2 minute read

Inleiding T. de Vries

Next Article
Epiloog M. Bogerd

Epiloog M. Bogerd

INLEIDING

De tijd tussen bezetting en bevrijding is geen geheel op zichzelf staande periode.

Als wij nagaan wat er in de oorlogsjaren op Urk gebeurde, moeten wij - om dit alles goed te kunnen begrijpen - kort aandacht besteden aan wat eraan voorafging en ook aan wat er op volgde.

Na 1890 maakte het eiland Urk een snelle ontwikkeling door. Er kwam een vaste bootverbinding Kampen-Urk-Enkhuizen, dagelijks heen en terug, die het isolement verminderde en aan de bevolking meer mogelijkheden bood.

In 1905 werd een gemeentelijke visafslag in gebruik genomen, wat de vissers ten goede kwam. Tienjaar later begon de motorisering van de houten bottervloot.

De plannen om de Zuiderzee door een zware dijk af te sluiten, namen door de watersnood van 1916 vaste vormen aan en de vis¬ sers gingen daarop in door het areaal van hun activiteiten te vergroten. In twintigjaar tijd waren de zeilschepen zo goed als verdwenen. Urk had (in tegenstelling tot andere Zuiderzeeplaatsen) ingespeeld op de uitdaging van de toekomst.

Helaas brak toen een internationale financiele crisis uit, die velejaren duurde, en vooral voor de vissers - en dus voor Urk catastrofaal dreigde te worden. Werkverschaffmg en werk aan de Afsluitdijk en de komende polderdijken hielpen om te overleven.

De Afsluitdijk ging op 28 mei 1932 dicht en de Zuiderzee was dood. Maar goed, de vissers konden op de Noordzee blijven vissen, al werd er te weinig verdiend om de bedrijven en vismethoden grondig te renoveren. De wil was er wel, maar het bleef bij een aantal pogingen, die toch wel veelbelovend waren voor geval er betere tijden zouden aanbreken. Gelukkig bevatte het Ijssel¬ meer ook geen dood water, maar leverde baars, snoekbaars, pos en paling. Het leek weer goed te zullen gaan...

Helaas, de gevreesde oorlog brak uit en daarin beleefde Urk een

ongekend dieptepunt. Het werd erger dan afsluiting, inpoldering en malaise hadden kunnen bewerken. Urk verloor zijn vloot die door de bezetters gevorderd werd om elders dienst te doen. En het eiland was weliswaar geen eiland meer, maar toch tien jaar lang (van 1939 tot 1948) verstoken van ontgonnen achterland en begaanbare wegen. Vanaf april 1945, toen ze bevrijd waren, stonden de bewoners dan ook te trappelen van ongeduld en energie om opnieuw te beginnen. Dat laatste was, na al de geincasseerde tegenslagen, eigenlijk al het wonder van Urk. De frisse moed en energie zorgden voor de opbloei na alle ellende. Veel schepen werden weer teruggevonden, er werden nieuwe schepen gebouwd en nieuwe methoden ontwikkeld.

Tegen de verwachting van velen, kwam Urk er na drie diepe dalen toch weer bovenop.

In dat licht kan de oorlogstijd, hoe vreselijk ook, worden gezien als een door- en overgang tot de voorspoedige halve eeuw die volgde.

In dat opzicht dient ook psalm 124 blijvend te worden gezongen.

This article is from: