
4 minute read
Kansengelijkheid en participatie
by hanzepa
Pistols bijvoorbeeld. Maar in die tijd lag dat anders. Alles verandert. Je visie op onderwijs ook. Je mag best wat indruisen tegen het systeem, en zeker als je ieders individuele talent wilt benutten. Het mag best wat rebelser.”
Je moet meegroeien in die veranderingen
Advertisement
Het waren twee leerzame en mooie jaren. En nu? Marcel Feenstra is een blij man. De scholenstichting waar hij voor werkt, vroeg hem om onderzoek te doen naar het functieprofiel van leraar. “Ik ga de komende twee jaar voor twee dagen per week onderzoeken hoe het functieprofiel van de leerkracht eruit gaat zien. Het vak is natuurlijk radicaal veranderd. Je moet meegroeien in die veranderingen. Ik ga met leerkrachten, directies en bestuur die veranderingen in kaart brengen. Wat zien we, wat hebben we nodig, en wat wordt van ons verwacht?”
Voor alle kinderen pakken we samen handschoen op
Hoe kan je als basisschool zorgen voor gelijke kansen voor alle kinderen? Dit maatschappelijke vraagstuk duikt continu op in het onderzoek van lectoraten, innovatiewerkplaatsen en samenwerkingsverbanden van de hogescholen en universiteit in het Noorden. Lectoren en docentonderzoekers van de Hanzehogeschool weven flink mee aan het web van kennis. Op zoek naar antwoorden en vooral naar praktische handvatten waar je als basisschool wat aan hebt.
Goed onderwijs is een voorwaarde om gezond op te groeien. En dat is weer een belangrijke factor voor een in potentie gezond en gelukkig leven. Maar niet alle kinderen hebben zo’n fijne start. Daarom zijn interventies nodig die moeten zorgen voor gelijke kansen; interventies waarvan is aangetoond dat ze werken. De Hanzehogeschool doet hier veelal in samenwerking met anderen onderzoek naar
Kwetsbare kinderen
Margreet Luinge, lector Talig functioneren & gezond ouder worden, Henderien
Steenbeek, lector Diversiteit in leren & gedrag en Annelies Kassenberg, lector Jeugd & leefomgeving, werken regelmatig samen aan onderzoeksprojecten op het gebied van kansengelijkheid en participatie. Veel van het onderzoek van Margreet en Henderien zit op het grensvlak van onderwijs en zorg. Dat van Annelies gaat meer over onderwijs-sociaal domein. “We willen weten hoe je de kansengelijkheid kunt vergroten voor kwetsbare kinderen, kwetsbare groepen”, zegt Margreet.
In juni startte bijvoorbeeld het onderzoek van Aline Oelen naar een stimulerende omgeving waarin onderwijsprofessionals, ouders/verzorgers van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften (SOB-leerlingen) en zorgprofessionals goed samenwerken. Draagt die bij aan de ontwikkeling, kansengelijkheid en maatschappelijke participatie van kinderen? Deze kinderen lopen meer risico om uit te vallen op school, zo blijkt uit eerder onderzoek. Vooral de scharnierpunten van kinderdagverblijf naar basisschool en van basisschool naar voortgezet onderwijs blijken risicovol, zeker voor kinderen met een speciale onderwijsbehoefte. Daarom richt een van de onderzoeksprojecten zich op de overstap van kinderdagverblijf naar basisschool en uitbreiding van het onderzoek naar het voortgezet onderwijs staat al in de planning. “De overstap geeft veel stress bij ouders en kinderen, zeker bij kinderen met speciale een speciale onderwijsbehoefte.. Ouders geven vaak aan het overzicht en de regie kwijt te zijn.”
Henderien: “Kinderen vallen uit van school omdat ze niet op de goede plek zitten. Kinderen, ouders en docenten hebben er last van als de schoolvorm niet past bij de potentie van een kind. Wat is hierin het aandeel van school, thuis, de kinderen zelf? Het is belangrijk om dit te weten, want uitval kan op de langere termijn uitmonden in gedrags- en andere problemen. Kinderen voelen zich ongelukkig, en als je je niet gelukkig voelt kan je ook niet leren.”
Het familiegesprek
Het familiegesprek is een methodiek uit de verpleegkunde, doorontwikkeld door Hanze lector Familiezorg Marie Louise Luttik. Het heeft als doel om voorwaarden te scheppen voor open communicatie en verandering, informatie te verstrekken en om nieuwe mogelijkheden te faciliteren in de familiezorg. Is die methodiek in het onderwijs te gebruiken om op basis van gelijkwaardigheid in gesprek te komen met ouders? Margreet benoemt een paar onderzoeksvragen: “Als we leerkrachten trainen in het familiegesprek, neemt dat dan stress weg bij de ouders en de leerkrachten zelf? Krijgen ouders dan weer grip op de situatie? Zijn de onderlinge verwachtingen beter afgestemd? En krijgt het kind dan een betere start op de basisschool?”
Begrijpen waar een kind vandaan komt
Ook bij het onderzoek van Dorien Petri (docent onderzoeker Toegepaste psychologie) naar cultureel responsief handelen van de leerkracht gaat om het dieper begrijpen van de achtergrond van de kinderen. Leerkrachten kunnen veel effectiever lesgeven als zij beter inspelen op de achtergrond van kinderen, is de achterliggende gedachte. Daar is culturele gevoeligheid voor nodig. “Dorien gaat op het onderzoek naar cultureel responsief handelen promoveren. Het staat nog in de kinderschoe- nen”, zegt Annelies. “Naast literatuur vormen gesprekken met leerkrachten, kinderen en ouders de basis. Dat moet tools opleveren waarmee leerkrachten kunnen inspelen op de achtergrond van kinderen in hun klas. En of die werken? Dat gaan we ook onderzoeken.”
Bij cultuur denken we al snel aan vluchtelingen, mensen met een niet-westerse achtergrond. Het onderzoek naar cultureel responsief handelen trekt het breder. “Denk aan het verschil in opgroeien in gezinnen met laagopgeleide of hoogopgeleide ouders, met twee moeders of twee vaders, of in een gezin van Jehovagetuigen: dat levert allemaal bagage op die met het kind meekomt de school in. Thuissituaties kunnen totaal verschillend zijn maar in het onderwijs doen we net alsof een one size fits all-model voor alle kinderen goed is. Er zijn echt genoeg redenen om aan te nemen dat het beter is om rekening te houden met diversiteit.”
Aanpak kinderarmoede
Ook opgroeien in armoede is bagage die met de kinderen de school in komt, zo bleek onder andere een aantal jaar geleden al uit een rapport van de Kinderombudsman. De Hanzehogeschool en de Hogeschool Rotterdam kregen de vraag van de ministeries OCW en Sociale Zaken om een handreiking te ontwikkelen voor leerkrachten. De aanpak is
Als je je niet gelukkig voelt kan je ook niet leren
inmiddels doorontwikkeld naar het sociaal domein en de jeugdgezondheidszorg en geboortezorg en wordt breed gebruikt om professionals in de methodiek Signaleren, Ondersteunen, Stimuleren te trainen. Ook de Hanzehogeschool verzorgt trainingen. “Binnenkort maken we zo’n handreiking voor de kinderopvang”, zet Annelies. “Je kunt de armoede waarin een kind opgroeit als leerkracht niet wegnemen. Je kunt wel helpen om het hanteerbaarder te maken.”
Voelen kinderen en ouders zich thuis op een school? Voelen ze zich gehoord en gezien? Voelen ze zich begrepen? Dat is waar kansengelijkheid óók om draait. En daarmee raakt dit thema ergens aan dat andere grote probleem, het lerarentekort. Ook leerkrachten willen zich gehoord, gezien en begrepen voelen, willen zich kunnen ontwikkelen. In een fijn team kunnen goed opgeleide leerkrachten samen met andere professionals niet alleen kansen voor kinderen creëren maar ook zelf groeien. Practice what you preach.