7 minute read

Feitenreconstructie 2017-2022

geven, terwijl ik er daarna ook nog toezicht op moest gaan houden”.346 Hij stelt het te hebben ervaren als een manier om het advies van SodM naar de bijlage te verplaatsen, waardoor het niet de status krijgt die het advies van de toezichthouder toekomt. Hij wijst erop dat er veel kritiek is op de veiligheidsmarge die SodM hanteert. Die kritiek komt van zowel de NAM als het ministerie, dat specifiek hiervoor een panel van hoogleraren inschakelt, aldus Kockelkoren. Volgens de inspecteur-generaal van SodM zijn de betreffende hoogleraren en SodM het in beginsel met elkaar eens over het feit dat wanneer je voldoende kennis hebt en de onzekerheden goed kunt kwantificeren, je geen veilige marge nodig hebt. “Alleen, we leven niet in een ideale wereld”. Kockelkoren wijst op de vele onzekerheden en stelt dat het vanuit goed risicomanagement dan toch verstandig is een veilige marge te hanteren.

De inspecteur-generaal geeft aan dat hij achteraf gezien destijds het aspect van de veiligheidsbeleving meer had kunnen benadrukken. Ook de gezondheidseffecten en de gevolgen van langjarige stress zijn wat Kockelkoren betreft aspecten die meegenomen moeten worden in overwegingen omtrent de versterkingsaanpak.347

Advertisement

Opvolging van het Mijnraadadvies

De eerste reacties op het Mijnraadadvies zijn, met name bij het ministerie van Economische Zaken, niet bepaald positief. Het advies bevestigt weliswaar het beeld dat op grond van de risico’s minder huizen versterking nodig hebben, maar de Mijnraad stelt ook dat het Rijk eerder gewekte verwachtingen niet zomaar terzijde kan schuiven. Daarmee bevat het advies van de Mijnraad, zo verklaren verschillende getuigen, eigenlijk twee signalen. Uit aantekeningen van een overleg met de minister van EZK, opgesteld door aanwezige ambtenaren van BZK blijkt dat minister Wiebes het advies van de Mijnraad ziet als “het slechtste scenario”, omdat het advies lijkt aan te geven dat bij de batches 1.588 en 1.581, ook al is de veiligheid er niet in het geding, door bewoners alsnog gekozen moet kunnen worden voor dure sloop-nieuwbouw, “op grond van gewekte verwachtingen”. 348

In zijn openbaar verhoor verklaart minister Wiebes dat hij destijds wel blij was met het advies en het voorstel voor een andere aanpak, maar dat de uitspraken over reeds gewekte verwachtingen hem weinig concrete handvatten gaven.

Ik was lovend, en dat ben ik nog steeds, over het nieuwe concept van de versterkingsopgave. […] Maar ik was somber over het feit dat een belangrijk wurgpunt nu onuitgesproken bleef.

Openbaar verhoor Eric Wiebes, 10 oktober 2022

In het weekend na ontvangst van het Mijnraadadvies bereidt minister Wiebes samen met minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ollongren en de minister van Financiën

Hoekstra de besluitvorming over het advies voor. Op maandag 2 juli 2018 vindt vervolgens een coalitieoverleg plaats en ook een bestuurlijk overleg met regiobestuurders, zodat op dinsdag 3 juli definitieve besluitvorming over het vervolg van de versterkingsaanpak in de ministerraad mogelijk is.349

Het overleg tussen het Rijk en bestuurders uit de regio is vooral door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorbereid. Dat dit ministerie hierin het voortouw neemt, heeft te maken met de constatering dat bijvoorbeeld batch 1.588 voor een groot gedeelte uit corporatiewoningen bestaat. Directeur-generaal Wonen en Bouwen Chris Kuijpers verklaart tijdens de openbare verhoren dat zijn ministerie veel contacten heeft en samenwerkt met woningcorporaties en ook middelen en instrumenten beschikbaar heeft om voor deze specifieke groep woningen tot een oplossing te komen.350

In een nota aan minister Ollongren wijzen de ambtenaren erop dat, na het vastlopen van het bestuurlijk overleg op 22 mei 2018, nu het moment is gekomen om bestuurlijke relaties te herstellen. Doordat de adviezen beschikbaar zijn, is er ruimte om vervolgafspraken te maken over de versterking. Gesteld wordt dat gezien de adviezen van de Mijnraad en SodM het onverkort voortzetten van het programma van de NCG niet aan de orde is, maar dat de ambtenaren van het ministerie van BZK wel een alternatief met de regio hebben verkend voor de voortzetting van batch 1.588. In dat alternatief wordt de versterking gecombineerd met opgaven in relatie tot dorps- en wijkvernieuwing. Ten aanzien van de kosten is gekeken naar andere bekostigingsopties, omdat er naar verwachting een ‘neerwaartse bijstelling’ van de aansprakelijkheid van de NAM zal plaatsvinden. De verwachting van de NCG is dat met de versterking vanwege veiligheid (dus vallend binnen de aansprakelijkheid van de NAM) ongeveer 335 miljoen euro gemoeid zal zijn. Aanvullend daarop kan geld beschikbaar komen vanuit verschillende budgetten van het Rijk, bijvoorbeeld voor het aardgasvrij maken van woningen. Ook kunnen middelen van woningcorporaties en de provincie of uit het regiofonds worden aangewend.351

Op het punt van die 1.588 waren echt verwachtingen gewekt. Dat zag je ook bestuurlijk. Wij vonden het eigenlijk netjes om daar wel wat mee te doen. Wij waren dus sterk gemotiveerd om tegen EZK te zeggen: daar moet een oplossing voor denkbaar zijn.

Openbaar verhoor Chris Kuijpers, 30 september 2022

In het bestuurlijk overleg van 2 juli 2018 valt het besluit dat batch 1.588 door kan gaan –deels op grond van veiligheid, deels op grond van gewekte verwachtingen. Dit betekent dat wordt verdergegaan met de huidige versterkingsadviezen op basis van de NPR 9998:2015. Voor de uitvoering wordt 420 miljoen euro gereserveerd (zie tekstkader 8.9 voor een nadere

349 Ministerie van BZK. Mailbericht. 29 juni 2018 21:01. Onderwerp: Groningen komende dagen.

350 Verslag openbaar verhoor van de heer Kuijpers, 30 september 2022.

351 Ministerie van BZK. Nota aan minister Ollongren inzake Bestuurlijk Overleg Groningen 2 juli 2018, 28 juni 2018.

Boek 4

Feitenreconstructie 2017-2022

toelichting). Over batch 1.581 spreken de bestuurders af dat bewoners van woningen die inmiddels veilig zijn, ervoor kunnen kiezen hun woning nog te laten inspecteren op grond van de NPR 9998:2018. Wanneer versterking dan toch noodzakelijk blijkt te zijn, wordt er alsnog versterkt.352

Nadat definitieve besluitvorming in de ministerraad heeft plaatsgevonden, stuurt minister Wiebes op 3 juli 2018 een inhoudelijke reactie op het Mijnraadadvies naar de Tweede Kamer.353 De minister constateert in de eerste plaats dat als gevolg van het besluit om de gaswinning te beëindigen, het veiliger wordt in Groningen en dat het aardbevingsrisico vanaf 2020 gestaag afneemt. Heroverweging van de versterkingsoperatie is noodzakelijk, onder meer omdat nu niet de meest onveilige woningen het eerst worden aangepakt en andere woningen ingrijpender worden aangepakt dan noodzakelijk is. De minister schrijft blij te zijn met het feit dat de veiligheid in het gebied verbetert, en dat de omvang van de versterking hierdoor kleiner en beter behapbaar wordt. Het advies van de Mijnraad biedt volgens hem handvatten voor een aanpak die zo snel mogelijk tot veiligheid leidt. Hierbij wijst de minister op de 1.500 woningen die zeker versterkt moeten worden. Volgens hem geldt voor een totaal van 7.000 adressen dat deze weliswaar volgens de berekeningen aan de veiligheidsnorm voldoen, maar niet wanneer er een extra onzekerheidsmarge wordt toegepast. Hier is versterking dus niet helemaal uitgesloten. De Mijnraad adviseert om met eigenaren van deze woningen in gesprek te gaan, waarna bewoners eventueel kunnen kiezen voor lichte versterkingsmaatregelen, aldus de minister. “Voor alle overige woningen geldt dat zij aan de veiligheidsnorm voldoen en dat versterking dus niet nodig is”. Minister Wiebes geeft aan dat de versterking van woningen (uit batch 1.467 en 1.588) waarvan bewoners vóór 23 april 2018 al een versterkingsadvies hebben ontvangen, in alle gevallen doorgaat zoals is toegezegd. Datzelfde geldt voor de versterking van de woningen in batch 1.588 die niet aan de veiligheidsnorm voldoen. Eigenaren van woningen die een versterkingsadvies hebben ontvangen, maar die inmiddels wel veilig zijn, kunnen ervoor kiezen om de versterking alsnog door te laten gaan, de woning lichter te laten versterken of af te zien van versterking. Eigenaren van woningen in batch 1.581 die zich zorgen maken over de veiligheid van hun woning, krijgen de mogelijkheid de veiligheid opnieuw te laten toetsen.

De minister schrijft verder dat hij de geschetste hoofdlijn voor een aanpak van het vervolg van de versterking in de zomer verder zal uitwerken, samen met de minister van BZK en de regio en met ondersteuning van de waarnemend NCG. Ook het toekomstperspectief voor de regio wordt daarbij meegenomen. In themahoofdstuk VI Tweede Kamer wordt beschreven hoe de Tweede Kamer reageert op het Mijnraadadvies en de daaropvolgende brief van minister Wiebes.

Tekstkader 8.9 Convenant batch 1.588

In het bestuurlijk overleg van 11 maart 2019 ondertekenen de minister van Economische Zaken en Klimaat, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de burgemeesters van de gemeenten Delfzijl, Appingedam, Midden-Groningen en Groningen een convenant voor batch 1.588. In dit convenant wordt (opnieuw) aangegeven dat de versterking van woningen in batch 1.588 met een verhoogd risicoprofiel (P50) doorgaat op basis van de reeds opgeleverde versterkingsadviezen (gebaseerd op de NPR 9998:2015), en dat ook de versterking van woningen met een licht verhoogd risicoprofiel (P90) door de eigenaren kan worden voortgezet op basis van de bestaande versterkingsadviezen. Gezien de reeds gewekte verwachtingen en het effect ervan op de veiligheidsbeleving, wordt afgesproken dat ook woningen die volgens de laatste inzichten buiten de P50 en P90 vallen (en waar dus geen sprake is van verhoogd risico), wél aangepakt kunnen worden. De ministerraad heeft op 3 juli 2018 reeds met die werkwijze ingestemd. Daarmee wordt ook invulling gegeven aan de motie-Jetten (D66) en de motie-Van der Lee (GroenLinks). Het convenant houdt in dat gemeenten en de NCG er samen met woningcorporaties zorg voor dragen dat bij de uitvoering voorrang wordt gegeven aan de woningen met een verhoogd risicoprofiel. Financiering van deze batch vindt plaats middels een specifieke uitkering van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het budget voor de uitvoering bedraagt 420 miljoen euro (de NAM draagt hieraan 232 miljoen euro bij); overige financiering is afkomstig van het budget voor aardgasvrije wijken (10 miljoen euro), de verhuurderheffing (37 miljoen euro), energiebesparing (11 miljoen euro), overige rijksbijdrage (45 miljoen euro), een bijdrage van corporaties en rijksbijdrage bij wijze van matching (40 miljoen euro) en een reservering uit het Nationaal Programma Groningen (45 miljoen euro). Verdeling van het budget over de gemeenten vindt plaats op basis van het aantal woningen in de betreffende gemeenten.354

8.4.11 Een nieuw plan van aanpak voor de versterking

In de weken en maanden na het verschijnen van het Mijnraadadvies wordt vervolgens gewerkt aan de vormgeving van een nieuwe aanpak voor de versterking. Na het bestuurlijk overleg tussen Rijk en regio op 2 juli 2018 volgt op 20 september 2018 een nieuw bestuurlijk overleg, waar de nadere uitgangspunten voor de versterking worden vastgelegd door de NCG, het Rijk en de regio. Deze uitgangspunten worden vervolgens door de NCG vertaald naar een nieuw een plan van aanpak. In zijn brief aan de Kamer van 6 november 2018 informeert minister Wiebes de Tweede Kamer hierover. Er wordt dan nog gewerkt aan een nieuwe ‘governancestructuur’ van de versterkingsoperatie, zonder tussenkomst van de NAM.355

This article is from: