine­ data of camerabeelden, onze métier is het omzetten van die data in informatie. Wij gebruiken hierbij cloud infrastructuur waar nodig. We zien echter veel situaties waar het wenselijk is om de data lokaal te verwerken omwille van confidentialiteit of enorme hoeveel­heden (beeld)data. Ook daar wil men een schaalbaar, betrouwbaar en onderhoudbaar systeem bekomen. Denk bijvoorbeeld aan een schip op zee dat niet beschikt over een verbinding naar de cloud. Het scannen van de zeebodem om oorlogsmunitie op te sporen of de ligging van een hoogspanningskabel te inspecteren, resulteert in een rapport op basis van alle verzamelde data. Maar een kapitein moet minder omvaren als die datastroom ook realtime verwerkt wordt en de koers van het schip aangeeft.”

Een ‘koelveld’ van Umicore. Kapernikov zorgt voor een live weergave van de temperatuurevolutie van elke pot met gesmolten massa (zie ook p. 50).

49


Baanbrekers

“Veel bedrijven leren de cloud kennen via producten zoals Office 365. Wij gebruiken de onderliggende concepten die de cloud ons bracht en bouwen zelf dataplatformen”, verduidelijkt Pieter. “Wij centraliseren data, ontwikkelen daarop de algoritmes, ontwerpen en bouwen de software en rollen dan de software effectief uit in de fabriek of in een machine. Die gecentraliseerde aanpak levert ook een transparante borging van de resultaten.”

technologische omgeving. Pieter: “Andere bedrijven kiezen een technologische focus en proberen met die technologie elk probleem te tackelen. Wij gaan uit van de uitdaging en selecteren de meest geschikte technologie. Klanten waarderen die onafhankelijkheid. Die aanpak verplicht ons bij te blijven met de razendsnelle evoluties. Deelname aan onderzoeksprojecten laat ons tegelijk toe om de technologie te selecteren die langere tijd actueel zal blijven.”

Over strategie en (beredeneerde) groei Bij Kapernikov staat de ambitie niet op zichzelf; groei is de garantie dat hun klanten steeds een team vinden met expertise in hun

Kapernikov ambieert een jaarlijkse groei van 20%. Pieter: “Door onze visie is het een must om te groeien en zo efficiëntie te zoeken van een groter team op gelijksoortige opdrachten. Kapernikov wil een betrouwbare

partner zijn op langere termijn. Stabiliteit is waardevol voor onze klanten. Dat is mede de reden waarom Kapernikov sinds de oprichting twee extra aandeelhouder-partners opgenomen heeft. Waar wil het bedrijf heen? Pieter: “Kapernikov is voortdurend in evolutie. De uitdaging is relevant te blijven en de juiste niche te blijven vinden. We werken actief aan partnerships met technologieleveranciers in de markt. Maar steeds met aandacht voor onze onafhankelijke adviserende rol.” Dat lukt alvast aardig, want recent werd het nog genomineerd als Trends Gazelle.

Kapernikov: er zijn geen Russen in het spel Vanwaar komt de mysterieuze naam Kapernikov? Oprichters Jan Frederik, Rein en Frank zochten een term die nog nergens te vinden was op het wereldwijde web, als nieuwe naam voor hun bedrijfsproject rond data engineering. Een stapel bierviltjes levert heel wat ideeën op. De jonge oprichters hebben niets minder dan een Copernicaanse revolutie voor ogen (een revolutionaire omwenteling van wetenschap of filosofie, red.). Een woordenspel zet ‘Copernicaans’ uiteindelijk om naar ‘Kapernikov’. Vandaag telt Kapernikov 35 medewerkers waaronder een aantal freelancers. Onder de klanten heel wat ronkende namen uit de Belgische industrie, waaronder; Fluxys, Elia, Umicore, Infrabel, Imec, Engie, Beaulieu, maar evengoed tech-scale-ups die met hulp van Kapernikov de wereld veroveren. 50

Wil je jouw bedrijf innovatiever maken? Of ben je op zoek naar hoe je jouw processen kan digitaliseren? Ontdek hoe Voka Oost-Vlaanderen je kan ondersteunen in de weg naar de toekomst.


Telex Antenna brengt onveilige fietspunten digitaal en realtime in kaart Antenna, een Gents softwarebedrijf dat digitale oplossingen voor bedrijven bedenkt, ontwerpt en ontwikkelt, maakte in opdracht van de krant Het Laatste Nieuws de interactieve kaart voor hun campagne VeloVeilig Vlaanderen. Dat is een brede oproep aan iedereen in Vlaanderen om onveilige fietspunten digitaal te melden en zo al die punten op een kaart te verzamelen. Dan krijgt iedereen meteen te zien waar er in zijn of haar gemeente of stad ruimte is voor verbetering. Zaakvoerder Pieter Van Peteghem twijfelde geen seconde toen de vraag op zijn bureau belandde: “De voorbije jaren ontwikkelden we al heel wat interactieve kaarten op maat voor klanten, denk maar aan de website van Fietssnelwegen waarin een unieke routeplanner verwerkt zit. We hebben de nodige expertise in huis om dit soort software niet enkel kwalitatief op te leveren, maar ook snel. Ook technisch was de kaart van VeloVeilig Vlaanderen een uitdaging, het aantal simultane gebruikers loopt snel op. Een extra stimulans is dat het probleem dat we ‘aankaarten’ maatschappelijk erg relevant is en we zo de brug slaan tussen drie zaken die we belangrijk vinden: impact, gebruik­s­ vriendelijkheid en techniek. Wij zijn dan ook trots dat de campagne een groot succes is, meer dan 40.000 onveilige punten werden gemeld.” weareantenna.be

RECENT VERSCHENEN: ‘FACTUREREN IN EEN MODERNE SCHOOLOMGEVING’ (OWL PRESS)

Optimaliseer de facturatie- en betalingsflow Rudi Mattheus (Alternatief BV – Haaltert) kan bogen op meer dan 30 jaar als ITAA-accountant met zijn kantoor AXIS Finance en, recent, met Alternatief dat zich gespecialiseerd heeft in het ontzorgen van bedrijven en organisaties op vlak van administratieve processen. Hij ontwikkelde een specifieke expertise rond de digitalisatieproblematiek van schoolrekeningen en de daarbij horende betalingen. Van zijn hand is het recente boek ‘Factureren in een moderne schoolomgeving’. De publicatie is vooral bedoeld voor directies van basis- en secundaire scholen. Centraal staat de vraag: hoe maak je schoolrekeningen op en hoe krijg je ze betaald? Vertrekkende van een worstcasescenario doorloopt de auteur stap voor stap alle fasen in dit proces. Het boek gaat dieper in op de diverse decreten, aanbevelingen en wetgevingen die hierop een invloed hebben. Rudi Mattheus staat stil bij de specifieke wijze waarop men rekeningen in het basis- en secundair onderwijs opmaakt en hoe schooldirecties hun administratieve dienst kunnen ontzorgen op het gebied van verzenden van facturen en opvolgen van betalingen? De uitgave besteedt de nodige aandacht aan de problematiek van dure schoolfacturen voor kwetsbare groepen.

VLAAMSE WATERWEG EN STAD AALST OP ZOEK NAAR DUURZAME UITBATER

Wie bouwt ROC en vrachtwagenparking uit aan de Dender in Aalst? Wie belangstelling heeft voor een businessmodel dat duurzame mobiliteit via de binnenvaart combineert met de realisatie van een vrachtwagenparking, kan nu terecht in Aalst. Tot uiterlijk 30 juni 2022 wacht de Vlaamse Waterweg kandidaturen in van ondernemers voor de uitbating van het Regionaal Overslagcentrum (ROC) Wijngaardveld en de uitbouw van een aangrenzende vrachtwagenparking tot multimodale logistieke hub. Hiertoe biedt de Vlaamse Waterweg een bouwrijp terrein aan van 40.000 m², gelegen langs de rechteroever van de Dender te Aalst (bedrijventerrein Noord Wijngaardveld). De binnenvaart zit al een aantal jaren in de lift en de ontwikkeling van watergebonden gronden moet mee zorgen voor de verduurzaming van het economisch verkeer. Tot het centrum van Aalst is de Dender vandaag bevaarbaar voor schepen van 600 ton. Plannen bestaan om deze op te trekken tot 1350 ton, al blijft het onduidelijk op welke termijn. MEER WETEN? Wie belangstelling heeft voor het ROC-project annex vrachtwagenparking kan het volledige marketingdossier en het kandidaatstellingsformulier terug vinden via www.vlaamsewaterweg.be/roc-aalst-dender

51


Expert Samen leren, samen groeien

Wat mag je verwachten van onze groeitrajecten voor ondernemers?

back van Begrip en feed ers. jonge ondernem ed raemaeker, Justifi

An De

harter van een familiec r de ka et re nc Een co ze mentor. en hulp van on Geert & Maarten

52

Leloup, Electroteam

Leloup & Co

n Op vele vlakke eren in is al profession d. tij te een beperk Koen Floré, O2O

e scenario Samen het best n succesvolle ee schrijven voor overname. & Héloïse Viérin, Régine Yvergneaux van Cronenburg


Expert

n op Gewezen worde r aa w de zaken g je ondernemin t. ef he n nood aa en, Lukas Van Orshov

Crowdselling

In welke levensfase je onderneming zich ook bevindt, wij zorgen voor een groeitraject op maat Praktische tips die je direct kan implementeren. Suzan Maertens, DAVO Group

Maandelijks zit je samen met ondernemers die voor dezelfde uitdagingen staan. Door kennis en ervaring te delen, stoom je jouw onderneming klaar om de volgende stap in jouw groeiverhaal te zetten. Klinkt dit als muziek in de oren? We luisteren graag naar jouw toekomstplannen en zorgen op basis van een intakegesprek voor het juiste traject. Contacteer Marjolein Haan of neem alvast een kijkje op onze website. marjolein.haan@voka.be

Tips halen uit concrete businesscases.

Leren van on dernemers die door hun snelle groei hetzelf de hebben meegemaak t.

Roseline Van Damme, Abetec

Kristof Van Hoo rebeke, House of Music

Gerustgesteld worden en oplossingen aangereikt krijgen. Pierre De Puydt, Integral Interiors

oren Extra ogen en n le ui om valk te voorkomen. ma

Simon Suys, Woe

Flow

53


Duurzame koplopers Duurzaamheid in het DNA

Jean-Pierre en Eleonora Van Wingen, pleitbezorgers van warmtekrachtkoppelingen (WKK’s) en een fundamentele energietransitie.

E. Van Wingen voert met duurzame warmtekrachtkoppelingen pleidooi voor een modern energielandschap Al jaren is E. Van Wingen een pleitbezorger voor de massale shift naar hernieuwbare energie. De fabrikant van energietoepassingen innoveert met waterstoftechnologie en ziet kernenergie als een rem op bedrijven die zelfbedruipend willen worden. “We moeten inzetten op efficiënte lokale productie en consumptie om stroomtekorten te vermijden.” TEKST LAURENS FAGARD - FOTO WIM KEMPENAERS 54


Duurzame koplopers

Onze visie had naast de omschakeling naar het moderne energielandschap even goed te maken met de toekomst van ons bedrijf”, vertelt Jean-Pierre. Diesel van de gevel Nu het energievraagstuk al heel wat maanden over de tongen gaat, maken bedrijven steeds meer de keuze om zelf hernieuwbare energie op te wekken. Als er geen zon of wind is, zijn WKK’s in combinatie met energieopslag de alternatieven. “Voor de korte duur worden vandaag batterijen gebruikt terwijl men meer en meer op wereldvlak kijkt naar elektriciteit opslaan in de vorm van waterstof voor de grotere hoeveelheden. Momenteel draaien de meeste WKK’s nog op aardgas. Dat mag dan wel een fossiele brandstof zijn maar het is wel een die nodig is om de transitie naar hernieuwbare energie te faciliteren zonder dreiging van black-outs.”

M

eer doen met minder. Tegenwoordig is dat de standaard op vlak van duurzaamheid. Voor E. Van Wingen was dat altijd al het geval. Het bedrijf dat gestart is in 1958 als leverancier van motoren in de maritieme sector profileert zich vandaag als een ontwikkelaar en fabrikant van noodstroomaggregaten, energiesturingen en high end energietoepassingen zoals warmtekrachtkoppelingen (WKK’s) waar je gelijktijdig stroom en warmte mee kan opwekken.

Nog voor de energietransitie geleidelijk aan op gang kwam, trokken Jean-Pierre en Eleonora Van Wingen al resoluut de kaart van hernieuwbare energiebronnen en CO2neutraliteit. “In de jaren negentig zagen we nog dat alle wereldspelers elkaar dood concurreerden met steeds goedkopere diesel­ producten. Toen de faillissementen zich in sneltempo opvolgden, waren we opgelucht dat ons langetermijndenken werd beloond.

“Onze doelstelling is om op termijn al onze WKK’s emissievrij te maken door ze te laten draaien op biobrandstoffen of waterstof. In 2015 hebben we in samenwerking met de UGent de eerste stappen richting de waterstoftoepassingen gezet. Vandaag hebben we een product klaar met een vermogen van 100 kW en dat is nog lang niet het maximum. We hebben bij Inovyn, een waterstoffabriek in Antwerpen, meer dan 4.000 uren proefgedraaid. Daardoor zijn we nu een echte koploper in onze markt.” Een evolutie die voor E. Van Wingen niet zonder horten of stoten verliep. “Als je in 2015 zei dat verbrandingsmotoren op waterstof konden draaien, keek men je nogal verbaasd aan. Niemand realiseerde zich dat die motoren hoofdzakelijk bestaan uit aluminium en ijzer. Die materialen zijn niet schaars en bovendien heel recycleerbaar. Als de motoren dan nog eens volledig op waterstof overschakelen, is het duurzame plaatje compleet.”

Jean-Pierre en Eleonora zien de markt immers razendsnel veranderen. “Bij WaterstofNet, een kennis- en samenwerkingsplatform, draaide vroeger alles rond brandstofcellen, een alternatief voor batterijen. Nu is er ook een werkgroep verbrandingsmotoren waarin spelers zoals Anglo Belgian Corporation in vertegenwoordigd zijn. Internationale fabrikanten springen op de waterstofkar voor uiteenlopende redenen. Voor ons was het aspect duurzaamheid het grondbeginsel. Ik heb altijd gezegd dat ik ervan droomde om het woord ‘diesel’ van mijn gevel te kunnen halen. Vroeger kwam dat vreemd over, nu al lang niet meer.” File op het net Om de energiemarkt volledig te bewegen richting hernieuwbare bronnen zijn er naast de opslag van energie in waterstof volgens Jean-Pierre nog enkele stappen nodig. “We beschikken voorlopig nog niet over een luxe aan zonne- en windenergie maar die luwtes zouden we kunnen opvangen met duurzame energie-efficiëntie zoals WKK’s die hoge rendementen garanderen.” “Ik zie grotere uitdagingen voor het openbare net dat tegen zijn limieten aanbotst. We zullen de stroomproductie moeten afstemmen op de consumptie ervan en omgekeerd. Energieopslag kan deels een oplossing zijn maar er is vooral een goede verkeersregeling voor het net nodig. Als dat niet vlot verloopt, lopen we het risico op congestie. Dat is al aan het gebeuren in Nederland waar veel meer groene energie over het net circuleert. Lokale productie en consumptie kunnen soelaas bieden zodat ook geen energie meer verloren gaat aan transport”, gaat Jean-Pierre verder. “Als er tekorten aan stroom zijn, kan je perfect beroep doen op de energie die opgeslagen zit in batterijen of waterstof. Bij de WKK’s gebeurt die laatste omzetting bijna zonder verlies aan groene stroom. Cruciaal is het 55


Duurzame koplopers

combineren van al die verschillende technologieën. Je kan dan wel een energie-efficiënt product hebben, daarom heb je nog geen oplossing. Dat willen we sterk promoten in het North Sea Region Interreg-project AVATAR dat we tot stand brengen in de Gentse haven. Daarin willen we waterwegen voor stads­ distributie verder benutten door te focussen op autonome en emissievrije vaartuigen.” Mentale prijs Bij de toekomst van de energiemarkt wordt gekeken naar duurzaamheid, leverzekerheid en kostprijs. Die laatste factor speelt nog niet in het voordeel van waterstof. “Dat is de prijs van de energietransitie. Het is kort door de bocht, maar een veredelde ventilator op een paal of een zonnepaneel uit China kan niet zo duur zijn. Wind en zon zijn gratis, en bovendien is de technologie de laatste jaren sterk verbeterd. Hernieuwbare energie is goedkoop maar je moet het faciliteren. Er zijn ingrepen nodig en men moet keuzes maken. De elektrische wagen van tien jaar geleden kost nu al veel minder. Hetzelfde voorspellen experts voor waterstof maar dan nog sneller. Momenteel bedraagt de industrieprijs van waterstof 7 tot 9 euro per kilo. Maar ik ken ook al bedrijven die aankopen tegen de helft van de prijs. Daar kan je businessmodellen mee beginnen maken.” Volgens Jean-Pierre is er dringend nood aan een mentaliteitsverandering. “Als je overschakelt van diesel naar elektriciteit stel je niet enkel de kostprijs voorop, maar maak je best ook de afweging of een auto de beste optie is en hoeveel kilometers je wilt rijden. Bij E. Van Wingen rijden we op elektriciteit die is opgewekt met het afvalproduct van de verwarming van ons gebouw. Tel die factoren allemaal samen en dan rijd je heel zuinig. Als we geen CO2-uitstoot meer willen, zullen we er toch iets voor over moeten hebben.” “Het vooruitschuiven van beslissingen zoals de kernuitstap getuigt niet van visie. Zulke beslissingen hebben een averechts effect op innovatie en bovendien staat het kernenergie­model lijnrecht tegenover decentrale en lokale energie-efficiënte productie via hernieuwbare bronnen. Niemand weet of er ooit nog nieuwe kerncentrales komen en als dat het geval zou zijn, weten we 56

Dave Jacobs (general manager North American operations), Moussa Naciri (CEO) en Jeroen Dirckx (managing director)

evenmin op welke termijn en tegen welke prijs. Ik kijk met bewondering naar de veel­ besproken Duitse Energiewende die stilaan zijn vruchten afwerpt.” Duurzame koppen Met de knowhow over energie-efficiëntie die E. Van Wingen aan boord heeft, wordt het bedrijf hoe langer hoe meer cruciaal in de energietransitie. “Dat aspect spreekt zeker aan bij jonge mensen die net als ons duurzaamheid hoog in het vaandel dragen”, vertelt Eleonora. “We zijn nu met 50 medewerkers waarvan de ingenieursprofielen in opmars zijn. Onze projecten en engineering zijn uitdagend en dat spreekt hen aan. En hoewel we voornamelijk bezig zijn met het verduurzamen van onze core business, willen we ook aandacht besteden aan duurzaamheid in de breedste zin.” Als tweede Vlaamse onder­ neming behaalde het bedrijf uit Evergem in 2014 een certificaat specifiek rond maatschappelijk verantwoord ondernemen,

gebaseerd op ISO 26000 en inmiddels ingebed in hun ISO 9001-kwaliteitsbeheer. “Dat was toen nog niet zo populair maar we wilden wel alles wat er in ons bedrijf gebeurde toetsen aan een duurzaamheidsmaatstaf. We gingen leveranciers en transporteurs bevragen welke inspanningen zij deden om hun voetafdruk te doen dalen. En recent namen we in ons bedrijf een fietsen­ stalling in gebruik, het resultaat van een MVO-project waarin onze medewerkers zelf volgens duurzaamheids­criteria aan de slag gingen. Het lijkt iets kleins, maar het heeft zodanig veel impact op de werkcultuur en de betrokkenheid”, besluit Eleonora.

Voka kan je bijstaan om duurzaamheid te verankeren in jouw bedrijf Neem deel aan het Voka Charter Duurzaam Ondernemen en stel een actieplan op rond de Sustainable Development Goals.

Meer info


Telex

Oleon plant nieuwe productiefaciliteit in Houston

Co-founders Ken De Norre en Dieter De Naeyer

Movetex doet bedrijven slimmer plannen met VLAIOsubsidie Movetex, de techscale-up uit Herzele, diende in 2021 een grote subsidieaanvraag in bij VLAIO (Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen). Onlangs kwam de bevestiging dat hun field service-dossier finaal is goed­ gekeurd. Zo boeken planners in bedrijven maar liefst 80% tijdswinst en rijden techniekers minder kilometers. Enerzijds biedt Movetex slimme algoritmes voor delivery planning. Hiermee optim­ali­ seert men de (route)planning van last-mile koerierdiensten en andere bedrijven die veelvuldig leveren. Een tweede strategische focus zijn de field-service bedrijven. CEO Ken De Norre-De Groof bevestigt het belang van de toegekende steun: “Bij Movetex willen we alle field service-bedrijven niet enkel laten groeien, maar vooral slim laten groeien. Onze AI-gedreven modules gaan dan ook veel verder dan de beperkte planningstools in FSM/ERP-software. Het resultaat voor onze klanten is duidelijk: meer afspraken met minder kilometers. Voor de ontwikkeling van dit platform investeren we in totaal zo’n 1,2 miljoen euro, waarvan VLAIO 40% financiert. De aanvullende steun van VLAIO stelt ons in staat om de uitrol van onze software drastisch te versnellen.”

Oleon, een bedrijf van de Avril Group en een Europese leider in oleochemie met hoofdzetel in Ertvelde, heeft een nieuwe mijlpaal bereikt in haar internationale expansie door de start van de bouw van een nieuwe productiefaciliteit in Baytown Texas (Houston), een investering van in totaal zo’n 50 miljoen dollar. CEO Moussa Naciri: “We hebben een sterke Europese basis maar voelden een groeiende behoefte aan internationale expansie met een industriële voetafdruk in de VS. De wereld verandert en nu meer dan ooit hebben bedrijven een rol te spelen ten aanzien van de klimaatcrisis en de druk die deze uitoefent op de natuurlijke hulpbronnen van onze planeet. Daarom willen we onze natuurlijke chemie naar Noord-Amerika brengen, dichter bij onze klanten”, aldus de CEO. Oleon is gespecialiseerd in het verwerken van plantaardige oliën en dierlijke vetten tot oleochemische producten zoals vetzuren, glycerine, dimeren en esters. Deze worden gebruikt als bouwstenen of ingrediënten in tal van alledaagse producten zoals voeding, cosmetica, smeermiddelen, zepen, enz. De productiefaciliteit zal naar verwachting eind 2023 in gebruik worden genomen.

Dave Jacobs (general manager North American operations), Moussa Naciri (CEO) en Jeroen Dirckx (managing director)

Huw Hampson-Jones (oprichter en CEO SOLiTHOR) en Olivier Rousseaux (Directeur Venturing imec)

Imec spin-off SOLiTHOR haalt 10 miljoen euro op voor disruptieve batterijtechnologie Onderzoeks- en innovatiehub imec – partner in EnergyVille, op energievlak een Europese R&D-innovatiehub van topniveau – kondigde onlangs de oprichting van zijn nieuwe spin-off SOLiTHOR aan. SOLiTHOR zal een innovatieve technologie voor lithium-vastestofbatterijen ontwikkelen, produceren en commercialiseren. De nieuwe technologie komt tegemoet aan de vraag naar een hogere autonomie, betere performantie, langere levensduur en hogere veiligheid van batterijen – aspecten waar de huidige generatie batterijen mee worstelt en die een rem zijn op de verdere elektrificatie van onze transportindustrie. SOLiTHOR haalde 10 miljoen euro zaaikapitaal op in een investeringsronde geleid door imec. xpand en ondersteund door LRM, Nuhma and FPIM. Dit bedrag zal worden ingezet voor de ontwikkeling van betrouwbare en betaalbare vastestofbatterijen. www.imec.be

movetex.com

57


Het zit in de genen Ondernemerschap als familietrekje

Johan en Delphine Desmet, vader en dochter.

Vader Johan Desmet laat bedrijf over aan vierde generatie na 40 jaar in het verzekeringsvak

De nieuwe generatie is verzekerd Vorig jaar liet pater familias Johan Desmet het verzekeringskantoor dat luistert naar zijn naam over aan Delphine. Een grote erfenis en al even grote uitdaging voor zijn enige dochter. “Ik zal mijn eigen koers varen. Gelukkig kan ik nog steeds beroep doen op zijn decennialange ervaring en expertise”, zegt Delphine. Een geanimeerd vader-dochteronderonsje over kuikens verzekeren, familiale service en ‘dochter zijn van’. TEKST SAM DE KEGEL – FOTO NATHALIE DOLMANS

D

e geschiedenis van Verzekeringen Johan Desmet gaat terug tot 1913. Dan start Leon De Wael, gemeentesecretaris in Petegem en de grootvader van Johan, een verzekeringsbedrijf op. In 1952 sterft hij door een auto-ongeval; eerst neemt een tante het bedrijf over, nadien de moeder van Johan, Marie-Christine De Wael. “Mijn vader had zijn eigen bedrijf in wegeniswerken

58

en was niet betrokken. Ik begon bij mijn vader te werken in 1972, op den travoo. ’s Avonds ging ik kwijtingen ontvangen met mijn fiets.” Na zijn studies openbare werken volgt Johan een extra opleiding tot verzekeringsmakelaar in Kortrijk. In 1978 neemt hij de zaak over en op 1 december 1983 sticht hij zijn eigen NV. “Ik was nog vrij jong en vrij klein, maar ik

wilde groeien. Toen moest je nog met zeven vennoten zijn voor een NV. Er kwamen drie anderen aan boord, samen met mijn moeder, schoonvader en mijn vrouw Viviane. Ik nam snel mijn eerste medewerker aan en huurde een kantoor in Olsene.” In 1986 neemt hij zijn tweede medewerker aan en in het volgende decennium groeit het


Het zit in de genen

Ik ben blij dat ik nog altijd beroep kan doen op de kennis en ervaring van mijn vader, maar ik ben Delphine en doe het op mijn manier

bedrijf tot 12 werknemers. In 2021 laat de 67-jarige Johan de verzekeringsportefeuille over aan zijn dochter Delphine. “In 2011 onderging ik drie zware operaties. Ik besefte toen voor het eerst dat ik aan de opvolging moest denken. Ik heb mijn dochter echter nooit gepusht. Het was haar vrije keuze.” Veerkracht na tegenslag Johan bleef niet gespaard van tegenslag, zijn vrouw is al 25 jaar MS-patiënt, maar er schuilt geen klager in deze nuchtere ondernemer. “Viviane heeft steeds meegewerkt in de zaak, ze moest wel op tijd rust nemen. Maar ze is een sterke vrouw, schrijf maar op”, zegt hij. “Mama stond er altijd om achter de schermen alles te regelen en mijn vader te ondersteunen”, weet Delphine. “Net zoals mijn voorouders: mijn groottante en mijn grootmoeder, beide zeer sterke vrouwen in het verhaal van ons kantoor.” Als student marketing aan de Artevelde Hogeschool droomde Delphine er evenwel niet van om de zaak over te nemen. “Ik wou geen leven zoals mijn vader. Hij was altijd aan de slag. Ik werkte eerst twee jaar bij vermogen­sbeheerder Capital At Work. Toen er twee medewerkers tegelijkertijd zwanger waren, kreeg ik de vraag om in het bedrijf te komen. In 2013 kwam ik fulltime in het bedrijf, maar ik heb het zeker niet cadeau gekregen”, beklemtoont ze. “Het is

hard werken. Ik heb eerst in alle domeinen ervaring opgedaan, van boekhouding over het beheer van de contracten tot de schadegevallen.” Verzekeringskantoor Johan Desmet biedt zowel particulieren als professionele klanten een totaalpakket aan. Delphine: “Als onafhankelijke verzekeringsmakelaar vergelijken we alle voorstellen van ruim 30 verzekeringsmaatschappijen en kijken we welke combinatie het beste is voor de klant, terwijl een agent slechts met één maatschappij werkt. Sommige maatschappijen focussen echt op bepaalde doelgroepen, zoals dokters of landbouwers.” Kuikens verzekeren “We mikken zowel op particulier, kmo, industrie en transport”, vult Johan aan. “Transport draait nu op een iets lager pitje door de schaalvergroting binnen die sector, maar sinds de jaren 80 was ik gespecialiseerd in het vervoer van kuikens. Ik ben sterk gegroeid door de ‘kiekenbranche’. Ik was toen de alleenverzekeraar in België voor eendagskuikens. In België voerden toen vier bedrijven kuikens uit buiten Europa via het vliegtuig. Elk weekend trok ik naar Zaventem naar de cargo om daar de vliegtuigen te controleren op hun luchtversheid en koeling. Na vijf jaar nam Sabena die verzekering terug over.” Nadien verzekerde Johan jarenlang het rollend materieel en de goederen van

transportbedrijven, maar evengoed hun magazijnen, de voorraad, de medewerkers, etc…. “Maar als ze overgenomen werden en te groot werden, haakten we af. Je moet je plaats kennen.” Familiaal voor familiebedrijven Doorheen de jaren zakten ook de grote verzekeringsgroepen steeds meer af naar ‘den buiten’ omdat ze brood zagen in de vele nieuwe industriezones, maar Johan Desmet bleef steeds onafhankelijk. “We mikken nu vooral op kmo’s, waarbij we de zaakvoerder in alles bij staan. Hij en zijn medewerkers kunnen hier nog altijd gewoon binnen en buiten lopen en papieren binnensteken. Maar net door die persoonlijke aanpak zijn we ook sterk geautomatiseerd. Ik wou altijd een stapje voor zijn op de concurrenten en ontwikkelde zelf ook polissen. We zijn een familiale onderneming voor familiale klanten.” “We werken heel persoonlijk”, vult Delphine haar vader aan. “Als we vinden dat een klant zich gaat ‘oververzekeren’, zullen we hem dat ook zeggen. Alles is bespreekbaar. We willen echt advies geven en nabij zijn. Daarnaast sensibiliseren we ook over nieuwe trends, zoals het verzekeren van e-bikes voor woon-werkverkeer. De mobiliteit verandert, denk ook aan autodelen. Daardoor wordt de manier van verzekeren anders, want het risico wijzigt. Je ziet ook een groeiende onrust bij 59


Het zit in de genen

bedrijven rond cybersecurity. Er is een heel scala aan mogelijkheden, we moeten uitleggen aan de klant wat de verschillen zijn en dan moeten zij beslissen. Werkgevers zijn ook steeds meer bezig met de ‘gezondheid’ van hun medewerkers, denk aan hospitalisatie, groepsverzekeringen,…” Dertien letters: geluk of ongeluk? “Verzekeren is een woord van dertien letters. Dertien kan een geluks- of ongeluksgetal zijn”, lacht Johan. “Wij kennen onze klanten én hun schadegevallen. Mensen vergeten snel, hè. Een verzekeringsmakelaar moet drie dingen doen: heel goed luisteren, rondgaan in het bedrijf zodat hij weet waarover het gaat en tot slot de risico’s zoveel mogelijk proberen beperken, want je kan niet alles verzekeren.” Delphine geeft grif toe dat het niet simpel is om haar vader op te volgen, iemand die zeer geliefd en gekend is in de streek. “Je bent heel vaak ‘de dochter van’. Toen hij de eerste keer hoorde: ‘Jij bent de papa van Delphine’, schrok hij toch even. Ik ben blij dat ik nog altijd beroep kan doen op zijn kennis en ervaring, maar ik ben Delphine en doe het op mijn manier. Dat is een uitdaging, ja. Op een bepaald moment woonden we hier nog allemaal samen en moesten we opletten dat we niet de hele tijd over het werk praatten. Ik besef ook dat ik af en toe een extern klankbord nodig heb om verder te groeien.” Dat vond Delphine in de lerende netwerken van Voka Oost-Vlaanderen. Ze nam al twee keer deel aan Plato Next Generation en gaat nu van start met het doorstartconcept Plato Next Level. “Je zit met mensen die in hetzelfde schuitje zitten en met dezelfde uitdagingen kampen. Dat klankbord is cruciaal. We evolueren allemaal dezelfde richting uit, de een al wat sneller dan de ander.” Johan knikt tevreden. “Ik ben tevreden dat ik het bedrijf nu kan overlaten, nu ik hier nog ben en mijn kennis kan doorgeven. Ik kom nu enkel nog ‘op afroep’, omdat dat het gemakkelijkste

Ligt de familiale opvolging ook bij jouw bedrijf in het vooruitzicht?

60

is. Soms ga ik nog mee naar een klant, zeker die met een heel lange historiek.” Delphine: “Mijn vader heeft me geleerd dat je moet weten wat je doel is. Als je daarvoor de ambetanterik moet uithangen, dan is dat maar zo. Zeker de wereld van expertises was lang een mannenwereld. Het einddoel van de klant telt, maar daarnaast bouw je ook met de verzekeringsmaatschappijen een lange­ termijnrelatie op. Die feeling om het juiste evenwicht te vinden, verwerf je gaandeweg.”

Bekijk zeker ons aanbod

Na de lange babbel wil Johan Desmet ons nog een rondleiding geven in het ruime kantoor. Op de eerste verdieping toont hij het indrukwekkende papieren archief. “We halen hier nog veel info uit, zeker over de polisgeschiedenis van bedrijven. En weet je wat dat is (toont een mini-beeldhouwwerkje van de Gentse kunstenaar Bernard Vandenberghe, red.). Die ‘zetel’ is ons logo en hoe zit die persoon in die zetel? Ja, op zijn gemak. Dat is ons ultieme doel: onze klanten ontzorgen en op hun gemak stellen”, besluit hij.


Telex Brouwerij Rubbens in Wichelen lanceert zijn eerste bier Bij Rubbens in Wichelen wordt niet stilgezeten. Op 10 jaar tijd werd de industriële site van Produrac omgevormd tot een mix van brasserie, stokerij en nu ook brouwerij. Het eerste bier is sinds kort verkrijgbaar, Rubbens Blond, een fris, licht moutig bier met kruiden die ook in de stokerij gebruikt worden en met minstens 50% Belgische hop. De brouwerij draait 100% ecologisch, op zonnepanelen en groene windstroom. De korte keten van korrel tot borrel wordt met de nieuwe brouwinstallatie helemaal gesloten. Met de gemoute granen van de eigen boerderij in Sint-Gillis-Waas wordt bier en moutwijn gemaakt, de graanresten gaan na het brouwproces terug naar de boerderij, waar de Blonde d’aquitaine runderen van Dirk Beck in de verse weiden grazen. Het is dit rundsvlees dat ze serveren in de brasserie te Wichelen. rubbens.be

Onderneemster Sonia Pypaert nieuwe ambassadrice voor Stichting Pelicano

Schellaert verf & decoratie opent nieuw filiaal in Grimbergen Schellaert verf & decoratie opende onlangs zijn vijfde filiaal in Vlaams-Brabant. De locatie in Grimbergen sluit geografisch perfect aan bij de regio waarin Schellaert vandaag actief is. Met eerdere overnames in Gent, Beveren en Ninove, volgt nu de aanwezigheid in Vlaams-Brabant. Vlot bereikbaar, zowel langs de A12 afrit Meise of R0 afrit Grimbergen, is er voldoende parking voorzien.

Kinderen zijn de toekomst en dat weet ondernemende mama Sonia Pypaert, zaakvoerster van o.a. the baby’s corner en Onder mama’s, maar al te goed. Met haar engagement onderstreept Sonia het belang van de strijd tegen kinderarmoede en roept ze bedrijfsleiders op om samen dit stijgend probleem mee op te lossen. Vanuit deze missie zal Sonia Pypaert zich met volle overtuiging inzetten als ambassadrice van Stichting Pelicano. Pelicano, opgericht in 2009, is een stichting die op een duurzame manier kinderarmoede in België oplost, door steun te bieden aan kinderen en jongeren tot ze op de arbeidsmarkt komen en bijdragen aan de maatschappij. Stichting Pelicano voorziet met behulp van fondsen en via de zorgpartners in de basisbehoeften van kinderen die in armoede leven, gaande van maaltijden, kleren, schoolgerief, doktersbezoek, maar ook lidgeld voor de jeugdbeweging of sportclub. Op die manier bood het al aan meer dan 2.859 kinderen en jongvolwassenen ondersteuning. thebabyscorner.be - pelicano.be

Schellaert profileert zich als onestopshop voor elke interieurvakman en particulier in schilderwerken. Je kan er ook terecht voor behang, raamdecoratie en vloerbekleding. schellaert.be

61


Meegedeeld

Geef hackers geen kans! “Cyberincidenten vallen niet vaak voor.” “We zijn maar een klein bedrijf, wij zijn geen doelwit voor hackers.” “We willen wel wat investeren in cyber security, maar niet te veel.” “We moeten ons gewoon wat bewust zijn van de risico’s.” “Ik vertrouw niets van IT-systemen.” In een gesprek omtrent cyber security, nemen kmo’s vaak een of meerdere van deze uitspraken in de mond. We stellen de laatste jaren echter vast dat cybercriminelen het meer en meer hebben gemunt op kleinere bedrijven en voornamelijk op deze in overgangsfases, zoals tijdens de digitale transformatie naar de cloud of tijdens de overstap naar remote working. Ondanks de toenemende risico’s, wijzigt er weinig in de mindset van de kmo’s. Cyber security wordt nog steeds niet aanzien als een prioriteit en daardoor blijven de aangewende resources beperkt. We lichten hieronder twee frequente vormen van cyberincidenten toe. Beide zijn verbonden aan laagdrempelige stappen die voor uw bedrijf de basis kunnen vormen van een sterker en pragmatisch cybersecurity-beleid.

DIGITALE FACTUURFRAUDE

Nu bedrijven vaker digitaliseren, zijn hackers voortdurend op zoek naar nieuwe (digitale) manieren om uw financiële middelen en confidentiële gegevens te stelen. Een van de methodes in opmars is digitale factuurfraude. Hierbij worden door de hackers via vervalste e-mailadressen digitale facturen uitgezonden naar uw klanten met een gewijzigd bankrekeningnummer. Hoe kunt u digitale factuurfraude in uw bedrijf voorkomen? 1. Goede communicatie met klanten en leveranciers helpt om in eerste instantie het juiste bankrekeningnummer te achterhalen en om toekomstige facturen te valideren. 2. Maak uw medewerkers bewust via sensibiliseringstrainingen, zodat ze de

62

juiste reflexen aangeleerd krijgen (bv. het controleren van het oorspronkelijke e-mailadres van waaruit facturen werden verzonden). 3. Laat e-mails en facturen digitaal onder­ tekenen, zodat de ontvangende partij weet dat er niet mee is geknoeid.

RANSOMWARE

Een tweede veelvoorkomend cyberincident is een ransomware-aanval. Cybercriminelen proberen hierbij schadelijke software -die de toegang tot computersystemen blokkeertbinnen te loodsen in uw bedrijf. Vervolgens vragen ze buitensporige bedragen om de toegang terug te deblokkeren. De software kan verspreid worden binnen de volledige organisatie door een nietsvermoedende gebruiker die op een bijlage van een phising e-mail klikt. Welke acties kunt u ondernemen om een ransomware-aanval te voorkomen? 1. Maak uw medewerkers bewust van wat phishing is. Dit verlaagt aanzienlijk het risico dat er op vervalste linken wordt geklikt of dat een verdachte bijlage wordt geopend. 2. Houd de beveiliging van software en andere systemen up-to-date. Maak hiervoor goede afspraken met uw IT-dienst/ partner en ga er niet zomaar van uit dat deze dit automatisch doet. 3. Beheer laptops en andere apparaten van medewerkers – inclusief de configuratie van de veiligheidsinstellingen – centraal (bv. via Microsoft SmartScreen, een oplossing die onbekende uitvoerbare bestanden automatisch blokkeert).

CYBER SECURITY, HOE BEGINT U ERAAN?

De hierboven beschreven digitale factuurfraude en ransomware-aanvallen zijn helaas slechts twee van de vele cyberincidenten waar uw bedrijf mee kan worden geconfronteerd. Het is dus essentieel om – naast het nemen van de hierboven beschreven concrete stappen – zowel een algemeen cyber security plan op te stellen als rekening te houden met potentiële cyber risico’s en de daaraan gekoppelde oplossingen tijdens het uitstippelen van de globale strategie van uw onderneming. Om uw cyber security infrastructuur te verbeteren, moet u rekening houden met verschillende aspecten: − Strategie: hoe verwoestend zou een potentiële cyberaanval zijn en hoe gaat u daarmee om. − Beveiliging: implementeer beveiligings­ controles die potentiële aanvallen voorkomen. − Waakzaamheid: probeer incidenten vroegtijdig te detecteren (bv. via Microsoft Sentinel) en de mogelijke impact te verminderen. − Veerkracht: hoe reageren op een potentiële aanval en bv. communiceren naar de pers. Anaïs De Boulle, adeboulle@deloitte.com


Telex

CabinetManager creëert een veiligere en efficiëntere werkomgeving door digitalisering van technische info In 2020 werden er 68 arbeidsongevallen met letsel door de schadelijke effecten van elektriciteit aangegeven. De oorzaak van deze ongevallen ligt vaak bij een gebrek aan up-to-date technische informatie over de elektrische installatie. Dat deed Dylan Caufrier van studiebureau Lightstream in actie schieten: “Met CabinetManager verzamelen we per technische installatie plannen, keurings­ verslagen, manuals en noodcontacten digitaal op één plek. Dat kunnen elektrische installaties zijn, maar ook technische deelinstallaties, mechanische installaties, procesinstallaties, piping systemen… CabinetManager ondersteunt alle vakgebieden.” Elke installatie krijgt een unieke QR-code die – na persoonlijke login – toegang geeft tot de nodige informatie. Inloggen kan via smartphone, tablet en desktop. Je moet geen app downloaden en installeren, wat het gebruiksgemak verhoogt. Doordat de informatie digitaal beschikbaar is, maakt CabinetManager technische ondersteuning vanop afstand en remote werken mogelijk. cabinetmanager.be

Gentse scale up Justified wint de Credit Management Innovation Award De Credit Management Innovation Award, uitgereikt door het Instituut voor Kredietmanagement (IvKM), beloont innovaties in de creditmanagement­ sector met hun positieve doorbraak. Deze keer kaapte Justified de felbegeerde titel weg. Justified is een Gentse fintech scale-up dat een antwoord biedt op de moeizame communicatie tussen schuldeisers en invorderingsspelers. Het is de eerste partij die er in slaagt alle verschillende partners samen te brengen om het invorderingsproces efficiënter en voordeliger te laten verlopen. Het platform zweeft boven alle invorderingsspelers en haalt in real time alle relevante data op om vervolgens de vertaalslag te maken naar de schuldeiser. Tegelijk worden dossiers naar de invorderingsspelers gepusht die volledig voldoen aan hun vereisten. justified.be

63


Mijn beginjaren Alles start met een goede aanloop

Jordy De Loose, chief operational officer van JOULE, aan het stuur van een cargo fiets. Medezaakvoerder Laurens Verbeke zit in de cargo fiets. 64


Mijn beginjaren

“Grote klanten zijn goed, gemotiveerde klanten beter” Wie joule zegt, denkt aan de eenheid van energie. Wie energie zegt, denkt aan watt. Wie watt zegt, denkt als sportieveling aan de wattage van een fietsprestatie. En zo weten we onmiddellijk waar de drie vrienden Nicolas Coudeville, Laurens Verbeke en Jordy De Loose hun inspiratie haalden voor de naam achter hun start-up. Jordy De Loose, chief operational officer van JOULE: “Wat begon als een avontuurlijke fietsvakantie, eindigde in een businessidee.” TEKST JOLYN DE BAETS – FOTOGRAAF WIM KEMPENAERS

Bedrijf JOULE, een een b2b onestopshop voor alles wat fietsservices betreft, werd in 2018 opgericht. Naast het leasen en verkopen van (elektrische) fietsen gaan ze voluit voor de beste mobiele service voor hun klanten, zijnde bedrijven. “Wanneer je in een fysieke fietswinkel binnenstapt vraag je eerst advies aan de winkelier en daarna kies je een fiets. Wij wilden een soortgelijk concept opstarten, maar dan als mobiele fietsdealer voor bedrijven. Vanaf de start hebben we ons voorgenomen om onze start-up niet lokaal te verankeren, we baseren ons op het mobiele ver­haal. We gaan letterlijk naar onze klanten toe. Dat maakt ons verschillend van concullega’s”, zegt Jordy. Sinds de opstart heeft JOULE een mooie groei gekend. “We gaan actief op zoek naar bedrijven die het fietsen willen promoten met ons. Het voorzien van fietsen voor je medewerkers gaat verder dan zomaar een fiscaal voordeel. Onze klanten zijn echte fiets- en JOULE-ambassadeurs. We zeggen altijd, ‘grote klanten zijn goed, gemotiveerde klanten zijn beter’.” Bezielers Het drietal stuurt een team van acht vaste medewerkers en een poule van een 10-tal freelance fietsmakers aan. “Vijf jaar geleden zagen we dat de fietsenmarkt aan het verschuiven was van de particuliere naar

de bedrijfsmarkt. De lokale fietsenmakers konden de kennis en contracten die bedrijven toen verwachtten, niet geven. Wij betraden de markt toen de eerste fietsleasingmaatschappijen werden opgericht. Toen was het dus nog een vrij jonge wereld, maar al snel kende het een opmars. Na 2,5 jaar de zaak in bijberoep te runnen, besloten we om er de volle honderd procent voor te gaan.” Inspiratiebron De insteek om te ondernemen was er altijd al bij Jordy en zijn co-founders, ook voor de opstart van hun eigen bedrijf. “Op maandelijkse basis kwam ik samen met een viertal vrienden om van ideeën te wisselen”, vertelt Jordy. “Maar de echte start van JOULE ontkiemde toen ik op reis was met een goede vriend (die ook mee aan de wieg van het bedrijf stond, red.) in de Italiaanse Alpen. Na een trektocht van vijf dagen wilden we op de laatste dag graag nog iets avontuurlijk doen. We huurden een elektrische mountainbike en stonden versteld hoe fantastisch zo’n e-bike is. Toen wisten we het, hier moesten we iets mee doen!” USP De slogan van JOULE luidt: ‘We bring you the right bike with the most convenient service’. “We zorgen dat de fietser een high-end service krijgt. In het leasing­ contract zorgen wij niet enkel voor de fiets an sich. Verzekering, rechtsbijstand, jaarlijks

onderhoud en herstellingen maken ook deel uit van dit pakket. Wij verkopen bijna nooit een fiets zonder deze extra service erbij. Voor onze klanten organiseren we testdagen en sturen we interne marketing uit. Dit marketing­luik zien wij heel breed: van het verzenden van nieuwsbrieven tot het opmaken van een webpagina speciaal voor die ene klant. Via deze weg maken we ons bedrijf kenbaar.” Grootste uitdaging en meevaller “De supply chain binnen onze sector is flink verstoord. Toen de levertermijn maar 1 à 2 weken was, verkochten we eerst een fiets voor we hem zelf kochten. Nu kopen we stock op om snel te kunnen leveren. De leasing­ wereld is een kapitaalintensieve business, pas na een bepaalde periode ben je breakeven. Aan voorfinanciering doen is zeker niet evident voor een beginnende onderneming”, zegt Jordy. Begin april van dit jaar vond JOULE een grote strategische investeerder: Lab Box, de mobiliteitsinvesteringsmaatschappij van D’Ieteren. Op die manier werd hun grootste uitdaging een meevaller. “Voor ons gaat het niet louter om extra kapitaal, maar ook om het grote netwerk van jonge mobiliteitsbedrijven met een innovatieve visie en kennis over mobiliteit. Door dit netwerk kunnen we onze huidige klanten nog beter servicen als ze met vragen zitten. De ambitie om een bekende, 65


Mijn beginjaren

zo niet de bekendste fietsleasingspeler te worden is er zeker.” In 2022 en verder Als je wil groeien, heb je ook een sterk team achter je nodig. “Op dit moment staan er zes vacatures open. We proberen om medewerkers te vinden die echt bij ons bedrijf passen en onze waarden dragen. Eén van onze waarden is bijvoorbeeld transparantie. Eerlijkheid duurt het langst. Als je een fout maakt, moet je dat durven toegeven. Tijdens de aanwerving besteden we daar veel aandacht aan. En als ze graag fietsen is dat een mooi pluspunt, want bij ons krijg je geen bedrijfswagen maar wel een mooie fiets (lacht).” Gouden tip “Het is niet evident om te springen als je in een gouden kooi zit. Zowel Nicolas, Laurens als ikzelf hadden een goede job. Maar toen

dachten we ‘what’s the worst thing that can happen?’. Gewoon je gevoel volgen. Als het goed zit en je gelooft in je idee, ga ervoor. Ik ben ervan overtuigd dat je anders op latere leeftijd spijt krijgt dat je niet bent gesprongen”, zegt Jordy. Bryo en plato “Laurens was gestart met Bryo StartUp en ik met ScaleUp. Omdat ik zo enthousiast was over het concept koos ik ook om in te stappen in Plato Young Leadership. Pitchen voor andere ondernemers en luisteren naar hun feedback is enorm leerrijk. We hebben allebei veel interessante mensen leren kennen waar we vandaag de dag nog steeds veel aan hebben. Door het volgen van de sessies hebben we onze onderneming naar het volgende niveau kunnen brengen.”

joulebikes.be

Ontdek ook hoe Bryo jou als startende onderneming kan laten groeien en begeleiden. Bekijk de verschillende trajecten.

Bryo StandUp

Voor prestarters die de haalbaarheid van hun idee willen testen. Start najaar 2022 10 sessies - 250 euro

Bryo StartUp

Voor ambitieuze start-ups die hun business willen challengen. Start 21 & 22 oktober 2022 10 sessies - 500 euro

Bryo ScaleUp

Voor ondernemers met bewezen businessmodel en schaalbaar product. Start 23 november 2022 10 sessies - 1.000 euro

En ook Plato Young Leadership: Voor startende ondernemers, met enkele medewerkers in dienst, die zich willen toeleggen op hun leiderschapsskills.

66


Meegedeeld

Van offshoring naar reshoring Alle productieactiviteiten werden vanaf de jaren 90 in toenemende mate uitbesteed naar lagere loonlanden. Deze “offshoring” heeft het aanzicht van de wereldeconomie ingrijpend veranderd, met zijn positieve en negatieve effecten. De delocalisatiegolf zorgde ervoor dat honderden miljoenen mensen in het vroegere Oost-Europa, China en Indië werden ingeschakeld in het wereldwijde productieproces. Dit heeft geleid tot de grootste welvaartstoename binnen een generatie die de mensheid ooit heeft meegemaakt: ze bracht bijna een miljard mensen van een laag inkomen, in vele gevallen zelfs vanuit de bitterste armoede, naar een menswaardig bestaan in de middenklasse. En het leverde ons in het Westen een vloed van goedkope producten op waardoor we onze economie steeds meer richting diensten met hogere toegevoegde waarde konden oriënteren. Doch een aantal beleidsfouten in dit proces hebben ook geleid tot de wankele financiële basis waarop de wereldeconomie vandaag rust. Het vasthouden aan een vaste wisselkoers van de Yuan ten opzichte van de US dollar, om de Chinese competitiviteit niet aan te tasten, leidde tot het pervers mechanisme waarbij de enorme Chinese handelsoverschotten automatisch werden gerecycleerd naar Treasuries. Dit hield de rente in de VS laag en heeft zo mee de huizenbubbel gevoed die in 2008 tot de implosie van het financieel systeem leidde. Maar ook de toenemende sociale spanningen, die vandaag het maatschappelijk beeld kenmerken, zijn er een gevolg van: arbeiders zagen hun lonen onder toenemende druk komen door wat ze als oneerlijke concurrentie vanuit China beschouwden. Deze spanningen werden genadeloos uitgebuit door populistische politici, die haarfijn aanvoelden hoe ze het ongenoegen van de massa in eigen politiek gewin konden vertalen. De verkiezing van Trump (en de Brexit) vormden in 2016 een eerste signaal dat de limieten van de globalisering werden bereikt. In feite waren al vóór 2016 een aantal onder­ liggende economische tendensen aan de gang die het begin van het einde van de globalisering inluidden. Vooral China was het slachtoffer van zijn eigen succes geworden en de lonen waren er snel aan het stijgen. De productie van goedkope basisproducten was er eigenlijk al

vóór Trump’s verkiezing op de terugweg. Maar met Trump’s handelsoorlog met China was het hek helemaal van de dam: de tarievenoorlog werd de eerste serieuze streep door de rekening van de geglobaliseerde productieketting. De pandemie deelde daarna een tweede zware slag uit aan het systeem. Al vlak na het uitbreken van Corona in Wuhan werd duidelijk hoe kwetsbaar we waren voor een onder­ breking van een in één regio geconcentreerde productieketting. Daarop stuurden de grote schommelingen in ons consumptiepatroon de ganse logistieke ketting in de war. Dit resulteerde in grote prijsstijgingen van het containervervoer, wat betekende dat het transport van veel lage-margeproducten zo duur werd dat de ganse winstmarge in rook opging. En als klap op de vuurpijl zou de oorlog in Oekraïne ons onze grote afhankelijkheid van de strategische levensnoodzakelijk energie en voeding doen inzien. Kortom, we staan op een omslagpunt waarbij, voor bedrijven, de bevoorradings­zekerheid en zelfvoorzienendheid de bovenhand beginnen te nemen over de goedkoopste oplossing. Just-in-case is belangrijker geworden dan just-in-time. Een recente enquête van het management­ adviesbureau A.T. Kearney onder Amerikaanse bedrijfsleiders van industriële bedrijven bevestigt dit. 47% van de ondervraagden stelde dat hun bedrijf in de voorbije 3 jaar al activiteiten had teruggebracht naar de VS en nog eens 29%

gaf aan dat ze besloten hadden dat over de komende 3 jaar te doen. Ook interessant waren de motieven waarom men activiteiten terugbracht. Kleinere bedrijven gaven als belangrijkste motief, de wens om beter grip te krijgen op de kwaliteit van de geleverde producten, aan. Het terugdringen van de spuigaten uitlopende logistieke kosten en leveringstijden was voor hen ook cruciaal. Voor de grote bedrijven primeerde nog steeds het kostenmotief, maar ook de beschikbaarheid van arbeidskrachten bleek een verassend tweede motief bij het beslissen naar waar te her-alloceren. Tenslotte bleek uit de rondvraag dat ook het duurzaamheidsaspect een steeds belangrijker element is bij de her-allocatiebeslissing. Het verminderen van de ecologische voetafdruk werd door de respondenten zelfs belangrijker ingeschat dan de bescherming van intellectuele eigendomsrechten, een andere vaak aangehaalde reden om dichter bij huis te produceren. Het ziet er meer en meer naar uit dat de hoogdagen van de globalisering achter de rug zijn en dat de wereldeconomie zich gaat opdelen in enkele grote machtsblokken die minder met elkaar gaan handelen. Hopelijk leidt dit ook tot een herstel van de sociale vrede in onze omstreken. Christophe Van Canneyt Chief Economist CapitalatWork NV

67


Thuishaven Havensprokkels uit North Sea Port

Volvo Trucks opent batterijfabriek na de zomer Volvo Trucks opent zijn allereerste assemblagefabriek voor batterijen na de zomer. De fabriek in Gent zal gebruiksklare batterijen leveren voor de volledig elektrische zware vrachtwagens van Volvo Trucks. Er komen ook 50 jobs bij.

In een zware elektrische truck komen tot zes ‘batterijpacks’, die elk zo’n 500 kilo wegen.

I

n een eerste fase zal Volvo Trucks in Gent zowat 30.000 batterijblokken per jaar assembleren, wat een vijftigtal nieuwe banen schept. In een zware elektrische truck komen tot zes van die ‘packs’, die elk zo’n 500 kilo wegen. De productie start na de zomervakantie in een speciaal daarvoor omgebouwde fabriekshal van 3.600 m², die voorzien is van een 1.800 m³ grote luifel. De onderdelen en batterijcellen zelf worden niet in Gent gemaakt, maar worden aangeleverd door Samsung. Centrale ligging, centrale rol De Gentse fabriek zal die batterijpacks ook aanmaken voor buitenlandse fabrieken van de groep. Volvo Trucks koos voor Gent als assemblagepunt omwille van de centrale ligging binnen Europa en de multimodale transportmogelijkheden vanuit de haven. Het Zweedse moederbedrijf investeerde hiervoor 17 miljoen euro in zijn grootste productievestiging. Die ziet zijn rol als spil binnen de groep nog maar eens bevestigd. Volvo Trucks Gent levert intussen al jarenlang aan andere fabrieken volledig afgewerkte wielen.

68

De eerste zware elektrische vrachtwagens zullen in Gent volgend jaar van de band rollen. De packs zijn tot dan bestemd voor de fabriek in Zweden. Maar tegen 2030 mikt Volvo Trucks op een aandeel van 50% aan elektrische vrachtwagens in zijn verkoop. Tegen 2040 zal de productie bovendien volledig CO2-neutraal verlopen. Dat duurzaamheidsstreven spoort perfect met de doelstellingen van North Sea Port zelf om te evolueren naar een klimaatneutrale haven.

Alco Bio Fuel geeft CO2 tweede adem Alco Bio Fuel heeft zijn capaciteit voor de opvang en het hergebruik van CO2 ruim verdubbeld. De bioraffinaderij aan het Gentse Rodenhuizedok investeerde hiervoor 10 miljoen euro extra, een circulair huzarenstukje.

Automotive als speerpunt North Sea Port heeft van automotive één van de zeven speerpuntsectoren gemaakt in zijn strategisch plan. Aan industriële zijde zijn de assemblagefabrieken van Volvo Trucks en Volvo Car in Gent de belangrijkste trekkers in dit segment. Zij zorgen niet alleen voor aanzienlijke stromen aan onderdelen en afgewerkte producten en dus heel wat logistieke bedrijvigheid, maar ook voor meer dan tienduizend rechtstreekse jobs en een forse toegevoegde waarde. Daar komt nog de indirecte tewerkstelling bij toeleveranciers en logistieke dienstverleners bovenop.

Alco Bio Fuel kan voortaan 160.000 ton CO2 per jaar afvangen om die voor andere toepassingen te gebruiken. Zo wordt liefst 60% meer uitstoot vermeden dan met de eerste afvanglijn. De eindsom staat gelijk met de uitstoot van 117.000 wagens. De CO2 komt vrij bij de verwerking van maïs tot bio-ethanol, eiwitten en maïsolie. Met de tweede ‘recovery unit’ maakt Alco Bio Fuel dat fermentatieproces klimaatneutraal, want de door de biomassa opgeslagen CO2 komt niet langer opnieuw in de atmosfeer terecht. Na opvang gaat de CO2 nu een nieuw leven tegemoet in sectoren als de voedings- en drankindustrie (als koolzuur dat voor bubbels zorgt), glastuinbouw, water­zuivering (ter vervanging van agressieve zuren), koeltransport (als droogijs) of de chemie. Je zou kunnen zeggen dat die CO2 zo zijn tweede adem vindt. Het vermijdt meteen ook dat voor die toepassingen fossiele CO2 wordt gebruikt. Totale investering van 25 miljoen euro De investering in de tweede afvanglijn gebeurde door GreenCO2. Dat is een joint-venture tussen Alco Bio Fuel, de IJsfabriek Strombeek en Messer Benelux, een specialist in industriële gassen. De nieuwe eenheid kwam er zeven jaar na de eerste captatielijn en tilt de totale investering in klimaatneutraliteit naar 25 miljoen euro.

De grensoverschrijdende haven is ook voor andere merken een belangrijke draaischijf in Europa, met onder meer ro/ro-lijnen die North Sea Port verbinden met Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk, een spoorverbinding naar China en belangrijke distributieactiviteiten voor spelers zoals Honda.

Alco Bio Fuel zet langs die weg een nieuwe, belangrijke stap in de richting van klimaat­ neutraal produceren. “Wij pakken de Europese uitdaging op om in 2050 klimaatneutraal te zijn”, zegt CEO Charles-Albert Peers. “Alleen willen wij dat doel voor onze productiesites al bereikt hebben in 2030”.


Thuishaven

Fluxys en Gasunie verbinden samen grensoverschrijdend waterstofnetwerk Binnen een viertal jaar zal er in het grensover­ schrijdende havengebied North Sea Port waterstof door een pijpleiding over de landsgrens gaan. Gasunie, Fluxys en de haven slaan de handen ineen om de Nederlandse en Belgische waterstof­ netwerken in het havengebied met elkaar te verbinden.

Gasunie en Fluxys werken aan de ontwikkeling van een landelijk waterstofnetwerk, respectievelijk in Nederland en België. Beide netwerken worden in het havengebied op de Nederlands-Belgische grens aan elkaar gekoppeld. De verbinding zal de bedrijven in het 60-kilometer-lange havengebied van waterstof voorzien: van Vlissingen en Terneuzen in Nederland tot in Gent in België. Gasunie, Fluxys en North Sea Port maakten hierover op dinsdag 17 mei de nodige afspraken. Vraag en aanbod verbinden In nauwe samenwerking met de industrie zijn Fluxys en Gasunie aan weerszijden van de grens de aanleg van een waterstofnet met open toegang aan het voorbereiden. Alle bedrijven kunnen op de infrastructuur aansluiten. De bedoeling is om de netwerken in 2026 operationeel te hebben en ze dan op de grens aan elkaar te koppelen. Dankzij die koppeling wordt één van de eerste grensoverschrijdende netten voor waterstof met open toegang in Europa gerealiseerd. De aansluiting tussen beide waterstofnetten komt in het Nederlandse Sas van Gent en het Belgische Zelzate, waar vandaag al aardgas tussen beide landen stroomt. De leidingen voor het waterstofnetwerk komen hoofdzakelijk in bestaande leidingstroken te liggen zodat de impact op de omgeving tot een minimum beperkt blijft. De grensoverschrijdende verbinding draagt door zijn schaaleffect in belangrijke mate bij tot de ontwikkeling van de hele waterstofwaardeketen in het havengebied, de heroriëntatie naar een groene economie en de verankering en uitbreiding van de werkgelegenheid. Dankzij de koppeling komt er voor groene en koolstofarme waterstof in het volledige havengebied immers een open markt tot stand die aanbieders en afnemers in een robuust geheel met elkaar verbindt.

eGHO

Pascal De Buck (CEO Fluxys), Daan Schalck (CEO North Sea Port) en Helmie Botter (Manager Business Development Hydrogen, Gasunie): “Alle bedrijven kunnen op de infrastructuur aansluiten. De bedoeling is om de netwerken in 2026 operationeel te hebben en ze dan op de grens aan elkaar te koppelen.”

Internationaal waterstofknooppunt De aansluiting van de havenregio op de landelijke waterstofinfrastructuur in Nederland en België geeft bedrijven ook toegang tot een groot achterland, andere industrieclusters en havens in Europa. Het grensoverschrijdende industriecluster in North Sea Port is de grootste waterstofhub van de Benelux. Jaarlijks wordt er door bedrijven 580.000 ton waterstof geproduceerd en geconsumeerd. Deze vraag naar waterstof in het havengebied verdubbelt tegen 2050 en wordt tegen die tijd volledig verduurzaamd.

Voka-VeGHO sterker in de haven dankzij:

Bedrijven verenigen in North Sea Port

69


Binnenkort bij Voka

Agenda

jouw kansenplanner

Netwerking

Opleidingen / lerende netwerken en infosessies

05.07.2022 Voka Visit

GROEI

Neem een kijk achter de schermen bij Verfspecialist Libert Paints.

24.06.2022

GENT

GRATIS

07.09.2022 te gast bij Kinepolis Gent

GRATIS

Oorsprong en de leveranciersverklaring in de praktijk GENT

Jong Voka: recruitment Marketing voor start- en scale-ups

GENT

75 €

Breakfast Club Voor en door jonge ondernemers – vijf pitchers – vijf slides – vijf minuten

GRATIS

GENT

13.09.2022 Lerend netwerk douane-experten

HUMAN RESOURCES & TALENT

Big Refresh: Voka’s grote najaarsupdate

01.09.2022 Lerend netwerk Recruiters & Talent Acquisition Managers Voor HR-professionals uit Oost-Vlaamse bedrijven die zich uitsluitend focussen op het aantrekken van talent en het rekruterings -en selectieproces.

GENT

790 €

20.09.2022 Je neemt deel aan vijf collectieve inhoudelijke sessies waarin je jouw kennis bijspijkert en ervaringen deelt over inclusie en duurzame loopbanen.

GENT

190 €

We bespreken samen de nieuwste wetgeving of meest opmerkelijke obstakels op douanegebied. Wissel met gelijkgestemde collega’s ervaringen en tips & tricks uit.

GENT

GRATIS

550 €

PRODUCTIE 27.09.2022 Lerend Netwerk – Production teamleaders Wissel als direct leidinggevende dagelijkse werkervaringen uit met collega’s van andere bedrijven en scherp zo jouw leiderschapskwaliteiten aan.

GENT

Welt-Traject

70

Incoterms 2020 in de praktijk

Voor startende ondernemers met enkele medewerkers in dienst die hun leiderschapsskills willen verbeteren en geconfronteerd worden met nieuwe uitdagingen door de recente groei

12.09.2022

GRATIS

22.09.2022

Plato Young Leadership

1.200 €

Leermomenten over meerdere actueel bedrijfsgebonden thema’s gebundeld op 1 voormiddag. Tijdens deze editie: duurzaam ondernemen, (snelle) groei, strategie, HR en internationaal ondernemen.

400 €

LOGISTIEK EN TRANSPORT

22.09.2022

07.09.2022

GENT

20.09.2022

Voor start-ups of scale-ups op zoek naar medewerkers of een co-founder die hun werving willen versterken.

Netwekkers GENT

INTERNATIONAAL ONDERNEMEN

790 €


SALES 22.09.2022 Nieuwe opportuniteiten online en offline detecteren Hoe pak jij het online en offline prospecteren aan? Heb je al kennisgemaakt met de laatste nieuwe tools en trends? Leer prospecten op de meest efficiënte manier te benaderen en maak onmiddellijk afspraken.

AALST

400 €

STRATEGIE, ORGANISATIE & LEIDERSCHAP 24.08.2022 Infosessie: oprichten van een raad van advies of bestuur Ben je ondernemer en overweeg je een raad van advies of bestuur te installeren voor jouw bedrijf? Neem dan deel aan deze infosessie.

HAALTERT

GRATIS

23.09.2022 Starten met een raad van advies of bestuur Laat je klaarstomen om een raad van advies of bestuur op te starten die past binnen je bedrijfsstrategie, en die op een correcte manier wordt samengesteld en georganiseerd.

4.500 €

The Big Refresh

maandag 12 september

THEMA’S: financieel – HR – internationaal – snelle groei - duurzaam

Meld je gratis aan via www.voka.be/bigrefresh Meer informatie kan je vinden op onze website via deze QR-code

* de vermelde prijzen zijn enkel voor leden en exclusief btw.

71


Last post Geert Moerman (her)denkt

Meer Middelen Mantra Om het even welk maatschappelijk probleem er zich voordoet in ons land, steeds komt de roep om meer mensen en meer financiële middelen. Onderwijs, politie, ziekenzorg, rechtbanken, gevangenis, jeugdzorg, … telkens opnieuw hetzelfde mantra. Dikwijls een goed bedoelde en onderbouwde noodkreet, case per case geef je de betrokken mensen gelijk. Waarom zijn er in godsnaam niet meer mensen, betere gebouwen, sterkere IT-infrastructuur voor publieke diensten, meestal ten voordele van doelgroepen die het moeilijk hebben omdat ze ziek, oud of sociaal kwetsbaar in het leven staan? Sommige verhalen zijn ronduit schrijnend en verdienen de grootste aandacht. Het macroperspectief werpt echter een ander licht. België zit bij de wereldtop van landen qua belasting op burgers en bedrijven. Liefst 54% van ons bnp wordt door de staat opgesoupeerd. We betalen dus veel geld voor een resultaat dat dikwijls mager uitvalt. In vergelijking met de meeste andere westerse landen, hebben we meer verplegers in verhouding tot het aantal patiënten, meer leerkrachten in verhouding tot het aantal leerlingen, meer rechters, … Recent zei de topman van de Federale Politie: “Het geld is op. Er is te veel gesneden”. België staat nochtans in de top 5 van uitgaven aan de politie gerekend in % van het bnp van alle westerse landen. De vraag is dus: hoe worden de middelen ingezet, waarom is er zoveel geld nodig voor een matige output? Internationaal vergelijken is het enige dat ons rest in deze oeverloze roep om meer middelen. Als je de logica van sommigen volgt, zou het overheidsbeslag nog veel hoger dienen te liggen om alle maatschappelijke taken kwalitatief en correct uit te voeren. We zouden daardoor gevaarlijk dicht bij een communistisch regime komen, in de zin dat de overheid een groot deel van alle middelen vergaart en dan ‘eerlijk’ verdeelt. De geschiedenis heeft geleerd hoe dit uitdraait, democratie is blijkbaar enkel mogelijk in landen met een vrije markteconomie en – in belangrijke mate – individuele keuze van mensen hoe hun middelen te verdienen en te spenderen. Meer dan de helft van onze inkomsten dienen we al af te geven voor het hogere doel, dat moet ruimschoots volstaan om niet de verkeerde weg van de geschiedenis in te gaan. Probleem met publieke middelen is dat er weinig of geen concurrentie is zoals in het bedrijfsleven. Als ‘in de privé’ je producten of diensten te duur zijn voor een matige kwaliteit dan koopt een consument gewoon elders. Deze kans heb je met publieke diensten niet. Mindere kwaliteit, beperkte dienstverlening, tekort aan efficiëntie, … worden niet afgestraft. Hoe slechter een overheidsdienst presteert, hoe zwakker de leiding en de organisatiecultuur, hoe sterker de roep om meer middelen. Als je met insiders in de diverse sectoren zoals onderwijs en gezondheidszorg spreekt, weten zij meestal wel hoe beter te werken met beperktere middelen. Maar door een misbegrepen solidariteit met hun collega’s en veelal ook een gebrek aan moed om dingen te benoemen, kiest men de gemakkelijke weg: meer middelen van de overheid vragen, liever dan de eigen sector up-to-date te brengen. Ook de ingewikkelde structuur van ons land zit er voor iets tussen. Zes (6!) overheidsniveaus kosten gewoon te veel geld en zorgen voor inefficiëntie en traagheid in de uitvoering. Daarnaast is er een versnippering in het aanbod van maatschappelijke diensten vanuit een ideologische of politieke drive, de verzuiling kost bakken geld. Ook het getouwtrek van elke regio of gemeente om alles vlak bij huis te organiseren, is problematisch: overal een universiteit, overal topapparatuur voor medische ingrepen, overal moet elke onderwijsrichting aangeboden worden (met klasjes van GEERT MOERMAN 2 leerlingen voor bepaalde vakken tot gevolg), … Vorige week was er een noodroep gedelegeerd bestuurder om meer rechters, terwijl in de arbeidsrechtbank het aantal rechtszaken drastisch Voka Oost-Vlaanderen daalt. Hoe valt dit te rijmen? Waarom zegt niemand daar iets van?

Hoe slechter een overheidsdienst presteert, hoe zwakker de leiding en de organisatiecultuur, hoe sterker de roep om meer middelen 72

De roep om meer publieke middelen is een aanslag op mensen die het geld moeten opbrengen, de ondernemingen en werknemers in de privésector. Wie werkt en onderneemt lijkt hier veelal het probleem in plaats van de oplossing. Werken minder belasten, ondernemen gemakkelijker maken, is de enige weg naar meer welvaart. Politieke moed, niet alleen bij de minister maar nog meer bij de beleidsverantwoordelijken van elke publieke dienst, is nodig om het essentiële te doen in plaats van het populaire.


Voka bedankt zijn partners


1STE ZONDAG VAN OKTOBER

Samen ondernemen, samen groeien samen deuren opene n, ook jullie deuren? Check www .openbedrijve voor meer inform ndag.be atie!

volg ons op: #openbedrijvendag #wijdoenmee


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.