4 minute read

René Paas Commissaris van de Koning in Groningen

Thuis in Groningen

Uit onderzoek blijkt dat 85% van deGroningers Groningen ervaart als thuis.En met reden. Wie in Groningen woont,treft het met zijn leefomgeving. De luchtis schoon en zeker ten opzichte van derest van Nederland kunnen Groningersruim, rustig en goedkoop wonen.Sprookjesachtige natuurgebieden, cultureelerfgoed en de levendigheid van de stad: hetis allemaal binnen handbereik.

Advertisement

Nog maar enkele jaren geleden waren de geluiden een stuk somberder. De prognoses voor grote delen van de provincie waren dat ze leeg zouden lopen. Krimpregio’s waren het. Maar de verandering kwam razendsnel. Onder andere de coronapandemie, het thuiswerken en het toerisme in eigen land heeft steeds meer mensen overtuigd dat het goed is om in Groningen te komen wonen. Veel woongenot voor (relatief) weinig geld.

‘Thuis’ is de plek waar we onszelf kunnen zijn, waar we lachen en genieten en waar we onze kinderen groot zien worden. Leefkwaliteit is groter dan ons huis. Het gaat ook over voorzieningen, over werkgelegenheid, over bereikbaarheid en over saamhorigheid. En daarover zijn wel een paar opmerkingen te maken.

De gevolgen van de gaswinning hebben ervoor gezorgd dat voor duizenden gezinnen een huis niet langer een vanzelfsprekende thuishaven is. Achter de schade aan de gebouwen zit psychische en emotionele schade, die minder zichtbaar is, maar zwaar weegt. Als je onzeker bent over de veiligheid van je huis, als je kinderen niet meer zonder zorgen en in veiligheid kunnen opgroeien, dan is dat ernstig. En als dorpen verscheurd raken door de impact van verschillende maatregelen, dan is dat onrecht. Deze duizenden mensen is dat onrecht aangedaan.

Een ‘thuis’ is evenmin vanzelfsprekend voor de mensen die door afschuwelijke redenen hun eigen huis ontvlucht zijn om in

Nederland een nieuw thuis te vinden. Dat was in onze provincie pijnlijk zichtbaar. Het enige aanmeldcentrum van Nederland, Ter Apel, liep over. Dat was een beschamende vertoning die we hadden moeten voorkomen. Ik hoop vurig dat we dat weten te voorkomen, nu er in de komende tijd waarschijnlijk een groter beroep op Nederland wordt gedaan door de dramatische ontwikkelingen in Oekraïne. Een thuis bieden is essentieel, juist als mensen moeten vluchten.

Hierboven schreef ik over wonen voor ‘(relatief) weinig geld’. Dat zal niet iedereen me nazeggen. Ook hier is de woningmarkt krap aan het worden. De prijzen stijgen enorm. En met name starters grijpen vaak mis in hun zoektocht naar een huis. Met name in en rond de stad. Daar speelt ook iets anders. Onze kennisinstellingen zijn van wereldklasse. Daardoor trekken ze jaarlijks duizenden studenten naar de stad. De studentenhuisvesting kan deze instroom echter niet bijbenen. Als gevolg zien we ieder jaar dat, met name buitenlandse, studenten op straat of in tijdelijke opvanglocaties moeten slapen.

Het woningtekort in de provincie lijkt op te lopen tot 10.000 woningen in 2025. Naar verwachting moeten er voor 2035 een miljoen woningen bijgebouwd worden in Nederland. Dat kan alleen als we daarvoor het hele land benutten. Noord-Nederland heeft met de ‘bouwstenen voor het Deltaplan’ een aanbod gedaan dat verstandige ministers en staatssecretarissen met beide handen aangrijpen. In Noord-Nederland is er de ruimte om 220.000 extra woningen te bouwen, waarvan 50.000 in Groningen. Voorwaarde daarvoor is wel dat die woningen worden ontsloten met hoogwaardige verbindingen. Gelukkig staat de Lelylijn al in het regeerakkoord.

‘t Kon minder, zeggen we hier, met veel gevoel voor understatement. Maar het kan ook altijd beter. En we kunnen er samen aan werken om ons ‘thuis’ nog beter en sterker te maken. Gedeputeerde Tjeerd van Dekken gaat daar verderop in dit magazine nader op in. We steken graag de handen uit de mouwen. Want ‘thuis in Groningen’, dat gunnen we meer mensen.

René Paas Commissaris van de Koning in Groningen