
8 minute read
Feitenreconstructie 2017-2022
het Rijk de opdracht om te “borgen” dat in de nieuwe versterkingsaanpak NAM geen invloed meer heeft.367
Besluit versterking gebouwen
Advertisement
In het bestuurlijk overleg van 11 maart 2019 worden uiteindelijk een aantal knopen doorgehakt over de nieuwe aansturing en organisatie voor de versterking. Dat dit een belangrijk moment is, blijkt uit de geannoteerde agenda die minister Wiebes meekrijgt van zijn ambtenaren: “Het overleg heeft de potentie om een positieve draai te geven aan het Groningendossier: ondertekening van 3 akkoorden/convenanten (NPG, zorg, batch 1588), akkoord op uitgangspunten van de governance en de inpassingskosten en vertrouwen in de capaciteitsaanpak. In dat opzicht is het voor alle partijen en voortgang van niet te onderschatten belang dat dit overleg een succes wordt. De voorbereiding is met grote inzet van velen aangepakt. Het gevoel van momentum is groot en bij een eventuele mislukking zal dit een behoorlijke terugslag geven”.368
Zoals voorgenomen worden in het bestuurlijk overleg drie convenanten afgesloten: voor batch 1.588 (zie tekstkader 8.9) het zorgprogramma en de bestuursovereenkomst Nationaal Programma Groningen (zie paragraaf 8.5.3) Er worden tevens afspraken gemaakt over de capaciteit en de afgesproken inzet om die capaciteit te vergroten, over inpassingskosten en over een versnellingsaanpak. Ook worden de uitgangspunten voor de governance van de versterking vastgesteld en op papier gezet. Op hoofdlijnen omvatten die afspraken het volgende:
• De kaders voor de veiligheid worden wettelijk vastgelegd. Het gaat daarbij om de taken en bevoegdheden van publieke partijen, het proces van versterken, de inrichting van rechtsbescherming, de normen op basis waarvan wordt besloten (de Meijdamnorm, de NPR en de HRA), de heffing op de NAM, een escalatiemodel als de veiligheid onvoldoende is geborgd en een toetsingskader voor SodM om lokale plannen van aanpak te toetsen op veiligheid.
• Er komt een zelfstandig bestuursorgaan: een onafhankelijke, publiekrechtelijke entiteit met deskundigen die zonder aansturing of beïnvloeding van derden en op basis van wettelijke kaders besluiten neemt over veiligheid van individuele gebouwen. Deze entiteit, die voorlopig het Instituut Versterkingsopgave (IVO) wordt genoemd, besluit of een gebouw versterkt moet worden en, zo ja, met welke maatregelen.
• Het werkplan van het IVO wordt door het Bestuurlijk Overleg Groningen (BOG) vastgesteld.
• Er komt een uitvoeringsorganisatie (UO), die de uitvoeringsketen aanstuurt. De UO voert uitvoeringsplannen uit op basis van de door gemeenten genomen versterkingsbesluiten. De NCG is de voorloper van deze UO. Het Rijk is eigenaar.
• Gemeenten zijn opdrachtgever voor de UO voor de uitvoering van lokale versterkingsplannen. De uitvoeringsorganisatie geeft uitvoering aan de versterking op basis van de versterkingsplannen van gemeenten, waarin de besluiten van het IVO zijn
• In het Bestuurlijk Overleg Groningen, waar Rijk en regionale overheden bestuurlijk vertegenwoordigd zijn, vindt afstemming plaats over schadeafhandeling, versterking en toekomstperspectief.
• Er komt een Bovenlokaal Samenwerkingsoverleg (BSO) waar afstemming plaatsvindt over de inzet van middelen en capaciteit tussen lokale stuurgroepen en de eigenaar van de uitvoeringsorganisatie om te komen tot slagvaardige uitvoering.
• Vanuit het BSO wordt een ambtelijk ‘versnellingsteam’ ingericht voor bevordering van slagvaardige besluitvorming over specifieke vragen in de uitvoering.
• SodM heeft een toezichthoudende en adviserende rol in het kader van de veiligheid en toetst of de plannen van de gemeenten voor uitvoering van de versterking voldoen aan het toetsingskader.
• De bewoner/eigenaar heeft het laatste woord over de versterking van zijn/haar woning, met uitzondering van acuut onveilige situaties. Het definitief ontwerp voor versterking moet in nauwe samenspraak met de bewoner tot stand komen. Het versterkingsbesluit op basis van een definitief ontwerp wordt door de gemeente genomen. Voor de bewoner staat laagdrempelige, publiekrechtelijke rechtsbescherming open tegen dit besluit.
• De minister van Economische Zaken en Klimaat stelt op korte termijn een beleidsregel vast die de tijdelijke governance van de versterking regelt (in afwachting van een wettelijke regeling).
• De lokale versterkingsaanpakken bieden mogelijkheden voor een integrale stads-, dorps- en buurtvernieuwingsaanpak. Behalve gemeenten, de UO/NCG en andere partners is ook het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hierbij betrokken (in verband met de relatie met burgerbetrokkenheid, bestuurskracht, wonen en bouwen).369, 370
Uit het interdepartementale besluitvormende overleg van ambtenaren van de betrokken ministeries, dat een dag ná het bestuurlijk overleg plaatsvindt, blijkt dat het bestuurlijk overleg goed is verlopen en er belangrijke stappen zijn gezet. De ambtenaren bespreken de verschillende besluiten en stappen. Over de governance van de versterking wordt opgemerkt dat het enige discussiepunt nog is wie de eigenaar wordt van de uitvoeringsorganisatie. De regio geeft aan dat men er de voorkeur aan geeft dat het eigenaarschap overgaat naar het ministerie van BZK, maar hierover zijn nog geen toezeggingen gedaan.371
Twee dagen na het bestuurlijk overleg, op 13 maart 2019, stuurt minister Wiebes een brief naar de Tweede Kamer met de uitkomsten van het overleg. De ondertekende convenanten en uitgangspunten van de governance van de versterking worden meegestuurd. Wiebes schrijft dat de nieuwe aanpak van de versterking inmiddels loopt. De meeste gemeenten hebben de lokale plannen van aanpak al gereed, en in alle gemeenten wordt nu gestart met opname en beoordeling van de adressen die in de meest risicovolle categorie horen. De minister wijst erop dat de capaciteit voor opname groter is dan de capaciteit voor het beoordelen van woningen en voor het bouwen. Wiebes schrijft dat gemeenten, de provincie, de NCG en de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat er alles aan doen om de capaciteit voor het beoordelen te vergroten. Er is onder meer afgesproken dat een externe, onafhankelijke partij de opdracht krijgt om een analyse te maken van de mogelijkheden om de capaciteit structureel te vergroten. De ambitie is om de capaciteit op korte termijn te verhogen naar 2.000 à 2.400 beoordelingen in 2020, en dat er vanaf 2020
369 Bestuurlijk Overleg Groningen. Governance versterken: uitgangspunten voor besluitvorming op 11 maart 2019, 11 maart 2019.
370 Governance versterken: uitgangspunten voor besluitvorming op 11 maart 2019.
371 Ministerie van EZK. Verslag (interdepartementaal) Besluitvormend Overleg Groningen, 12 maart 2018.
Boek 4
Feitenreconstructie 2017-2022
capaciteit moet zijn om structureel 4.000 adressen per jaar te beoordelen. Een geslaagde ‘versnellingsaanpak’ is daarvoor een voorwaarde. Een onderdeel daarvan is de typologieaanpak: toepassing van standaardversterkingsmaatregelen voor huizen van hetzelfde type. TNO is gevraagd de typologieaanpak te valideren.372
Vooruitlopend op de wettelijke verankering, wordt in mei 2019 het Besluit versterking gebouwen vastgesteld.373 Op 17 mei 2019 deelt minister Wiebes dit besluit, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ollongren, met de Tweede Kamer.374 In de begeleidende brief staat: “Vooruitlopend op wetgeving (consultatie verwacht eind Q4 2019 [het vierde kwartaal van 2019, red.]) is het Besluit versterking gebouwen Groningen vastgesteld, dat de publiekrechtelijke aansturing van het versterkingsproces vastlegt en een onafhankelijke commissie van deskundigen instelt die beoordeelt of gebouwen versterkt moeten worden.” Daarnaast schrijft de minister dat de NCG als voorloper kan worden gezien van de uitvoeringsorganisatie, dat daarom het instellingsbesluit van de NCG zal worden aangepast en dat het “voor de hand” ligt om het eigenaarschap van de uitvoeringsorganisatie te beleggen bij het ministerie van BZK. Minister Wiebes meldt daarnaast dat er overeenkomsten zijn gesloten tussen de NAM en de Staat en tussen de NCG en het CVW. Deze overeenkomsten regelen dat in de periode tot met eind 2019 de NCG het CVW kan aansturen zonder inhoudelijke betrokkenheid van NAM.375
Het Groninger Gasberaad laat zich per brief op 11 juli 2019 kritisch uit over de gekozen governance, waarbij tegelijkertijd sprake lijkt te zijn van een ‘objectgerichte aanpak’ –risicovolle objecten eerst, met prioritering op basis van de HRA – en een ‘gebiedsgerichte aanpak’ – gebaseerd op de lokale plannen van aanpak van gemeenten. Die dubbele aanpak in combinatie met beperkte capaciteit leidt volgens het Gasberaad tot “permanente spanning (object vs gebied) in de aanpak”. De spanning kan ontstaan binnen een lokale aanpak, maar ook tussen de verschillende lokale plannen van verschillende gemeenten. “Wij denken dat dit de interne verhouding niet ten goede komt, meestal het recept voor vertraging.” Ook is het Gasberaad kritisch over de oprichting van weer een nieuwe organisatie, namelijk de Tijdelijke Commissie Versterken. Het Gasberaad wijst erop dat het, net als SodM en de Groninger Bodem Beweging, al eerder vraagtekens bij deze keuze heeft geplaatst, maar dat er geen serieuze heroverweging heeft plaatsgevonden over nut en noodzaak van zo’n organisatie. In de kern ziet het Gasberaad verder als twee belangrijkste zorgpunten dat er nauwelijks beweging is richting integratie van schade en versterking, en dat er een ‘enge’ benadering voor versterking wordt gekozen (namelijk enkel uitgaand van het overlijdensrisico). Daarmee is van proactieve schadepreventie geen sprake.376
372 Kamerstuk II 2018/19, 33529, nr. 587.
373 Op basis van art. 52g, derde lid, van de Mijnbouwwet, art. 4:81 en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en art. 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.
374 Bijlage ‘Besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat inzake versterking van gebouwen in Groningen en tot instelling van De Tijdelijke commissie versterking Groningen’ bij Kamerstuk II 2018/19, 33529, nr. 609.
375 Kamerstuk II 2018/19, 33529, nr. 609.
376 GGB. Brief Groninger Gasberaad aan Bestuurlijk Overleg Groningen inzake Reactie op stukken voor Bestuurlijk Overleg Groningen, 11 juli 2019.
8 Van Zeerijp tot Westerwijtwerd Gaskraan gaat dicht, maar problemen niet opgelost (2018-2019)
In september 2019 volgt het daadwerkelijke besluit dat de Nationaal Coördinator Groningen als uitvoeringsorganisatie de versterkingsoperatie gaat uitvoeren, en dat het eigenaarschap van de organisatie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties komt te liggen. De rol van het Centrum Veilig Wonen bij de versterkingsoperatie komt daarmee ten einde.377 Dit proces wordt nader beschreven paragraaf 9.4.8 van hoofdstuk 9.
Tekstkader 8.10 Adviescollege Veiligheid Groningen in plaats van Tijdelijke Commissie Versterken
In het Besluit versterking gebouwen van 17 mei 2019 wordt nog gesproken over de instelling van een ‘Tijdelijke Commissie Versterken’ (TCV). Deze commissie komt er echter uiteindelijk niet. Over de invulling van dit orgaan is namelijk nog veel discussie tussen Rijk en regio. Uit een nota aan minister Wiebes van 4 april 2019 blijkt dat de regio principiële bezwaren heeft tegen de rol en taken van de Tijdelijke Commissie Versterken (eerder het Instituut Versterkingsopgave (IVO) genoemd), die in de huidige opzet de bevoegdheid krijgt ‘normbesluiten’ te nemen en te besluiten of een gebouw wel of niet veilig is. Het ministerie heeft een onafhankelijk orgaan van deskundigen voor ogen, dat op afstand van bestuurlijke partijen besluit over het eigen kader op basis waarvan bepaald wordt of een gebouw veilig is, en die zelf gaat over het risicomodel dat wordt toegepast (nu is dat de HRA), welke veiligheidsnorm wordt gebruikt in de beoordeling (nu de NPR) en op welke manier een categorie-indeling dan wel typologie-aanpak wordt vormgegeven. De regio wenst echter dat de besluiten over de kaders in het Bestuurlijk Overleg Groningen worden genomen.378 Uit een brief van het Groninger Gasberaad van 11 juli 2019 blijkt dat ook de maatschappelijke organisaties hun bedenkingen hebben.379
Uit de notulen van het interdepartementaal Besluitvormend overleg van ambtenaren van 3 september 2019 blijkt dat er geen Tijdelijke Commissie Versterken (TCV) komt. In plaats daarvan komt er een Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) dat de minister zal adviseren over de veiligheidskaders. Vaststelling van de normbesluiten wordt bij de NCG belegd.380 Het ACVG wordt per 15 september 2019 opgericht. Enige tijd later volgt het instellingsbesluit, dat op 15 november 2019 door de ministerraad wordt goedgekeurd381 en op 17 december 2019 formeel wordt vastgesteld (en op 23 december in de Staatscourant wordt gepubliceerd).382
377 Kamerstuk II 2019/20, 33529, nr. 680.
378 Ministerie van EZK. Nota aan minister Wiebes inzake beleidsregel versterken, 4 oktober 2019.
379 GGB. Brief aan het bestuurlijk overleg, 11 juli 2019.
380 Ministerie van EZK. Verslag besluitvormend overleg Groningen. 3 september 2019.
381 Ministerie van EZK. Nota aan minister Wiebes inzake benoeming ACVG. 4 december 2019.
382 Stcrt. 2019, 69958.