16 minute read

Feitenreconstructie 2017-2022

IMG gaat alle schades afhandelen

De Tijdelijke wet Groningen treedt op 1 juli 2020 in werking. Op dat moment stopt de TCMG en start het IMG. Het IMG is een onafhankelijk en zelfstandig bestuursorgaan dat schade afhandelt, veroorzaakt door bodembeweging door de gaswinning in het Groningenveld en de gasopslag in Norg. Net als de TCMG is het IMG gebonden om de schade te beoordelen op basis van het civiele aansprakelijkheidsrecht en het schadevergoedingsrecht. Op grond van artikel 1 van de Tijdelijke wet Groningen kan het IMG alle vormen van schade afhandelen die zijn ontstaan door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag bij Norg. Verder merkt het IMG de kosten, die de gedupeerde maakt om de schade vast te laten stellen én deze schade te verhalen, aan als schade die voor vergoeding in aanmerking komt.

Advertisement

Naast fysieke schade kan het IMG ook oordelen over schade als gevolg van waardedaling en over immateriële schade en kan het Acuut Onveilige Situaties beëindigen. En anders dan de TCMG kan het IMG ook oordelen over schade aan industriegebouwen en industriële werken. Deze objecten waren uitgezonderd in het Besluit Mijnbouwschade Groningen, maar niet langer in de Tijdelijke wet Groningen.

Het IMG moet net als zijn voorganger, de TCMG, onafhankelijk, rechtvaardig en ruimhartig schade afhandelen en krijgt daarbovenop de taak voor een aantal nieuwe regelingen werkwijzen vast te stellen. Het IMG schrijft op de website: “De opdracht van het IMG is om onafhankelijk, rechtvaardig, ruimhartig en voortvarend mijnbouwschade af te handelen. Het IMG moet dat doen met oog voor de menselijke maat. Zodat Groningers en Drenten het vertrouwen in de overheid en de rechtsstaat weer terugkrijgen. Het volbrengen van deze opdracht wil het IMG doen door zijn taak uit te voeren. Het IMG blijft zijn taak uitvoeren zolang er schade door bodembeweging in het Groningenveld en de gasopslag Norg blijft bestaan.”260

Het IMG is niet gebonden aan een budget. De kosten van de schadeafhandeling door het IMG brengt de minister van Economische Zaken en Klimaat via een heffing bij de NAM in rekening, omdat de NAM aansprakelijk is voor de schade (zie paragraaf 9.4.14).

9.4.3

Een proces op maat voor afhandeling fysieke schade

Maatwerk in schadeafhandeling

Het IMG zet de lijn van de TCMG voort bij de schadebeoordelingen van fysieke schade aan gebouwen. Het IMG behandelt de schademeldingen volgens een vaste procedure. Bij de schadeafhandeling is ervoor gekozen om voor vrijwel alle gevallen een individuele (maatwerk) beoordeling te doen. Dat betekent dat IMG een deskundige benoemt, dat die deskundige over het algemeen de schade ter plekke opneemt en een advies opstelt, waarna IMG het advies beoordeelt en tot een beslissing komt. Dit is de ‘maatwerk’-werkwijze (zie tekstkader 9.9).

Tekstkader 9.9 Stappen beoordeling schade aan gebouw261

• Stap 1: Melding doen: U meldt uw schade via onze website www. schadedoormijnbouw.nl of telefonisch via 0800-4444111. U levert zo veel mogelijk informatie aan. Bijvoorbeeld wat u weet over het eigendom, het gebruik van het pand, de oorzaak en een omschrijving van de schade.

• Stap 2: Bevestiging: U ontvangt binnen een week een bevestiging van uw schademelding. Ondertussen gaan wij alvast aan de slag met het voorbereiden van de vervolgstappen in de procedure.

• Stap 3: Deskundige en zaakbegeleider: We bepalen op basis van een eerste inschatting of er voor de schadeafhandeling specifieke kennis nodig is en welke. Bijvoorbeeld kennis over flats, monumenten, bedrijfspanden, agrarische bedrijven of woningen. Vervolgens stellen we een onafhankelijke deskundige voor. Ook wijzen we u een persoonlijk zaakbegeleider toe. Die begeleidt u tijdens de procedure.

• Stap 4: Zienswijze op deskundige: De onafhankelijke deskundige is een belangrijk persoon in de procedure. Als u het niet eens bent met de voorgestelde deskundige, omdat u twijfelt aan de deskundigheid of partijdigheid, kunt u een zienswijze op de voorgestelde deskundige geven. Als u binnen twee weken met gegronde redenen verzoekt om een andere deskundige, dan kunnen we een andere onafhankelijke deskundige aanwijzen.

• Stap 5: Schade-opname: We plannen een afspraak voor een schade-opname. De zaakbegeleider is daarbij aanwezig, als u dat wilt. De schade-opname wordt uitgevoerd door een aannemer, een schade-opnemer of een onafhankelijke deskundige, al naar gelang uw wensen en de karakteristieken van uw gebouw of object met schade. De onafhankelijke deskundige gaat in alle gevallen na de schade-opname aan de slag met een advies over de schadeoorzaak en -omvang.

• Stap 6: Opleveren adviesrapport: Wij controleren of de foto’s in het adviesrapport goed staan en de teksten leesbaar zijn. Vervolgens stellen we het adviesrapport online aan u beschikbaar via uw Mijn Dossier.

• Stap 7: Reactie op adviesrapport: Als het adviesrapport beschikbaar is in uw Mijn Dossier heeft u twee weken de tijd om mondeling of schriftelijk te reageren. Deze termijn kunnen we op uw verzoek verlengen. Als u niet reageert, gaan we ervan uit dat u akkoord bent met het adviesrapport.

• Stap 8: Voorbereiden besluit: We bereiden uw aanvraag voor op besluitvorming door alle stukken in een dossier samen te brengen. Bijvoorbeeld uw aanvraagformulier, het adviesrapport en een eventuele zienswijze. Als op basis van uw zienswijze een aanpassing van het adviesrapport nodig is, gebeurt dat in deze fase van de procedure. Dus voorafgaand aan het besluit.

Boek 4

Feitenreconstructie 2017-2022

• Stap 9: Besluit: Het IMG neemt een besluit. Daarin staat of u schadevergoeding krijgt en reageren we op een eventuele zienswijze. U ontvangt het besluit per brief. Bij een toekenning van uw aanvraag krijgt u binnen twee weken het geld op uw rekening gestort.

• Stap 10: Herstel: Met de schadevergoeding kunt u de herstelwerkzaamheden bekostigen en daartoe bijvoorbeeld een aannemer inschakelen.

Op 1 juli 2020 legt het IMG de procedure en werkwijze vast in een document: Procedure en werkwijze Instituut Mijnbouwschade Groningen. In vrijwel alle gevallen beoordeelt het IMG de schade met de uitgebreide procedure waarbij opname en beoordeling van de schade plaatsvindt, gevolgd door een advies, de mogelijkheid van de schademelder om op dat advies een zienswijze te geven en tot slot een besluit. Dit noemt het IMG de maatwerkprocedure. Net als de TCMG, maakt het IMG gebruik van onafhankelijke deskundigen voor het opnemen en beoordelen van de schademeldingen. Voor de uitvoering van opname en beoordeling stelt het IMG de Praktische uitwerking van de Tijdelijke wet Groningen voor deskundigen op.262 Deze praktische uitwerking bevat een beoordelingsschema dat de deskundige volgt. Deze Praktische uitwerking voor deskundigen wordt enkele keren aangepast.

Naast de uitgebreide maatwerkprocedure creëerde eerst de TCMG en nu het IMG voor beperkte schade de mogelijkheid een vaste vergoeding aan te vragen. In 2019 biedt de TCMG een beperkte groep gedupeerden de mogelijkheid om een vaste vergoeding te kiezen – de stuwmeerregeling (zie paragraaf 9.4.1). Vanaf november 2021 biedt het IMG bewoners die voor het eerst schade melden de mogelijkheid voor een vaste vergoeding van €5.000. Bij die procedure vindt geen schadeopname plaats en voldoet het eigen bewijsmateriaal van de gedupeerde (zie paragraaf 9.4.7).

Zoals eerder in dit hoofdstuk vermeld, zijn de werkzaamheden van het IMG niet beperkt tot het afhandelen van fysieke schades. Op basis van de Tijdelijke wet Groningen kijkt het IMG ook naar andere soorten schade: schade door waardedaling van de woning (paragraaf 9.4.4) en immateriële schade (paragraaf 9.4.5).

9.4.4 Waardedalingsregeling ook voor niet verkochte woningen

De discussie over de schade door waardedaling van woningen speelt al vanaf 2013 (zie paragraaf 5.4.1 van hoofdstuk 5). Er komt een waardedalingsregeling voor woningen, maar deze leidt alleen tot een vergoeding als de woning daadwerkelijk verkocht wordt en de prijs onder de waarde ligt die verwacht zou mogen worden zonder het risico van aardbevingen. De NAM voert deze regeling uit. In deze paragraaf wordt toegelicht hoe deze regeling uiteindelijk uitgebreid wordt naar ook onverkochte woningen.

NAM aansprakelijk voor waardevermindering

In 2013 wordt de Stichting Waardevermindering door Aardbevingen Groningen (Stichting WAG) opgericht. Deze stichting verenigt huiseigenaren die te maken hebben met waardevermindering van onroerend goed als gevolg van aardbevingen door gasboringen. Stichting WAG spant samen met een aantal woningcorporaties een zaak aan tegen de NAM. Op

2 september 2015 doet de Rechtbank Noord-Nederland hierin uitspraak: de rechtbank acht de NAM aansprakelijk voor waardevermindering van onroerende zaken die liggen in het gebied waar aardbevingen ten gevolge van gaswinning door de NAM voorkomen.263 Schade bestaand uit waardevermindering van onroerende zaken komt volgens de rechtbank voor vergoeding in aanmerking. Ook woningeigenaren die hun woningen (nog) niet hebben verkocht en waar nog geen sprake is van fysieke schade aan die woningen, kunnen aanspraak maken op een

263 Rechtbank Noord-Nederland 2 september 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:4185.

Boek 4

Feitenreconstructie 2017-2022

vergoeding. De uitspraak is bij hoger beroep op 23 januari 2018 definitief geworden en vormt de aanleiding om te komen tot een nieuwe waardedalingsregeling.

Commissie-Hammerstein adviseert over compensatie voor waardedaling Minister Wiebes besluit in september 2018 om een onafhankelijke commissie in het leven te roepen, om hem te adviseren over hoe waardedaling het beste publiek kan worden afgehandeld: de Adviescommissie waardedaling woningen aardbevingsgebied Groningen, kortweg de commissie-Hammerstein. Dit doet de minister op basis van de wens van de Tweede Kamer en naar aanleiding van de door Stichting WAG aangespannen en gewonnen zaak tegen de NAM.

Op 23 april 2019 volgt een brief aan de Tweede Kamer van minister Wiebes met het advies van de commissie. Wiebes schrijft dat hij het commissieadvies verder uit gaat werken: “Ik ben de adviescommissie zeer erkentelijk voor het advies. Met de adviescommissie ben ik van mening dat de onzekerheidsmarge in het voordeel van de gedupeerde dient te zijn. De wijze waarop de adviescommissie hier invulling aan geeft, acht ik adequaat. Ook onderschrijf ik dat compensatie voor waardedaling in principe eenmalig dient plaats te vinden, behoudens nieuwe omstandigheden die de waardedaling weer fors doen stijgen. Dit eenmalige karakter brengt met zich mee dat terugbetaling niet hoeft plaats te vinden, hetgeen onzekerheid bij de bewoners voorkomt. Ten slotte draagt ook het gebruik van één peildatum voor alle gedupeerden bij aan het voorkomen van onzekerheid of onduidelijkheid. Kort samengevat biedt het advies mijns inziens een solide basis voor het afhandelen van schade voor waardedaling.”264

De commissie-Hammerstein komt op 14 november 2019 met een vervolgadvies aan het kabinet en adviseert om bij de vaststelling van schade de WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2019 te hanteren.265

Er zijn verschillende methodes ontwikkeld om waardedaling te kunnen berekenen. De commissie heeft zeven verschillende methoden beoordeeld om het waardeverschil te bepalen en adviseert om gebruik te maken van de methode van Atlas voor gemeenten. 266 De schadeintensiteit speelt in deze methode een rol bij het vaststellen van het gebied waarop de regeling van toepassing is (begrenzing). Vervolgens wordt aan de hand van het aantal aardbevingen de hoogte van het percentage waardedaling bepaald. Het percentage is opgebouwd uit het ‘imago-effect’ voor de ligging in het aardbevingsgebied (vast percentage) en het ‘bevingseffect’ (percentage per beving in het postcodegebied van de woning).267

Het Gasberaad had de voorkeur voor een alternatieve methode (methode van professor De Kam/Invisor), maar dit standpunt wordt niet gevolgd: “Het IMG volgt bij het opstellen van deze regeling volledig het advies van de Commissie Hammerstein. De methode Atlas voor gemeenten

264 Kamerstuk II 2018/19, 33529, nr. 608.

265 Bijlage bij Kamerstuk II 2019/20, 33529, nr. 696.

266 De zes en later zeven andere onderzochte methoden bleken niet bruikbaar. De methode van Atlas voor gemeenten werd in opdracht van de NAM ook al jaarlijks gehanteerd voor de selectie van de referentiegebieden ten behoeve van de toepassing van de Waardedalingsregeling van de NAM.

267 Op de website van het IMG is een korte samenvatting van de methode te vinden: https://www.schadedoormijnbouw.nl/ waardedalingsregeling/methodiek is daarin als meest geschikte rekenmethode beoordeeld. Het IMG leunt zwaar op het advies van de commissie Hammerstein vanwege de grote complexiteit van de methodes”.268 Het IMG geeft op zijn website uitleg over zijn afweging: “[Zo, red.]als gezegd heeft de Adviescommissie waardedaling bij herhaling geconcludeerd dat de methode van Atlas voor gemeenten –ruimschoots – het meest geschikt is om de waardedaling te vergoeden. Het IMG ziet geen reden om te twijfelen aan de juistheid van dat advies. De methode van Invisor geeft daar ook geen aanleiding toe”.269

Is het mogelijk de definitieve waardedaling te bepalen?

In de tussentijd is de Hoge Raad in zijn prejudiciële beslissing van 19 juli 2019 ook ingegaan op het aspect waardedaling. De Hoge Raad overweegt dat in het Groningenveld geen sprake is van een geofysisch voldoende stabiele toestand en is van oordeel dat de omvang van de waardedalingsschade afhankelijk is van nog niet voldoende bepaalbare gebeurtenissen of omstandigheden in de toekomst. De Hoge Raad komt vervolgens tot de conclusie – anders dan de rechtbank en het hof in eerdere zaken – dat het [abstract] begroten van de schade op dit moment in het algemeen nog niet mogelijk is. De schade kan volgens de Hoge Raad pas begroot worden indien sprake is van een geofysisch voldoende stabiele toestand. De Hoge Raad geeft aan ‘dat zijn oordeel berust op de toepasselijke regels van burgerlijk recht’, maar lijkt zeer goed te begrijpen dat deze uitleg van de wet onbevredigend is voor de gedupeerden. De Hoge Raad voegt namelijk aan zijn oordeel toe: “Dit laat onverlet dat de rechter de mogelijkheid heeft om in zaken als de onderhavige aan de benadeelde een voorschot toe te kennen, indien dit gelet op de omstandigheden van het geval in de rede ligt, waarvan sprake is als voldoende aannemelijk is dat door de benadeelde uiteindelijk schade zal worden geleden”. Hiermee biedt de Hoge Raad dus aanknopingspunten voor lagere rechters en de overheid om waardedaling wel degelijk te kunnen vergoeden voordat sprake is van een geofysisch voldoende stabiele toestand of van verkoop.

In aanvulling op het advies over de te hanteren methode is de commissie-Hammerstein op verzoek van minister Wiebes ook ingegaan op wat de Hoge Raad in 2019 stelt in de beantwoording van prejudiciële vragen. Kort gesteld: op welke wijze kan de omvang van de waardedaling vastgesteld en uitbetaald worden, als nog onzeker is wat de (definitieve) waardedaling gaat zijn. Minister Wiebes schrijft hierover in een brief aan de Tweede Kamer van 14 november 2019: “Ten aanzien daarvan adviseert de adviescommissie dat compensatie voor waardedaling los van de verkoop in 2020 kan plaatsvinden, omdat het besluit tot het versneld stopzetten van de gaswinning van 10 september jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 678) leidt tot verminderde seismische risico’s. Dit betekent dat de commissie geen belemmering ziet om binnen afzienbare tijd over te gaan tot uitkering van vergoeding van schade door waardedaling. Dit laat onverlet dat zich nieuwe aardbevingen kunnen voordoen die invloed kunnen hebben op de waarde van woningen in het aardbevingsgebied. Indien de waardedaling van woningen als gevolg daarvan substantieel toeneemt dan dienen daarvoor nieuwe voorzieningen getroffen worden, zo oordeelt de adviescommissie.” Wiebes besluit dat de nieuwe regeling ingevoerd kan

268 Groninger Gasberaad (augustus 2020).

269 Meer informatie is te vinden op: https://www.schadedoormijnbouw.nl/waardedalingsregeling/methodiek/waarom-deze-methodiek/ afwegingen-bij-invisor

Boek 4

Feitenreconstructie 2017-2022

worden, ook voor onverkochte woningen en ook als nog niet definitief duidelijk is wat de totale waardedaling zal zijn.270

Nieuwe Waardedalingsregeling ook voor onverkochte woningen Sinds 1 september 2020 past het IMG de Waardedalingsregeling toe en kunnen woningeigenaren bij het IMG digitaal een verzoek indienen voor schadevergoeding bij waardedaling van hun woning. De Waardedalingsregeling is bedoeld voor eigenaren van woningen waarbij in de periode waarin zij eigenaar waren, een verschil in waarde is opgetreden doordat de woning ligt in het gebied waar aardbevingen uit het Groningenveld voorkomen. In tegenstelling tot de oude regeling geldt deze nieuwe regeling ook voor eigenaren van onverkochte woningen. De nieuwe regeling is van toepassing op ruim 90.000 woningen. Sinds 1 juli 2021 is het ook mogelijk bij het IMG een aanvraag in te dienen voor verkochte bedrijfspanden en andere verkochte panden (zonder woonbestemming) in de voormalige gemeenten Loppersum en Appingedam.

Tijdens een Kamerdebat op 15 december 2020 over wijziging van de Mijnbouwwet dienen Kamerleden een paar moties in die gaan over de Waardedalingsregeling. De Kamer wil de rechtsongelijkheid die is ontstaan tussen de oude en de nieuwe regeling ongedaan maken (gedupeerden die eerder toen de NAM de regeling nog uitvoerde een bedrag accepteerden en hierdoor met de nieuwe regeling slechter af zijn). De motie-Sienot c.s. wordt met algemene stemmen aangenomen:

• “constaterende dat de nieuwe waardedalingsregeling heeft geleid tot een gevoel van onrecht bij een groep burgers die eerder akkoord zijn gegaan met een bod van de NAM;

• overwegende dat mensen recht moet worden gedaan;

• overwegende dat op basis van ontvangen casuïstiek zorgvuldig onafhankelijk onderzoek nodig is, waarvan de resultaten worden verwacht in maart 2021;

• verzoekt de regering, uiterlijk 15 april het onderzoek met een appreciatie aan te bieden aan de Kamer en daarin helderheid voor bewoners te geven of er aanvullende compensatie nodig is voor bewoners die een regeling met de NAM hebben getroffen;

• verzoekt de regering, om nadat de appreciatie is besproken in de Kamer, zo spoedig mogelijk de (voormalig) bewoners die gebruik hebben gemaakt van het bod van de NAM, te informeren over eventuele vervolgstappen”.271

Afloop van de zaak van Stichting Waardedaling Aardgaswinning Groningen (WAG)

Na de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland op 2 september 2015 dat de NAM aansprakelijk is voor waardedaling van onroerende zaken in aardbevingsgebieden, gaat de NAM hiertegen in hoger beroep. Ook het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt op 23 januari 2018 dat het mogelijk is om de waardevermindering los van verkoop vast te stellen.272 Ook volgens het Hof kunnen woningeigenaren die hun woning (nog) niet hebben verkocht dus aanspraak maken op vergoeding van schade door waardevermindering vanwege de gaswinning. De NAM en de minister van Economische Zaken en Klimaat willen een regeling voor de gehele groep getroffen bewoners, niet alleen voor de WAG-eisers. Deze regeling komt er zoals eerder in deze paragraaf beschreven. Uiteindelijk maken 1.000 eisers op 7 mei 2021 gebruik van deze publieke regeling van het IMG (dit betreft de door het IMG gebruikte methodiek; zie de website van het IMG).273

270 Kamerstuk II 2019/20, 33529, nr. 696.

271 Kamerstuk II 2020/21, 35462, nr. 11.

272 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 januari 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:618.

Over de hoogte van de schadevergoeding voor de overige eisers procedeert de Stichting WAG nog door tegen de NAM in een zogeheten ‘schadestaatprocedure’. Medio mei 2022 wordt bekend dat Stichting WAG wil stoppen met deze rechtszaak tegen de NAM. Dit stoppen wordt definitief nadat de deelnemers in een jaarvergadering op 18 mei 2022 akkoord zijn gegaan met het bestuursvoorstel om de juridische procedures te beëindigen. Het zou een ‘verhitte’ ledenvergadering zijn geweest.274 De NAM ‘koopt de zaak af’: “Het bestuur wil niet ingaan op het bedrag dat de NAM betaalt aan Stichting WAG, maar meerdere huiseigenaren bevestigen dat het gaat om 1,8 miljoen euro. In totaal kostte het proces 3,7 miljoen euro, waarvan nog 2 miljoen euro open staat. Met de 1,8 miljoen euro kan bijna het volledige gat worden gedicht”.275 Het bestuur adviseert haar leden om een aanvraag voor waardedaling in te dienen bij het IMG. Op dat moment heeft de stichting nog 1.340 leden en hebben inmiddels 1.850 voormalige leden gekozen om gebruik te maken van de Waardedalingsregeling van het IMG.276

Aanpassing Waardedalingsregeling door herstel woningmarkt Inmiddels zou de woningmarkt in Groningen volgens het IMG dermate hersteld zijn, dat de waardedaling van woningen in Groningen is afgenomen en dat de Waardedalingsregeling aangepast kan worden. Het IMG baseert zich hierbij op nieuw onderzoek van Atlas Research over de waardedaling.277 Bij nieuwe aanvragen wordt enkel nog met nieuwe veelal lagere percentages gerekend. Er geldt vanaf april 2022 tot 31 december 2022 een overgangsperiode.

“Vanaf 1 januari 2023 gaat het IMG de vergoeding voor waardedaling berekenen aan de hand van een geactualiseerde rekenmethode. Iedereen die nu een aanvraag kan doen, wordt aangeraden dit nog vóór 1 januari 2023 te doen. Tot 1 januari geldt een overgangsperiode. Na 1 januari 2023 wordt de nieuwe berekening gebruikt om de vergoeding te bepalen.”278

De totale omvang van de regeling zoals die gold tussen 2020 en 2022 (dus de nieuwe regeling tot het moment van de aanpassing) is hiermee ook bekend. Tabel 9.4 geeft het totale aantal aanvragen en toekenningen. Van de ruim 95.000 aanvragen zijn er ruim 67.000 goedgekeurd. In totaal gaat het om een schade-uitkering van 513 miljoen euro.

273 IMG (n.d. H9).

274 Levy & Kolthof (19 mei 2022).

275 RTV Drenthe (18 mei 2022).

276 Levy (17 mei 2022).

277 Voorheen Atlas voor Gemeenten.

278 IMG (15 december 2022).

Boek 4

Feitenreconstructie 2017-2022

IMG werkt aan een regeling voor immateriële schade Het IMG kan op grond van artikel 1 van de Tijdelijke wet Groningen ook een immateriële schadevergoeding toekennen. De TCMG mocht dat niet. Op 2 december 2019 brengt de commissie Verheij – bestaande uit hoogleraren Albert Verheij, Marc Loth en Willem van Boom – op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een advies uit over de vraag hoe het IMG immateriële schadevergoedingen kan gaan toekennen.280 De kwartiermaker van het IMG (die daarna ook voorzitter wordt) Bas Kortmann reageert in een brief op 20 januari 2020 op dit advies en plaatst daar een aantal kanttekeningen bij. Kortmann betrekt de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 17 december 2019 in zijn brief (zie tekstkader 9.10). Hij constateert dat er verschillen bestaan tussen de benaderingen van de commissie-Verheij en het Hof Arnhem-Leeuwarden. In zijn brief schetst Kortmann de eerste contouren voor een werkwijze van het IMG. De minister van Economische Zaken en Klimaat informeert de Tweede Kamer bij brief van 21 februari 2020 over het advies van de commissieVerheij en de reactie van Kortmann.281

Tekstkader 9.10 Jurisprudentie over immateriële schade

In 2014 start een groep Groningers een rechtszaak tegen de NAM waarin zij vergoeding van immateriële schade eisen. Het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt op 17 december 2019 dat de NAM aansprakelijk is voor immateriële schade en aantasting van het woongenot door aardbevingen. Het hof stelt een kader op waarmee de schadevergoeding wordt vastgesteld volgens een systeem dat gekoppeld is aan het aantal schademeldingen. Het hof bepaalt dat eisers bij wie minimaal eenmaal fysieke schade aan de woning is vastgesteld, recht hebben op vergoeding van vermogensschade vanwege gemist woongenot. Daarvoor is wel nodig dat zij eigenaar of huurder zijn van de beschadigde woning. Eisers bij wie minimaal tweemaal fysieke schade aan de woning is vastgesteld, hebben daarnaast recht op smartengeld. Dat smartengeld bedraagt minimaal €2.500 per persoon.282 Tegen deze uitspraak van het hof gaat de NAM in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad besluit op 15 oktober 2021 dat de uitspraak van het hof in stand blijft.

279 2022 betreft een voorlopig cijfer.

280 Verheij et al. (december 2019).

281 Kamerstuk II 2019/20, 33529 nr. 725.

De uitwerking van de regeling voor vergoeding van immateriële schade laat vervolgens op zich wachten. In het jaarverslag 2020 verzucht het bestuur van het IMG: “We vinden het een worsteling om een uitweg te vinden uit het dilemma om overeenkomstig het civielrecht en het aansprakelijkheidsrecht de aansprakelijkheid van de NAM af te wikkelen en tegelijk een vergoeding te bieden voor leed en verdriet voor grote aantallen Groningers. De regeling moet laagdrempelig én juridisch juist zijn, onze besluiten moeten daarbij erkenning en genoegdoening bieden. Maar gezien de beperkingen die de wet ons oplegt, zal lang niet iedereen een vergoeding krijgen. Bovendien is die beperkt van omvang. Het verder moeten uitwerken hiervan leidde ertoe dat de regeling niet in 2020 startte, maar richting de zomer van 2021 wordt verwacht.”283

Het IMG richt de regeling voor immateriële schade vervolgens in op basis van een advies van landsadvocaat Pels Rijcken van april 2021. Het advies benoemt de uitkomsten van de commissie-Verheij, de algemeen gangbare Nederlandse praktijk rond smartengeld en de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden en komt vervolgens tot een systeem voor beoordeling van de immateriële schade.284 Het IMG hanteert bij de regeling voor immateriële schade vijf bouwstenen. Vier bouwstenen richten zich op feitelijke gegevens die het IMG zelf kan vaststellen. Het gaat daarbij om de omvang van schade, de veiligheid van de woning, de locatie en de doorlooptijd van de schadeafhandeling. Voor die vier bouwstenen bepaalt het IMG hoe zwaar die meewegen. Hoewel die bouwstenen volgens het IMG kenmerkend zijn voor de situatie van veel Groningers en Drenten, kunnen er natuurlijk andere, bijzondere omstandigheden aan de orde zijn die ook van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de persoonsaantasting. Daarom kent de regeling een vijfde bouwsteen, die tot doel heeft andere, bijzondere (persoonlijke) omstandigheden in kaart te brengen. Met behulp van de vijf bouwstenen bepaalt het IMG in hoeverre er sprake is van immateriële schade. De IMG hanteert een indeling in vier categorieën van persoonsaantasting met een daarbij behorende vergoeding zoals weergeven in tabel 9.5.

282 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 17 december 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:10717.

This article is from: