7 minute read

Feitenreconstructie 2017-2022

de gaswinning niet te snel te laten plaatsvinden. Hierbij verwijst hij ook naar het belang van de NAM en haar aandeelhouders. Bovendien benadrukt hij nogmaals dat er investeringen in nieuwe energie nodig zijn en dat die investeringen in Groningen moeten plaatsvinden.

Aandacht nodig voor de gevolgen voor inwoners

Advertisement

Het wordt steeds duidelijker dat de bewoners van het gaswinningsgebied de negatieve gevolgen van de bodembewegingen ervaren. De Nationale ombudsman en de Kinderombudsman roepen het nieuwe kabinet op de Groningers serieus te nemen. De Kinderombudsman doet zelf onderzoek naar de gevolgen voor kinderen en concludeert dat hun belangen en behoeften niet in beeld zijn bij besluitvorming, informatieverstrekking en de uitvoering van schadeherstel en versterking. Ook de gemeenten zetten zich in om aandacht te vragen voor de effecten op het leven van hun inwoners.

Waardevermeerderingsregeling en erfgoedprogramma van start In 2017 start de subsidieregeling waardevermeerdering die in het bestuursakkoord 2014 is beloofd. Bewoners met schade die minimaal €1.000 bedraagt, kunnen een verduurzamingssubsidie van maximaal €4.000 aanvragen. In 2017 start ook het erfgoedprogramma, specifiek gericht op het behoud en het vernieuwen van het cultureel erfgoed in Groningen. Dit programma is een direct gevolg van een aangenomen Kamermotie, waarin niet alleen het belang van cultureel erfgoed wordt benadrukt, maar ook de samenhang tussen enerzijds rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten, en anderzijds het landschap. Hiermee geven de overheden invulling aan het behoud en de ontwikkeling van het Groningse cultureel erfgoed. Dat vormt een gebiedskwaliteit die ook door de bewoners belangrijk wordt gevonden.

Van Zeerijp tot Westerwijtwerd

Gaskraan gaat dicht, maar problemen niet opgelost

(2018-2019)

Boek 4

Feitenreconstructie 2017-2022

Op basisschool de Wilgenstee in Zeerijp zit de schrik er goed in. Er was een knal, het digitale bord schudde enorm. Toen ook de speelzolder aan de overkant van het leslokaal stond te trillen, wist Annemiek Lamain, juf van de groepen 1 tot en met 4, genoeg: een aardbeving. “Ik was veel liever alleen thuis geweest dan hier met al die kinderen, al die verantwoordelijkheid. Dat vond ik heel erg heftig. Als een kind moet huilen of bang is, geef je het een knuffel, maar wat als ze allemáál bang zijn?”

Ze hebben wel cursussen gehad, de kinderen geleerd dat je in zo’n geval onder de tafel moet duiken. Maar als het er echt op aankomt? “De school was uit, ze stonden met de jasjes aan in een rij bij de deur,” zegt Lamain. “Ze schrokken zo erg, sommigen moesten huilen. En, als ik heel eerlijk ben, ik was ook in paniek.”

“Gistermiddag rond drie uur werd de provincie Groningen opgeschrikt door de zwaarste aardbeving in ruim vijf jaar. De aarde trilde met een kracht van 3,4 op de schaal van Richter”.

‘Zelfs juf was in paniek’, Het Parool, 9 januari 2018.

8.1 Inleiding

De beving bij Zeerijp op maandagmiddag 8 januari 2018 maakt veel los. Met een kracht van 3,4 op de schaal van Richter is het een zware beving; hoog in de top tien. Bovendien is het een beving die plaatsvindt op het moment dat er nog gewerkt wordt aan een nieuw schadeprotocol en nagedacht wordt over scenario’s ter verlaging van de gaswinning. Daarmee is de beving van Zeerijp onmiskenbaar een trigger die deze processen verder versnelt en versterkt.

Nog op dezelfde dag stelt Kamerlid Liesbeth van Tongeren (GroenLinks) hierover schriftelijke vragen aan de minister van Economische Zaken en Klimaat: “Hoe denkt u het vertrouwen te herwinnen na deze zware beving als het gaswinningniveau niet naar beneden gaat? Deelt u de mening dat de gaswinning in Groningen op korte termijn verder verlaagd moet worden dan de afspraken zoals deze zijn vastgelegd in het regeerakkoord? Deelt u de mening dat het niet acceptabel is dat de schadeafhandeling op zich laat wachten omdat er geen protocol is?”1

Minister Eric Wiebes, die dan nog geen drie maanden minister van Economische Zaken en Klimaat is, antwoordt dat de vaststelling van een schadeprotocol zijn prioriteit heeft en het “helder is dat de gaswinning verder omlaag moet worden gebracht”. De minister geeft aan dat hij “alle mogelijkheden in kaart brengt om het gaswinningsniveau zo snel mogelijk te verlagen”. Om daar de voorspellende woorden aan toe te voegen: “Voor het herstel van het vertrouwen is er meer nodig dan dat.”2

Op 10 januari 2018, twee dagen na de beving, bezoekt minister Wiebes het getroffen dorp Zeerijp. Basisschoolkinderen houden een spandoek omhoog met de tekst “wingewest, huizen verpest”.3 De relatie tussen Wiebes en de Groningers kent in de periode die in dit hoofdstuk aan bod komt een wisselend verloop. Hij maakt zich bijvoorbeeld bij Groningse bestuurders aanvankelijk niet populair door het langdurig stilliggen van de schadeafhandeling een ‘falen van overheden’ te noemen en daarmee lokale bestuurders medeverantwoordelijk te maken. Zijn populariteit stijgt niettemin snel wanneer er niet alleen een nieuw schadeprotocol tot stand komt, maar het kabinet – tot ieders verrassing – op 29 maart 2018 aankondigt dat de Groningse gaswinning uiterlijk in 2030 zal worden beëindigd.4 Het kabinet, en minister Wiebes in het bijzonder, verspelen dat krediet echter zodra duidelijk wordt dat minder gaswinning ook minder versterking van huizen inhoudt, en gemaakte afspraken en gewekte verwachtingen daarmee onder druk komen te staan. De zogenaamde ‘pauzeknop’ voor de versterkingsoperatie wordt ingedrukt.

Leeswijzer hoofdstuk 8 (2018-2019)

In dit hoofdstuk wordt deze roerige periode in meer detail beschreven. Paragraaf 8.2 richt zich op de vraag welke maatregelen na de aardbeving bij Zeerijp nodig zijn, de ervaringen van de nieuwe Inspecteur-generaal der Mijnen en de start van onderzoeken naar de oorzaken van de effecten van mijnbouw. Paragraaf 8.3 beschrijft hoe in deze periode het afbouwpad van de gaswinning tot stand komt en welke nieuwe afspraken de Staat, Shell en ExxonMobil maken

1 Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 899, p. 1.

2 Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 899, p. 1.

3 Berg, van den (11 januari 2018).

4 Kamerstuk II 2017/18, 33 529, nr. 457.

Boek 4

Feitenreconstructie 2017-2022

over de verantwoordelijkheden rond de winning van het Groningengas en de verdeling van de gasbaten. De start van een nieuw schade-instituut onder publieke verantwoordelijkheid en de veranderingen in de versterkingsoperatie onder invloed van het verder dichtdraaien van de gaskraan komen in paragraaf 8.4 aan de orde. Op welke manier de regio op de gebeurtenissen reageert en de totstandkoming van een Nationaal Programma Groningen vormen de inhoud van paragraaf 8.5. De slotparagraaf, paragraaf 8.6, bevat de conclusies over deze periode.

8.2 Risico’s gaswinning en kennis: ‘alle hens aan dek’

De aardbeving bij Zeerijp is dusdanig zwaar dat de NAM in actie moet komen om aardbevingen te voorkomen en beperken. Omdat de seismiciteit in 2018 sterk toeneemt ten opzichte van 2017, doet het KNMI nader onderzoek. SodM wil een prominentere toezichtrol vervullen, maar dat gaat niet zonder slag of stoot. In deze periode komen ook nieuwe onderzoeksprogramma’s van de grond.

Meetstations registreren hoge grondversnellingen na aardbeving Zeerijp

De aardbeving in Zeerijp is met een magnitude van 3,4 de zwaarste aardbeving in vijf jaar. Niet alleen de kracht van de beving is opvallend, maar ook de intensiteit van de beving. De maximale piekgrondversnelling (PGA) bedraagt namelijk 0,11g (zie tabel 8.1). Dit is hoger dan bij de aardbeving op 16 augustus 2012 in Huizinge (0,086g, door het KNMI afgerond naar 0,1g). Bij de aardbeving in Roermond op 13 april 1992 – met magnitude 5,8 de zwaarste aardbeving in Nederland ooit, was de piekgrondversnelling 0,1g.5

Bron: KNMI (2022).6

5 KNMI. Schriftelijke toelichting over de maximale magnitude, grondversnellingen en grondsnelheden van aardbevingen in Noord-Nederland in vergelijking met aardbevingen in andere regio’s van Nederland en/of het buitenland, 15 juni 2022.

6 KNMI. Schriftelijke toelichting over de maximale magnitude, grondversnellingen en grondsnelheden van aardbevingen in Noord-Nederland in vergelijking met aardbevingen in andere regio’s van Nederland en/of het buitenland, 15 juni 2022.

Aardbeving Zeerijp betekent code rood Vanaf een piekgrondversnelling van 0,05g treedt het meet- en regelprotocol in werking: 0,08g is ‘code oranje’, 0,1g is ‘code rood’ volgens het meet- en regelprotocol (zie 6.2.8 en figuur 6.3) dat sinds 2017 van kracht is Door de hoge grondversnelling is er sprake van ‘code rood’. Dit betekent dat de NAM binnen 48 uur aan SodM moet laten weten welke maatregelen nodig zijn om de risico’s te beheersen.

“‘Code rood’ betekent: alle hens aan dek”, verklaart inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren in zijn openbaar verhoor. “Ik zeg het even op deze manier, omdat het voor ons een manier was om te communiceren. Dat hoefde ik overigens niet te doen voor de mensen in Groningen, want die realiseerden zich in zekere zin al veel langer dat het code rood was in de provincie. Naar onze taxatie was het belangrijk om ook naar de rest van Nederland, maar zeker ook naar Den Haag, te signaleren: het is serieus. Meer objectief gezien was er een soort meet-en-regelprotocol gedefinieerd waarbij je al naar gelang de intensiteit van de grondbewegingen en ook het aantal aardbevingen dat werd waargenomen, in een groen bereik, in een geel bereik of in een rood bereik zou komen te zitten. Met de beving van Zeerijp kwamen we in het rode domein te zitten en dat is ook de reden dat wij die code rood hebben gecommuniceerd.”7

In de analyse die de NAM op 10 januari 2018 naar SodM stuurt, benadrukt het bedrijf dat de aardbeving ‘binnen de dreigings- en risicoanalyse’ uit november 2017 valt, dus binnen de voorspellingen. “De aardbeving vond plaats in het seismisch meest actieve gebied en er zijn op dit moment geen indicaties dat de beving wetenschappelijk verrassend is”, schrijft de NAM in het bijbehorende persbericht. “De kans op een aardbeving zoals die heeft plaats gevonden bij Zeerijp wordt in de recente rapportage onderkend en past binnen de verwachtingen zoals gedocumenteerd in de rapportage. Zo wordt de kans op een aardbeving in 2018 met een magnitude groter dan 3,6 op de Richter schaal (de magnitude van de Huizinge beving in 2012) ingeschat op 16%.”8

Na de aardbeving in Zeerijp blijft de ondergrond in Groningen onrustig. Op 8 februari 2018 leidt een aardbeving van magnitude 2 in Loppersum opnieuw tot een overschrijding van de indicatoren in het meet- en regelprotocol, dit keer van het aantal aardbevingen in de laatste twaalf maanden. Kort daarna volgen twee bevingen: een in Garrelsweer en een in Scharmer. Volgens het meet- en regelprotocol is sprake van code oranje en zijn maatregelen nodig. Aangezien de NAM en SodM op dat moment al druk bezig zijn met ingrijpende maatregelen na Zeerijp, leidt dit niet tot extra maatregelen.

KNMI concludeert dat aardbevingen niet stoppen

Op 17 mei 2018 concludeert het KNMI dat de seismische energie die vrijkomt bij aardbevingen in de eerste vier maanden van 2018 al ruim zeven keer hoger is dan de energie die is vrijgekomen bij alle aardbevingen in heel 2017. “Het is door de grilligheid van de bevingen voor

7 Verslag openbaar verhoor van de heer Kockelkoren, 14 oktober 2022.

8 NAM (10 januari 2018).

This article is from: