“Politiek, u hebt een rommeltje gemaakt van het gedoogbeleid”
Wisselende politieke vooruitzichten en een baanbrekend vonnis Bijna acht maanden na het eerste deel vond op 16 oktober in de Tweede Kamer het vervolg plaats van het Algemeen Overleg coffeeshopbeleid. Twee uur voor het debat begon sprak de rechtbank Groningen haar baanbrekende vonnis uit in de zaak tegen 'ideale wiettelers' John en Ines. Maar de donkere wolken boven cannabisland, de 15% THC maximering en de growshopwet, zijn daarmee nog niet verdwenen.
De timing van de Groningse rechtbank had niet beter kunnen zijn. Het vonnis kwam precies op tijd voor het langverwachte Algemeen Overleg van de Kamer met minister Opstelten (VVD) van veiligheid en justitie en staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) van
Paul Depla bij Nieuwsuur
VWS. Kamerlid Magda Berndsen van D66 opende het debat er dan ook mee: “Ik wil beginnen met een baanbrekende uitspraak
legd. Mijn vraag is natuurlijk aan de minister wat dit betekent voor zijn eigen beleid.”
Veel interessanter Zoals gewoonlijk herhaalde Opstelten bij wijze van antwoord vooral zijn favoriete woordcombinaties, afgewisseld met veel eh's: keihard aanpakken, duidelijke lijn, zierotoleruns, helder en zo voort. Veel interessanter was de bijdrage van PvdA staatssecretaris Van Rijn, die eindelijk door lijkt te krijgen waarom coffeeshops bestaan en belangrijk zijn. Van Rijn: “Het is misschien toch ook goed om nog even te zeggen dat dat gedoogbeleid in de jaren '70 is ontstaan waarbij juist de bedoeling was om onderscheid te maken tussen het gebruik van hard drugs zoals heroïne en cocaïne, en cannabis, met minder gezondheidsrisico's. De coffeeshops zijn ook bedoeld geweest, en nog steeds, om te zorgen dat gebruikers van cannabis
Tekst & fotografie: Derrick Bergman / Gonzo media
Cruciaal De positie van Van Rijn is cruciaal; hij kan de veel bekritiseerde THC-maatregel intrekken of op zijn minst uitstellen. Als het aan Opstelten lag, dan was alle cannabis met meer dan 15% THC al naar Lijst I van de Opiumwet verhuisd. Een maatregel met desastreuze consequenties: wie 'te sterke wiet' verkoopt, kweekt of in bezit heeft, kan ineens veel harder worden bestraft. En het fundament van ons drugsbeleid, de scheiding tussen soft en hard drugs, gaat bij het grofvuil. Van Rijn refereerde aan de hoorzitting over de THC-maatregel, tien dagen eerder in de Tweede Kamer. Van de negentien opgeroepen deskundigen maakten er achttien brandhout van het THCplan. Van Rijn, bij het AO coffeeshopbeleid: “Nu is er een hoorzitting geweest, waarin gewezen is op een aantal side effects. Aan de ene kant: hoe handhaafbaar is het geheel? En aan de andere kant: moet je dat gehalte van THC ook niet bekijken tegen het licht van het gehalte van andere stoffen, bijvoorbeeld CBD? Uw Kamer heeft ook gevraagd om een reactie op al die opmerkingen en dat gaan we natuurlijk doen.
Van de negentien opgeroepen deskundigen maakten er achttien brandhout van het THC-plan. die vandaag gedaan is door de rechtbank in Groningen, waarbij twee wiettelers niet worden gestraft. Dat is absoluut baanbrekend en de argumenten hiervoor zijn dat zij veilig en verantwoord hebben geteeld, dat verkoop gedogen ook impliceert dat er teelt moet plaatsvinden. Ze hebben zich keurig aan alle voorwaarden gehouden, er is belasting en elektriciteit betaald. Misschien wel strafbaar, maar er wordt geen straf opge-
22
niet in aanraking komen met hard drugs en er bovendien controle is op jongeren onder de achttien. Ik moet ook zeggen dat dat gewoon werkt. Als je naar de cijfers kijkt, ook in internationaal opzicht, moet je constateren dat het gedoogbeleid er toe heeft geleid dat Nederland niet slecht scoort als het gaat om gezondheidsrisico's die te maken hebben met gebruik van soft drugs. Dat mag ook wel eens gezegd worden.”
Waarbij ik met name niet alleen naar die handhaafbaarheid wil kijken, maar ook naar de gezondheidseffecten.”
Uitstel Concreet betekent dit uitstel van het heilloze plan, dat letterlijk is overgenomen van het vorige kabinet Rutte. Van Rijn kondigde onderzoek aan naar verontreiniging van
