3 minute read

De ijsvlet van Volendam

Next Article
Ter afsluiting

Ter afsluiting

uit Urk mee, zijn onze Noordpoolreizigers bijna dadelijk doorgegaan, roeiende, brekende door het ijs, een paar uur lang, maar de ‘Geusau’ konden ze met bereiken. En zo hebben de zeven mannen de nacht moeten doorbrengen op het ijs, op een reusachtig veld aan het begin van dat waarin de ‘Geusau’ zit ingemuurd. Er was steenkool op de vlet, er was een kacheltje aan boord, maar helaas waaraan men ook gedacht had, aan koffie niet! Daarvan was immers voorraad aan boord van de ‘Geusau’. En zo is het een zware koude nacht geworden. Nu en dan wat slapende vlakbij het kacheltje, terwijl de anderen voetstampende heen en weer liepen om dan elkaar weer afte wisselen. De ochtend te zien aanbreken was een uitkomst, een opluchting. Toen had Marten Bastiaan bijna dadelijk kijk op de plek waar de ‘Geusau’ zou moeten zitten. Als zij er was, moest het daar zijn, wees zijn hand. En hij bleek goed gewezen te hebben. De ‘Geusau’ zat vastgevroren in een ijsveld dat zich uitstrekte zover men zien kon. Toen de vletten naderden, kwam de bemanning hoera roepende van boord hen toegemoet. Zij hadden trouwens verlangen ook naar voedingsmiddelen. Vanaf 22 januari zat de boot al in het ijs. De vlet zorgde voor zes weken voorraad en ook wat werkbenodigdheden om spiering te vissen.

Van de ‘Geusau’ weer naar Urk terug, waar de burgemeester de manschappen hulde bracht en waar de nacht werd doorgebracht. Vrijdagochtend zeven uur huiswaarts. Het zijn zware dagen geweest vol inspannend zwoegen en ogenblikken van ontmoediging, van tegenslag, van wanhoop wel eens, maar ze hebben volgehouden en naast de eigen stille zelfvoldoening over een volbrachte zware taak, zien zij uit het woord van de Urker burgemeester en uit het artikeltje dat erop volgde, dat er waardering is bij bij de autoriteit en medeburgers voor het stoere mannenwerk waarvan de Zuiderzee, dank zij hun, weer eens getuige is geweest.

De ijsvlet van Volendam

Het onderstaande over de ijsvlet van Volendam is beschreven door de 78-jarige J. Zwarthoed uit Volendam: Er was op Volendam een onderlinge verzekering van de vissersvloot die de belangen met elkaar behartigde bij averij en derge-

39

lijke ongelukken. Deze verzekering had ook het bergingsmateriaal in haar bezit en daar was ook de ijsvlet bij inbegrepen. Deze vlet was altijd gereed om uit te varen en stond in een loods op de dijk. Als er een schip door mist of andere omstandigheden in problemen raakte, ging men met twee botters en de vlet beladen met hulpmiddelen op weg naar de plek des onheils en probeerde hulp te bieden en werd zo het schip meestal door hulp van deze vlet, die de verbinding tot stand bracht, binnengebracht. Als dat dan gebeurd was, werd de vlet weer opgeborgen in de loods en daar goed onderhouden. Als de zee dichtgevroren was, dan lagen de verdiensten ook stil en dan werd de nood soms hoog met die grote gezinnen en geen inkomen, want het leven ging door. Als de wind van het oosten naar het westen ging, dan kwam er aan de vorst een einde. Het ijs zette dan van de kust af. Dan kwam de ijsvlet weer van stal en werd bemand met 12 bemanningsleden en ging het ijs in de haven op. De ijsvlet was een zwaar geklonken ijzeren vlet. Er werd dan van voren en van achteren een stevig touw aan de vlet verbonden. Aan de kant van de haven stonden dan mannen te trekken en trokken de vlet dan naar het ijs, waarop de 10 a 12 mannen die daarin zaten begonnen te hobbelen, zoat het ijs aan stukken brak. Was er dan een gleufgemaakt, dan ging die ande¬ re kant weer trekken en zo ging dan het ijs aan stukken en de haven uitgewerkt. Dat ging niet altijd gemakkelijk, maar er was nood. Er moest weer brood op de plank komen. De vloot voer weer uit, maar de verdiensten waren dan bedroevend. Met het dichten van de Afsluitdijk was het vissen in de winter niet meer lonend en lag de vloot afgetuigd te wachten op de zomer. Het was een zwaarberoep met twee man op een kwak en niet meer lonend. Het laatste optreden van de ijsvlet is geweest met het feest ter ere van de trouwdag van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana en Prins Bernhard. Het was een versierde optocht door het dorp Volendam met de ijsvlet erbij. Ondergetekende was de commandant van het vlaggeschip. Een afbeelding hiervan ziet u hierbij afgedrukt.

Jaap Zwarthoed

40

This article is from: