7 minute read

FITIM ISMAILI EN WILLEM ABBRING OVER HET VASTGOEDBELEID VAN NOORDERPOORT

NOORDERPOORT

“ De afgelopen 15 jaar lag de nadruk op afstoten van niet passend vastgoed en ontwikkeling van nieuwe locaties. Er is nu sprake van een kantelpunt naar meer duurzame exploitatie’’

Advertisement

Van oude kastelen tot spiksplinternieuwe gebouwen, van drie klaslokalen in het buurtcentrum tot een sportcentrum met een paar duizend vierkante meter: Noorderpoort heeft een gemêleerde vastgoedportefeuille. Alle gebouwen hebben goed onderhoud en een efficiënte bezetting en benutting nodig. Een behoorlijke puzzel, want elk gebouw heeft andere gebruikers, onderwijsactiviteiten en verduurzamings-mogelijkheden. Aan de ene kant vereist het investeringen waar je twintig tot dertig jaar mee vooruit kunt, aan de andere kant vragen ontwikkelingen in het onderwijs om flexibel met het vastgoed om te gaan. Fitim Ismaili (Directeur Bedrijfsvoering) en Willem Abbring (Adviseur Huisvesting) delen hoe hun vastgoed bijdraagt aan toekomstbestendig onderwijs en een leefbare planeet.

Paviljoenmodel

De scholen van Noorderpoort staan langs de Zuidlijn van Groningen en in de omvangrijkere vestigingsteden in het noorden. Een bewuste keuze, legt Ismaili uit: “In plaats van één grote campus te bouwen, de zogeheten leerfabriek, hebben we voor het paviljoenmodel gekozen. Onze gebouwen staan zo dicht mogelijk bij onze doelgroep, letterlijk en figuurlijk. Studenten moeten in hun vertrouwde omgeving kunnen leren. De hele regio heeft recht op kwalitatief, kleinschalig onderwijs met dito huisvesting en faciliteiten. Het paviljoenmodel past daarom goed bij de missie om de regio te versterken.”

Wat verder opvalt, zijn de bijzondere locaties van sommige scholen. Abbring: “Waar het kan zoeken we de samenwerking met het werkveld op. Zo staat de school Energy & Maritime op de dijk in Delfzijl en staat de school voor Automotive & Logistiek op de autoboulevard, tussen de showrooms van bekende automerken. Elke school heeft dus een locatie en een uitstraling die past bij het werkveld waar de studenten zich op voorbereiden.”

“Onze gebouwen staan zo dicht mogelijk bij onze doelgroep”

Minder vierkante meters, efficiënter gebruik

In 1996 ontstond Noorderpoort uit een samenvoeging van achttien verschillende scholen, inclusief het vastgoed. In totaal goed voor een oppervlakte van 260.000 vierkante meter, veel meer dan strikt noodzakelijk. Dat heeft gevolg voor de vastgoedstrategie: “In de afgelopen decennia lag de nadruk vooral op afstoten en vormgeven van nieuwe strategische locaties. Inmiddels ligt de nadruk meer op duurzame exploitatie,” vertelt Ismaili.

Met succes, want inmiddels is de oppervlakte teruggegaan naar 110.000 vierkante meter. En om de oppervlakte zo goed mogelijk te gebruiken, wordt veel samengewerkt met strategische partners. Een voorbeeld is de Sportparklaan in Stadskanaal. Abbring: “Op deze locatie delen we het pand overdag met Ubbo Emmius en Lefier gebruikt de werkplaatsen terwijl ‘s avonds de lokale sportverenigingen de kantine en kleedkamers gebruiken. Dat is een toonaangevend voorbeeld van hoe je maatschappelijk zo goed mogelijk benut.”

Duurzaam en circulair denken en doen

In het jaar 2035 wil Noorderpoort volledig duurzaam en circulair zijn. Een ambitie waar al jaren aan wordt gewerkt. Ismaili: “Omdat we de gevolgen van de aardbevingsproblematiek letterlijk hebben ondervonden, hebben we in 2017 een convenant getekend, samen met de Gemeente Groningen en veertig andere organisaties. Hierin beloven we onder andere dat we ons vastgoed Co2-neutraal exploiteren en dat we de energiebehoefte hebben geoptimaliseerd en het resterende gebruik volledig uit hernieuwbare bronnen bestaat.”

Noorderpoort heeft daad bij woord gevoegd, Abbring deelt enkele resultaten: “We besparen inmiddels jaarlijks een miljoen kilowattuur energie, 20% van het geheel. Voor gas is de besparing nog groter, namelijk 245.000 kubieke meter gas op 800.000 kubieke meter in totaal. Daarmee lopen we voor op de mbo-brede routekaart, die uitgaat van 2% jaarlijkse besparing.”

Abbring vervolgt: “De eerste gebouwen zijn volledig gasloos, waaronder de Duurswoldlaan in Delfzijl. Bij dit soort renovaties proberen we tevens het klimaat en comfort van het gebouw te verbeteren, zodat er een win-winsituatie ontstaat. Verder hebben we in drie jaar tijd acht gebouwen van zonnepanelen voorzien. Het is daarbij wel belangrijk om duurzaamheid zichtbaar uit te dragen naar onze studenten en omgeving, bijvoorbeeld in de vorm van oplaadbare zonnebloem op het schoolplein, die voorzien is van laadpunten en informatie.”

Daarnaast zet Noorderpoort breed in op circulariteit. Ismaili: “De contracten voor ons interieur zijn volledig circulair, dat zal straks ook voor onze gebouwen gaan gelden. Daarnaast is circulariteit een kwaliteitseis in onze aanbestedingen. Een mooi voorbeeld is de aanbesteding voor koffie. Er rijdt de hele tijd een auto van en naar de gebouwen om de apparaten te onderhouden, de koffie bij te vullen et cetera. Op ons verzoek heeft de koffiepartner een elektrische auto ingezet. Zo hebben we direct invloed op onze omgeving.”

Vastgoeddata centraliseren

Energieverbruik uitlezen, CO 2 meten, bezoekersaantallen tellen: er komt steeds meer data uit de gebouwen. Voor Noorderpoort is het essentieel om die data in kaart te brengen. Abbring: “Duurzaamheid is belangrijk, ook omdat we een voorbeeldfunctie naar de maatschappij vervullen, maar uiteindelijk staat onderwijs bij ons op de eerste plek. We vinden het dan ook belangrijk om onze investeringen te kwantificeren en uit te leggen. Op dit moment werken we aan een managementdashboard waarin de vastgoeddata uit elf verschillende bronnen verzameld en geanalyseerd wordt.”

“Hoe ziet het onderwijs in de toekomst eruit en wat betekent dat voor onze huisvesting?”

Het is een technische opgave die Noorderpoort met beide handen aangrijpt, vertelt Abbring: “Als dit lukt, zijn we een van de eersten in Nederland die zoveel complexe, duurzame informatiebronnen samenbrengen. Daarbij is het wel belangrijk dat we de cijfers duiden. Zo’n grote bak data is leuk, maar het moet wel naar relevante informatie vertaald gaan worden.” Wat Ismaili betreft, gaat het hoe dan ook lukken: “Dat kan niet anders. Als je ziet hoever we al gekomen zijn, heb ik alle vertrouwen in de toekomst.”

Inspelen op ontwikkelingen

Dat er al zulke grote stappen zijn gezet, is aan het strategisch huisvestingsplan te danken. Een scherp beleid dat aansluit bij de organisatiebrede doelen voor 2035. “We zien dominante ontwikkelingen waar we met ons vastgoed op in willen spelen. Een onontkoombare trend is hybride onderwijs, waarbij onderwijs op de werkvloer plaatsvindt. Bijvoorbeeld in een atelier, in een hub of daadwerkelijk op het kantoor of in de fabriek van een organisatie. Tegelijkertijd ontvangen we mensen uit het bedrijfsleven in onze scholen. Om kennis te delen en om gebruik te maken van onze praktijkruimtes.” licht Abbring toe.

Een andere ontwikkeling waar Noorderpoort op inzet, is Leven Lang Ontwikkelen. “De instroom verschuift van het voortgezet onderwijs naar het werkveld. Steeds vaker verwelkomen we studenten van vijfentwintig jaar en ouder. Dat past bij de moderne loopbaan, want welke baan blijft tegenwoordig nog veertig jaar hetzelfde? Elke werknemer zal vroeg of laat nieuwe competenties moeten aanleren of nieuwe talenten willen ontwikkelen. Bij Noorderpoort is iedereen die met een loopbaanvraag zit, welkom. Dat vraagt echter wel iets van ons vastgoed, want misschien wil een oudere doelgroep graag ‘s weekends of ‘s avonds onderwezen worden. Daar moet ons vastgoed en facilitaire dienstverlening dan op ingericht zijn.”

“We besparen jaarlijks een miljoen kilowattuur energie”

Investeren in de toekomst

Om op een goede manier invulling te geven aan alle ontwikkelingen, wil Noorderpoort precies weten wie het vastgoed gaat gebruiken wat hun visie op onderwijs is. Ismaili: “Vooraf gaan we in gesprek met studenten, teamleiders, het bedrijfsleven en stagebedrijven.Tijdens informatiesessies en workshops bespreken we wat iedereen wil en verwacht van de toekomst: van de uitgangspunten van het gebouw tot en met de inrichting. Door dit vooraf in kaart te brengen, zorgen we dat een nieuw gebouw vanaf dag een met plezier wordt gebruikt. Natuurlijk veranderen wensen door de jaren heen, daar houden we rekening mee. Ik zeg altijd: een gebouw is wel in beton gegoten, maar tegelijkertijd hartstikke flexibel.”