Begeleiden van sporters en gasten
c. Geef bij elke uitdrukkingsvaardigheid met twee voorbeelden aan hoe je deze gebruikt.
k op st yr en ig ht be Co Bo eld nc om n ep og t be n ro iet ep d so efi nd nit er ief w . ijs
d. Beschrijf ook waarom je deze vaardigheden op deze manier gebruikt.
Manieren van begeleiden
Als medewerker sport en recreatie begeleid je sporters en gasten individueel en in groepen. Iedere sporter, gast of groep heeft zijn eigen kenmerken en vraagt een passende manier van begeleiden. Er zijn verschillende manieren waarop je kunt begeleiden: participerend of niet-participerend en autoritair of laisser-faire.
Te
Participerend en niet-participerend Bij een participerende begeleiding doe je als begeleider zelf ook mee aan de activiteit. Je staat dus niet aan de zijlijn, maar doet mee. Bij een niet-participerende begeleiding doe je zelf niet mee aan de activiteit. Je legt uit en begeleidt daar waar nodig.
C
Participerend begeleiden.
24