
14 minute read
veroveren Engeland E4 De Nederlanden
E4 Je weet al dat het Karolingische Rijk uiteenvalt (zie les B2). Uiteindelijk blijven er in de 10e eeuw twee rijken van dat Karolingische Rijk over: Frankrijk en het Duitse De Nederlanden Rijk. De verzwakking van de vorstelijke macht (zie les E1) zorgt ervoor dat ook in onze gewesten plaatselijke bestuurders zich meer en meer als onafhankelijke vorsten gedragen.
Hoe ontwikkelen de belangrijkste graafschappen en hertogdommen zich in onze gewesten? Hoe proberen de graven en hertogen het bestuur in onze gewesten te organiseren? Hoe proberen de Bourgondische hertogen nadien de verschillende gewesten te verenigen en het bestuur te centraliseren?
± 900
1050
Kaartnr(s).
1288 1302
EUROPA ONTWIKKELING VAN DE GEWESTEN Rijks-Vlaanderen
EDe miDDeleeuweN vaN 900 tot 1450 167
STANDENVERTEGEN- FILIPS DE GOEDE
(1419-1467)WOORDIGINGEN GuldensporenslagWoeringen De Nederlanden in de 13e en de 14e eeuw- Van welke eeuwen zie je hier de politieke indeling van de Nederlanden? - Wat bedoelen we met ‘de Nederlanden’? - Welke drie gewesten liggen grotendeels in het gebied dat nu Vlaanderen is? OPDRACHT 1 © VAN IN
- Geef de naam van het graafschap waarvan het grondgebied overeenkomt met onze huidige provincie Limburg.
Vlaanderen en Brabant worden machtig
In Frankrijk ontwikkelt het graafschap Vlaanderen zich tot een van de belangrijkste gewesten. De eerste Vlaamse graaf Boudewijn ‘met de ijzeren arm’ (9e eeuw), trouwt met de dochter van de Franse koning. Zijn zoon, Boudewijn II, verdrijft de Vikingen en onttrekt zijn gewest aan de controle van de Franse koning. Hij breidt zijn grondgebied tevens verder uit. Zijn opvolgers zetten die politiek verder. In 1047 krijgt graaf Boudewijn IV het gebied rond de stad Ename. Hij wordt daardoor ook leenman van de Duitse keizer. Voortaan bestaat het graafschap uit twee delen:
Kroon-Vlaanderen (Frankrijk) en Rijks-Vlaanderen (Duitse Rijk). De Schelde vormt de grens
tussen Frankrijk en het Duitse Rijk. De Vlaamse graven aarzelen niet om hun twee leenheren tegen elkaar uit te spelen.
De stad Brugge ontwikkelt zich tot een van de belangrijkste Europese havens en financiële
centra. Vlaanderen exporteert vooral laken (wollen stof). Dat textiel vormt een bron van rijkdom,
maar zorgt ook voor problemen. De wol komt immers uit Engeland, de aartsvijand van Frankrijk. Vlaanderen kiest dikwijls partij voor de Engelsen of weigert de Fransen te steunen. Daardoor breekt de Vlaamse graaf zijn eed van trouw aan zijn leenheer, de Franse koning. Zeker vanaf de 13e eeuw leidt dat tot zware conflicten wanneer de Franse koningen de macht in hun koninkrijk
proberen te centraliseren (zie les E5).
Het hertogdom Brabant ontstaat in de 11e-12e eeuw uit de samensmelting van een aantal
kleinere gewesten: het graafschap Leuven, het graafschap Brussel en het markgraafschap Antwerpen. Een grote gebiedsuitbreiding vindt plaats in 1288. Hertog Jan I wint dan de slag van
Woeringen (bij de Duitse stad Keulen). Daardoor kan hij het hertogdom Limburg aanhechten
en verwerft hij controle over de belangrijke handelsroute Brugge-Keulen. Tussen die twee
hertogdommen bevindt zich het graafschap Loon, dat in de 14e eeuw wordt aangehecht door het
prinsbisdom Luik.
168 LES E4 De NeDerlaNDeN Welke uitspraken zijn juist? Kruis aan. - De leenmannen proberen hun eigen macht uit te breiden door: andere gebieden te veroveren. altijd trouw te blijven aan hun leenheer. eerder de belangen van het eigen gebied te verdedigen in plaats van de belangen van de leenheer. - De graven en hertogen in de Nederlanden treden als bijna onafhankelijke vorsten op door: bondgenootschappen te sluiten met buitenlandse vorsten. in eigen naam oorlog te voeren tegen andere vorsten. altijd hun leenheer te steunen in zijn buitenlandse politiek. soms in opstand te komen tegen de eigen leenheer. OPDRACHT 2 © VAN IN
Uit: Jan van Boendale, Brabantsche Yeesten (1316-1350). Manuscript uit de eerste helft van de 15e eeuw, Koninklijke Bibliotheek, Brussel
De schrijver noemt zichzelf een Antwerpse stadsklerk. Hij beschrijft in rijm de daden van de Brabantse hertogen. Yeesten zijn (helden)daden. Tijdens de Slag bij Woeringen vecht de Brabantse hertog Jan I samen met zijn bondgenoten tegen onder andere de aartsbisschop van Keulen en de graaf van Luxemburg. De graaf sneuvelt.

- Bekijk de wapenschilden op de tekening. Hoe zie je dat de
Brabanders winnen? Hertogdom
Brabant - Zoek hertog Jan I op de afbeelding. Wat is hij aan het doen?
Op de grond ligt er onder andere een verslagen Luxemburger. De standenvertegenwoordigingen beperken de vorstelijke macht De vorsten proberen het bestuur van hun gewesten te organiseren. Zij kunnen met de inkomsten uit hun domeinen de oorlogen en bouwprojecten niet meer betalen. Daarom leggen zij vanaf de 13e eeuw buitengewone belastingen op. Die zware belastingen leiden vaak tot ergernis. De
steden zetten, met de steun van adel en geestelijkheid, de vorsten onder druk om ‘staten’ of standenvertegenwoordigingen (zie les C4) op te richten, zoals bijvoorbeeld de Staten van Brabant. E De miDDeleeuweN vaN 900 tot 1450 169
Hertogdom Limburg
Hertogdom Luxemburg © VAN IN
OPDRACHT 4 Daarin zetelen vertegenwoordigers van de drie standen: geestelijken, edelen en stedelingen. Hun
belangrijkste taak is om de jaarlijkse beden waar de vorst om verzoekt, goed of af te keuren. In Vlaanderen zijn er ook statenvergaderingen en daar is de rol van de steden nog belangrijker. Gent, Brugge en Ieper voeren er het hoge woord. Vanaf het midden van de 14e eeuw wordt daar het Brugse Vrije (de streek rond Brugge) aan toegevoegd. In meer landelijke gewesten spelen adel en geestelijkheid nog een belangrijke rol in de statenvergaderingen.
Het feit dat de standen inspraak krijgen in het bestuur van de verschillende gewesten leidt ertoe dat de vorsten er niet in slagen de volledige (absolute) macht naar zich toe te trekken.
Lees de lestekst aandachtig en beantwoord dan de volgende vragen.
- Wat hebben de vorsten nodig?
- Hoe heet het verzoek van de vorst aan de staten om nieuwe belastingen te krijgen?
- Wat willen geestelijkheid, adel en steden in ruil?
- Onderstreep in de lestekst welke groepen er in de statenvergaderingen zetelen.
OPDRACHT 5
Bron
170 LES E4 De NeDerlaNDeN Uit: Het Charter van Kortenberg, 1312 De Brabantse hertog Jan II (1294-1312) moet opboksen tegen de steden, die steeds machtiger worden en zelfbewuster optreden. De hertog is ziek en heeft een minderjarige opvolger. Jan II moet toegevingen doen. 1 Ten eerste zullen wij of onze erfgenamen nooit meer binnen ons land belastingen of beden opleggen, tenzij bij ridderslag, huwelijk of gevangenschap. 3 Verder zullen wij (…) al onze vrije steden bevestigen in hun vrijheden en rechten die zij vanouds in hun bezit hebben, en wij garanderen dat onze goede lieden in alle geschillen zullen gevonnist worden volgens hun eigen stadsrecht. 4 Verder zullen wij, op algemeen advies van ons land, vier ridders kiezen, de geschiktste en de verstandigste die men binnen de landsgrenzen vinden kan, en dat om het belang van het land te dienen; daarnaast drie goede lieden van Leuven, drie goede lieden van Brussel, één goede man van Antwerpen, één van ’s-Hertogenbosch, één van Tienen en één van Zoutleeuw. 5 Degenen die op die manier verkozen worden, zullen om de drie weken in Kortenberg vergaderen en bevoegd zijn om na te gaan en te weten te komen of er in het land enig verzuim is in bepaalde zaken (...) 9 Als de hogervermelde ridders en goede lieden in Kortenberg enige uitspraak zouden doen, een regeling treffen of een beslissing nemen, en wij of onze opvolgers of zelfs iemand anders die beslissing niet zouden naleven of verwerpen, zo stemmen wij en onze opvolgers erin toe, dat men binnen het land geen enkel vonnis meer zou vellen en de dienst mag weigeren tot op het ogenblik dat de beslissing wordt nageleefd en uitgevoerd wordt. © VAN IN
- Welke twee groepen krijgen meer macht door het charter?
- Onderstreep in de bron een voorbeeld van die macht.
- Welke twee steden zijn volgens de bron de belangrijkste van het hertogdom?
De Raad van Kortenberg zal op het einde van de 14e eeuw verdwijnen. De Staten van Brabant hebben dan de belangrijkste taken van die Raad overgenomen.
De Bourgondische hertogen vormen een statenbond
In de 14e en 15e eeuw proberen de Bourgondische hertogen de Nederlanden uit te bouwen
tot één staat. Ze moeten bij die staatsvorming rekening houden met de belangen van de
afzonderlijke gewesten.
In 1363 schenkt de Franse koning Jan II het vrijgekomen hertogdom Bourgondië aan zijn zoon Filips de Stoute. De koning heeft daardoor aan zijn oostgrens een leenman die hij volledig kan vertrouwen. Edelen huwen hun kinderen en familieleden vaak uit om de macht van de familie te vergroten. Koning Charles V, de opvolger van Jan II, laat een huwelijk regelen tussen Filips de Stoute, zijn jongste broer, en Margaretha van Male, de dochter en erfgename van de Vlaamse graaf Lodewijk van Male. De Franse koning hoopt op die manier het machtige en rijke Vlaanderen in de Franse invloedsfeer te krijgen. Wanneer in 1384 Lodewijk van Male sterft, zijn het graafschap Vlaanderen en het hertogdom Bourgondië verenigd door het huwelijk van Filips de Stoute en Margaretha van Male.
Aanvankelijk bemoeien de Bourgondische hertogen zich vooral met de Franse politiek. Dat verandert wanneer hertog Jan zonder Vrees in 1419 vermoord wordt, met medeweten van het Franse koningshuis. Zijn zoon Filips de Goede richt zijn aandacht meer op de Nederlanden. Vooral door diplomatie en koop worden grote delen van de huidige Benelux ingelijfd. Filips probeert centrale instellingen op te richten die gezag uitoefenen over al zijn Nederlandse gewesten. Rekenkamers controleren zo de financiën van de verschillende gewesten.
De aparte standenvertegenwoordigingen van zijn gewesten komen in 1464 voor het eerst bijeen
in een Staten-Generaal. Voor de adel sticht hij de prestigieuze ‘Orde van het Gulden Vlies’.
Hij voert een gemeenschappelijke munt in. De steden en de gewesten verzetten zich dikwijls tegen de nieuwe instellingen. Ze vrezen immers hun rechten te verliezen. Om zichzelf en het Bourgondische hof nog meer luister te geven, steunt Filips de Goede talloze kunstenaars, zoals de ‘Vlaamse Primitieven’.
Karel de Stoute volgt in 1467 zijn vader Filips de Goede op. Karel droomt ervan om de Bourgondische gebieden in het zuiden met de Nederlanden in het noorden te verenigen. Een poging om het opstandige Lotharingen te onderwerpen wordt hem uiteindelijk fataal. In 1477 sneuvelt hij bij Nancy. Zijn twintigjarige dochter Maria volgt hem op. Zij krijgt af te rekenen met een hele reeks problemen: de Franse koning verovert het hertogdom Bourgondië en bedreigt de Nederlanden. Nederlandse steden en gewesten maken gebruik van de zwakke positie van de hertogin om haar macht in te perken. Zij moet een aantal toegevingen doen. Maria huwt
171E De miDDeleeuweN vaN 900 tot 1450© VAN IN
OPDRACHT 6
Maximiliaan van Habsburg, hertog van Oostenrijk en zoon van de Duitse keizer. Die stuurt troepen om de Nederlanden tegen Frankrijk te beschermen. Maria sterft in 1482 na een val van haar paard. Onze gewesten komen daardoor in handen van de Habsburgers.
Hoe zouden de tijdgenoten in 1467 het beleid van Filips de Goede beoordelen? Laten we ons even voorstellen dat we op de Vrijdagmarkt in Gent staan in juni van dat jaar.
Bron

- Zijn deze uitspraken juist of fout?
Uit: Ons Erfgoed. Gent van toen en nu
Vrijdagmarkt, Gent, 19e eeuw
Juist Fout
a Filips de Goede richt rekenkamers op die de uitgaven van de verschillende gewesten controleren. b Filips de Goede heeft geen belangstelling voor kunst. c Filips de Goede verenigt gewesten zoals Vlaanderen, Holland, Zeeland en Brabant in een statenbond.

d Filips de Goede richt de Staten-Generaal op. Die moet de belastingen die de hertog vraagt, goed- of afkeuren. e Filips de Goede is de broer van Karel de Stoute. © VAN INOPDRACHT 7 Bron De Bourgondische huwelijkspolitiek Uit: Les Grandes Chroniques de France (manuscript Bibliothèque nationale de France), gemaakt tussen 1400 en 1425 in Parijs
De Franse koningen laten hun daden opschrijven en dat verhaal kunnen we lezen in
de ‘Grote kronieken van Frankrijk’. Je ziet het
huwelijk tussen Filips de Stoute en Margaretha van Male. Zij huwen in 1369 in Gent. De ‘P’ op de mantel van Filips de Stoute verwijst naar ‘Philippe’ en de bloemen zijn margrietjes die verwijzen naar Margaretha of ‘Marguerite’.
- Op welke manier proberen de Franse koning en de graaf van Vlaanderen hier hun macht uit te breiden? 172 LES E4 De NeDerlaNDeN
- Welk onbedoeld gevolg had het huwelijk?
TIP Raadpleeg de lestekst.
OPDRACHT 8 - Voeg deze historische redeneerwijze toe op het schema van historisch denken op de uitvouwbare tijdlijn.
Stamboom van de Bourgondische hertogen
Jan II de Goede
koning van Frankrijk 1350-1364 Lodewijk van Male
graaf van Vlaanderen 1346-1384
Karel V (Charles V)
koning van Frankrijk 1364-1380 Filips de Stoute
Hertog van Bourgondië 1363-1404 Margaretha van Male
gravin van Vlaanderen en Artesië, Franche Comté, Nevers en Rethel 1384-1405
Jan Zonder Vrees 1404-1419 Filips de Goede 1419-1467 koopt graafschap Namen (1429) er hertogdommen Brabant en Limburg er graafschappen Henegouwen, Holland en Zeeland (1427-1433) koopt / er hertogdom Luxemburg (1443-1451) Karel de Stoute 1467-1477 verwer hertogdommen Lotharingen en Gelre (1473) Maximiliaan van
Oostenrijk Habsburg
EDe miDDeleeuweN vaN 900 tot 1450 173
Maria van Bourgondië 1477-1482© VAN IN
- Geef een vorstendom dat ze erven.
- Geef een vorstendom dat ze kopen.
OPDRACHT 9
De Bourgondische gewesten
174 LES E4 De NeDerlaNDeN - Waarom wil Karel de Stoute Lotharingen bezitten? TIP Let op de ligging van het gebied. - Waarom zijn zowel de Franse koning als de Duitse keizer niet gelukkig met de groeiende macht van de Bourgondiërs? © VAN IN
- Hij voert een gemeenschappelijke munt in.
- Hij richt de Staten-Generaal op.
OPDRACHT 11
Als de macht van de Bourgondische hertogen groeit, betekent dat dat de macht van de steden en gewesten vermindert. Gent komt in opstand. In 1453 verslaat Filips de Goede het Gentse leger.
Bron
175E De miDDeleeuweN vaN 900 tot 1450 Miniatuur uit de ‘Privilegiën en statuten van Gent’, kort na 1453 , Österreichische Nationalbibliothek, Wenen Het manuscript is gemaakt in opdracht van Filips de Goede. Je ziet op de afbeelding dat de Gentenaren knielen voor Filips de Goede en hem de vaandels (vlaggen) van hun stedelijke ambachten overhandigen. Uit de houding en de kleding van de Gentenaren blijkt dat zij zich onderwerpen. Juist / fout. Geef daarvoor twee argumenten of bewijzen. © VAN IN

Anoniem portret, laatste kwart 15e eeuw, kasteel van Gaasbeek (olieverf op hout, 52 x 32 cm)
Waarom kun je er niet zeker van zijn dat het portret van Maria klopt met de werkelijkheid?

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN
1 de begrippen ‘vertegenwoordiging’,
‘staatsvorming’ en ‘centralisatie’ of
‘centralisatiepolitiek’ uitleggen 2 de begrippen ‘bede’,
‘standenvertegenwoordiging’,
‘Staten’ en ‘Staten-Generaal’ uitleggen 3 de politieke ontwikkeling van
Vlaanderen en Brabant schetsen 4 het ontstaan en de rol van de standenvertegenwoordiging verklaren 5 de rol van de Staten-Generaal in de bestuurlijke organisatie van de
Nederlanden uitleggen 6 de bedoeling van Charles V met het huwelijk van Filips de Stoute en Margaretha van Male uitleggen 7 het onbedoelde gevolg van het huwelijk van Filips de Stoute en Margaretha van Male van
Bourgondië uitleggen
8 drie maatregelen die Filips de
Goede neemt om de Nederlanden te verenigen, toelichten 9 telkens een kenmerk van de politiek van Filips de Goede, Karel de Stoute en Maria van Bourgondië geven 10 het belang van het jaar 1477 voor het Bourgondische Rijk aantonen KUNNEN 1 Vlaanderen, Brabant, Loon en Limburg op een historische kaart situeren 2 de huidige grenzen vergelijken met die van de middeleeuwse vorstendommen 3 informatie uit een stamboom kunnen afleiden Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor. © VAN IN
LES E4 SCHEMA
De Nederlanden
1 Vlaanderen en Brabant worden machtig
• Het gezag van de vorst (leenheer) verzwakt vanaf de 9e eeuw. • Graven en hertogen (leenmannen) in de Nederlanden proberen hun eigen macht uit te breiden. • Belangrijke vorstendommen in de 13e eeuw in het gebied dat nu Vlaanderen is: - de graafschappen • Vlaanderen • Loon - het hertogdom • Brabant • Het graafschap Vlaanderen bestaat uit: - Kroon-Vlaanderen = leen van de Franse koning, - Rijks-Vlaanderen = leen van de Duitse keizer.
2 De standenvertegenwoordigingen beperken de vorstelijke macht
In de 14e eeuw ontwikkelen zich standenvertegenwoordigingen. • vertegenwoordigers van: - geestelijkheid - adel - derde stand / steden
177E De miDDeleeuweN vaN 900 tot 1450 • Zij kunnen de buitengewone belastingen (= beden) van de vorsten goed- of afkeuren. In ruil voor die belastingen krijgen ze toegevingen van de vorst. 3 De Bourgondische hertogen vormen een statenbond Filips de Stoute: wordt hertog van Bourgondië en graaf van Vlaanderen. Filips de Goede verenigt de meeste Nederlandse gewesten. Bourgondische hertogen proberen de macht te centraliseren door: • een gemeenschappelijke munt, • controle op de uitgaven van de verschillende gewesten door de rekenkamers, • oprichting van de Staten-Generaal met vertegenwoordigers van de verschillende gewesten. Andere middelen om de samenhorigheid van de Nederlanden te versterken zijn: • de oprichting van een ridderorde: de Orde van het Gulden Vlies, • huwelijkspolitiek. Karel de Stoute sneuvelt in 1477 en Maria van Bourgondië volgt hem op: • Franse koning verovert Bourgondië. • Nederlandse gewesten willen centrale macht beperken. Maria van Bourgondië huwt met Maximiliaan van Habsburg. De familie van de Habsburgers doet zijn intrede in de Nederlanden. © VAN IN