
1 minute read
In Nederland
from Na de razzia
wordenindetussentijd voorzien van koffie en brood. Eindelijk zijn we aan de beurt. Er moeten heel wat vragen beantwoord worden. Dan moeten we naar een grote zaal en moe¬ ten er onze bovenkleding los maken. Van voren en van achteren wordt er DDT poeder tussen gespoten, en we krijgen een bewijs van ontluizing en kunnen boven een kamer uitzoeken. Veel rust wordt ons daar niet gegund, want er wordt alweer op de deur geklopt. Een jongen noteert met hoevelen we op een kamer zitten en zegt dat we onze namen op de buitenkant van de deur moeten vermelden, en dat er straks nog twee bijkomen. We zijn met z’n tweeen, en er staan ook maar twee bedden, maar we mogen er wel twee bedden bijhalen, voor die anderen. Dat doen we meteen maar, maar er is zeker ruimte genoeg in het gebouw, want we blijven met z’n tweeen. De volgende dag worden er vrijwilligers gevraagd om bij de militaire politie, de M.P., vier uur per dag bewakingsdiensten te verrichten en we melden ons aan, en ’s middags lopen we al met de witte M.P. band om de arm. We moeten leegstaande woningen tegen plundering bewaken, en mensen die in- en uitlopen moeten we fouilleren. Het valt erg mee met de dieverij. De mensen zijn bang voor ons. Als we geen dienst hebben, helpen we in de keuken met het schillen van aardappelen en maken met zo’n twintig man voor wel vierhonderd het eten klaar. We merken ook al dadelijk, dat er bij de geallieerde legers meer orde en discipline is dan bij de Russen en alles wordt beter geregeld om het dagelijkse leven weer op gang te brengen. Het is droog en mooi zomers weer, die tien dagen dat we in Dessau doorbrengen. Dan wordt er bekend gemaakt, dat we ons klaar moeten maken voor vertrek. Er zal de vol¬ gende morgen een trein in westelijke richting vertrekken. Met de legerauto worden we naar het station gebracht, en we komen in een onafzienbaar lange trein terecht. De coupe ’s zijn overvol en langzaam gaat het westwaarts.

136