
3 minute read
Gerrit de Boer als voortrekker van de Urker zang
De volgende morgen werd de reis voortgezet naar Kampen, waar men’s avonds om 9 uur arriveerde. Vrijdagmorgen om 6 uur werd de terugtocht aanvaard. Aankomst Schokland, ’s avonds 9 uur. Met vermoeide leden aanvaardde de dappere bemanning zaterdagmorgen om 6 uur de reis naar Urk, waar ze ten gevolge van tegenspoed eerst zondagmiddag voet aan wal zetten. Geen wonder dat Gerrit de Boer, de bekwame ijsloper, werd aangezocht om de moeilijke en gevaarlijke reis naar de Van Geusau te leiden. Hij moest zijn dappere bemanning voorgaan op het, ook voor hem, onbekende terrein. Op hem rustte de groote verantwoordelijkheid om in geval van mist, het groote gevaar, te waken voor het leven van zijn tochtgenooten. Ik acht het een voorrecht dat de heer Henri ter Hall mij in de gelegenheid stelt, om de toedracht dezer nobele daad van zelfopofferende naastenliefde in de analen der historie vast te leggen voor het nageslacht. Ook Gerrit de Boer en zijn tochtgenooten staan in de lange rij van de Nederlandsche helden der zee.
Gerrit de Boer als voortrekker van de Urkerzang

Als wij over dit onderwerp wat willen schrijven van deze Urker, moeten wij beginnen in het laatst der vorige eeuw, toen er op Urk nog zonder orgelbegeleiding werd gezongen in de kerken. Gerrit de Boer was zo’n 20 jaar toen op Urk de eerste vereniging op kerkelijk gebied werd opgericht door L. Hoekman, en deze verzamelde ook jongemannen om zich heen die zich oefenden en bekwaamden in het zingen van de Psalmen in de kerkdiensten, want zingen was een van de grote liefdes in zijn leven. Zo behoorde ook Gerrit de Boer tot de voorzangers in de kerk en het is bekend, dat als de koster-voorzanger een moeilijke melodie moest inzetten, hij ook naar Gerrit de Boer knikte en deze hielp hem dan bij het zingen ervan. Nog voor 1900 werd er op Urk een koor opgericht dat de naam droeg van ‘Oefening kweekt kunst’, ook daar hoorde hij bij. Dit koor, dat alleen’s winters oefende, was een echt visserskoor. Dit koor werd omstreeks 1910 opgeheven en daaruit ontstond het nu nog bestaande mannenkoor ‘Halleluja’. Gerrit de Boer behoorde tot de oprichters van ‘Halleluja’ en
19
Westhaven met botters en visafslag. Links de ijsvletschuur van ‘Hulp en Steun’. (Foto nr. 27 G. Wakker)

Achterzijde van het latere ‘Hulp en Steun’ gebouw (tweede van links). (Coll. A. van Urk)

20
werd er de eerste officiele directeur van. Van 1910 tot 1917 werd er onder zijn leiding gezongen en daarna werd hij door Kobus de Boer opgevolgd. Toch bleefhij verbonden aan het koor en gafhij met zijn heldere stem zijn beste krachten eraan. Tijdens de eerste radio-uitzending, die vanafUrk over Urk werd uitgezonden op 12 maart 1928, zong ook het mannenkoor ‘Halleluja’ onder zijn leiding, doordat de toenmalige directeur afwezig was. De laatste jaren van zijn leven had hij bij uitvoeringen en optredens van dit koor een ereplaats. Ook bezocht hij altijd de jaarverslagen van dit koor. Op de jaarvergadering van ‘Halleluja’ van 22 januari 1947 werkte hij mee aan het programma. Hij bracht solo twee liederen ten gehore; hij was toen 93 jaar. De aanwezigen werden getroffen door de twee verzen die hij zong, het ene was uit Psalm 104 vers 17:

‘Ik zal, zolang ik’t levenslicht geniet, Gods mogendheid verheffen in mijn lied, Ik zal mijn God met lofgezangen eren, Terwijl ik nog op aarde magverkeren, Mijn aandacht zal op Hem gevestigd staan, En met vermaak Zijn grootheid gadeslaan, Ik zal mij in den God mijns heils verblijden, En dag op dag aan Hem mijn Psalmen wijden.’

Daarna zong hij uit de bekende ‘Hazeu’-liederen, nummer 19:
‘Voelt g’ u, mijn ziel, met schuld beladen, Drukt u de last der zonde neer, Zoudt gij bezwijken op uw paden? Daar is een rustplaats bij uw Heer.’
Nadat de oude zanger deze twee liederen had gezongen, bedankte voorzitter A. Kapitein de oude voortrekker der zangers in welgekozen woorden, waarna ‘Halleluja’ hem toezong: ‘Dat ’s Heeren zegen op u daal.’
Aan het eind van dit artikel over Gerrit de Boer, kunnen wij hem niet anders dan dankbaar zijn voor wat hij op het gebied van de zang heeft gedaan voor Urk.
21