
4 minute read
Feitenreconstructie 2017-2022
NCG geen grip op de zogenoemde ‘werkvoorraad’. Kuijpers verklaart in zijn openbaar verhoor dat het Rijk zich onvoldoende de impact van de reorganisatie voor de NCG heeft gerealiseerd.323
Dat de transitie van de NCG naar een uitvoeringsorganisatie en het versnellen van de versterking eenvoudiger is gezegd dan gedaan, blijkt ook uit het jaarverslag van de NCG over 2019. Waar begin 2019 nog op diverse plekken werd gesteld dat 2019, na het ‘transitiejaar 2018’ het ‘jaar van de uitvoering’ zou moeten worden, schrijft Spijkerman in het voorwoord van het jaarverslag: “2019 was het jaar van verandering voor de Nationaal Coördinator Groningen”. Hij benadrukt dat het samenvoegen van het CVW en de NCG een ‘enorme inspanningskracht’ van alle betrokken partijen heeft gevraagd, maar dat men nu wel op de goede weg is.
Advertisement
De voortgangscijfers over 2019 bevestigen het beeld van een moeizaam jaar in de uitvoering. 2.200 huizen hebben in 2019 een opname gehad, 1.013 zijn beoordeeld, en bij 488 huizen is de versterking in 2019 afgerond (zie themahoofdstuk VIII voor een cijfermatig overzicht van de voortgang van de versterkingsoperatie).324 De zo gewenste versnelling in de versterking is daarmee nog niet tot stand gekomen. Bij aanbieding van het jaarverslag over 2019, in juni 2020, aan de Tweede Kamer merkt minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ollongren echter wel op dat er belangrijke stappen zijn gezet om wel degelijk tot versnelling te komen. Zij wijst op het Versnellingspakket dat op 23 januari 2020 door het Bestuurlijk Overleg is vastgesteld en diverse maatregelen beschrijft om de doorlooptijd van de versterkingsoperatie te verkorten (zie hierover paragraaf 9.4.11). Ook geeft Ollongren aan dat de NCG inmiddels een online dashboard heeft gepubliceerd met daarin de cijfermatige stand van zaken van de versterkingsoperatie. Het dasboard wordt maandelijks geüpdatet, en biedt daarmee, publiekelijk, duidelijk inzage in de voortgang van de versterking.325
Gemeenten als opdrachtgever; onduidelijkheid bij NCG over aansturing De derde grote wijziging die wordt doorgevoerd met het publiek organiseren van de versterkingsoperatie, betreft de rol van de gemeenten. Zoals vastgelegd in het Besluit Versterking Gebouwen worden de gemeenten opdrachtgever van de NCG. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ‘eigenaar’. Hoe die verschillende rollen zich tot elkaar verhouden, blijkt een zoektocht voor iedereen.
Uit een verslag van een managementteam-overleg blijkt dat de NCG in de praktijk ervaart dat de organisatie feitelijk twee opdrachtgevers heeft, waarbij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de kaders vaststelt en de gemeenten de plannen invult. “Daar zit licht tussen”, constateert men in de vergadering.326 Het stelt de NCG voor een ingewikkelde uitdaging, die vragen oproept over hoe de verhoudingen in de praktijk vorm krijgen. Ook op andere momenten komt dit punt naar voren. De NCG worstelt met de vraag in hoeverre veiligheid het leidende uitgangspunt moet zijn in de versterkingsoperatie, en hoe dat zich verhoudt met rechtsgelijkheid. De NCG lijkt hier tegenstrijdige signalen over te krijgen van enerzijds het ministerie en anderzijds de regionale overheden. In een managementteam-overleg in juni 2020 wordt gesteld dat de directeur zich ervoor gaat inzetten dat de NCG een heldere opdracht krijgt. “De NCG moet niet de boksbal worden”, zo wordt genoteerd in de notulen.327 En enkele maanden later constateert de NCG opnieuw dat er van twee kanten aan de organisatie wordt getrokken: “aan de ene kant wordt een crisisaanpak van de NCG gewenst, maar aan de andere kant moet maatwerk geleverd worden. Dat knelt en leidt tot vertraging. Daarnaast wordt de gebiedsgerichte aanpak straks waarschijnlijk het uitgangspunt, wat weer wrijving geeft met de veiligheid”.328
Dat de rolverdeling tussen NCG, gemeenten en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties behoorlijk ingewikkeld is voor de NCG, verklaart directeur Spijkerman in zijn openbaar verhoor. “Ik ben ruim drieënhalf jaar algemeen directeur geweest en dat is continu voor mij ook wel een worsteling geweest. Dat was ook continu mijn vraag. Ik heb twee opdrachtgevers.” Spijkerman stelt dat de eigenaarsrol bij de secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ligt, maar dat de directeur-generaal van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een opdrachtgeversrol heeft, net als de gemeenten. Hij wijst erop dat het ook voor gemeenten erg zoeken is, naar hoe zij die rol als opdrachtgever moeten invullen. Volgens Spijkerman hebben vele gesprekken daarover plaatsgevonden tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en regio, maar heeft het nooit tot heldere overeenstemming geleid. De consequentie daarvan is volgens Spijkerman niet dat het de voortgang of de uitvoering stillegt, maar wel dat zodra het ingewikkeld wordt, de vraag boven komt wie er eigenlijk over gaat. En dan speelt toch vooral het geld een rol: wie beheert de zak met geld (voornamelijk Rijksgeld)? Hij wijst op de vele en lange overleggen, waarbij altijd maar gezocht moet worden naar consensus, zonder dat echt helder is wie de knoop mag doorhakken: “Het was onduidelijk waar je zeg maar je handtekening kon halen”, met als gevolg dat het voor de uitvoerder, de NCG, soms langer duurde voordat er helderheid is, en dus levert dat vertraging op, stelt Spijkerman.329
Het waren ook twee opdrachtgevers, maar je moet dan duidelijk hebben waar de ene opdrachtgever van is en waar de andere opdrachtgever. Dat bleef eigenlijk een schemergebied.
Openbaar verhoor Peter Spijkerman, 29 september 2022
Minister Ollongren herkent het beeld dat Spijkerman maar deels, zo blijkt uit het openbaar verhoor. Ollongren stelt dat de NCG ruim uitvoeringsruimte kreeg, ‘een ruim mandaat’, om eigen beslissingen te nemen. Dat de NCG wel knelpunten ervoer, bijvoorbeeld op financieel gebied, beaamt Ollongren. Zij benadrukt dat juist het overleg ook heel belangrijk is, en dat de constructie heel verdedigbaar is. “Het is misschien makkelijk als je bepaalde stappen zou kunnen overslaan, maar voor het beste resultaat was het ook belangrijk om met die gemeenten samen te werken.”330
327 NCG. Verslag MT-overleg, 8 juni 2020.
328 NCG. Verslag MT-overleg, 31 augustus 2020.
329 Verslag openbaar verhoor van de heer Spijkerman, 29 september 2022.
330 Verslag openbaar verhoor van mevrouw Ollongren, 30 september 2022.