4 minute read

REPORTAGE: Muzo in

Wie is Caresse Degens?

• co-teacher in de eerstegraadsklas • staat tien jaar voor de klas

Wie is Raïsa Fory?

• co-teacher in de eerstegraadsklas • staat vijftien jaar voor de klas

Muzo in het Engels of het Frans

Tekst Bart De Wilde Beeld Katoo Peeters

GO! Next Daltonschool De Talentuin in Lummen zet sterk in op taalinitiatie en droomt van CLIL. Co-teachers Raïsa en Caresse staan in de eerstegraadsklas: “Het plezier van dans en beeld straalt positief af op het Frans en het Engels.”

Raïsa: “Roepen we ‘On va chanter’ bij de start van een les muzische vorming, dan kijkt geen kind in onze klas daarvan op. Tijdens beeld smokkelen we zo veel mogelijk Franse termen de les binnen, tijdens dans en beweging kiezen we voor Engels. Het creatieve vak leent zich perfect voor vroeg vreemdetalenonderwijs. De meeste kinderen knutselen graag en zingen luidkeels. Dat plezier straalt af op de vreemde talen die ze gebruiken.”

Caresse: “Taalinitiatie is niet hetzelfde als CLIL. We vallen vaak terug op het Nederlands, tijdens instructies of voor wat extra uitleg. Wat we nog doen: veelgebruikte woorden geregeld in Frans of Engels aanbieden. Kinderen zijn sponsen: wat ze vaak horen, blijft snel hangen. Routines zijn daarvoor cadeaus. Lesdagen zitten er vol van. Het kringgesprek bijvoorbeeld: welke dag zijn we vandaag? Hoe zeggen we dat in het Frans? En weet je nog in welk seizoen we zitten? Samen ontdekken we voortdurend nieuwe taalkansen. Zelfs aan de opbergkasten hangen intussen labels die in drie talen duidelijk maken wat erin zit.”

Raïsa: “We lezen ook voor in andere talen. Kinderboeken zoals de hazen die tot de maan en terug van elkaar houden. Of sprookjes als Roodkapje. Onze zesjarigen kennen die verhalen in het Nederlands en kunnen de grote lijnen volgen in een andere taal. Bovendien horen ze een verhaal lang verschillende klanken, ontdekken ze nieuwe woorden. Dat doen ze ook als Stromae door de boxen knalt tijdens de speeltijd.”

VERTAALPROGRAMMA’S

Raïsa: “Vaker Frans en Engels praten, en dan nog eens in ons eerste jaar co-teaching, het vraagt ook van ons extra spreekdurf en voorbereiding. Maar wij groeien snel. De talen verdelen volgens onze voorkeur – ik Frans, Caresse Engels – was nooit een optie. Dat we beide talen samen aanpakken is het sterkste signaal naar onze leerlingen.”

Caresse: “Online vertaalprogramma’s staan sinds dit schooljaar wat vaker open tijdens onze lesvoorbereidingen. En in de klas: ken je een woord niet, dan kan je het opzoeken of bij elkaar checken. Gaan we toch even in de fout, dan komt de oplossing soms van de tweetalige leerlingen. Recent kwam ik niet meteen op épinard. Toverde een kind dat woord uit haar hoed. Stralen natuurlijk: ik kon mijn juf helpen.”

Raïsa: “Niet elke leerling hoort thuis twee of meer talen. Kijken enkele kinderen liever toe hoe klasgenoten wel al het gedicht voordragen of willen ze nog wat extra hulp van een van de juffen? Geen probleem. Voelen ze zich plots wel klaar? Gaan! Niets moet meteen en we rapporteren met stempels of een commentaar als ‘Well done, je kent nu alle dagen in het Engels.’”

PROEVEN VAN DE TOEKOMST

Caresse: “Dit schooljaar stapten we mee in een proefproject van de UCLL en snuffelden een keertje aan echte CLIL. We werkten het thema paddenstoel helemaal in het Frans uit. Trokken ons schoolbos in, leerden de onderdelen van de champignon, beschreven vormen en kleuren.”

Raïsa: “We dromen ervan om lessen volledig in het Frans of het Engels te geven, zoals in het secundair waar maximaal twintig procent van de niet-taalvakken in CLIL mag. Thema’s genoeg die daarvoor in aanmerking komen: de herfst, de beroepen, de familie. Maar ook de uurtjes L.O. kunnen in de taal van The Beatles. En waarom niet: wiskunde? Met een duidelijke leerlijn en veel herhaling kan dat lukken: van individuele woorden Frans en Engels bij kleuters naar mooie zinnen in het vijfde en zesde leerjaar.”

VOETEN IN HET VERLEDEN

Raïsa: “Negen jaar geleden sloegen we bewust een nieuwe richting in: een Dalton-project met de glasheldere naam De Talentuin. Extra aandacht voor Engels en Frans gaat niet ten koste van het Nederlands – onze moedertaal op hoog niveau aanbieden blijft het allerbelangrijkste – en zet je later zoveel verder. Dat idee delen we met de ouders die de weg naar onze school vinden.”

Caresse: “We hebben geleerd dat we onze ouders voortdurend moeten meenemen in ons verhaal. Tonen wat we allemaal doen met de vreemde talen. Een gedicht voor Vaderdag in het Engels vindt z’n weg naar alle huiskamers, een opname van een Frans lied verschijnt via Facebook op de smartphones. Zo maken we onze beloftes zichtbaar en beantwoorden we aan elkaars verwachtingen.”

Raïsa: “Perfect spreken en schrijven zal niet lukken na het zesde leerjaar. Met een mooie rugzak én een grotere portie spreekdurf aan het secundair beginnen, wel. Tieners zien schakelen tussen talen, hoe mooi is dat. Daar gaat het om: vreemde talen moeten vertrouwd voelen.”

This article is from: