
17 minute read
Les 2 Kortverhaal
1
Je vertelt hoe je een verhaal ervaart
Je bespreekt de verhaalaspecten verhaalbegin, vertelperspectief, spanning en verhaaleinde 3 2
Je vergelijkt een verhaal met je eigen situatie
4
Je gaat in debat over stereotiepe eigenschappen van jongens en meisjes (uitbreiding)
1
SITUEREN
1 De titel van het kortverhaal geven we voorlopig nog niet prijs. Probeer aan de hand van de volgende fotorebus de titel te achterhalen.


2 Welk soort verhaal verwacht je bij die titel? Leg uit waarom je dat zegt. 3 Je krijgt achtergrondinformatie over Do Van Ranst, de auteur van het verhaal. a Wat verwacht je over de schrijfstijl, het thema en de moeilijkheidsgraad van het verhaal? b Welke van zijn boeken heb je al gelezen?
onDERWEG
Do Van Ranst is een bekende, Vlaamse jeugdauteur. Hij schreef meer dan dertig jeugdboeken, waarin de thema’s verliefdheid, emoties, relaties tussen mensen en rouw vaak centraal staan. Zijn bekendste romans zijn Mijn hondenjongen, Dun en Moeders zijn gevaarlijk met messen.
Do slaagt er telkens in om met eenvoudig taalgebruik heel mooie en poëtische teksten te maken. Zijn boeken worden geregeld bekroond met prijzen. Zijn werk is ook bekend in het buitenland.

2
HET VERHAAL BELEVEN
Het kortverhaal wordt in drie stukken verteld. Na elk deel beantwoord je samen met een medeleerling een aantal vragen en koppel je klassikaal terug.
5

10


15 Deel 1 Lieve Leah,

Ik schrijf je deze brief omdat ik weet dat ik fout ben geweest. Goed fout! Ik had anders moeten reageren? Het was zo dom van mij om
Stef verscheurde het papier en strooide de stroken en snippers op zijn tafel. Hij blies ze weg. Er verdwenen stukjes onder zijn boekenkast en onder zijn bed. Enkele snippers dwarrelen in de prullenmand. Hij nam een nieuw blad uit de printer en schreef:
Lieve Leah,
Hij bekeek de twee woorden. Altijd juist, dacht hij.
Lieve Leah,
Het spijt me dat ik
Waar heb ik spijt van, dacht Stef. Hij stak het uiteinde van zijn pen in zijn mond en dacht na waarover een mens zoal spijt kan hebben. Hij kwam op niks. Hij wist nochtans dat er heel wat was om spijt over te hebben. Als iemand het wist, dan was hij het wel.
Het spijt me dat ik zo stom deed, schreef hij.
Want stom, dat kon voor veel staan. Stom was hij vaak. Allemaal juist, dacht hij. Hij keek tevreden naar zijn blad.
woord
nochtans: toch, hoewel
1 Beschrijf je eerste reactie op het verhaal. a Kies een van de onderstaande beoordelingswoorden.
spannend saai grappig onecht interessant romantisch verrassend zielig geloofwaardig gevoelig
b Geef aan waarom je dat vindt. Dat doe je met een argument of een voorbeeld.
2 Het kortverhaal is op een atypische manier geschreven. a Wat valt op aan hoe het verhaal wordt verteld?
b Hoe maakt de schrijver dit typogra sch duidelijk?
3 Voorspel de daad waarover Stef spijt heeft. 4 Heb jij ooit al een verontschuldiging geschreven voor iets ‘stoms’? Leg uit waarom (niet).

5

10
15

20 Deel 2 Het spijt me dat ik zo reageerde. Dat was onverstandig.

Ik klink als een moeder, dacht Stef. Onverstandig. Hij schrapte het woord.
Dat was zo typisch ik!
Stef schudde zijn hoofd. Nee, nee, dacht hij. Als ik dat schrijf, denkt ze dat ik altijd zo doe en dan wordt het helemaal niks. Toch liet hij het staan. Hij kon het altijd nog veranderen. Hij schreef verder:
Ik begrijp het als je nu zou zeggen dat het uit is.
Hij schrapte die zin. Waarom zou hij in zijn brief aansturen op iets wat hij absoluut niet wilde?
Ik begrijp het best als je me nu liever een poosje niet meer ziet. Of misschien een hele tijd. Of voorgoed.
Voorgoed, dacht hij. Ik breng haar verdomme op ideeën. Hij schrapte voorgoed en schreef:
Weet wel dat je me altijd mag bellen of sms'en of mails mag sturen. Ik zal meteen antwoorden ook, want het zou een misdaad zijn om een meisje zoals jij te laten wachten.
Hij tekende er een lachend gezichtje achteraan. Hij maakte er een vlek van en schreef haha.
Stef maakte van zijn vrije hand een vuist en beet in zijn knokels. Nu lijkt het alsof ik het niet serieus neem of zo. Hij wilde het blad tot een prop kneden, maar bedacht zich. Misschien moest hij de brief maar eerst in het klad maken en dan uittikken op de computer. Alhoewel, was dat niet een beetje te onpersoonlijk, een blad uit de printer? Hij bekeek zijn handschrift. Het leek op niks.
Is dit wel een goed idee? vroeg hij zich af. Toch schreef hij verder.
Leah, ik had het anders moeten aanpakken. Niet meteen zo op je nek zitten.
woord

atypisch: anders dan wat je normaal verwacht typogra sch: aan de hand van de lettertekens en opmaak op iemands nek zitten: iemand de hele tijd volgen, controleren (uitdrukking)
25 In je nek zitten, fluisterde Stef. Hij moest erom lachen. Op je lip zitten, dacht hij. Maar dat klonk wel stom. Hij zag zich eerst in Leahs nek zitten. Dan op haar lip. Hij schudde het van zich af.

Je lippen dienen om ze te kussen.
In plaats van het te doorstrepen, zette hij er een vette streep onder. Ook dit was absoluut waar.
Ik mocht er niet zo'n puinhoop van maken. Als ik iets heb wat me dierbaar is, dan ga ik het te veel vertroetelen en dan
30

35
40

45 Stef gooide zijn pen op zijn tafel. Hij vloekte binnensmonds. 'Als ik iets heb', las hij hardop. 'Héb!' Dat klonk zo bezitterig. Daar kunnen meisjes niet tegen, als je zegt dat je hen hebt. Meisjes zijn vooral heel erg van zichzelf. Die gedachte vond hij dan weer grappig. Hij schreef:

Je bent me zo dierbaar. Ik wilde je daarom te veel vertroetelen. Ik weet dat het te veel en te vaak was. Je hield voor jezelf niks meer over. Dat moest gewoon fout aflopen.
Stef las de zin nog een keer. En toen nog een keer en nog een keer. Er was niks in de zin waarvan hij dacht dat het verkeerd was. Toch was hij er niet echt blij om. Hij omcirkelde dierbaar, vroeg zich heel even af waar dat woord vandaan kwam. Dierbaar. Hij dacht: deelbaar. Gewoon, omdat dat erop leek. En: jij en ik gedeeld door twee is alleen. Hij vond dat niet slecht gevonden en schreef het zo op:
Jij en ik gedeeld door twee is (all)een.
Hij knikte. Zo ging het altijd.
Leah, ik weet dat ik het verbrod door altijd bij je te willen zijn. Je moet af en toe ook op jezelf kunnen zijn of met je vriendinnen. Dingen doen die je vroeger ook deed, voordat je mij kende. Maar ik ben dan zo bang dat je die dingen leuker vindt dan de dingen die je met mij doet. Daarom doe ik zo mijn best. Want dat was wat ik deed: mijn best. Nu weet ik dat ik veel minder mijn best had moeten doen. Dat was goed genoeg geweest.
Hij herlas dat stukje tekst. Bij het laatste zinnetje bleef hij steken. Dit klonk toch alsof hij zichzelf heel wat vond? Nu klonk hij toch arrogant? Hij trok er een streep door. Maar nu stond er dat hij veel minder zijn best had moeten doen. Alsof ze het beste niet waard was.
En dat was ze wel!
Jij bent het allerbeste waard.
Daar was niks op aan te merken.
50

Niet dat ik vind dat ik het allerbeste ben, Leah. Maar ik wil het wel proberen te zijn.
woord
op iemands lip zitten: te veel bij iemand zijn (uitdrukking) dierbaar: van grote waarde, geliefd

55
60
65
70 Weet dat het me spijt. Dat ik zo terug in de tijd zou willen gaan. Terug naar toen het allemaal nog goed was, naar toen ik nog niet de ene fout op de andere stapelde. Naar toen je nog van me hield.
Hou je nog van me? Ik nog wel van jou.
Sentimentéél, dacht hij.
Vind je me te sentimenteel, Leah? Een watje? Een zachtgekookt ei?
Hij knikte. Dat was hij allemaal. Daar begon het altijd mee. Met dat sentimentele. Soms haatte hij zichzelf erom. Maar als hij het allemaal vergeleek met hoe zijn vrienden het aanpakten, de liefde, dan deed hij het toch veel beter? Zo hoorde het toch? Lief zijn, bezorgd zijn, altijd -bij-haar-willen-zijn. En toch ... het haalde allemaal niks uit. Zijn vrienden, die deden stoer en lieten hun liefjes twee meter achter hen aanhinken als jonge hondjes. Die maakten ruzie, meestal om niks en vroegen zich nooit een keer af of hun meisjes het niet beu werden, het wilden uitmaken. Met zulke lompe boeren wil toch geen enkel meisje op een feest verschijnen? Nee, natuurlijk vroegen ze het zich nooit een keer af, want ze maakten het niet uit. Dat jonge-hond-spelen vonden ze best en die lompe boeren waren wel lekker macho, als het eropaan kwam.
Nu, ik vind het niet best, dacht Stef. Dat macho gedoe.
Leah, schreef hij, wil je dat ik een macho ben? Wil je dat ik je bescherm met mijn brede schouders en brede gebaren? Willen meisjes een bodyguard in plaats van zachtgekookte liefde?
Is het dat? vroeg hij zich af. Vast wel.
Stef las wat hij had geschreven en bekeek wat hij had doorstreept. Hij nam een lijntjesblad uit zijn lade en begon te schrijven. Nog geen vijf minuten later was hij klaar. Hij herlas het, zo'n vier keer. Veranderde niks. Hij knikte, nam een omslag, stopte de brief erin en schreef:
75
Voor Leah
5 In dit deel krijg je stapsgewijs meer informatie over Stef en de reden waarom hij een brief aan Leah aan het schrijven is. a Wat is de huidige status van hun relatie?

b Markeer een aantal passages die dit aantonen. c Welk soort brief is Stef aan het schrijven, denk je?

d Zou je in een gelijkaardige situatie ook zo’n brief schrijven? Leg uit waarom (niet).


6 Op het einde van dit deel is de brief klaar om gepost te worden. a Hoe ziet de brief er volgens jou uit? Baseer je daarvoor op alle inhoudelijke elementen die je toe nu toe kent.
b Hoe zal Leah volgens jou op de inhoud van de brief reageren? Voorspel drie mogelijke scenario’s.
c Hoe zou je zelf reageren als je zo’n brief zou krijgen?
5
10

15

20
25


30 Deel 3 De volgende dag stond ze aan het parkje. Daar hadden ze afgesproken. Aan die boom met vlekken en een tak eraf. Ze lachte breed toen ze hem aan zag komen fietsen. Hij zette zijn fiets tegen een lantaarnpaal en gaf haar een snelle zoen. Zij wilde een minder snelle, dat zag je. Stef niet. Hij zette twee stappen achteruit en nam de omslag uit zijn schoudertas. 'Hier', zei hij. Hij hield de brief haast tegen haar lichaam aan. Ze lachte. 'Wat lief.' Hij schudde nee. 'Het spijt me', zei hij. 'Wat? Wat spijt je?' Leah bekeek hem alsof hij een grapje uithaalde. Een grapje waaraan ze nu nog niet zag dat het er een was. 'Wat ik allemaal ... hoe ik doe.' 'Wat?' Leah begreep er niks van. 'Hoe doe je dan?' 'Je weet wel ... ' mompelde hij. Hij duwde de neus van zijn schoen in het zand. 'Ik ken je nog maar pas', lachte ze. 'Hoe kan ik weten hoe jij doet?' 'Weet ik', zei hij. 'Weet ik.' 'Nou, hoe doe je dan?' vroeg Leah. 'Is het zo erg dan?' 'Het staat er allemaal in', zei hij. Hij wees naar de brief die ze in haar handen hield, een eindje van zich af, alsof de kans bestond dat er iets in zat dat leefde. Tenminste, zo zag je weleens iemand met een kuiken in een doosje uit de dierenwinkel komen. Leah keek Stef een poosje vragend aan. Haar glimlach verdween. Niet omdat ze het opeens niet grappig meer vond, maar omdat ze niet kon blijven glimlachen. Ze wist dat hij heel de tijd met de neus van zijn schoen in het zand zou staan pulken. Ze opende de omslag, vouwde de brief open en las. Hardop.

Lieve Leah,
Je lippen dienen om ze te kussen. Je bent me zo dierbaar. Je bent het allerbeste waard. Niet dat ik het allerbeste ben, maar ik wil wel proberen het te zijn. Hou je nog van me? Ik nog wel van jou. Vind je me te sentimenteel, Leah? Ik wil best wat meer macho zijn in plaats van een zachtgekookt ei. Als je dat liever hebt.
Kus, Stef
35

40

45
50
55

60 Toen ze klaar was, bleef Leah naar de brief staren. Stef naar haar. Hij schaamde zich. Het leek op niks. Het klonk kreupel. Je hoorde zo dat ...

'Heb je er dingen tussenuit gelaten?' vroeg ze. Zie je wel, dacht hij. 'Sorry', fluisterde Stef. 'Nee, niks sorry', zei ze. Ze zette de twee stappen, die hij achteruit had gezet, in zijn richting. 'Ik bedoel alleen maar dat het allemaal zo losse zinnen zijn. Alsof er nog dingen tussen ... ' 'Ja', zei Stef nerveus. 'Dat is ook zo.' Leah legde haar hand in zijn nek. Ze zei: 'Ik weet niet hoe jij doet, maar het lijkt me erg lief.' 'Nee', zei Stef. 'Nee. Ik verknoei het iedere keer. Je zult zien, ik ga in je nek zitten. Nee, je lip. Ik bedoel: op je lip. Nee, nee, dat kan natuurlijk niet. Maar dat is een gezegde, op iemands lip zitten. Dat vinden meisjes niet leuk.' Leah kon er niks aan doen. Ze lachte. 'Laat het', zei ze. Ze legde een vinger op zijn mond. 'Het was een slecht idee. Die brief', zei Stef. Hij had het eerder tegen zichzelf. Leah knikte. 'Je wilde je al excuseren voor dingen die nog niet gebeurd zijn', lachte ze. 'Bij jou', zei Stef. 'Wat?' 'Die nog niet gebeurd zijn bij jou. Je gaat me haten', zei Stef. 'Wedden?' Ze schudde haar hoofd. 'Hoe kan dat nu?' 'Makkelijk', zei hij. 'Ik moet nog kiezen', zei Leah. 'Kiezen?' Stef keek ongerust in haar ogen. 'Tussen macho of zachtgekookt.' 'Oh.' Stef wilde liefst in de grond zakken van schaamte. Waar haalde hij het vandaan? 'Doe maar zachtgekookt', zei Leah. Ze gaf hem de zoen die ze hem van meet af aan had willen geven. 'O ja', zei ze, toen ze even stopte met zoenen. 'Ik hou niet meer van je.' Stefs mond viel open. Hij begreep het niet. Ze had hem gezoend en toch ... Leah zag de onrust in zijn ogen. Ze drukte Stef tegen zich aan. 'Dat deed ik toch nog niet, eitje! Ik ga van je houden. Daar ben ik zeker van!' Ze ruikt naar boterhammen, dacht Stef, met zijn gezicht tegen haar jas aangedrukt. 'Mijn lippen dienen om ze te kussen', zei Leah. Ze legde haar vinger onder zijn kin en duwde zijn gezicht naar haar toe. Nu kuste hij haar. Hij voelde zich stoer genoeg.
7 Vergelijk de brief van Stef met de versie die jij in opdracht 6a beschreef. Geef twee punten van overeenkomst of verschil.
8 Wat is de echte reden waarom Stef een brief schrijft aan Leah?
9 Waarom formuleert Stef zijn brief telkens anders?
10 Wat vind je van de reactie van Leah? Hoe zou jij reageren in een dergelijke situatie? 11 Bedenk tot slot één vraag die je aan Stef zou willen stellen. Leg uit waarom.
3
DOORDRINGEN TOT DE TEKST
1 In het kortverhaal somt Stef een aantal mogelijke gevaren op die zijn relatie met Leah kunnen schaden. a Geef er twee.
b Welke gevaren zijn herkenbaar voor jou? Geef telkens met een voorbeeld aan waarom je dat zegt.
c Ken je nog andere zaken die een relatie zouden kunnen schaden?
2 Is dit een realistisch kortverhaal? Geef aan de hand van twee voorbeelden aan waarom je dit vindt.


3 Hieronder krijg je drie beweringen over een aantal verhaalaspecten. a Geef telkens aan of de bewering juist of fout is. b Leg je antwoord uit of bewijs met elementen uit het verhaal.
bewering 1 Zachtgekookte liefde begint zonder inleiding. juist of fout juist fout reden
2 Zachtgekookte liefde wordt door een alwetende verteller weergegeven. juist fout
3 Zachtgekookte liefde heeft een gesloten einde voor
Stef en een open einde voor Leah. juist fout
4 Stef vertelt niet meteen waarover hij spijt heeft. Do Van Ranst bouwt stelselmatig de spanning op.
Beschrijf hoe hij dat doet in dit verhaal.
4
STEREOTIEPE EIGENSCHAPPEN M/V
Volgende uitspraken komen uit Zachtgekookte liefde. Ze zeggen iets over stereotiepe eigenschappen van jongens en meisjes.
B
Meisjes houden niet van bezitterige jongens. A
Jongens moeten zich steeds stoer gedragen.
Meisjes houden wél van macho’s als het erop aankomt. C
1 Met welke uitspraken ben jij het eens en oneens? Rangschik ze op deze schaal.
oneens eens
2 Vergelijk je rangschikking met die van medeleerlingen. a Leg uit waarom je voor die volgorde koos. b Geef telkens een concreet voorbeeld.
3 Stel een gemeenschappelijke top drie op. a Overtuig je medeleerlingen dat jouw volgorde de beste is. b Ga in gesprek met elkaar. Houd rekening met de onderstaande gespreksregels.
Gespreksregels • Luister goed naar de mening en argumenten van anderen. • Geef altijd duidelijk aan waarom je het eens of oneens bent met iemand. • Val nooit iemand persoonlijk aan, blijf neutraal en schreeuw niet. Een aanvallende houding verraadt meestal dat mensen inhoudelijk weinig te bieden hebben.
tip
4 Beoordeel nu je eigen participatie aan het gesprek. mijn participatie Ik luister naar de mening van anderen. Ik laat anderen uitspreken. Ik stel vragen wanneer iets me niet duidelijk is. Ik stel me open en niet aanvallend op. Ik onderbouw wat ik zeg met argumenten. Ik geef duidelijk aan waarom ik het (on)eens ben met anderen. feedback • grootste pluspunt:
• grootste werkpunt: ja nee ja nee ja nee ja nee ja nee ja nee
5 Beoordeel vervolgens ook de participatie van een medeleerling. participatie van Je luistert naar de mening van anderen. Je laat anderen uitspreken. Je stelt vragen wanneer iets niet duidelijk is. Je stelt je open en niet aanvallend op. Je onderbouwt wat je zegt met argumenten. Je geeft duidelijk aan waarom je het (on)eens bent met anderen. feedback • grootste pluspunt:
• grootste werkpunt: ja nee ja nee ja nee ja nee ja nee ja nee