19 minute read

DOSSIER: Teamzorg

Van zelf- naar teamzorg

Tekst Cherline De Maeght, Bart De Wilde & Simon Verbist Illustraties Trui Chielens Beeld Katoo Peeters Dirigent van je eigen welbevinden? Of raken we vooral bij elkaar de juiste snaren? Experten Ralf Caers en Lisa Verhelst over de kansen in teamzorg, twee scholen over hun leidmotief en accenten.

Wie is Ralf Caers?

• professor Human Resource

Management aan de KU Leuven • expert in werkbaar werk

“Leraren zijn sterke gieters, maar ook die hebben water nodig”

Ons mentale welzijn kwam hoog op de prioriteitenlijst tijdens corona. Zelfzorg was daarbij het toverwoord. En toch: onderwijs maak je samen. Tijd om elkaar opnieuw in de ogen te kijken? Hr-professor Ralf Caers en procesbegeleider Lisa Verhelst vertellen welke winst je op school met teamzorg boekt. Ralf, je onderzocht vorig jaar het welbevinden in schoolteams. Wat valt op?

Ralf Caers: “De resultaten zijn vrij alarmerend. Enkele cijfers: zeventig procent van het onderwijspersoneel geeft aan dat de werkdruk te hoog is. De meerderheid vindt ook dat de taken op school niet correct verdeeld worden. Bijna dertig procent loopt zelfs een reëel risico op een burn-out.”

“Een positief punt uit de studie: driekwart van het onderwijspersoneel is blij met hun collega’s, met het team. Om gemotiveerd aan het werk te blijven, hebben mensen nood aan drie psychologische basisbehoeften: autonomie, competentie en verbondenheid. De coronacrisis stelde die verbondenheid op de proef. Want hoe onderhoud je relaties als thuiswerk de norm is of de lerarenkamer op slot gaat? Sommige teams maakten tijd voor digitale koffiepauzes om zich beter te wapenen tegen isolement of burn-out.”

‘Doe aan zelfzorg’, krijg je als leraar vaak te horen. Zeker de laatste twee jaar. Maar redden ze het daarmee?

Lisa Verhelst: “Volgens mij niet. Je moet zeker voldoende vaak je blik naar binnen richten en stilstaan bij je eigen functioneren. Wat geeft mij stress en hoe reageer ik daarop? Maar ook: wat geeft me energie en hoe kom ik tot rust? Zelfzorg klinkt individualistisch, maar staat altijd in verhouding tot een ander. Je waakt over jezelf om op lange termijn een betere leraar, collega of ouder te zijn. Zelfzorg is dus teamzorg, en omgekeerd.”

Wie is Lisa Verhelst?

• procesbegeleider bij Dagelijks Leren • gaf als co-teacher les in Brussel,

B-stroom • stress- en burn-outcoach

“Net daarom hebben onderwijsbeesten ook de verantwoordelijkheid om stresssignalen bij elkaar op te merken. Als een collega tegen een muur botst, hoor je soms ‘Dat zagen we al lang aankomen.’ We detecteren gedragsveranderingen makkelijker bij elkaar dan bij onszelf. Wegkijken en zwijgen, is dan zo jammer. Durf elkaar aan te spreken. ‘Ik merk dat je je vaker terugtrekt in je lokaal, is er een reden waarom je de lerarenkamer mijdt?’ Zoiets benoemen, kan preventief werken. Leraren zijn ontzettend gemotiveerd. Zelf een versnelling terugschakelen lukt vaak niet. Maar als een collega vertelt ‘Je doet zoveel, het mag écht wat minder’, accepteer je dat misschien wel.”

Iedereen ervaart wel eens stress. Wanneer komen leraren echt in de gevarenzone?

Lisa: “Stress is deel van de job. Het is een uniek doorzettingshormoon waardoor je een hele dag zonder pauze toetsen kan verbeteren omdat de punten morgen online moeten. Of die hoofdpijn niet meer voelt als je de klas binnenstapt. Maar stress wordt problematisch wanneer je geen rustmomenten meer vindt. Een collega of directeur die je dan een spiegel voorhoudt en je grenzen helpt te bewaken met tijdelijke of structurele adempauzes, is goud waard. ‘Skip die personeelsvergadering en laat die lesvoorbereiding voor een keer links liggen. Ga morgen met je klas wandelen. Of sluit een keer aan bij een parallelcollega, waarom niet?’”

Ralf: “Voor anderen zorgen, die refl ex zit bij onderwijsmensen ingebakken. Wanneer een tiener bij rood licht oversteekt, wijkt hun arm spontaan uit om die tegen te houden. Een mooie eigenschap, maar door die geïntegreerde regulatie kunnen veel leraren de knop moeilijk omdraaien. Hetzelfde met een kleuterjuf die op vakantie in de supermarkt spontaan naar knutselmateriaal grijpt. De zorg die ze vandaag verleent, hypothekeert eigenlijk die van de toekomst. Als je nooit leert loslaten, stijgt het risico dat je straks uitvalt en maandenlang voor niemand meer kan zorgen.”

“Bijna twee derde van de leraren worstelt met die balans tussen werk en privé. Ze piekeren en slapen te weinig, werken het hele weekend voor school. De batterijen even opladen, lukt vaak niet. Transitiemomenten inlassen is cruciaal. Zing mee met de autoradio of doe wat ademhalingsoefeningen voor je thuis binnenstapt. En waarom niet in team? Een stiltemoment of een balletje trappen na het laatste lesuur op donderdag?”

Lisa: “Onderwijs is weinig fl exibel. Wanneer je een nacht niet geslapen hebt omdat je kind ziek was, is het geen optie om de volgende dag wat later met je les te beginnen. Sommige scholen proberen werk- en

“Zelfzorg klinkt individualistisch, maar staat altijd in verhouding tot een ander”

Lisa Verhelst

privétijd meer te scheiden. Daar is de regel: hier werk je elke dag van negen tot vijf, ook op woensdag. Maar in die tijd heb je wel alles klaar: voorbereidingen, verbeteringen, overleg en oudergesprekken. Leraren weten daar duidelijk waar ze voor kiezen. Opvallend: scholen met zo’n uitgesproken visie ervaren vaak geen lerarentekort en -uitval.”

Welke kenmerken delen sterke teams met elkaar?

Lisa: “Wanneer ik tijdens begeleidingssessies aan leraren vraag waarom ze een hecht team zijn, krijg ik uiteenlopende antwoorden. De ene groep verwijst naar het cafémoment op vrijdagavond. De andere naar de memorabele teambuildings. Allemaal waardevolle acties, maar teamzorg is veel meer. Het is samen waken over het welzijn van alle teamleden, binnen de schooluren. Inzetten op heldere communicatie, efficiënte samenwerkingen en een veilige sfeer zijn belangrijke voorwaarden.”

“Als je als school in teamzorg wil groeien, moet je eerst in eigen hart durven kijken. Waarom valt ons personeel uit? Staan hier te veel muren waar mensen tegenaan botsen? Zijn er te weinig snelheidsdrempels onderweg? Leraren worstelen bijvoorbeeld met planlast. Een focusgroep of bevraging kan tendensen blootleggen. Op welke momenten draait de papiermolen overuren? Welke administratieve taken vinden ze niet zinvol? Kunnen we papierwerk anders verdelen?”

Ralf: “Uit internationaal onderzoek blijkt dat teams die fouten mogen maken beter functioneren. Dat klinkt paradoxaal. Maar in die teams heerst psychologische veiligheid. Wanneer je weet dat fouten niet tegen jou gebruikt worden, stel je je sneller open op je werkplek. En als je problemen bij de kiem uitspreekt, worden ze ook sneller aangepakt.”

Lisa: “Als je in de lerarenkamer toegeeft dat een les uit de hand liep maar later hoort ‘Die kan het precies niet aan’, zal je je niet meer kwetsbaar opstellen. Terwijl iedereen wel eens een mindere les heeft en dat net een waardevol moment is om tips uit te wisselen. Openheid en constructieve feedback doen teams groeien. Feedback is niet een bommetje gooien en dan weglopen. Wel samenzitten met je collega’s en uitzoeken hoe je de bom ontmantelt voordat die in een of ander kamp ontploft.”

Ralf: “Zo’n veilige setting valt niet uit de hemel. Die start met een heldere visie, een sterke cultuur met duidelijke afspraken en rollen. Een school kan aangeven open en veilig te zijn. Of dat ze de balans tussen werk en privé bewaakt. Maar die waarden moet je wel concreet maken. Op deze school roddelen we niet, bijvoorbeeld. Of: we droppen geen professionele info of vragen in de Whatsapp-groep van de school. En na 21 uur mailen we elkaar niet meer. Als iets dringend is, bellen we. Zo kom je tot afspraken die je team herkent, waar het zich goed bij voelt en die het mee helpt uitdragen.”

Trekken scholen met een duidelijke visie sterkere leraren aan?

Ralf: “Daar ben ik van overtuigd. In de bedrijfswereld spreken we van een ‘persoon-organisatie-fit’. Wanneer jouw waarden en normen perfect aansluiten bij die van je school, zal je je school liever zien, betere prestaties leveren én minder geneigd zijn om op te stappen. Wat de perfecte school voor de ene is, is dat niet voor de andere. Als haai is het fijn om in een haaienbedrijf te werken. Maar als je een dolfijn bent, word je daar opgegeten. Vertaald naar onderwijs: pak jij lesgeven graag vrij klassiek aan of ga je liever voor iets innovatiever, dan land je het best in een team dat jouw visie uitademt.”

Hebben scholen momenteel de luxe om voor de perfecte match te kiezen?

Lisa: “Het lerarentekort maakt dat moeilijk. Scholen zijn vaak al blij wanneer iemand zich aanbiedt om de gaten dicht te rijden. Maar als ze schreeuwen ‘Kom maar bij ons werken, wie je bent maakt niets uit’, voelt iemand zich dan nog aangetrokken tot de job van leraar?”

“Om conflicten op lange termijn te voorkomen, is het belangrijk dat nieuwe leraren passen binnen de school. Kritisch sollicitanten screenen en goede aanvangsbegeleiding maken snel duidelijk of de match erin zit. Laat starters co-teachen met ervaren collega’s. Neem als vakgroep wat administratie over. Of laat een aanvangsbegeleider ze structureel opvolgen.”

Is het aan de directeur om een duurzaam beleid rond teamzorg uit te denken?

Ralf: “Teamzorg past binnen de ruime vijver van hr met daarin ook professionalisering, evaluatie, aanwerving, startersbegeleiding … Niet elke directeur kreeg voldoende hr-training. Ze daarin ondersteunen met vorming is een belangrijke eerste stap. Ze stimuleren om leiding te delen, een tweede. Laat een werkgroep nadenken over het zorg-DNA van de school. Of leid collega’s op tot veerkrachtcoaches of ambassadeurs. Zo doe je aan collaboratieve jobcrafting. Een voorwaarde is wel dat je je team goed kent. En tijd, energie en middelen vrijmaakt.”

Lisa: “Gedeeld leiderschap kruidt een team. Een collega timmert graag mee aan het pedagogische project, iemand anders geeft het feestcomité nieuwe zuurstof. Talenten uit je team inzetten om leiderschap te delen: daar liggen veel groeikansen.”

Ralf: “Een valkuil voor leidinggevenden is wel dat ze vaak dezelfde mensen onder- of overbevragen. Hoe hou je dat in balans? Zet alle op te nemen extra’s zoals toezichten, werkgroepen en studies op punten. Vraag je teamleden daarna om

“Wanneer fouten niet tegen jou gebruikt worden, stel je je sneller open”

Ralf Caers

taken op te nemen voor twintig punten. Iedereen zal selecteren op talenten. De opdrachten die niemand spontaan grijpt, kan je per opbod zwaarder laten doorwegen.”

Hoe maak je van een team meer dan de som van individuele spelers?

Lisa: “De kerntaak van leraren is lesgeven. En dat gebeurt nog te vaak achter gesloten deuren. Teamteaching creëert automatisch verbinding. Professionele leergemeenschappen, klasbezoeken en intervisie doen dat ook. Je eiland verlaten voelt eerst onwennig, maar met de reddingsboeien van je collega’s kan je nieuwe horizonten verkennen en jezelf overstijgen.”

“Vergelijk het met de Rode Duivels. Deze generatie is meer dan een groep getalenteerde individuen. Hoe komt dat? Ze hebben een coach die hen uitdaagt en vertrouwen uitspreekt, ze kennen en benutten elkaars sterktes, willen hun shirt nat maken voor elkaar, vieren successen, vangen elkaar op in de kleedkamer en spelen ballen slim door omdat ze voelen dat ze samen tot iets groots in staat zijn. Eigenlijk moeten ook schoolteams op die manier draaien.”

Spreken we voldoende waardering naar elkaar uit op school?

Ralf: “Leraren stappen in onderwijs omdat ze een passie voor hun vak hebben of graag met jonge mensen werken. Dat zijn intrinsieke vormen van motivatie, en die zijn heel sterk. Waardering werkt omgekeerd: daarvoor maak je je afhankelijk van anderen. Een cadeautje van een leerling, een dankjewel van ouders of een pluim van de directeur. Niets mis mee, tenzij die appreciatie je drijfveer wordt. Dan leg je je mentale balans in andermans handen.”

“Voor directeurs is het bijna onmogelijk om voortdurend pluimen uit de delen. Ze benoemen dat het best van meet af aan ‘Geef elkaar schouderklopjes, want ik zie lang niet alles. Maar als je uitzonderlijke dingen doet, zoals onderzoek over feedback doornemen en die kennis verspreiden onder collega’s, dan zal ik dat zeker opmerken én zeggen. Niet alleen tegen jou, maar tegen het hele team in de lerarenkamer.’”

Lisa: “Je doet het niet voor de zeventien koffiemokken met ‘beste leraar’ eind juni of voor die algemene ‘goed bezig’ van de directeur. Maar als je invalt voor een zieke collega of een schoolreis trekt, is het wel fijn dat iemand dat ziet. Talenten zijn vaak blinde vlekken voor wie ze bezit: zelf staat een leraar er misschien niet bij stil dat die een organisatorische uitblinker is, bovengemiddeld goed is in ICT of in leerlingen motiveren. Wanneer je die talenten benoemt en bekrachtigt, kan je ze in de toekomst makkelijker in de schoolwerking trekken.”

“Ik vergelijk leraren soms met gieters. Gieters doen bloemen groeien met alles wat ze in zich hebben, maar ze moeten zelf ook bijgetankt worden, anders raken ze leeg. Leraren zijn dagelijks in de weer voor hun leerlingen. Maar om te kunnen blijven zorgen, hebben ze zelf ook H2O nodig. Dat water kunnen collega’s voor elkaar zijn.”

“Teamzorg is zoveel meer dan een jaarlijkse teambuilding”

Zorgen voor elkaar? Dat lukt in BS Sint-Martinus door elke stem te horen en open gesprekken te houden over werkdruk, ruis en talenten. Maar ook met een pintje in het gras, humor en een watjesweek.

Peter: “Ons leerlingenaantal blijft stijgen, onze infrastructuur veroudert. Geen makkelijke combi. Omdat het klachten bleef druppelen over de werkdruk, wilde ik achterhalen hoe het welzijn omhoog kon met vragen als ‘wat zou je graag schrappen uit je werkrooster’ en ‘hoe ervaar je de collegialiteit op school en mijn rol als directeur’? Dat het team het hevige tempo van vernieuwingen lastig vindt en zich gecontroleerd voelt, was wel even slikken.”

“Leraren lieten weten dat ze het oké vinden dat ik binnenspring in hun klas. Maar de laptop waarop ik verslag tik, is een enorme stressgever. ‘Waarom doe je niet gewoon mee’, stelde een collega voor. Daarom blijft mijn computer nu in mijn bureau wanneer ik een klas binnenstap om mee te spelen en leren. Het team voelt zich goed bij die switch. En ik ook.”

RUIS VERSUS ESSENTIE

Evelyn: “In een volgende stap benoemde het team ruis en essentie. De hulp van onderwijsconsulent

Wie is Peter Droeshout?

• zeventien jaar directeur in BS Sint-

Martinus in Sint-Jans-Molenbeek • daarvóór leraar lager onderwijs

Wie is Evelyn Jacquemyns?

• studeerde af als kleuteronderwijzer • na een vervanging in het lager blijven plakken in het eerste leerjaar

Steffi e De Baerdemaeker was welkom. Werkdruk ervaren we allemaal. Maar de vraag is: hoe kunnen we er anders en beter mee omgaan zodat elke leraar zo dicht mogelijk bij de klaspraktijk kan blijven? Die nood voelen we allemaal. Wat moet en wat moet niet (meer)?”

Peter: “De ellenlange maandelijkse personeelsvergadering over fi nanciën, gebouwenbeheer en bijscholingen vreet energie en versterkt leraren niet in hun professionaliteit. Daar stappen we van af. Interessante info mail en tag ik met ‘ter info’, ‘belangrijk’ of ‘dringend’. Dat systeem neemt druk van de collega’s weg om voortdurend hun mailbox te checken.”

Evelyn: “De middagpauze van anderhalf uur vonden veel collega’s te lang. Bovendien werd die vaak opgeslorpt door middagbewaking. We beslisten samen om de pauze een half uur in te korten en de bewaking uit te besteden aan een externe dienst. Nu is er meer tijd om elkaar te ontmoeten.”

IEDEREEN KIEST

Peter: “De personeelsvergadering vervingen we door zelfsturende teams. Elke collega sluit volgens zijn talenten, expertise en interesse aan bij een vijftal thema’s als taalbeleid, leersteundecreet of ouderbetrokkenheid. De verantwoordelijke koppelt terug naar mij. Maar het is de groep die beslissingen neemt. Hoe en wanneer onze school het infomoment begin september organiseert? Dat kiest de 1 september-groep.”

Evelyn: “Met het groepje welzijn waken we over het energiepeil van de ploeg. In onze handen liggen het kerstfeestje, de teambuilding en de watjesweek waarin een ‘geheime’ collega je verwent. Op het eind van de week raad je wie jouw ‘watje’ was. We beheren ook een anonieme mailbox voor gevoelige kwesties. En overprikkelde of vermoeide collega’s vragen we hoe het gaat. Iemand die opeens abnormaal vaak te laat komt, heeft geen preek nodig, wel een ‘Alles oké? Kunnen we iets voor je doen?’ Met een collega die er de kantjes bleef vanaf lopen, gingen we in gesprek. Oog hebben voor elkaar en kort op de bal spelen, voorkomen uitval en burn-outs. Dat merken en voelen we hier.”

OPEN MET CIRKELS

Peter: “Soms vraagt een groep input van het hele team. Zoals toen de collega’s van welzijn een bevraging verspreidde over wat ons opnieuw meer één team maakt. Door de coronaregels en minder live contact raakten we opgesplist in subgroepen. Nu komen we één keer per week op een vaste dag ’s middags samen om te lunchen. Gezellig én haalbaar. En het meest geruststellende inzicht was: die groepjes zijn geen kliekjes.”

“Als we het hele team willen horen, gebruiken we deep democracy. Via een actieve werkvorm met cirkels kan iedereen vrijuit spreken. Ook de uiterste visies horen we. Van daaruit gaan we op zoek naar wat kan of moet veranderen om elkaar in het midden te vinden. Een beleid dat iedereen wil uitdragen, niet alleen de directeur, is ons doel. Recent werkten we rond Frans spreken op school en ouderbetrokkenheid. De conclusies noteert de groep in een verslag, liefst niet langer dan een A4.”

“Dankzij goede teamzorg kunnen leraren zich echt toeleggen op hun klas”

Peter, directeur

GRATIS EXTRA TIJD

Evelyn: “Onze directeur maakt ons klasvrij om tijd te investeren in de thema’s waarvoor we ons engageren. Niet al het werk zit vóór, tussen of na de lesuren gesandwicht. Om de nieuwe leerlijn voor weo uit te tekenen, organiseerde Peter een sportnamiddag voor de leerlingen zodat de collega’s vrij hadden om toekomstplannen uit te werken. Ook de collega die de startende leraren coacht, is daarvoor drie uur vrij geroosterd.”

Peter: “Open communicatie en eerlijke feedback zijn ons handelsmerk. Bij voorkeur ben je hier een groepsdier. Het helpt wanneer je team een gemeenschappelijk DNA heeft. Maar we weten: niet iedereen wil of kan dat. Dus ja, leraren die niet in onze teamspirit passen, verhuizen van school. Zonder match met de school hou je het gewoon niet vol. Gelukkig heeft elke school haar eigen smoel; wie hier vastloopt, vindt beslist andere potjes waar hun dekseltje beter op past.”

“Leraren geven hier kleur aan hun voorkeur”

Opdrachten verdelen: twistappel of teamzorg? In Sint-Lutgardis legt het team het lessenrooster zelf. “Iedereen weet: als we kruimels uitdelen aan de starters, schieten we onszelf in de voet.”

Sabine: “Teamzorg, dan denk je snel aan samen op café na de uren. Maar wij zien een crucialer steentje: een goede opdrachten verdeling. Dat is een boost voor het welbevinden en de motivatie van elke leraar. En dat straalt af op je hele team. Ik kan die puzzel in mijn eentje leggen. Maar dat strookt niet met onze visie waarin inspraak centraal staat. Daarom krijgt iedereen in maart al de kans om aan te geven naar welke vakken, jaren en klassen hun hart gaat.”

Anneke: “Vorig jaar hingen we grote papieren aan de ramen. Elke collega kreeg een set stickers: geef kleur aan je voorkeur. Een zalige dynamiek. Maar er bleef een beetje twijfel hangen: houden starters zich in als een ervaren collega hun favoriete opdracht markeert? Dit jaar testen we een andere methodiek. Iedereen noteert individueel hun voorkeuren, lesvrije momenten en dromen voor later op een document.”

Sabine: “Al die reacties breng ik samen tot een ontwerp. Daarna werkt een groep vrijwilligers – vorig jaar waren we na een open oproep met z’n achten – naar een eindversie. We zoeken oplossingen voor dubbele boekingen en gaten: wie past daar het best? Door het denkproces open te gooien, houdt iedereen van bij de start rekening met elkaars draagkracht en talenten.”

“We willen absoluut vermijden dat leraren opdrachten krijgen waarvoor ze zich niet bekwaam voelen. En het kan niet de bedoeling zijn dat ervaren leraren eerst hun bord vullen en starters de restjes krijgen. Teamzorg is ook zelfzorg: als je jonge leraren opzadelt met de lastigste klassen, krijg je dat als een boemerang terug. Je duwt starters naar de uitgang. Ervaren leraren moeten dan meer klassen en studies verdelen over minder schouders.”

AANBIEDING: PITTIGE KLASSEN

Anneke: “Blijven de lastigste klassen niet liggen? Bijna nooit. In ons team zitten leraren die graag extra aandacht geven aan wie het moeilijk heeft én leraren die kicken op lesgeven aan toppers. En de ene collega verkiest pittige klassen, de andere rustige. Idem voor routine en uitdaging. Ik geef al jaren wiskunde, maar voor volgend jaar vraag ik wat uren fysica. Toen ik het vak in mijn startjaar gaf, liep het niet geweldig. Tijd voor een herkansing.”

Sabine: “Natuurlijk moeten we soms ingrijpen. In gesprek gaan met een leraar die allemaal parallellessen aanduidt, vertellen hoe waardevol een directe collega is om samen te werken. Soms geef ik leraren een duwtje. ‘Ik zag je zo meeslepend vertellen tijdens je les wetenschappen. Wat denk je van enkele uren geschiedenis, je andere oude liefde?’ Maar wat ik nog het meest moet doen: leraren temperen. ‘Zoveel nieuwe klassen, dat doe je beter niet.’”

Wie is Sabine Verheyden?

• acht jaar directeur in het

Sint-Lutgardiscollege in

Oudergem • startte in onderwijs als leraar wiskunde

Wie is Anneke Vanhout?

• geeft vijftien jaar wiskunde • werkt deeltijds als coördinator

“Samen lesopdrachten leggen, zet een proces van kennisdelen en overleg in gang”

Anneke, leraar wiskunde

EEN SMS DIE GEEN ANTWOORD VERWACHT

Sabine: “Vóór de vakantie moet het lessenrooster klaar zijn. Geen zomerzorgen, geen extra gedoe in september. Als een leraar in augustus zijn ontslag geeft, moeten we plots aanpassen. Maar zelfs dan proberen we vast te houden aan de lesvrije momenten uit de eerste puzzel. Vaak hebben leraren hun hele gezinsorganisatie daarop afgestemd.”

“We beseffen: een kleine aso-school met een veertigtal leraren heeft makkelijk praten. Onze tso- of bso-buren kunnen hun leerlingenaantal moeilijk voorspellen en moeten midden september soms extra klassen maken. Maar ook daar kan de opdrachtenverdeling deels participatief. Je kan de vakgroep autonomie geven. Of leraren per graad een startplan laten uitwerken.”

Anneke: “Samen lesopdrachten leggen, zet een proces van kennisdelen en overleg in gang. Maar onze teamzorg stopt daar niet. Die zit overal in onze open cultuur van elkaar waarderen, aanspreken en corrigeren. Als iemand het moeilijk heeft, registreert een collega die signalen vaak sneller dan de leraar zelf. Dan trekken ze samen op wandelgesprek. En als een collega toch uitvalt, sturen we sms’en die geen antwoord verwachten maar de deur wel openhouden. Dan voelt terugkomen in de lerarenkamer niet als een reusachtige drempel waar je over moet.”

TEAMZORG BLIJFT TOPPRIORITEIT

Sabine: “Weten dat je team niemand loslaat, is voor een directeur goud waard. Ook ik sta er nooit alleen voor. Toen ik tijdens corona een selfie postte met een kop koffie, kreeg ik wat later een collage van mijn collega’s in dezelfde pose en een zelfgeschreven lied ‘Allemaal samen’. Ontroerend mooi.”

“Allemaal samen, betekent niet dat je de allerbeste vrienden moet zijn. Verschil is nét waardevol, maar iedereen moet wel achter onze cultuur van collegialiteit, inspraak en samenwerken staan. Vroeger voelde een leraar die niet aardde aan als een persoonlijk falen. Nu sprak ik mijn master wiskunde zelf aan: voel je je hier wel thuis? Hij vertrok. Ik troost me met de vaststelling dat we bij de minderheid van de Brusselse scholen zitten die een volledig team heeft. Maar we rekenen ons niet rijk. Als je van teamzorg geen blijvende prioriteit maakt, val je beetje bij beetje als los zand uiteen.”

This article is from: