tu
Natuurpunt Blankenberge
Broedvogels in de Uitkerkse Polder 2021
Kluut - Geert Declercq
Het gaat al een hele tijd niet goed met de weidevogels: al enkele tientallen jaren dalen de aantallen in heel West-Europa. De oorzaken zijn bekend: het verloren gaan van graslanden en het intensiveren van de landbouw. De laatste 5 à 6 jaar komen daar ook nog eens de gevolgen van de klimaatswijziging bij, vooral dan de langdurige droogteperiodes in het voorjaar en de zomer. Dat zien we ook in de weidevogelreservaten, waarvan de Uitkerkse Polder, wat aantallen betreft, het belangrijkste is in Vlaanderen. In Uitkerke steeg het aantal weidevogels jarenlang in een gelijke trend met de aangroei van het reservaat, maar vanaf 2015 begon er ook daar een continue daling. Extra maatregelen, zoals het plaatsen van zonnepaneelpompen waarmee we het waterpeil konden opstuwen, gaven wel enig effect: een deel van de weidevogels konden naar die plaatsen uitwijken, maar veel te weinig om de achteruitgang te stoppen. In 2020 bleek tot overmaat van ramp dat meer dan de helft van de pompen niet werkte, waardoor we vorig jaar een nieuw dieptepunt bereikten. Afgelopen winter zijn we dan ook gestart met ingrijpende maatregelen. Meerdere grote sloten waaruit de pompen water trekken, werden uitgediept. Nadat minister Démir in december een vernattingsproject goedkeurde, konden we nog voor het
“Afgelopen winter zijn we gestart met ingrijpende maatregelen.” broedseizoen versnelde onderhoudswerken uitvoeren. Alle 17 zonnepaneelpompen werden grondig nagezien en op punt gesteld. Ook de natuur stak een handje toe, door voor het eerst in jaren te zorgen voor wat meer neerslag. Een negatief element was
dan weer dat de maand mei zeer koud bleef, waardoor veel vogels wachtten met broeden en er wellicht veel jongen omkwamen bij diegene die er wel vroeg aan begonnen. Het eindresultaat was niettemin positief, althans voor de waadvogels. Alle soorten stegen in aantal: grutto van 127 naar 130, kievit van 189 naar 220, tureluur van 89 naar 93, scholekster van 33 naar 49, kluut van 38 naar 66. Bovendien broedden er ook weer 2 steltkluten. Die aantallen zijn nog klein in vergelijking met vroegere topjaren, maar in elk geval werd de achteruitgang gestopt en omgebogen naar winst. Het was ook positief dat er, ondanks het verlate broedseizoen, uiteindelijk ook veel jongen opgroeiden. Tot daar het goede nieuws. Bij de eenden namen de aantallen wél verder af en zelfs in sterke mate: wilde eend van 217 naar 202,
De Spille 2021-4
29