Inhoudsopgave
Leerdoelen Na het studeren moet je in staat zijn om… De aangebrachte diabetesterminologie juist te hanteren. Een definitie te geven van diabetes mellitus. De verschillende types van diabetes te omschrijven. Het voorkomen van diabetes in de wereld en België kort te bespreken. De risicofactoren van de verschillende types diabetes te bespreken. De rol van insuline en glucagon als schakelhormonen te omschrijven. De rol van somatostatine kort te bespreken. Aan te geven welke weefsels het meest insulinegevoelig zijn. De verschillende elementen te bespreken die bijdragen aan het ontstaan van type 1 diabetes mellitus (voorwaarden, tijdsverloop, triggers). Uit te leggen wat insulineresistentie betekent. De verschillende stappen te overlopen die die bijdragen aan het ontstaan van type 2 diabetes mellitus. Uit te leggen hoe je de buikomtrek van een patiënt kunt meten, wanneer deze verhoogd is en welke betekenis dit heeft. Te verklaren waarom een ‘vette lever’ een toenemend gezondheidsprobleem is. Kunnen weergeven wat prediabetes is en waarom het belangrijk is om hier gepast op in te grijpen De pathofysiologie van type 1 en type 2 diabetes met elkaar te vergelijken. De pathofysiologie van zwangerschapsdiabetes (GDM) te bespreken. Het verband tussen GDM en T2DM te bespreken. De belangrijkste symptomen bij diabetes mellitus bij een patiënt kunnen vaststellen en deze rapporteren. Het verschil kunnen uitleggen tussen een hypo- en hyperglycemie. In staat zijn om een hypo- en hyperglycemie te herkennen. Uit te leggen hoe ketoacidose ontstaat. De acute en chronische complicaties van diabetes te bespreken. Uit te leggen waarom de diabetische voet een samenspel is van verschillende, diabetes-gerelateerde complicaties. Het belang in te zien van het voetonderzoek bij de diabetespatiënt. De normale glycemiewaarden noteren, inclusief de waarden die kunnen wijzen op diabetes of prediabetes. De referentiewaarden voor nuchtere glycemie kunnen gebruiken in een casus. De betekenis van HbA1c kunnen uitleggen De referentiewaarde van HbA1c kunnen gebruiken in een casus. De gemeten glycemiewaarden kunnen rapporteren in een professionele taal. De 3 algemene therapiedoelen van diabetes te bespreken. De 3 grote pijlers van diabetesbehandeling te omschrijven. 2 voorbeelden te geven van hoe concrete, therapiedoelen bij de diabetespatiënt individueel aangepast worden. 5