5 minute read

Moeite met de zalen

Next Article
Ter afsluiting

Ter afsluiting

bank te slepen, wat ook geschiedde met de UK 68 van Klaas Romkes.

Moeite met de zalen

Het gebouw van Hulp en Steun, hoe eenvoudig ook, had een kleine en een grote zaal, die met name in de avonduren gebruikt konden worden voor het houden van vergaderingen. En omdat er op Urk, mede door een opbloei van het verenigingsleven, een constant tekort was aan vergaderruimte, vonden die zalen gretig aftrek. Aanvankelijk voornamelijk bedoeld ten bate van allerhande visserijbelangen, kwamen ze in trek voor jaarvergaderingen en bestuursvergaderingen van velerlei aard en werden er zelfs bruiloften en partijen in gehouden. Maar ze werden ook voor politieke en kerkelijke doeleinden gevraagd en dat bracht het bestuur voortdurend in moeilijkheden. In 1964 e.v. ging er haast geen vergadering voorbij of het kerkhouden kwam aan de orde en genomen besluiten werden steeds weer aangevochten en herzien: Wat dachten de bestaande kerken en de dominees ervan? Zou weigeren geen last met leden opleveren? Wat was het verschil tussen een godsdienstoefening en een bijbellezing? Dan toch maar alleen voor visserijdoeleinden geven? En als er al wat besloten werd, dan werd het ook steevast weer aangevochten. Maar de huurpenningen konden toch ook node gemist worden. De kerkkwesties (want ook wat kerkformaties aangaat was Urk in een stroomversnelling gekomen) speelden zelfs nog in 1949 en 1950. Toen werd zelfs gesteld: ofalleen voor de visserij geven of voor alien en alles! Er kwamen brieven over binnen. In april 1950 wordt dan besloten dat er met Pasen voor het laatst kerk gehouden mag worden. En met ingang van de herfst zullen dan weer vergaderingen en bruiloften worden toegelaten, want (hoera) het gebouw ‘Irene’ wordt nu ook voor kerkelijke doeleinden verhuurd en dat is een opluchting voor Hulp en Steun. Intussen ging het met voorzitter Riekelt Brands met zo goed. Hij was al eens in het ziekenhuis opgenomen. Dat was in 1947. En in 1950 verwoordt hij dat God hem in zijn genade nog in het heden der genade heeft willen laten. Intussen was hij actief op meer dan een terrein. Als op 5 januari 1949 het bestuur even

84

pauzeert voor een kopje melk en een koekje, vertelt de voorzitter intussen hoe hij die dag voor de vloot is weggeweest om vrijstelling te bepleiten van de omzetbelasting. Eenjaar later treedt hij af als voorzitter. Als hij dan in april voor het laatst in de bestuursvergadering is, wordt in de pauze getracteerd met het oog op de scheidende voorzitter. E. Romkes, de nieuwe presi¬ dent, spreekt Brands met woorden van dank toe. Brands vraagt of hij de medaille, die de naam van zijn vader draagt, mag behouden. Toegestaan wordt dat hij hem thuis mag bewaren, maar dat de medaille voor Hulp en Steun beschikbaar moet zijn bij ofFiciele gelegenheden. Met algemene stemmen wordt Brands dan tot erevoorzitter benoemd. Een en ander komt in de krant. Er wordt voorts gesteld dat Hulp en Steun 75 jaar (!) bestaat en voorgesteld wordt een steen in het gebouw te doen inmetselen met de namen van de oprichters. De voorwaarden voor het gebruik van de zaal moeten op een bord vermeld worden, duidelijk leesbaar voor iedereen die er werkzaamheden uitvoert. In 1951 is weer een nieuw bestuur aangetreden. Voorzitter is Evert Romkes, Jan Bakker Jzn. secretaris en Hessel Snoek penningmeester. Verder zitten in het bestuur K. Kramer, J. van Slooten, J. Korf en J. Brouwer en is A. van Veen de boedelbewaarder. Oude moeibjkheden blijken telkens weer nieuw. Hoe verdeel je de plekjes beneden? En wat te doen tegen het zeer laakbare feit dat leden zich laten vinden om voor niet-leden netten te stellen? ‘Allen betreuren het, dat men zulke praktijken kan uitbroeden door wel de gemakken van het gebouw te willen benutten en er zelf niets voor over te hebben.’ Het gebouw is met moeite bij elkaar gebracht en zit nog met een aanzienlijke schuld, zodat de contributie verhoogd moet worden. Er wordt namelijk ingrijpend verbouwd, met de daar haast vanzelf bijbehorende strubbelingen. Er moeten renteloze obligaties voor de kosten worden uitgeschreven. Maar intussen blijken de jaren van de eens zo belangrijke vereniging Hulp en Steun geteld. Er wordt nog een poos doorgewerkt, maar grote veranderingen hebben het leven op Urk en het reilen en zeilen van de vloot grondig bei'nvloed. In 1939 was Urk al geen eiland meer, in 1942 viel de Noordoostpolder droog en in 1948 kwam de eerste wegverbinding tot stand. Hulp en Steun was Hulp en Steun niet meer en na nog enige jaren kon er

85

Trekken aan de vlet, ongedateerd. (Foto coll.: A. Weerstand)

Met een kleine vlet op weg (ongedateerd): Jan Wakker, Reinier Kramer, Jan Wakker, Jelle Kapitein.

86

gezegd worden: HuIp en Steun is niet meer. De oudste en lange jaren de belangrijkste vereniging van het eiland was verleden tijd.

Het vorenstaande, geplukt uit notulen van zowel de bestuursals ledenvergaderingen en de jaarverslagen, is bedoeld om de lezers inzicht te geven in de zaken die in de ijslopersvereniging aan de orde kwamen. Ook de grote veranderingen die in de loop derjaren op Urk optraden worden duidelijk. We schreven ‘geplukt’ en dat leverde een bont boeket op, door wat gebrek aan samenhang, door het gemis nu en dan van nadere gegevens. Ook wordt in de boeken van Hulp en Steun geen aaneensluitend overzicht van de ontwikkelingen gegeven. Zaken, toen algemeen bekend, worden slechts genoemd, terwijl de lezer van nu alleen maar kan gissen. Om toch van de bootperikelen en de visserijproblemen een globaal overzicht te krijgen, laten we hier volgen wat C. de Vries daarover in zijn ‘Geschiedenis van het eiland Urk’ wist mee te delen. Het stukje over de Urker boot is zeer beknopt, het stuk over de visserij, met name de kuilkwestie, is veel uitvoeriger. Het zet het brokkelige van de notuleringen in een wat breder verband. In elk geval verschaft het meer inzicht in de verhoudingen van toen.

87

This article is from: