3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
Ruitenwisserknop De ruitenwisserbediening wordt als volgt veranderd, iedere keer dat de ruitenwisserknop wordt ingedrukt. Lage snelheid • de ruitenwisser is niet actief en schakelt in, de ruitenwisser werkt dan aan lage snelheid Hoge snelheid • de ruitenwisser werkt aan lage snelheid en gaat vervolgens aan hoge snelheid werken Stop • de ruitenwisser werkt aan hoge snelheid en wordt gestopt. De ruitenwissersnelheid wordt aangegeven door een specifiek pictogram op het display: De ruitenwisser is ingeschakeld op lage snelheid. De ruitenwisser is ingeschakeld op hoge snelheid.
SMIL15CEXY886BB
12
SMIL14CEX1736AA
13
De ruitenwisser kan intermitterend worden ingeschakeld door de One-touch ruitenwisserknop aan de achterkant van de rechter bedieningshendel ingedrukt te houden. LET OP: laat de ruitenwissers niet werken wanneer de voorruit droog is. De ruitenwisser kan kapot gaan. LET OP: als de ruitenwisser wordt gebruikt wanneer het glas is bedekt met modder of sneeuw, kan de ruitenwisser hierdoor schade oplopen.
3-34