
2 minute read
BEDIENINGSELEMENTEN INSTRUMENTEN
referentiewaarden afbeelding:
Het gedeelte rechtsvoor van machine zal zichtbaar ruimte rond een referentievoorwerp dat zich 1 m ( ) voor machine 1 m ( ) rechts van machine zal zichtbaar
LET OP: het installeren positioneren van alle spiegels moet zichtbaarheid rond machine worden troleerd vanuit Zet stoel gewenste positie zorg ervoor dat alle referentiebeelden spiegels zichtbaar Stel nodig positionering van spiegels een goede zichtbaarheid rond machine combinatie met externe garanderen buitenspiegels een goede zichtbaarheid rond een achteruitkijkcamera (1) het tegengewicht een rechtercamera (2) gemonteerd boven rechterdeur
Het beeld van achteruitkijkcamera (R) wordt aan kerkant van monitor Het beeld van tercamera (S) wordt aan rechterkant van monitor
LET OP: machine nooit bedienen terwijl u alleen naar beelden monitor Controleer omgeving rond machine door naar buiten kijken gels
LET OP: Als modder , sneeuw cameralens zitten, zullen beelden monitor vervormd V eeg vuil weg met een zachte doek wrijf lens vervolgens droog met een zachte droge Zorg ervoor dat u geen krassen
Als camerabedrading defect zal gedurende 5 s een pieptoon verschijnen meldingen CONTROLEER CAMERA (1) DTC (3) wordt het pictogram camera defect (2) dien wordt het beeld van defecte camera met een grijze achtergrond vervangen.



Richtlijnen camera kunnen richtlijnen ingesteld worden voor weergaven ter ondersteuning van een eerste controle van omgeving rond
(1) Richtlijn met een afstand van ongeveer 1 m ( ) van achterkant van
(2) Richtlijn met een afstand van ongeveer 2 m ( ) van achterkant van
(3) Richtlijn met een afstand van ongeveer 3 m ( 1 1 ) van achterkant van
(4) Richtlijn met een afstand van ongeveer 1 m ( ) van rechterkant van
(5) Richtlijn met een afstand van ongeveer 2 m ( ) van rechterkant van
(6) Richtlijn met een afstand van ongeveer 3 m ( 1 1 ) van rechterkant van
V
Oorzorgsmaatregelen Voor Achteruitkijk
Een afstandsrichtlijn richt zich een vlak voorwerp (bijv Als dus een driedimensionaal voorwerp met een overhang nadert vooral bij lage wordt afstand tot het overhangend gedeelte niet correct foto wordt een voorbeeld machine rijdt achteruit nadert een voorwerp een afstand (L) van ongeveer 1 m ( 3.3 ) : monitor lijkt hang (C) van het voorwerp uitgelijnd dezelfde positie als (B) werkelijkheid positie van (B) grond voorbij overhang (C) van het voorwerp: overhang (C) eerder uitgelijnd positie (A) dus geen botsingsgevaar tussen machine het voorwerp als machine ten opzichte van positie (B) wordt achteruit als machine achteruit rijdt een stijgende weg verschijnt een voorwerp positie (A) gelijnd positie (C) werkelijkheid positie van (C) grond voorbij overhang


(A) : positie (A) eerder uitgelijnd positie (B) Er dus geen botsingsgevaar tussen machine het voorwerp als machine ten opzichte van positie (A) wordt achteruit
Hetzelfde geldt als machine achteruit rijdt een lende weg verschijnt dan een voorwerp positie (A) uitgelijnd positie (C) grond. werkelijkheid positie van (C) grond voorbij overhang (A) : positie (A) eerder uitgelijnd positie

(B) grond. dus geen botsingsgevaar tussen machine het voorwerp als machine ten opzichte van positie (A) wordt achteruit
