Klasse Magazine
Reportage
Tijd voor een tussendeurtje Tekst Sara Frederix Beeld Jens Mollenvanger
Juf Lente van het derde leerjaar in Leefschool De Dageraad deelt met haar collega van het vierde een ‘tussenklas’. Letterlijk een extra lokaal tussen hun beide klassen, waar leer lingen die sneller klaar zijn en de zorgleraar ongestoord aan de slag kunnen.
te nemen en er geen zottekeskot van te maken. Ook leerlingen die zelden of nooit sneller klaar zijn, krijgen af en toe talentopdrachten. Ik vermeld er niets over op het rapport, maar evalueer met enkele gerichte vragen. Waarom koos je dit talent? Wat lukte wel of niet? Welk talent kies je volgende keer?”
“Yes, ik mag een knikkerbaan bouwen!” Arvi, Tuur en Louis grabbelen een bouwopdracht uit de schuif en laten hun knikkers over schansen en door drakenmonden rollen. Selina stormt binnen nadat zij ook al klaar is met haar rekensommen en kiest een opdracht uit de lade ‘durf- en wileiland’: maak een ideeëndoos. Ze gaat voor een huis met een grote, gekleurde brievenbus. Zorgleraar Joëlle sijpelt binnen met enkele leerlingen voor wat extra herhaling en maant iedereen aan tot een béétje rust.
LEERLINGEN HELPEN ELKAAR “De leerlingen van het derde en vierde leerjaar gebruiken samen de tussenklas. Ze kennen het principe al van de kleuterschool en zijn het dus gewoon om elkaar te helpen en samen te werken. We organiseren met de twee klassen ook geregeld een klasdoorbrekend project. Dan gooien we de drie lokalen open. En de leerlingen gebruiken de knusse zeteltjes van de tussenklas elke ochtend voor hun leeskwartiertje.”
Lente Duré: “Leerlingen die sneller klaar zijn met klasopdrachten, mogen naar de tussenklas. Daar kiezen ze een opdracht uit de negen eilanden van Talentenarchipel: taaleiland, denkeiland, sameneiland, fijneiland, muziek-, durf-, beweeg-, beelden- en wereldeiland. Met de opdrachtfiche en materiaal kunnen ze zelfstandig starten. Een breinbreker oplossen, een kerstboom bouwen, een blindenparcours organiseren, een choreografie in elkaar boksen, gevoelens in muziek herkennen of een woordenketting maken. Niet alle opdrachten zijn gekoppeld aan leerstof, maar er zit wel altijd een doel achter zoals bewegen, doordenken of samenwerken.”
“Een tussenklas heeft alleen maar voordelen. Het allerfijnste is dat ik gemakkelijk verschillende soorten taken kan geven. Tafels oefenen met een spelletje of een spreekoefening met de tablet gebeuren in de tussenklas, geconcentreerd begrijpend lezen in mijn klas. In het driesporenbeleid gaan de leerlingen die zonder instructie kunnen meteen aan de slag in de tussenklas. Zo is het in mijn klas rustig voor instructie en extra begeleiding voor kinderen die het nodig hebben. Dan sluit ik de deur tussen beide klassen. Door het raam in de deur houd ik wel een oogje in het zeil.”
“Elke drie weken stellen de leerlingen op het forum hun resultaat voor aan de twee klassen. Zo horen de andere leerlingen wat ze daar uitspoken en tonen ze trots hun talent. Het forum stimuleert ze om de opdracht serieus
“Voor de muzische uurtjes hebben we ook extra veel plek om te schilderen, rommel te laten staan en te bewegen. Voor drama moet ik de banken in de tussenklas niet meteen terug op hun plek zetten.
52