INLEIDING 1
Op verkenning in STORIA HD live Je vindt de inhoudsopgave van dit leerwerkboek op blz. 3. Kijk eens hoeveel lessen er zijn gepland. In hoeveel groepen of onderdelen kun je ze onderverdelen? Elk onderdeel heeft een titel. Als je die leest, weet je welke onderwerpen je dit schooljaar bestudeert.
IN
Het leerwerkboek
Alle lessen hebben dezelfde structuur, maar de leerstof wordt op verschillende manieren aangebracht. Tijdens sommige lessen zal je leraar veel vertellen; andere lessen worden grotendeels of volledig opgebouwd aan de hand van verschillende soorten opdrachten. Die opdrachten kun je klassikaal, in groepjes of individueel oplossen. De onderstaande illustraties maken de structuur van elke les duidelijk.
C4
Doordat er verschillende groepen zijn met verschillende rechten, is er ook een sociale hiërarchie of maatschappelijke rangorde. In zo’n gelaagde samenleving staat de ene groep dus hoger en heeft die meer aanzien dan een andere groep.
OPDRACHT 2
Alle Belgen moeten zich aan dezelfde wetten en regels houden. Iedereen die de wet overtreedt, wordt op dezelfde manier bestraft. In onze grondwet staat letterlijk: ‘Alle Belgen zijn gelijk voor de wet. Er is in de Staat geen onderscheid van standen.’ Heel normaal, denk je waarschijnlijk … Toch was het vroeger anders! In de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd behoren de mensen tot een stand. Voor elke stand gelden andere wetten en regels.
5 Deze icoontjes geven aan welke domeinen in de les aan bod komen.
Wat wordt er bedoeld met een ‘stand’? Hoe is de standensamenleving ontstaan? Hoe is ze doorheen de eeuwen geëvolueerd? Wanneer en waarom is er een einde gekomen aan dat systeem?
MIDDELEEUWEN
9
0
8
5
17
±
17
0
5
14
±
±
9
50
0
0
0
Kaartnr(s).
VROEGMODERNE TIJD
STANDENSAMENLEVING
6 De tijdlijn situeert de les in de tijd.
OPDRACHT 1
4 Het kaartje vertelt over welk gebied de les gaat. In het vakje onder de kaart kun je verwijzen naar kaarten uit je historische atlas.
De standensamenleving
VA
1 Lesnummer
3 Een krachtige inleiding met de historische vragen waarop de les een antwoord geeft.
N
2 Duidelijke lestitels
Omcirkel telkens het juiste antwoord.
- Wanneer is in West-Europa de standensamenleving ontstaan?
Tussen de 6e en de 8e eeuw – tussen de 9e en 10e eeuw – tussen de 10e en 11e eeuw - Hoelang blijft de standensamenleving in West-Europa ongeveer bestaan? 600 jaar – 900 jaar – 1 200 jaar
Wat is er van toepassing? Zet een kruisje in de tabel. Gelijke rechten
Verschillende rechten
Afkomst is bepalend
Geen maatschap pelijke rangorde
Standen samenleving Huidige Belgische samenleving
OPDRACHT 3
Bron Ze was bijna twintig en werkte op een veld toen vier mannen uit een hogere kaste haar bij de sjaal grepen. Ze verkrachtten haar, braken haar rug en verminkten haar tong. Ze was een dalit, lid van de voormalige ‘onaanraakbaren’. (…) [In het voornamelijk hindoeïstische India] staan zij onderaan de kastenpiramide. Artikels 14 tot 17 uit India’s seculiere grondwet verbieden al sinds 1947 discriminatie tegen dalits. Daar hadden de vier, die vlak bij hun slachtoffer woonden, geen boodschap aan. (…) In landelijk India brokkelt het kastensysteem af. Er is een crisis in de landbouwsector. Traditioneel ‘belangrijke families’ zijn beroofd van hun machtsbasis. Onderwijs voor vrouwen zit in de lift. Mannen van lagere kasten verdienen geld in de stad, meer dan ze in hun dorp kunnen via pietluttige werkjes voor de elite. (…) ‘Politie en grondbezitters gebruiken seksueel geweld om dalits een “politieke” les te leren en de kasten- en klassenstructuur te versterken. Het is juist het verzet daartegen dat geweld uitlokt.’ Dalits willen in 2020 niet terug naar vroeger. Op hun smartphone zien ze een wereld die vooruitgaat. En artikels 14 tot 17 zijn misschien nog geen realiteit, maar wel springlevend. Uit: Giselle Nath, Zelfs priester wakkert seksueel geweld tegen lagere kasten aan, in: De Standaard, 01 oktober 2020
Het kastensysteem in India is eeuwenoud en heeft zowel religieuze als sociaaleconomische wortels. De term komt van Portugese ontdekkingsreizigers uit de 16e eeuw. Die gebruikten het woord ‘casta’ (afkomst) om de vele sociale groepen in Indië te benoemen. Die sociale groepen leefden apart van elkaar –in die zin dat er niet onderling werd getrouwd –, hadden hun eigen specifieke beroepen, een bepaalde positie in de samenleving, eigen gebruiken …
De standen hebben eigen rechten en plichten
©
1
86
LES C4
en plichten (al is het in werkelijkheid wel iets ingewikkelder). Vanuit een geschiedkundig standpunt is dat echter nog niet zo heel lang het geval. Tot aan het einde van de 18e eeuw is de West-Europese samenleving een standensamenleving met drie standen (groepen): de clerus of geestelijkheid (geestelijken), de adel (edelen) en de derde stand (alle andere mensen). In zo’n samenleving zijn mensen juridisch (wettelijk) niet gelijk. Met andere woorden, al naargelang de stand waartoe je behoort, heb je meer of minder rechten (en plichten). Meestal ben je lid van zo’n groep door geboorte.
INLEIDING
- Met welk van de twee systemen vertoont het kastensysteem in India op het eerste zicht het meeste overeenkomst? Vink het juiste antwoord aan. de standensamenleving de huidige Belgische samenleving
C
De stanDensamenleving
7 Ondertitels leiden de verschillende delen van de les in.
4
- Over welke historische periode gaat de tekst?
Zoals je al weet, is iedereen in België gelijk voor de wet. Alle Belgen hebben dus dezelfde rechten
8 Moeilijke woorden krijgen een ander kleurtje. Ze worden verklaard vanaf blz. 265. Als er nog woorden zijn die je niet begrijpt, schrijf je ze op in je ‘persoonlijk woordenboek’ op blz. 272 in dit leerwerkboek. De verklaring zoek je op in een (online)woordenboek zoals www.woorden.org. Je kunt ook uitleg vragen aan je leraar.
Op stap DOOr verschillenDe tijDen
87
9 De context informatie helpt je om de bron te begrijpen.