
4 minute read
In gesprek met Frans de Jong
afgesloten met bijbellezen en werd er gebeden voor de nacht en werd iedereen opgedragen door hem in gebed. Als ze zondag naar de kerk waren geweest werden de kleinkinderen die er waren ondervraagd over de afgelopen kerkdienst en moesten ze antwoorden op de vragen die de oude erover stelde. Als ze het niet wisten, ging waarschuwend de vinger omhoog. Maar het mooiste vond ik nog het schemeruurtje dat elke middag, vooral ’s winters, werd gehouden. Het lichtje op de tafel was het enige lichtje in het kamertje. De oude zat voor het raam en er werd verteld over vroeger en dan begon hij eerst te neurien dat overging in het zingen van Psalmen en de oude bekende liederen die hij kende. Zo zongen wij dan samen in dit uurtje, ook als er anderen kwamen. Zingen was de lust in zijn leven, dat deed hij heel vaak ook thuis, maar steevast elk schemeruurtje. Zolang als ik hem gekend heb, was hij ook op het mannenkoor. Ook op straat, als hij liep te wandelen naar de haven, liep hij vaak te neurien. Verder ging hij vast elke dag naar de haven en liep dan ook het gebouw binnen van Hulp en Steun. Als het winter was en de ijsvlet ging erop uit, dan was hij daar altijd bij, als hij kon, en gafraad aan de bemanning hoe te gaan op het ijs en waar men op letten moest. Nu ik zelfook reeds op jaren ben, denk ik nog vaak aan die tijd bij mijn grootouders. Ik heb veel aan hen te danken en voor het voorbeeld dat zij gaven in een christelijke levenswandel, ben ik hen nog steeds dankbaar.

In gesprek met Frans de Jong op 11 maart 1992
Allereerst vertelde Frans de Jong dat de mannen die bij de ijs¬ vlet behoorden, alien vissers waren en daardoor de Zuiderzee vooral goed kenden met zijn stromingen en stormen. Vooral als de zee dichtgevroren was, moest men zeer goed bedacht zijn wat men deed als men het ijs op ging, want er waren plekken in het ijs die vaak onbetrouwbaar waren, omdat het zout water was. Maar als Urk ingevroren lag, was het van de bewoonde wereld afgesneden en moest men teren op hetgeen men thuis had. Men zei dan ook, je moet’s zomers de bloemen in de ruiten zien, zorg dus datje klaar bent als de winter komt. Ook vertelde hij dat de mannen van de ijsvlet vaak uit behoefti-
29

ge gezinnen kwamen, om zo met hun werk bij de ijsvlet toch wat te verdienen. Zo behoorde Gerrit de Boer ook tot de ijsvlet en heel Urk kende Garrit Bakker. Hij was een bemind persoon op Urk, jong en oud had respect voor hem en ook had hij een ‘oolijk, vroolijk’ karakter en iedereen groette hem ook. Bemind in zijn leven en in zijn optreden, nu dat had hij verdiend, omdat hij zich zeer verdienstelijk maakte op verschillende terreinen van het leven op het eiland Urk. Ja, ik weet nog heel goed dat hij de schipper was van de ijsvlet en dat hij vele tochten heeft gemaakt en niet alleen post en dergelijke vervoerde, maar ook mensen in nood met deze vlet heeft gered. Ik stond er zelfbij op de haven dat de ijsvlet de haven in kwam met een geredde schipper van een tjalk, die met vriezend weer op het Zand tussen Urk en Enkhuizen was gezonken. De andere bemanning was reeds gered, maar de schipper had geprobeerd het nog te klaren, maar dat was niet gelukt. Hij was in de mast geklommen. De ijsvlet heeft hem daaruit gered en geheel verstijfd van de kou op Urk gebracht, maar hij heeft het overleefd. Daarom droeg Garrit Bakker de reddingsmedaille dan ook met ere. Ook weet ik nog wel dat Garrit Bakker goed zingen kon en hij was voorzanger. Hij zat achter de ouderlingen en kwam dan de bank uit en ging voorin staan en gafdan met zijn doordringende stem steun aan het zingen in de kerk. Ook op het mannenkoor was hij steeds van de partij om daar zijn steentje bij te dragen in de zangkunst. Nu wil ik ook het bestuur van IIulp en Steun erbij betrekken, met mannen zoals Jacob Brands, Harmen de Jong, Louwe en Steven Korf en G.M. Bakker. Deze waren goed bij de tijd en konden goed praten, maar zij bestuurden ook jarenlang de Urker IJslopersvereniging en zorgden ervoor dat als de winter kwam, alles in orde was om er met de ijsvlet opuit te trekken, om de naam vanHulp en Steun recht ere aan te doen. Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar laten wij het hier maar bij laten, houd de geschiedenis in gedachten en vergeet die men¬ sen nooit die Urk geholpen hebben in de nood en ook anderen die niet bij Urk behoorden. Daarom vind ik het goed dat erop Urk een monument komt van de Urker ijsvlet, als stille dank voor dat vaartuig dat ook een voertuig was en velen uitkomst heeft gebracht.

30