3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
Bescherming van het SCR-systeem Het machinebesturingssysteem detecteert en waarschuwt voor situaties van onjuist of zelfs gevaarlijk functioneren van het SCR nabehandelingssysteem: 1. Het niveau van DEF/AdBlue® in de tank verlaagt totdat de tank helemaal leeg is. 2. De kwaliteit van DEF/AdBlue® in de tank voldoet niet aan de vereiste specificaties, of een andere vloeistof dan DEF/AdBlue® wordt in de DEF/AdBlue®-tank gevuld. 3. Storing van één of meer onderdelen van het SCR-systeem. Deze voorwaarden moeten onmiddellijk worden aangepakt om te voorkomen dat het SCR-systeem ernstig beschadigt. Daarom geeft het machinebesturingssysteem een specifieke waarschuwingsequentie weer om de gebruiker aan te zetten tot de juiste acties als één van deze omstandigheden zich voordoet. De reeks aansporingen bestaat uit vier stappen: A. Het SCR-systeem functioneert zoals bedoeld. B. Het SCR-systeem nadert een toestand van onjuist of gevaarlijk functioneren, en daarom wordt aan de operator een waarschuwing gegeven. C. Het SCR-systeem loopt gevaar op schade en daarom wordt een tijdige aansporing gegeven aan de operator om zo snel mogelijk te stoppen met de operatie, en de juiste maatregelen te nemen. D. Het SCR-systeem loopt gevaar op ernstige schade, en daarom wordt een laatste aansporing gegeven aan de operator om onmiddellijk te stoppen met de operatie, en de definitieve maatregelen te nemen. Vanaf stap B naar stap D worden de machinefuncties verder beperkt: B. De motor is bij nominaal vermogen. C. De motor wordt beperkt tot 70% van het nominale vermogen. Een reductiepictogram wordt weergegeven. De motor is afgesteld.
D. De motor wordt beperkt tot 60% van het nominale vermogen, en het motortoerental beperkt tot laag stationair. Een geen-vermogen waarschuwing wordt weergegeven De motor heeft geen vermogen. In de stap D van de aansporingenreeks, heeft de machine een minimale operationele capaciteit. Deze minimale operationele capaciteit is bedoeld om een veilige toestand te bereiken: als een veilige toestand is bereikt, moet men de motor stoppen, en ervoor zorgen dat de juiste actie wordt ondernomen zoals vereist door de aansporingenreeks, zoals bijvoorbeeld het bijvullen van DEF/AdBlue® of repareren van het SCR-systeem. LET OP: De aanbevolen praktijk is om te stoppen met de werking en de juiste acties te nemen bij stap B van de aansporingenreeks, om ernstige schade te voorkomen aan het nabehandelingssysteem en de andere hoofdsystemen van de machine.
3-88