
4 minute read
Kijk óók altijd naar personeel en organisatie als je met een nieuw onderwijsmodel gaat werken
by hanzepa
Waarom is er op de ene basisschool enthousiasme na de invoering van een ander onderwijsconcept en waarom levert dit bij de andere school wrijving en werkdruk op? De crux is dat er bij de ontwikkeling en invoering ook aandacht moet zijn voor de inrichting van de organisatie en de mensen die er werken. Het project Anders Organiseren gebruikt een model dat schoolleiders, leerkrachten en ouders gaat helpen om voor hún school zelf de puzzel te leggen. Het project maakt deel uit van de projecten Regionale aanpak Personeelstekort Stad en Ommeland.
Regionale Aanpak
Advertisement
Personeelstekort (RAP)
RAP’s zijn door het Ministerie OCW gesubsidieerde projecten om regionaal de personeelstekorten in het onderwijs aan te pakken. Groningen heeft twee van die projecten (Stad en Ommeland), Friesland en Drenthe ieder een. Om er zoveel mogelijk uit te halen werken de lerarenopleidingen van de Hanzehogeschool Groningen, NHL Stenden hogeschool én het primair onderwijs in Noord-Nederland nauw samen in de verschillende RAP-projecten en werkgroepen. Ieder kan daarin zijn of haar expertise inzetten. Op dit moment wordt gewerkt aan thema’s als de startende leerkracht en de opleidingsschool en er wordt gewerkt aan de tweede en derde Imagocampagne. Er is volop aandacht voor strategische personeelsplanning en afgelopen jaar is er onderzoek gedaan naar hoe het basisonderwijs masteropgeleide leerkrachten kan behouden. De RAP’s in Noord-Nederland doen ook onderzoek naar het anders organiseren van het onderwijs, wat zijn de do’s en de don’ts? Met Schoolplein Noord hebben ze een gezamenlijke online vindplaats gecreëerd voor iedereen die in het onderwijs werkt of wil gaan werken. Er wordt samen opgetrokken met de Noordelijke Educatieve Alliantie en de Hanze Educatie Academie.
We zien dat scholen vaak veel tijd besteden aan het formuleren van de onderwijsvisie en wat dit betekent voor de uitvoering van onderwijs. En dan is dat langverwachte leerplein er of de kinderen worden in units gegroepeerd en toch loopt het minder soepel als verwacht. De werkdruk is nog steeds groot, er moet veel overlegd worden, de sfeer gaat achteruit, Leerkrachten zijn ontevreden, kinderen en ouders niet blij… noem maar op. Hoe kan dat nou?
“Wat scholen zich meestal niet realiseren, is dat veranderingen in het onderwijs altijd gevolgen hebben voor je organisatie”, stelt Martine Dijk. Ze is docent-onderzoeker bij de Pedagogische Academie en samen met docent-onderzoeker Rechiena Nijenkamp van het Instituut voor Bedrijfskunde en projectleider van Anders Organiseren. Rechiena: “Past de arbeidsorganisatie nog wel bij dit onderwijsmodel? Moeten we onze organisatiestructuur aanpassen? Moeten we onze overlegstructuur aanpassen en bijvoorbeeld onze bouwvergaderingen anders vormgeven?
Past de verdeling van taken en verantwoordelijkheden nog?” Hier aandacht voor hebben: daar staat of valt onderwijsvernieuwing mee, zo blijkt uit onderzoek van Anders Organiseren.
Het gaat om de leerlingen Wanneer je door een organisatiekundige bril naar veranderprocessen op scholen kijkt, is het niet zo vreemd dat onderwijsvernieuwing minder oplevert dan men verwacht. “Onderwijsmensen denken logischerwijs vanuit de leerlingen. Veranderingen worden altijd ingezet ‘omdat het goed is voor de kinderen’. En dat moet zo blijven, laat daar geen misverstand over bestaan”, zegt Rechiena. “Maar wanneer je gaat werken vanuit een andere onderwijsvisie, hangen daar veel arbeidsorganisatorische en personele vraagstukken omheen die nauw met elkaar verweven zijn. Zorg dat je die in beeld hebt en stem alles goed op elkaar af. Wij zeggen: als je aan de voorkant ook hiernaar kijkt, voorkom je struggles later.”
Unitonderwijs als voorbeeld
Die ‘struggles’ voorkomen kan een factor zijn bij het behouden van leerkrachten en daarmee in het bestrijden van het lerarentekort. We zien bijvoorbeeld dat scholen overgaan op unitonderwijs. Hierbij worden leerlingen gegroepeerd in grotere groepen met meerdere professionals. Unitonderwijs heeft gevolgen voor de autonomie van leerkrachten. De vrijheid in het oude leslokaal is ervan af en daarvoor in de plaats komt de ‘collectieve autonomie’ van de unit: binnen kaders zijn zij vrij in en verantwoordelijk voor het onderwijs in hun unit. De organisatorische eenheid is dus niet meer de individuele leerkracht voor de klas, maar het unitteam. Parallel daaraan is er meer sprake van een teamtaak dan een individuele taak. We zien dat er nog weinig aandacht is voor het gestructureerd in kaart brengen van de teamtaak en de (her) verdeling van activiteiten over de individuele teamleden. Zo kan een unit mogelijkheden bieden om te specialiseren en om onderwijsondersteunende taken anders te beleggen.
Ondanks het werken met units blijven het ‘oude’ paradigma en de oude kijk op de invulling van het beroep van de individuele leerkracht vaak het vertrekpunt, terwijl juist het werken in een unitteam centraal zou moeten staan. In de ideale situatie wordt binnen de units een onderling flexibele taakverdeling gehanteerd waarbij aandacht is voor ieders talenten en kwaliteiten.
“Uit onderzoek blijkt dat leerkrachten niet vertrekken omdat ze geen liefde voor het vak hebben, maar omdat de organisatie niet mee verandert waardoor leerkrachten er bij een onderwijsvernieuwing vaak meer taken bij krijgen. Je kunt ook kijken of je het werk anders kunt organiseren.”
Tien inspirerende schoolportretten Afgelopen najaar kwam het project met de publicatie ‘Van ik en de klas naar wij en de school’. Met daarin tien portretten van scholen die hun onderwijs anders organiseren. De portretten zijn gebaseerd op onderzoek van studenten Bedrijfskunde, de Pabo en van HRM, die wilden weten waar de scholen tegenaan liepen en wat hielp om de wind mee te krijgen. Het resultaat is een boekje vol inspiratie voor schoolbesturen, schoolleiders en leerkrachten.
Anders Organiseren is nu toe aan de vervolgstap: we zien dat scholen die hun onderwijs anders organiseren vaak flexibeler zijn in het omgaan met personeelstekorten. Daarom willen we in een omvangrijk wetenschappelijk onderzoek kijken naar wat maakt dat bepaalde scholen flexibeler met een veranderende omgeving kunnen omgaan dan andere. Met als overkoepelend doel: onderwijsorganisaties die hoge onderwijskwaliteit bieden en waar het ontzettend fijn is om te werken.