Hollands glorie 03 2021

Page 1

HET MOOISTE IN NEDERLAND

PAUL VAN VLIET ‘Tegenwoordig vragen vrouwen me om een selfie voor hun oma’

HET MOOISTE VAN ’T GOOI

HALVEZOLENLIJNTJE Langs dorpen en erfgoed met Brabantse charme

STAD AAN ’T HARINGVLIET

KRIJTLANDPAD Stijgen en dalen in Zuid-Limburg

AP C 6,99

8 719237 079056

Rust en ruimte op Goeree-Overflakkee

00321

NR. 3 2021

HOLLANDS



Op het moment dat ik dit voorwoord schrijf worden er weer versoepelingen van kracht en een van de belangrijkste voor mij persoonlijk is dat terrassen tot ’s avonds acht uur open mogen blijven. Misschien dat als u dit leest de regels nog verder zijn versoepeld, maar ik vind het heerlijk om na het werk met vrienden of collega’s te ontspannen met een drankje op een aangenaam terras. En als het weer zodanig is dat je op een restaurantterras kunt eten, is het helemaal feest. Dan is het voor mij echt zomer. We hebben een aantal bijzondere plekken voor u uitgekozen die – zeker in de zomer – zeer de moeite van een bezoek waard zijn. ’t Gooi staat niet alleen maar positief bekend, mede door de hilarische serie en film ‘Gooische vrouwen’, maar dit kleine stukje Nederland is niet voor niets zo populair onder de rich and famous. Er zijn prachtige dorpen, mooie natuur, bijzondere winkels en fijne terrassen zoals dat van t’ Bonte Paard, met uitzicht op de Brink in Laren. Het Halvezolenlijntje klinkt als iets uit een klucht, maar het is een bestaande wandel- en fietsroute in Noord-Brabant. In het verleden lag hier tussen ’s Hertogenbosch en Lage Zwaluwe een spoorlijntje dat de schoenindustrie in de Langstraat bediende. Hans Avontuur ging voor ons op pad en vond natuur, mooie dorpen en industrieel erfgoed. Daarnaast gingen we met een boswachter op pad op Texel, kozen we voor ‘Ons dorp’ Stad aan ’t Haringvliet (echt een dorp met minder dan 1500 inwoners!)‚ maakten we een lange wandeling

DAVID PESKENS groeide op in de Limburgse heuvels en is er altijd blijven wonen. Als gepassioneerd fotograaf, fietser en wandelaar weet hij inmiddels moeiteloos de weg naar de mooiste plekjes te ontdekken. En daar is hij dan ook vaak te vinden. Het vlakke land vindt hij maar niks. Hij wil zijn kuiten voelen en bovenop de heuvels van de uitzichten genieten. Zijn favoriete plek? Het Savelsbos bij Cadier en Keer.

langs het Krijtlandpad in Zuid-Limburg en bezochten we de prachtige tuin van Landgoed De Wiersse in de Achterhoek. In dit nummer ook veel kunst. We maakten een selectie uit de 100 werken die uitgekozen zijn voor de Canon van Nederlandse en Vlaamse kunst van 1350-1750. En in de reeks ‘Kunstwerk uitgelicht’ kozen we voor ‘Hanzebaken’ van Marte Röling, dat in Harderwijk te bewonderen is. En als klap op de vuurpijl hebben we een interview met cabaretier in ruste Paul van Vliet, wiens nieuwe boek ‘Heimwee naar morgen’ onlangs verscheen, met herinneringen aan zijn jeugd, studententijd en carrière. Ik wens u een mooie zomer! Paul van Eijndhoven, hoofdredacteur p.vaneijndhoven@creditsmedia.nl

BESTE ABONNEE, Vanaf nu kunt u eenvoudig op www.hollandsgloriemagazine.nl zelf uw gegevens wijzigen, actuele informatie over uw abonnement raadplegen of een verhuizing doorgeven. Onder het kopje ‘Abonneren’ vindt u de optie ‘Mijn abonnement’. De eerste keer moet u zich registreren. Klik hiervoor op ‘Wijzig gegevens’; onderaan de volgende pagina vindt u de link ‘Registreren’. Uiteraard blijven wij ook bereikbaar voor uw vragen via hollandsglorie@mijntijdschrift.com en 088 2266637.

© ANP/Maurizio Rellini/SIME

© Bettina Traas

Terrasje pakken

HANS AVONTUUR reist voor diverse publicaties de hele wereld over. Maar hij is ook “altijd veel in eigen land onderweg”, zegt hij. “Er is zoveel te ontdekken. Neem het Halvezolenlijntje. De spoorlijn bracht eind 19de eeuw handel en welvaart naar de arme streek tussen Lage Zwaluwe en ’s-Hertogenbosch. Als je het oude tracé volgt zie je herinneringen aan die bijzondere tijd en reis je door Brabant voorbij het cliché. Prachtig met een scherp randje.”

p. 3


COLOFON NUMMER 3 2021, JAARGANG 10

INHOUD - NR. 3 2021

COVERFOTO Oosterdok, Amsterdam © ANP/Maurizio Rellini/SIME HOOFDREDACTIE Paul van Eijndhoven, Sefanja Nods (adjunct) EINDREDACTIE Jolanda van der Ploeg, Mariëtte van de Sande, Fabian Takx ARTDIRECTION Sefanja Nods VORMGEVING Suzy Benjamin, Sander Buningh AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Maarten Albrecht, ANP Foto, Hans Avontuur, Edith Buenen, Wilma Custers, Reinildis van Ditzhuyzen, Amélie Dufour, Renée Frinking, Wim Huijser, Annemique de Kroon, Raymond Noë, David Peskens, Pablo Pichel, Studio Steenhuis, Fabian Takx, Sanne Terlouw, Cathelijne van Vliet REDACTIE hollandsglorie@creditsmedia.nl HOLLANDS GLORIE Van Slingelandtstraat 63, 1051 CG Amsterdam UITGEVER Eugen van de Pas MARKETING Daniëlle Wiersema 020 5302570, communicatie@creditsmedia.nl SALES Julien Frouin, Alex Sitompoel 020 5302570, advertising@creditsmedia.nl DISTRIBUTIE Aldipress, Utrecht / AMP, Brussel ABONNEMENTEN Voor het opgeven, beëindigen van en vragen over abonnementen: Mijntijdschrift.com, Daalakkersweg 2–72, 5641 JA Eindhoven, 088 2266637, hollandsglorie@mijntijdschrift.com ABONNEMENTSPRIJS Nederland: C 32 voor 6 nummers.* Abonnementen in andere landen hebben een speciaal tarief, op te vragen bij MijnTijdschrift.com. Het abonnement wordt automatisch verlengd tegen de dan geldende tarieven, tenzij u minimaal drie maanden voor het einde van de lopende abonnementsperiode opzegt. De cadeauabonnementen lopen automatisch af. * Prijs bij automatische incasso. Als u per acceptgiro wilt betalen, komt er C 2,50 administratiekosten bij. ADVIESPRIJS LOSSE VERKOOP C 5,99. HOLLANDS GLORIE DIGITAAL Te lezen via Readly.nl of Magzine.nu. De redactie heeft zijn uiterste best gedaan om bronnen en rechthebbenden van gebruikt beeldmateriaal te achterhalen en te vermelden. Wanneer desondanks beeldmateriaal wordt getoond waarvan u (mede) rechthebbende bent en u voor het gebruik daarvan niet als bron of rechthebbende wordt genoemd, ofwel geen toestemming geeft voor het gebruik, dan kunt u contact opnemen met de redactie. © Hollands Glorie is een uitgave van Joie de Vivre BV dat deel uitmaakt van een groep uitgeverijen die samenwerken onder de naam Credits Media. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

HOLLANDS Glori

67

Op pad 6 & 48 WEG IN NEDERLAND Tips voor uitjes in eigen land. EXTRA: uitstapjes waar (klein)kinderen blij van worden!

14 ’T GOOI Onze gids voor het fijnste van deze met bos, hei, villa’s, historie en leuke adresjes bezaaide streek.

50 HALVEZOLENLIJNTJE

HET GOOI14

Ooit werd deze spoorlijn aangelegd in het hart van de schoenindustrie in de Brabantse Langstraat. Nu is het een sfeervolle fiets- en wandelroute.

102 ONS DORP: STAD AAN ’T HARINGVLIET

74 BUITENPLAATS DE WIERSSE

Ondanks de naam een pittoresk dorp op Goeree-Overflakkee. Geliefd bij watersporters en trots op zijn eigenheid.

In de met liefde onderhouden landschapstuinen van dit gracieuze landhuis in Vorden val je van de ene verrassing in de andere.

Van eigen bodem

88 KRIJTLANDPAD

Mooi design uit eigen land.

Een voetpad van zo’n 100 km langs het mooiste dat Zuid-Limburg te bieden heeft. Stijgen en dalen en genieten van fantastische vergezichten.

30 ONZE KEUZE: SHOPPING


30

88 50 34 INTERVIEW PAUL VAN VLIET

34

Een gesprek over zijn nieuwe boek ‘Heimwee naar morgen’, zijn favoriete plekken in Den Haag en het belang van creativiteit.

61 ONZE KEUZE: BOEKEN Geschiedenis, natuur en zomerse kookboeken.

74

67 TWEELINGEN Portretten van vier eeneiige tweelingen uit het boek ‘Een onderstroom van liefde’.

82 CANON VAN KUNST

72 KUNST UITGELICHT

Het conservatorennetwerk CODART stelde een canon samen van 100 meesterwerken uit de Lage Landen van 1350-1750. Wij kozen er vijf.

Het ‘Hanzebaken’ van Marte Röling in Harderwijk.

99 UIT DE KUNST

82

Exposities en culturele evenementen.

Rubrieken 33 ONZE TAAL Regels en taalwetten.

44 DE BOSWACHTER.

112 PUZZEL EN WIN… … een mooie weekendtas.

114 COLUMN REINILDIS Omgangsvormen ná corona.

Wandelen in de Texelse polder Waalenburg.

p. 5


WEG IN NEDERLAND Tekst & samenstelling Amélie Dufour

HOLLANDS Glorie


VREEMDELING IN VALKENBURG Het is de bakermat van het Nederlandse toerisme: Valkenburg. In 1885 werd in dit Zuid-Limburgse stadje de eerste VVV van Nederland – en waarschijnlijk van heel Europa – opgericht. De ‘Valkenburgse Vreemdelingen Vereniging’, zoals deze destijds heette, voorzag de voornamelijk welgestelde toerist van informatie en vermaak. Wilt u in deze sfeer van weleer overnachten? Dat kan in Villa Valkenburg, gevestigd in een rijksmonumentaal pand gebouwd tegen de zijkant van de Cauberg. Er zijn acht sfeervol ingerichte kamers en in het naastgelegen Koetshuis wordt het ontbijt geserveerd. • Vanaf E  76 voor twee personen per nacht, inclusief ontbijt. Villa Valkenburg, Plenkertstraat 41-43, Valkenburg. villavalkenburg.nl

p. 7


WEG IN NEDERLAND

Moehhh! Rode en zwarte Blaarkoppen, baggerbonten, twee kleuren Lakenvelders, een Wiltrik en een roodbonte Fries: in het ‘levend’ Rundveemuseum Aat Grootes in het West-Friese Aartswoud zijn ze allemaal te bewonderen. Door raszuivere fok worden deze – en andere – oud-Hollandse rundveerassen behoed voor de ondergang. In de hedendaagse veehouderij wordt namelijk gefokt op optimale economische eigenschappen en voeren saaie ‘eenheidskoeien’ de boventoon. Daarnaast geeft het museum aan de hand van anekdotes van Aat Grootes, de vroegere boer en bewoner van de boerderij, een mooi beeld van het plattelandsleven in de 20ste eeuw. Er is regelmatig aanwas van nieuwe kalfjes, die de eerste tijd bij hun moeder lopen. In de winter in de potstal, in de zomer in de wei. • Rundveemuseum Aat Grootes, Schoolstraat 43, Aartswoud. Van half mei t/m half september geopend op zaterdag en zondag. rundveemuseum.nl

Zilte traktaties Ook zo gek op lekkers uit de zee? Dan moet u echt eens naar Yerseke, hét oester- en mosseldorp van Nederland. Het leven draait hier om schelpdieren en Yerseke kreeg zelfs de bijnaam ‘Het Zeeuwse Klondike’ (een Amerikaanse gouddelversstad) vanwege de enorme economische ontwikkeling door de oesterkweek. U struikelt hier over de adresjes waar u oesters (en meer!) kunt eten, maar de Oesterij is onze favoriet. Hier kunt u een kijkje nemen in historische oesterputten, leren hoe het er in deze sector aan toegaat én uiteraard verse Zeeuwse delicatessen verorberen tijdens een proeverij, met uitzicht op de Oosterschelde. Er is ook een winkel (en een webshop), waar u zilt lekkers mee kunt nemen voor thuis. • Oesterij, Havendijk 12, Yerseke. Dagelijks geopend van 10 tot 18 uur. oesterij.nl

HOLLANDS Glorie


Vakantie in eigen land

Aan de voormalige zand- en grindgroeve van Terraq in Arcen liggen de knusse ‘podhouses’ van Campland Arcen. Klein, maar heel fijn, en bovendien: hoeveel ruimte heeft u eigenlijk nodig als u lekker aan het water kunt zitten, kunt wandelen of fietsen door Nationaal Park de Maasduinen en ’s avonds geniet van een knapperend vuurtje bij de vuurplaats? Of kom bij van alle bedrijvigheid in Thermaalbad Arcen, met thermaal mineraalwater dat opwelt uit een bijna 900 meter diepe bron en een temperatuur heeft van 35 tot 36 graden. Of met een biertje van de Hertog Jan Brouwerij... Mogelijkheden te over!

De prachtig vormgegeven Capitool Reisgids ‘Nederland’ helpt u bij het plannen van verrassende uitstapjes en vakanties in eigen land. Van bruisende steden tot natuurschoon, van kleurrijke bloemenvelden tot pittoreske molens en van eindeloze fietspaden tot de mooiste wateren om te zeilen. Boordevol tips, leuke weetjes en achtergrondinformatie om uw bezoek nét wat meer diepgang te geven (en uw reisgezelschap te trakteren op een persoonlijke rondleiding). Inclusief gedetailleerde plattegronden en de nodige fiets- en wandelroutes.

• Vanaf E  58,50 voor twee personen per nacht. Campland Arcen, Dorperheideweg 45, Arcen. campland.nl

• Capitool Reisgids ‘Nederland’, Unieboek/Het Spectrum, ISBN 9789000342020, E  32,50.

Podhouse in bourgondisch Limburg

WEGDROMEN NAAR ZUIDOOST-AZIË Waar vroeger de lijndienst vertrok naar ‘de Oost’, ligt nu Hotel Jakarta, een groene oase midden in Amsterdam. In het atrium is namelijk een subtropische binnentuin aangelegd, in samenwerking met de Hortus Botanicus. Zij maakten een zorgvuldige selectie van bomen, palmen en planten uit Azië. Dit is overigens niet de enige subtropische binnentuin op het Java-eiland: de architect legde van oost naar west een reeks openbare binnentuinen aan, alle vernoemd naar groenplaatsen op Java. Zelfs als u hier niet overnacht een

bezoek waard dus. Al raden we u toch aan dit in overweging te nemen: de kamers en suites zijn van alle gemakken voorzien en sommige hebben zelfs een 180-gradenuitzicht over het IJ. In Café Jakarta staan zowel Indonesische gerechten als verrassende combinaties van oost en west op de kaart en in Skybar Malabar drinkt u een cocktail met panoramisch uitzicht over de hoofdstad. • Vanaf E  194,99 voor 2 p.p.n. Hotel Jakarta, Javakade 766, Amsterdam. hoteljakarta.namsterdam

p. 9



Rondje Achterhoek

DUINHOTEL Duinhotel Tien Torens in Zoutelande is niet bepaald het gammele strandhuis uit het liedje van Bløf. Wél is het een uniek architectonisch hoogstandje verborgen in het hoogste duin van dit Zeeuwse kustplaatsje. Letterlijk, want het hotel is voor een groot deel begroeid met helmgras – aan de naam is dus geen woord gelogen. Door de verdiepte ligging van de terrassen heeft u optimale privacy en een prachtig uitzicht over duin, zee en land. Architect Timko Lokerse: “Duinhotel

Tien Torens is een bijzonder en uniek project waarin landschap, architectuur en interieur een uitgebalanceerd geheel vormen. Alles is erop gericht om u te laten genieten.” • Vanaf E  125 voor twee personen per nacht. Duinhotel Tien Torens, Duinweg 36, Zoutelande. duinhoteltientorens.seayouzeeland.nl

Het is ongetwijfeld coronahobby nummer één: wandelen. Het kan altijd en overal en in wandeltempo heeft u genoeg tijd om de omgeving goed in u op te nemen en volledig tot rust te komen. Genoeg van het welbekende ommetje in de buurt? Kies dan eens een mooi Streekpad uit, zoals het 117 kilometer lange Graafschapspad door de Achterhoek, een rondwandeling van Zutphen naar Zutphen. U volgt de geel-rode tekens (in beide richtingen gemarkeerd) en loopt door het typisch Achterhoekse coulisselandschap langs plekken als Lochem, Barchem, Ruurlo, Mariënvelde, Laag-Keppel, Doesburg en Steenderen. De route staat beschreven in een gidsje, maar op wandelnet.nl kunt u ook de verschillende etappes vinden (gemiddeld 20 kilometer, al kunt u het uiteraard indelen zoals u wilt). • Wandelgids Graafschapspad, ISBN 9789071068980, E  15,45, te bestellen via de web-site wandelnet.nl/ graafschapspad

SLAPEN TUSSEN DE WIJNGAARDEN Even weg van de drukte naar een plek waar je je in Italiaanse sferen waant, zonder dat je hoeft na te denken over tijd, luchthavens of quarantaineplicht? Rijd dan naar het onderste puntje van de hak van de laars, die van Zuid-Limburg welteverstaan. Hier, in Lemiers, ligt het schilderachtige wijndomein Holset, waar eigenaren Erik en Marianne zachtmousserende wijnen produceren. Het domein bestaat uit duurzaam gerestaureerde panden met luxe hotelkamers die uitzicht bieden op de omliggende wijngaarden. Doe mee aan

een wijnproeverij, bak een pizza in de oude houtoven, of wandel door het prachtige Heuvelland. • Elizawashere.nl/Nederland

p. 11


WEG IN NEDERLAND

© Marc Pluim

CURATOR VAN HET GOEDE LEVEN

CROQUET & BREAKFAST Strategisch gelegen tussen de hoge Veluwezoom en het lage moerassige land in een lus van de rivier de IJssel ligt kasteel Middachten. Het werd voor het eerst genoemd in 1190 en is sindsdien nooit verkocht, maar altijd vererfd in zowel mannelijke als vrouwelijke lijn. Inmiddels wordt het landgoed gerund door de 25ste generatie. Op het voorplein van het kasteel staat een koetshuis, waar drie voormalige knechtenkamers een paar jaar geleden zijn omgebouwd tot bed and breakfast. Het ontbijt wordt bij mooi weer op het terras

geserveerd, met uitzicht op de kasteelgracht en de prachtige tuin – waar u overigens ook een potje croquet kunt spelen. • Vanaf E  115 voor twee personen per nacht, inclusief ontbijt. Bed & Breakfast Middachten, Landgoed Middachten 3, De Steeg. middachten.nl/bed-andbreakfast

Op vakantie naar het buitenland zit er nog even niet in helaas, maar gelukkig zijn er in Nederland ook meer dan genoeg leuke plekjes te ontdekken. Maartje Diepstraten (aka ‘curator van het goede leven’) is bekend van het populaire reis- en lifestyleblog ‘Barts Boekje’ en beschrijft in haar nieuwste boek maar liefst 208 originele vakantieadressen. Oftewel 52 ‘kwartetten’ (één logeeradres met drie plekken in de buurt om wat te eten en drinken) – voor elk weekend van het jaar één. Van noord tot zuid en van oost tot west: door haar jarenlange ervaring als reisredacteur weet Maartje als geen ander de beste plekjes te vinden. Volop inspiratie dus voor een perfecte vakantie dicht bij huis. • Maartje Diepstraten, ‘Little Escapes in Nederland’, Unieboek/Het Spectrum, ISBN 9789000377299, E  22,50.

Beste bier van Brabant In de molen van het schattige vestingstadje Ravenstein wordt bier gebrouwen, en niet zomaar bier. Tripelbier Bastion won ooit de titel ‘lekkerste biertje van Brabant’, en dat is best een prestatie voor zo’n kleine brouwerij. Maar Wil en Wil (de eigenaren, vandaar de naam Wilskracht) brouwen nog veel meer lekkers in de hoogste stellingmolen van Brabant. Strijk vooral eens neer op het gezellige terras na een fietstocht langs de Maas en snuif de rijke historie van Ravenstein op, dat al in 1380 stadsrechten kreeg. Er vinden geregeld concerten plaats. • Wilskracht Stadsbrouwerij Ravenstein, Molensingel 6, Ravenstein. stadsbrouwerij-ravenstein.nl

HOLLANDS Glorie



HUIZEN

LAREN

BUSSUM

HILVERSUM


BLARICUM

NAARDEN

Kleine gids voor

HET GOOI •

De Gooische Moordenaar, de Gooise matras, kakkers – niet alle associaties met ’t Gooi zijn positief. Maar de met bos, hei en villa’s bezaaide streek is toch vooral ‘een der liefste plekjes van ons land’. Hollands Glorie maakte een rondje en selecteerde per plaats het mooiste, leukste en lekkerste.

Tekst & fotografie Annemique de Kroon

p. 15


H Naarden-Vesting.

oe ’t Gooi is ontstaan? Volgens de tekst van de ‘Gooise ballade’ vroeg een engel aan God of er nog plek was voor een klein stukje land: ‘In gedachten sprak de heer: / “Zeker gooi daar maar neer.” / En zo is ’t Gooi ontstaan / een der liefste plekjes van ons land. / Zo is ’t Gooi ontstaan / met z’n akkers en z’n stukjes strand / met z’n bossen en z’n heide / en z’n uitgestrekte weiden.’ Aan deze ontstaansgeschiedenis mag worden getwijfeld, maar de beschrijving klopt wel. ’t Gooi (Gooi zou een verbastering zijn van ‘gouw’: landstreek of gewest) was het land van de Erfgooiers, de oorspronkelijke bewoners die in de Middeleeuwen het recht kregen om gemeenschappelijk gebruik te maken van bos, hei en weilanden. Dit verklaart dat de oude boerderijen met hun hooibergen in bijvoorbeeld Blaricum niet zijn omringd door landerijen, maar dicht op elkaar staan in de dorpskern. De regeling voorkwam ook dat het gebied werd ontgonnen en bebouwd. In de 19de en 20ste eeuw vielen akkers (engen) en gemeenschappelijke weiden (meenten) alsnog ten prooi aan woning- en wegenbouw, maar een groot gebied is overgegaan in het Goois Natuurreservaat en bleef beschermd. De Gooise dorpen zijn in de loop der tijd gegroeid en tegen elkaar aan komen te liggen, maar daartussen ligt nog altijd een gevarieerd landschap van hei, bos, akkers en weides.

HOLLANDS Glorie

De woonwinkel van Barbara Emmy in Laren.

De ‘ontdekking’ van ’t Gooi begon 150 jaar geleden. Nadat Haagse-Schoolschilder Jozef Israëls de streek rond 1870 bezocht, trokken meer schilders naar ’t Gooi om de ongerepte heidevelden, schaapskuddes en boerenwoningen op doek vast te leggen. Anton Mauve werd zelfs beroemd om zijn landschappen met schapen, tot in de Verenigde Staten aan toe (de schilderijen met sheep coming – dus vanvoren gezien – waren net iets populairder dan de sheep going). Met de komst van de stoomtram tussen Amsterdam en de dorpen in ’t Gooi nam de bereikbaarheid toe, voor kunstenaars maar ook voor dagjesmensen die naar het strand wilden in Muiderberg – toen nog een badplaats aan de Zuiderzee – of een dagje naar buiten en poffertjes eten op de Brink in Laren. De tram veroorzaakte overigens nogal wat dodelijke ongelukken en kreeg de bijnaam ‘Gooische Moordenaar’. Niet alleen kunstenaars en dagjesmensen wisten de weg naar ’t Gooi te vinden. Er werden koloniën of communes opgericht (Walden in Bussum en Kolonie van de Internationale Broederschap in Blaricum) en ’t Gooi werd een toevluchtsoord voor anarchisten, communisten, theosofen en terug-naar-denatuur-idealisten. Op landgoed Jagtlust aan de Eemnesserweg tussen Laren en Blaricum begonnen de jaren zestig al in de jaren vijftig. Rond dichteres Fritzi ten Harmsen van der Beek die het pand begin jaren vijftig had gekraakt, verzamelde zich een gezelschap van collega-dichters (onder wie Remco Campert met wie ze kortstondig getrouwd was), schrijvers (Reve, Bernlef ), schilders


HET GOOI van de Cobra-beweging, fotografen (Van der Elsken, Van der Keuken), acteurs en journalisten. De vaak liederlijke samenkomsten waren een voorpoefje van de vrijgevochten jaren zestig. In de jaren zeventig leidde de veronderstelde losbandigheid in de Hilversumse omroepwereld tot de bijnaam ‘de Gooische matras’ (met hoofdrollen voor cafés Moeke Spijkstra in Blaricum en t’ Bonte Paard in Laren). Begin deze eeuw gaf de populaire televisieserie ‘Gooische vrouwen’ met de bijbehorende films nieuwe invulling aan het beeld van het Gooische leven.

VERAMSTERDAMMEN De ‘erfgooiers’ in de oude boerendorpen hebben vanaf het einde van de 19de eeuw dus nogal wat gezelschap gekregen, eerst van kunstenaars en vrijdenkers, later van rijkelui, artiesten en televisiesterren. Deze bonte mix lijkt nog altijd een beetje bien étonné de se trouver ensemble. De nieuwe rijken die zich er vestigen lijken niet altijd oog te hebben voor de mooie architectuur van bijvoorbeeld Dudok, Rueter, De Bazel en Rietveld. Na de koop van een oude villa ligt de sloophamer vaak op de loer. Gooisch architectenbureau Kabaz is momenteel erg in trek. Hun witte strakgestuukte reuzenhuizen met stalen kozijnen, zwart hout en gemanicuurde rieten kappen lijken wel gefotoshopt.

Kabaz ‘ontzorgt’, lees: ze regelen alles, tot en met gelabeld beddengoed in de linnenkast en glazen in de keukenkast aan toe. Er is zelfs een bijpassende kweker in ’t Gooi die volwassen bomen en planten aanbiedt voor ‘tuinliefhebbers zonder geduld’. Maar desondanks en ondanks projectontwikkelaars en de te ambitieuze eigenaar van een pretpark die de Gooise idylle verstoren slaagt ’t Gooi erin zijn charme te behouden. Sarah Saarberg, hoofdredacteur van de ‘Gooische TamTam’, ‘het magazine van en voor ’t Gooi’ dat vier keer per jaar verschijnt, volgt alle ontwikkelingen op de voet. “’t Gooi heeft natuurlijk een bepaalde reputatie van nouveau riche en ballen in een rode broek. Een groot deel van ’t Gooi is onbetaalbaar en dat trekt bepaalde mensen aan. Maar eigenlijk had je dat vroeger ook al. Toen zagen erfgooiers met lede ogen al die kunstenaars, met rijke mensen in hun gevolg, hun intrek nemen in ’t Gooi. Maar ’t Gooi heeft veel meer gezichten. Ik woon in Bussum, in een voormalig arbeiderswijkje waar we heel dorps een beetje op elkaar letten en voor elkaar zorgen. Dat heeft niks te maken met het beeld dat vaak van ’t Gooi wordt geschetst.” Volgens Saarberg is ’t Gooi aan het ‘veramsterdammen’. “In Amsterdam heb je op elke hoek een winkeltje of eettentje. Dat zie je hier ook steeds meer. ’t Gooi is tenslotte ook de achtertuin van Amsterdam.” >

Bij de entree van voormalig sanatorium Zonnestraal in Hilversum.

p. 17


HET GOOI LAREN In de ‘Gids langs de Gooische Stoomtram’ uit 1882 wordt Laren beschreven als het oudste dorp van ’t Gooi. “Sommigen veronderstellen dat de naam is afgeleid van ‘Laar’, ruimte, ledige plaats.” Die leegte was niet naar de zin van Larense ondernemer Jan Hamdorff. Als eigenaar van hotel Hamdorff pleitte hij in 1880 voor een tramverbinding. De tram kwam er en zijn hotel werd een trefpunt voor kunstenaars. Het Amerikaanse echtpaar Anna en William Singer nam er in 1902 zijn intrek. Later bouwden zij in Laren villa De Wilde Zwanen, die in de jaren vijftig werd uitgebreid tot museum, beeldentuin en theater. Dit jaar krijgt museum Singer Laren een nieuwe uitbreiding: een vleugel voor de kunstcollectie die mevrouw Blokker onlangs heeft geschonken (collectie Nardinc). Er wordt wel gezegd dat het Laren van nu het meest kosmopolitische en kakkineuze dorp van ’t Gooi is. Het komen en gaan wordt in de gaten gehouden vanaf de terrassen van cafés Mauve en t’ Bonte Paard, beide gelegen aan het kruispunt bij de lommerrijke Brink, het kloppend hart van het dorp. De Sint Jansbasiliek (de jaarlijkse Sint Janprocessie naar het Sint Janskerkhof op 24 juni is vermaard) en een oud-Hollandse poffertjeskraam staan beide al zo’n honderd jaar aan de Brink. Maar ‘t Bonte Paard met zijn roodgroene luiken, houten lambriseringen en zand op de houten vloer heeft een veel langere geschiedenis: de ‘dorpsherberg’ dateert van zo’n vier eeuwen geleden toen de hoofdweg van Amsterdam naar Amersfoort dwars door Laren liep. Tot de aanleg van de rijksweg in 1921 kwamen alle rijtuigen, trams en dagjesmensen langs t’ Bonte Paard. Bijzonder verschijnsel: jonge fotografen op de Brink in Laren die de voorbijrijdende dure auto’s vastleggen. De laatste maanden werd het kruispunt bij de Brink zelfs afgezet om overlast te voorkomen. • Museum Singer Laren De beeldentuin van Piet Oudolf bij het Singer Laren is gratis toegankelijk en je kunt er ook terecht voor een kopje thee met een taartje. Het museum heeft onlangs een autopuzzeltocht uitgestippeld, een route van bijna zeventig

HOLLANDS Glorie

kilometer met opdrachten en weetjes over kunst en kunstenaars in ’t Gooi. Oude Drift 1 singerlaren.nl • Café t’ Bonte Paard Roemrucht café, met uitgelaten borreluurtjes. Op de kaart staan onder andere tosti’s, van Italiaans tot Indisch. In Hilversum is of wordt een dezer dagen een zusje geopend: café ’t Tolhuis. Naarderstraat 1 cafehetbontepaard.nl • Nick Vollebregt Bij Nick Vollebregt waren Rita Reys, Willem Duijs en Pim Jacobs kind aan huis en stond Toots Thielemans al neuriënd koffiekopjes te drogen in voorbereiding op een optreden. Nu is er af en toe nog jazz, maar ze doen bij Nick nu vooral aan ‘bistronomie’: een authentiek Franse keuken, de sfeer van een bruine kroeg en een witlinnen servet op schoot. Buiten is er ook nog een achter bamboe verscholen terras. Naarderstraat 40 nickvollebregt.nl • Barbara Emmy Interiors Barbara is net naar een grotere winkel verhuisd die ze meteen weer heeft omgetoverd tot een schatkamer met stoffen en decoraties voor in huis. Naarderstraat 25 barbaraemmy.com Andere mooie interieurwinkels in Laren zijn die van Marcel Wolterinck (Zevenend 33E) en Brecht Murré (Mauvezand 2). Laren loopt door aan de ‘andere’ kant van de A1 waar ook de uitgestrekte Wester- en Bussumerheide ligt. 3 TIPS: 1 De Groene Afslag Duurzame en multifunctionele ontmoetingsplek. “Alles wat wij hier koken, bouwen,

Barbara Niemann in haar winkel Barbara Emmy.

verhuren en organiseren, staat in het teken van de groene ommezwaai.” Op het terrein staat ook een container waar ambachtelijk brood wordt verkocht en een oude sigarettenautomaat waar je voor vier euro een ‘pakje kunst’ uit de muur trekt. Amsersfoortsestraatweg 117 (A1, afrit 8) degroeneafslag.nl 2 Geologisch Museum Hofland Klein museum gewijd aan de geologische en archeologische geschiedenis van ’t Gooi, met zwerfstenen, mineralen, fossielen en andere sporen van de vroegste bewoners. Hilversumseweg 51 (naast het Sint Janskerkhof; tegenover La Place) geologischmuseumhofland.nl 3 Theehuis ’t Bluk Op de Zuiderheide, ‘het mooiste stukje heide in ’t Gooi’, staat al ruim honderd jaar een theehuis. De thee, koffie, taart en broodjes zijn geliefd bij wandelaars en fietsers. (Bluk is oud-Larens voor het hakblok waarop hout werd gehakt.) Zuiderheid 2 bluk.nl >


Winkel en atelier van Brecht Murré

Landgoed Larenberg aan de Naarderstraat.

t’ Bonte Paard.

Koffie bij het Singer Laren.

Bijschrift


Een bewoner van de Tafelberg schaapskooi.

Huis ontworpen door architect Th.W. Rueter.

Jagtlust aan de Eemnesserweg.

Keramiste Eva Follender Grossfeld in haar atelier aan de rand van de Tafelbergheide.


HET GOOI

BLARICUM Over Blaricum rapporteerde de Nederlandse stad- en dorpbeschrijver omstreeks 1790: ‘Blaricum is van alle Gooise dorpen het minst welvarend. Er valt over het dorp dan ook weinig interessants te vertellen. De laatste honderd jaar is de welstand nauwelijks toegenomen.’ In die tijd stonden er rond de honderd woningen waar zo’n vijfhonderd mensen woonden. ‘De bewoners leven van wat het land aan oogst oplevert, de vrouwen zitten aan het spinnewiel.’ Maar er was ook iets positiefs te melden: ‘Hoe onaanzienlijk het dorp Blaricum ook is, het ligt in een paradijselijke omgeving. Op een kwartier loopafstand ligt de bekende Tafelberg, die als uitzichtpunt een grote verscheidenheid aan vergezichten oplevert die het oog van de gevoelige bezoeker zo bekoren, dat hij met ontzag de macht van de Schepper van de Natuur overdenkt.’ Door de komst van alle kunstzinnige types, intellectuelen, wereldverbeteraars en rijke Amsterdammers veranderde de samenleving. De levenswijze van niet-Blaricummers was anders dan die van de oorspronkelijke

bevolking. Er ontstond een ‘huttencultuur’: schilders, dichters en geleerden gingen in houten hutjes in het bos of op de hei wonen. Zo verbleven onder anderen Adriaan en Henriëtte Roland Holst, Martinus Nijhoff, Carry van Bruggen en Jacques Bloem in Laren en Blaricum. Op een perceel tussen de Schapendrift en de Eemnesserweg zijn drie atelierhutten behouden gebleven. In een daarvan heeft Piet Mondriaan gewerkt. Blaricum groeide uit tot een mooi brinkdorp, dat tot 1920 zijn oorspronkelijke agrarische karakter wist te behouden en ook nu nog bekendstaat als het mooiste dorp van de streek. Rondom Blaricum hebben heidevelden en engen plaatsgemaakt voor villa’s. Om het unieke dorpskarakter te behouden is de kern van Blaricum in 1967 aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Oude boerderijen met rieten daken en hooibergen in de dorpskern, akkertjes, het weideland met paarden en koeien bij zorgboerderij ’t Werckpaert herinneren aan de vroegere landbouw. Groene hagen en kronkelweggetjes dragen bij aan de charme. In veel tuinen wappert een vlag met het wapen van Blaricum: drie blauwe korenbloemen. Nóg een verwijzing naar het agrarische verleden dat nog altijd voelbaar is.

• Country Deli Broodjeszaak ‘plus’ van Livia en Farahi. Voor bagels, baguettes, salades en burgers, binnen of op het terras. Dorpsstraat 2 countrydeliblaricum.com • The Red Sun Fine dining op z’n Japans in het restaurant van Wimmy Hu. The Red Sun is een favoriet van Linda de Mol, die in de buurt woont. Huizerweg 3 theredsun.nl • Bistrôt Chapeau De Frans geïnspireerde buren van The Red Sun zijn net onderscheiden met een Bib Gourmand. Huizerweg 1 chapeaublaricum.nl

• Rust Wat Verstopt in het groen café-restaurant met een terras dat grenst aan een grote vijver. Als u niet wars bent van mannen met geaffecteerde stem en rode broek. Van carpaccio tot clubsandwich. Schapendrift 79 caferestaurantrustwat.nl • Moeke Spijkstra Huiskamercafé dat vaak in een adem met t’ Bonte Paard wordt genoemd, gevestigd in een voormalige wachtruimte van de ‘Gooische moordenaar’. Torenlaan 10 moekespijkstra.nl • Café d’Ouwe Tak Nog een oud bruin café met huiskamersfeer, sinds 1847. Klassieker op het menu: dé gehaktbal van d’Ouwe Tak in de jus. Eemnesserweg 13 ouwetak.com • Patisserie Rémy Met Pasen staan er chocolade-eieren gedecoreerd met Porsches in de etalage. Dorpsstraat 5A patisserieremy.nl • Tafelbergheide met schaapskooi De Tafelberg is de bekendste ‘berg’ van het Gooi. Naar verluidt werd deze als uitkijkpunt opgeworpen in de prehistorie, fungeerde hij rond de 18de eeuw als vuurbaken voor vissers op de Zuiderzee en werd die daarna in stand gehouden als attractie. Het bergje is onlangs weer opgeknapt en is 39,2 meter hoog, met een stenen tafel op de top waarop markante punten staan aangegeven. De grens tussen Huizen en Blaricum loopt precies over de berg. Nog een tip: tegenover restaurant De Goede Gooier aan de Tafelbergheide is de keramiekstudio van Eva Follender Grossfeld. Crailoseweg 116 (Huizen) evafollendergrossfeld.nl • Aspergeboerderij Boereblij verkoopt asperges en alles wat daarbij hoort tot en met de eerste zaterdag na Sint Jan op 24 juni. boereblij.nl >

p. 21


HET GOOI

NAARDEN Een oude naam voor Gooiland is Naerdincklant (Land van Naarden), vernoemd naar een nederzetting aan de Zuiderzee. De vroegste vermelding van ‘Naruthi’ dateert van omstreeks 900. Het omringende ‘Nardinclant’ werd ernaar genoemd. Die vroegste nederzetting lag noordoostelijk van de huidige stad, in of bij het Gooimeer. De dreiging van de Zuiderzee leidde ertoe dat er op een strategischer plaats een nieuwe stad werd aangelegd: het huidige Naarden-Vesting, het oudste stadje van ’t Gooi (stadsrechten in 1353). Door de eeuwen heen speelde Naarden een belangrijke rol in de verdediging van West-Nederland. Centraal in de vesting staat de Grote Kerk, in 1479 gewijd en met een uniek beschilderd tongewelf uit 1518. De kerk is nu vooral bekend van de uitvoeringen van Bachs Matthäus- en Johannes-Passion en het Fotofestival Naarden. Het stadje telt drie musea (respectievelijk gewijd aan de vesting, weegschalen en de Tsjechische wijsgeer Comenius), maar is zelf eigenlijk een openluchtmuseum, met stadswallen omgeven door grachten, klinkerstraatjes en oude huisjes. Menig Amsterdams stel met kinderen valt als een blok voor het karakter en de charme van het stadje en verhuist. Het kan gebeuren dat het stel vervolgens geen oog meer heeft voor het karakter en de charme van de wederhelft en gaat scheiden – de hoofdstraat van Naarden, met café Demmers als episch centrum, wordt ook wel de Boulevard of Broken Dreams genoemd. De Vesting is ook een favoriet van Sarah Saarberg: “Naarden-Vesting is fantastisch om te bezoeken, met enerzijds het Arsenaal van

HOLLANDS Glorie

wijlen Jan des Bouvrie en anderzijds de gevelgedichtjes, leuke boetiekjes, een kop koffie met appeltaart bij het Vestinghotel of Coffee Culture en een borrel bij café Demmers. Op een zonnige dag wandel ik er graag over de vestingwallen, samen met andere wandelaars, hondenuitlaters, fietsers en in de verte de A1.” • Arsenaal Het Arsenaal, een initiatief van wijlen Jan des Bouvrie, omvat onder meer een showroom, woonwinkels en een restaurant in een monumentaal pand. Kooltjesbuurt 1 hetarsenaal.nl

Bootjes gezien vanaf de hoek Kapitein Meijerweg en de Korte Bedekte Weg.

• Vestinghotel Naarden Leuk adres voor koffie, lunch, borrel, diner of overnachting. Boekentips voor in de weekendtas voor een weekendje Gooi: ‘Jagtlust’ (1998) van Annejet van der Zijl over de Blaricumse villa en ‘’t Hooge Nest’ (2018) van Roxane van Iperen. Raadhuisstraat 1 (naast het oude stadhuis uit 1601) vestinghotel.nl • Lokaal In een klinkerstraatje achter de Grote Kerk van Naarden ligt restaurant Lokaal. Chef-kok Rogier Nieuwenhuis laat zich inspireren door wat hij elke ochtend tegenkomt tijdens de inkoop. Hij bakt dagelijks brood dat wordt geserveerd met olie uit zijn eigen olijfgaard in Italië. Pastoorstraat 2 lokaalnaarden.nl >

Kooltjesbuurt in Naarden-Vesting.


De Gele Loods herbergde vroeger het materieel voor het onderhoud van de vesting.

Het Arsenaal. Bijschrift


Tegen het Spiegel aan, daar waar Bussum ongemerkt overgaat in Naarden, staan huizen aan de Sandtmannlaan. De huizen zijn van hout vanwege een wet uit 1853 die bepaalde dat bij oorlogsdreiging de huizen snel moesten kunnen worden afgebrand, waardoor vanuit de vesting een vrij schootsveld voor de kanonnen zou ontstaan.


HET GOOI

BUSSUM De mooiste wijk van Bussum is het Spiegel, een van de oudste villawijken van Nederland. Het is gebouwd tussen 1874 en 1940 en bestempeld tot rijksbeschermd dorpsgezicht. De wijk telt dertig rijksmonumenten van architecten als Rueter, De Bazel en Bauer. Deze laatste bouwde in 1901 ook villa Eikenhof aan Regentesselaan 39, in opdracht van Jo van Gogh-Bonger. Zij was de vrouw van Theo van Gogh, de broer van Vincent. Na de dood van Vincent in 1890 en Theo een half jaar later ging de complete verzameling van Vincents werk over in handen van Jo. Vanuit villa Eikenhof, waar ze overigens slechts enkele jaren heeft gewoond, beheerde zij de kunstcollectie en zorgde ze ervoor dat Van Gogh wereldberoemd werd. In die tijd moet het huis vol hebben gelegen met doeken van Van Gogh. Nu bijna 120 jaar later wil de eigenaar de villa slopen, maar het wordt waarschijnlijk een beschermd monument. De naam van architect Willem Bauer duikt ook op in verband met de Walden-kolonie in Bussum. Op de weg tussen Hilversum en Bussum staat villa Oud Cruysbergen. Van

1898 tot 1907 was op deze plek landbouwkolonie Walden – een soort commune – gevestigd, een initiatief van schrijver Frederik van Eeden. Geïnspireerd door de Amerikaanse schrijver Henry David Thoreau die een tijdje in afzondering in een houten hutje een leven van eenvoud leefde en daar het boek ‘Walden or Life in the Woods’ (1854) over schreef (“I went to the woods because I wished to live deliberately, to front only the essential facts of life, and see if I could not learn what it had to teach, and not, when I came to die, discover that I had not lived.”). Het boterde niet tussen de intellectuele stichters en de arbeiders in de leefgemeenschap, getuige ook een acroniem voor Walden uit die tijd: ‘Waar allen luieren, daar eet niemand.’ De kolonie ging binnen tien jaar failliet. De kantoorvilla Oud Cruysbergen die nu op het terrein staat dateert van 1921, na het Walden-experiment, maar een woonhuis en hut behorende tot het Hof van Eeden-complex zijn bewaard gebleven. Van Eeden ligt begraven op de rooms-katholieke begraafplaats in Bussum. Sarah Saarberg over Bussum: “Mijn persoonlijke favorieten? Dat zijn er zo veel. Maar ik zal er twee noemen. De Kapelstraat met al zijn restaurantjes is beregezellig, met name in de zomer. De horecaondernemers zorgen er met elkaar voor een goede sfeer. En ik wandel vaak met mijn hond op de Bussumerheide. Dan eet ik een stuk appeltaart bij Heidezicht, de lekkerste appeltaart ‘ever’.” • Sandtmannlaan Aan de rand van het Spiegel, niet ver van de spoorlijn, staan 28 unieke, kleurige huizen. Ze zijn gebouwd tussen 1903 en 1912 naar ontwerpen van de architect Sandtmann, die zich liet inspireren door Scandinavische

houten huizen. Alle houten villa’s in het laantje zijn rijksmonumenten. • Kapelstraat De Kapelstraat is hét eet- en terrassenstraatje van Bussum. Met uiteenlopend aanbod, van soeplokaal tot sterrentent. • Spiegelstraat Veel mooie winkels in een relatief korte straat. Van yogakleding en accessoires voor huis en kleding tot bloemenpracht en klassieke interieurwinkel (Koldeweij). spiegelstraatbussum.nl • Filmhuis Bussum Op de rand van het Brediuskwartier, een andere villawijk, staat dit filmtheater ‘met liefde voor de underdog’. Brediusweg 1 filmhuisbussum.nl • Heidezicht Café-restaurant met terras en speeltuin op de rand van de Bussumerheide. Aanraders: de kruimelappeltaart en het wentelteefje met aardbeiensaus en mascarpone. Randweg 203 heidezicht.com • Kopje zoekt familie Dicht bij het station staat een hoekwinkeltje met de aandoenlijke naam Kopje zoekt familie – voor ontbrekende serviesstukken. Vlietlaan 48a

>

p. 25


HET GOOI

HILVERSUM Van alle plaatsen in ’t Gooi heeft Hilversum de meeste inwoners, maar de mediastad c.q. het villadorp heeft nooit stadsrechten gekregen. Hilversum staat niet bepaald bekend om zijn historische binnenstad of leuke winkelaanbod. Toch zijn er zeker een paar bijzondere plekjes. In de wijk Trompenburg staan villa’s van Berlage en Hanrath, grondlegger van de Gooise landhuisstijl, en ook villa’s in de stijl van de Amsterdamse School. Relatief onbekend is sanatorium Zonnestraal van de architecten Jan Duiker en Bernard Bijvoet, architecten van het nieuwe bouwen in de jaren twintig van de vorige eeuw. Dit rijksmonument aan de Hoorneboegse heide is ontworpen als sanatorium voor mensen met tuberculose. In die tijd raakte men ervan overtuigd dat natuur, zonlicht en schone lucht bijdroegen aan gezondheid en herstel. Zonnestraal is onlangs na een lange periode van leegstand in ere hersteld: de muren zijn weer stralend wit, door de blauwe deuren en kozijnen ligt een verwijzing naar Griekenland voor de hand. Het is nu een bedrijvenverzamelgebouw midden in de natuur, met brasserie Zonnestraal als kloppend hart. Verderop op het landgoed zijn er ook nog een landgoedwinkel, een wijngaard, een zelfoogstproject en een kampeervereniging. Ook op de Hoorneboegse hei, niet ver van Zonnestraal, ligt De Hoorneboeg, ‘buitenplaats voor inspiratie’ waar retraites en trainingen worden gegeven. Bij de ommuurde moestuin en de bijenkorven staat restaurantje-met-terras Bij de Tuinman. Zij verzorgen de maaltijden voor de deelnemers, maar in het weekeinde bedienen ze iedereen die langskomt. Er worden vooral gerechten gekookt met groentes van het seizoen en

HOLLANDS Glorie

producten uit de buurt, bij voorkeur uit de eigen moestuin die er al sinds 1881 ligt. Al dat onbespoten lekkers wordt opgediend op het terras naast de moestuin. • Zonnestraal Elke laatste zondag van de maand geeft Jan Schriefer – geboren en getogen Zonnestraler – rondleidingen. Aanmelden via de website. Loosdrechtse Bos 19 zonnestraal.nl • Bij de Tuinman Hoornboegse hei bijdetuinman.nl

De serre van Bij de tuinman. Aan het werk op creatieve broedplaats Werf35.

• Pinetum Blijdenstijn Botanische tuin gespecialiseerd in naaktzadigen. De bekendste zijn de coniferen met onder meer den, jeneverbes en taxus. Ook veel rododendrons en zelfs sequoia’s. Van der Lindenlaan 125 pinetum.nl • Chef aan de Werf Op een oud fabrieksterrein, in een industriële loods, vind je het restaurant van de ervaren chef-kok Charly de Wijs die onlangs een Bib Gourmand in de wacht sleepte. Mussenstraat 11 chefaandewerf.nl

>


Interieur van restaurant Chef aan de Werf. Het hoofdgebouw van Zonnestraal.

Bijschrift


HET GOOI

De Krachtcentrale.

Doorkijkje bij het Fletcher hotel-restaurant Nautisch Kwartier aan de haven.

HUIZEN Van alle plaatsen in het Gooi heeft Huizen de minste poeha. Zou het liggen aan godsdienst en calvinisme? De andere dorpen in het Gooi waren overwegend katholiek maar Huizen is protestant. Veel Huizers gaan op zondag nog altijd twee keer naar de kerk. De cultuur en schoonheid die kunstenaars in de rest van het Gooi hebben ingebracht, zijn grotendeels aan Huizen voorbijgegaan. Of komt het door het visserijverleden dat de Huizer weinig kapsones heeft? Aan de visserij en vishandel kwam overigens vrij abrupt een einde door de aanleg van de Afsluitdijk. Toch profileert Huizen zich nog altijd als ‘haven van het Gooi’. In de haven liggen botters te glimmen op de werf; op de kop van de haven staat een nieuw hotel in de vorm van een Zuiderzeedorpje uit vroeger tijden en ’s zomers is er een veerdienst voor fietsers en voetgangers tussen de havens van Huizen en Almere. Verderop aan de Zomerkade zijn zandstrandjes en een paar eettentjes. Culinaire uitschieter in Huizen is café-restaurant De Krachtcentrale. Vanaf 1938 voorzag deze centrale eerst een fabriek en later het hele Gooi van stroom. Sinds een jaar of drie is het een duurzaam gebouw waar creatieve

HOLLANDS Glorie

bedrijfjes zijn gevestigd. Het industrieel ingerichte restaurant heeft een goede Fransmediterrane keuken en ruime terrassen. In de clubruimte in de kelder worden filmhuisfilms vertoond en muziekoptredens en stand-upcomedy georganiseerd. De Havenstraat waar De Krachtcentrale aan ligt, voert van de haven naar het Oude Dorp van Huizen waar klinkerstraatjes langs oude, omhegde boerderijen slingeren en waar ook het Huizer Museum staat. Dit museum brengt de geschiedenis van Huizen in beeld met onder meer een collectie klederdracht en Huizer kanten mutsen. • Huizer Museum Achterbaan 82 huizermuseum.nl • De Haven van Huizen ‘Eethuys-klein café-restaurant’ sinds 1989. Havenstraat 81 havenvanhuizen.nl • Krachtcentrale Havenstraat 76 caferestaurantdekrachtcentrale.nl

TEN SLOTTE • Wandelen & fietsen Natuurwegwijzer.nl (‘Naar buiten in Noord-Holland’) heeft veel wandel- en fietsroutes in de Gooi- en Vechtstreek. natuurwegwijzer.nl • IJs & ander zoet Onderweg een ijsje eten? Voor het ijs van Chielato in Huizen, De Hoop in Blaricum en Dolomiti en IJssalon Irene in Bussum staan ze in de rij. Nieuwkomer in Laren Ron Blauw heeft ook ijs. Zoete (chocolade)souvenirs: Gooise ballen (Belgische chocolade met honing en whisky) en Kusjes uit Naarden (chocola met zeebanket in de vorm van een rood gestift mondje) zijn onder andere verkrijgbaar bij bakkerij Kwakman in Naarden. Gooise matrasjes bij De Gooise Matras in Hilversum.


ROBERTO’S A CASA

PURE ITALIAANSE KEUKEN THUIS Onze Executive Chef Franz Conde en zijn team hebben een variëteit aan gerechten samengesteld om makkelijk thuis te bereiden.

Geniet van de pure Italiaanse keuken met echte Italiaanse ingrediënten - gewoon aan uw eigen keukentafel. Maak een keuze uit de vele antipasti, pasta’s of klassieke hoofdgerechten en desserts om thuis een traditionele Italiaanse familielunch te creëren. Bestel via Resengo: Elke dag beschikbaar om te bestellen tussen 12:00 en 20:00 uur, voor afhalen bij Roberto’s of bezorgen in Amsterdam.

www.robertosrestaurant.nl | tel: 020-7106025 | robertos.amsterdam@hilton.com Apollolaan 138 | 1077 BG Amsterdam | Laat u inspireren op Instagram @Robertosamsterdam


ONZE KEUZE SHOPPING Tekst Pablo Pichel

2.

1.

3.

4.

1. Vrouwelijke vormen Zomerse bloemenjurk met taillestrik die fijn aansluit op het figuur. Past iedereen door de stretchstof jersey lycra en blijft zelfs na regelmatig wassen mooi. Ook handig: hij is kreukvrij. LaDress, ‘Caroline soft flower’, B189. ladress.com 2. Als een rol papier Deze minimalistisch ogende bijzettafel is de nieuwste creatie van meubelontwerper Marc van der Voorn. De voet is strak omwikkeld met linoleum, waardoor het lijkt alsof hij van papier is gemaakt. Ignore Amsterdam, ‘Wrap’, B249. ignoreamsterdam.com 3. Vliegen als vroeger Reis met deze klassieke handbagagekoffer terug naar de jaren zeventig. Een tijd waarin vliegen nog exclusief was, passagiers netjes gekleed aan boord gingen – en binnen roken heel gewoon was. Ook verkrijgbaar in andere formaten. Suitsuit, ‘Fab Seventies Classic - Beetle Green ‘Handbagage (55 cm)’, B149,95. suitsuit.com 4. Behoedzaam zonnen Geen strandvakantie zonder een hoed tegen de zon. Deze van Scotch & Soda is gemaakt van papierstro en afgewerkt met een stoffen band waarop – toepasselijk – zeesterren geprint zijn. Scotch & Soda, ‘Hoed van papierstro met band met print’, B69,95. scotch-soda.com 5. Handige hanger Met deze weersbestendige plantenhanger is er nooit te weinig ruimte voor uw bloemenvazen en kaarsen. Hang hem aan het plafond of boven het terras en zie de ruimte opbloeien. Ook te gebruiken als

HOLLANDS Glorie


5.

7.

6.

8.

9.

serveerschaal. Happy Circle, ‘Gouden plantenhanger’, B59.95. happycircle.nl 6. Zomerse sapjes Vierdelige bekerset van keramiek in retrolook. Door het geschilderde fruit uitermate geschikt voor vruchtensap, thee of limonade tijdens een zomerpicknick of zondagsbrunch. Voordeel: ze kunnen in de vaatwasser. Anna+Nina, ‘Set of 4 Coloured Fruit Cups’, B49,95. anna-nina.nl 7. Nieuwe meesterwerken IXXI heeft zijn Rijksmuseumcollectie uitgebreid met eigentijdse interpretaties van bekende meesterwerken. Zo werkt het melkmeisje van Vermeer nu in een koffiebar en voelt de zwaan van Asselijn zich bedreigd in een grafische wereld. IXXI, ‘Rijksmuseum 2.0 collectie’, vanaf B29,95. ixxiyourworld. com 8. Voor buiten én binnen Met een zacht designvloerkleed voor buiten tovert u uw terras of patio om in een stijlvolle loungeplek. Dit tapijt is uv-bestendig, bestand tegen water en weer en makkelijk schoon te houden. Kan natuurlijk ook binnen liggen. Fatboy, ‘Carpretty Grand Vloerkleed Pop Up Black (200x290 cm)’, B299. fatboy.com 9. Delfts oranje In de 17de eeuw vormden Delftse tulpenvazen het pronkstuk van menige tafel. In de openingen van dit cilindervormige vaasje komen bloemen prachtig tot hun recht, een vrolijke variant op de traditioneel Delfts blauwe tulpenvazen. Heijnen Delft Servies, ‘Tulpenvaas cilinder oranje KLEI’, B34,95. heinendelftsblauw.nl

p. 31


6 X HOLLANDS + LITTLE ESCAPES IN NEDERLAND T.W.V. B22,50 NU SAMEN VOOR MAAR

E 32 Little Escapes in Nederland Ontsnap even aan het dagelijkse leven met ‘Little Escapes in Nederland’ van reisredacteur Maartje Diepstraten. Het boek bevat 208 originele vakantieadressen dichtbij huis voor een fijn uitstapje, een romantisch weekendje weg of een vakantie met het gezin. Ontdek bijzondere overnachtingen, zoals een B&B in een voormalige pastorie, eigentijdse eilandhuisjes en de chicste boetiekhotels van ons land. Met tal van eet- en drinktips voor onderweg is dit dé inspiratie voor de zomervakantie!

WORD ABONNEE Kijk op www.hollandsgloriemagazine.nl of bel 088 2266637

De abonneeservice is op werkdagen bereikbaar van 9.00 tot 17.00 uur. Als bijdrage in de verzendkosten van het geschenk wordt eenmalig C 5 in rekening gebracht. Deze aanbieding geldt zolang de voorraad strekt. Neem contact op met de abonneeservice voor verzendtarieven naar het buitenland. U kunt het abonnement ook cadeau doen aan iemand anders, u ontvangt dan zelf het boek.


Regels en wetten

Z

© SASKIA AUKEMA

et een rasechte Groninger aan tafel met een dito Limburger, en je hebt grote kans dat hun gesprek nogal moeizaam verloopt. Hun dialecten verschillen zo veel van elkaar, dat het handig wordt om over te schakelen op het gestandaardiseerde Nederlands dat ze allebei op school hebben geleerd – en vervolgens hebben ze dan een vlot en geanimeerd gesprek. Ziedaar in een notendop de oorzaak van het ontstaan van onze standaardtaal (en vrijwel alle andere talen): op een gegeven moment werd het handig dat iedereen in de Lage Landen een vergiet een vergiet noemde, en niet een verzijp, verziep, verzuup, verlek, verdruip, vergiettijl, stramijn, tramien, stremien, schermien, zijg, zijgbaar, doorslag, duurslag, teemst, trizee, gaatjespan of gatenpateel (wat dus werkelijk allemaal bestaande dialectbenamingen zijn of waren). En ook werd het handig om de spelling en de zinsbouw te standaardiseren, en later ook om tot een min of meer uniforme uitspraak te komen – niet huus maar huis, en niet peerd maar paard. Het streven naar standaardisering van de taal ontstond vanaf de 16de eeuw en had verschillende oorzaken: door de boekdrukkunst kregen teksten opeens een veel grotere verspreiding, en ze werden niet langer geschreven in het Latijn, maar in het Nederlands. Ook werd de volkstaal steeds meer in het onderwijs gebruikt, en ook door wetenschap en overheid. De standaardtaal was dus in de eerste plaats iets handigs. De regels ervan waren vooral gebaseerd op het Hollandse dialect, omdat Holland het machtigst was. Waren Gelderland en Overijssel in die tijd de machtigste der zeven provinciën geweest, dan hadden we nu allemaal iets gesproken wat veel meer op de Gelderse en Overijsselse dialecten lijkt. Het gekke is nu dat in de 17de en 18de eeuw de neiging ontstond om de regels van de standaardtaal tot ‘taalwet’ te

bevorderen – met dezelfde uit steen gehouwen status als een natuurwet. Geleerden legden vast hoe je werkwoorden moest spellen, dat het groter dan moest zijn en niet groter als, dat hun hebben fout was en dat er verschil was tussen hun (meewerkend voorwerp) en hen (lijdend voorwerp). Schrijver P.C. Hooft heeft op een gegeven moment zelfs gesuggereerd om naast dat hun en hen, ook het verschil tussen hum en hem in het leven te roepen – als in ‘ik geef hum het boek’. Maar dat idee heeft het niet gehaald. En nu, in de 21ste eeuw, zien nog steeds heel veel mensen de vrij willekeurig samengestelde verzameling taalregels (die ze zo moeizaam op school geleerd hebben) als keiharde taalwetten – en iedere inbreuk daarop als verloedering. Schrijf groter als en nooit niet en je kunt rekenen op hun diepe minachting, en zodra taalkundigen het wagen dit soort constructies goed te keuren (wat ze geregeld doen), dan is verkettering tot in het derde nageslacht hun deel. Maar hoe boos die mensen zich ook maken, de standaardtaal is niets meer dan het gevolg van overeenstemming of consensus tussen groepen mensen die een vorm van Nederlands spreken – niet meer dan een middel om een Groninger en een Limburger met elkaar te laten praten.�

Raymond Noë is (web)redacteur bij ‘Onze Taal’, het grootste Nederlandse tijdschrift voor taalliefhebbers. www.onzetaal.nl

p. 33


>


INTERVIEW

‘Mijn oude zee geeft me nieuwe ideeën’ Het Den Haag van Paul van Vliet In mei verscheen het boek ‘Heimwee naar morgen’ van cabaretier Paul van Vliet. Wandelend langs het strand praat hij met zijn achternicht Cathelijne over zijn dierbare plekken in Den Haag. Met wat zijpaadjes naar Haagse humor, het leven na de spotlights en creativiteit als ‘raison d’être’. Tekst Cathelijne van Vliet fotografie Maarten Albrecht


HOLLANDS Glorie


Paul van Vliet

H

et boek ‘Heimwee naar morgen’ is een verzameling ontboezemingen en herinneringen aan zijn jeugd, studentenleven en carrière. Sommige fragmenten komen me bekend voor van mijn vader, zijn neef. Mijn vader en hij fietsten samen naar het gymnasium Sorghvliet, waar ook ik decennia later naar school ging. We zagen wel eens een voorstelling in het Scheveningse Circustheater en groetten hem dan na afloop in de kleedkamer. Terwijl mijn vader met hem praatte, staarde ik als jong meisje naar mijn voeten uit verlegenheid over die lange, knappe gestalte in kamerjas met een sigaret in de hand. Later ontmoette ik hem en zijn vrouw Lidewij in Frankrijk, waar ik woonde en hij een vakantiehuis heeft. Mijn zoon voetbalt nu op hetzelfde pleintje als waar hij in de oorlog als jongen voetbalde. “De cirkel is rond”, lacht Paul. We hebben afgesproken in Scheveningen en wandelen door een straffe wind langs het strand. Ik zie een paar mensen zich omdraaien en anderen net doen alsof ze niet kijken. Hij loopt stevig door en ik heb niet het gevoel met een 85-jarige op stap te zijn. Hij voelt zijn leeftijd zelf wel. “Na een uur wordt wandelen helaas werken. Gelukkig ben ik nog fit, maar ik vind het moeilijk om ineens na te moeten denken over dingen die altijd zo vanzelfsprekend waren, zoals lopend de tijd vergeten.”

DE NOORDZEE Vier keer per week gaat hij naar zee, als het eb is en het zand hard. “Ik heb de zeelucht nodig en hou van de wind en de golven. Ik word er rustig van, krijg nieuwe ideeën. De tijd staat even stil. Aan de Noordzee worden problemen overzich-

telijk en kleiner. Met de Middellandse Zee heb ik niks, die is me te glad en haar stranden zijn te smal. In het zuiden mis ik de brede visie van de Noordzee. In mijn middelbareschooltijd ging ik al in mijn eentje naar het strand. Vrij ongebruikelijk voor een schooljongen. Ik nam een hockeystick mee en een bal en maakte een heuveltje van zand, legde de bal erop en mepte die een eind weg.” In de zomer is hij meestal in Frankrijk, maar zo niet, dan houdt zelfs een druk Schevenings strand hem niet tegen. “Dan zigzag ik met mijn blik omhoog om de mensen heen en stop af en toe voor een groet. Vroeger vroegen vrouwen me om een handtekening voor zichzelf, tegenwoordig om een selfie voor hun oma. Maar onder de twintig kent helemaal niemand me meer hoor.” Hij lacht de bekende brede glimlach die ook iets melancholieks heeft en die me doet denken aan die van mijn vader.

SOLO IN HET KURHAUS Achter het strand lonken de contouren van kilometers duinen van natuurgebied Meijendel. “In de oorlog ging ik hier met mijn vader paddenstoelen zoeken. Eerst met de tram en dan dat hele roteind lopen naar Meijendel, mijn vader met grote passen en ik in een sukkeldrafje er achteraan. Daardoor haatte ik wandelen,

“Vroeger vroegen vrouwen me om een handtekening voor zichzelf, tegenwoordig om een selfie voor hun oma” want hij keek niet op of om. Maar nu ben ik gehecht aan die duinen. Wat heb ik daar veel lopen bedenken voor mijn shows. Ook gaat er niets boven een pannenkoek bij de boerderij die voor vele Haagse generaties een warme familieplek is.” Bij restaurant Oscars onderbreken we onze winderige wandeling. Hier komt Paul al dertig jaar. Het is zijn Scheveningse huiskamer aan zee. “Een heerlijk gekke en warme plek waar alles kan. Ik kom er al zo lang dat ik bijna familie ben geworden.” Edwin, de eigenaar, heeft het pad tussen het restaurant en het strand dan ook het Paul van Vliet Laantje gedoopt. Oscars ligt niet ver van het Kurhaus. Hier speelde hij in 1970 zijn eerste grote solovoorstelling ‘Een Avond aan Zee’, die zijn doorbraak werd naar een groot publiek. Toen het Kurhaus in de jaren zeventig afgebroken dreigde te worden, verzette hij zich >

p. 37


hier hevig tegen. “Scheveningen is grondig en vooral erg lelijk vernieuwd. Alleen het Kurhaus is als monument uit het verleden blijven staan. Mensen zonder smaak hadden het plan om van Scheveningen de modernste badplaats van de West-Europese kust te maken, maar dan zonder visie over wat een badplaats moet zijn. In een land waar het niet altijd mooi weer is, moet een badplaats meer bieden dan die zee en dat strand. Ik heb ze hier vaak verdrietig zien rondlopen hoor, die in plastic verpakte families in de regen met een zakje verlepte friet. Daarom moeten er ook musea, binnensportplekken en theaters zijn. De grote attractie van het oude, bruisende Scheveningen was cultuur. In het Kurhaus hebben de grootste artiesten ter wereld opgetreden tot het in 1975 gesloten werd, net als veel andere culturele plekken. Voor eeuwig zonde. Op het gevaar af heel oud te klinken: het is mijn Scheveningen niet meer. Behalve het Kurhaus dan.”

PLAT HAAGS Paul werd in 2005 ereburger van den Haag en in 2014 Hagenaar van het jaar. Wat is volgens hem de charme van zijn stad? “Als hof- en regeringsstad is Den Haag ruim en stijlvol gebouwd, met veel groen door de hele stad. Ook vind ik het contrast erg interessant tussen het gereserveerde en volgens sommigen wat deftige deel van de stad en het grove, platte Haagse waar ik

“Hagenezen laten een grap uit hun mond vallen terwijl ze er onbewogen bij blijven kijken. Hun grappen zijn meer bedoeld om zichzelf te amuseren dan om te scoren” trouwens erg van hou. Het is niet meer die stad van rangen en standen van vroeger. Dat alle geloven, migranten, Hagenaars, expats en import-Hagenaars zich nu vermengen zie ik als een verrijking.” Zanger Harrie Jekkers, zelf geboren in de Schilderswijk, complimenteerde hem met zijn ‘zuivere platte Haags’. Paul sprak het als kind al samen met een oom, voor de lol. “Op familiefeestjes en verjaardagen deden we als vaste act ‘Kees en Leen’, dat waren de bakker en de loodgieter van de familie. Toen ik vier was sprak ik Duits op de klank en vond ik het vreselijk leuk Hitler te imiteren en later ook De Gaulle

HOLLANDS Glorie

en Churchill. Zo red ik me ook in het Spaans. Ik spreek het slecht, maar ik ken de klanken. En als ik me een beetje aanstel, denkt iedereen dat ik een Spanjaard ben, behalve Spanjaarden zelf natuurlijk. Om echt goed Haags te leren, ging ik later in een café van taxichauffeurs zitten luisteren en praten. Ik was toen al een beetje bekend, dus dat vonden die mannen alleen maar leuk. Daar is Haagse Benny geboren, de platte


© Roy Beusker

Hagenees die in mij zit. Weet je, plat Haags en bekakt Haags liggen vrij dicht bij elkaar. Probeer maar: blauw (langgerekte au) en blah. Maar dat zal niemand ooit toegeven natuurlijk.” Hij kan erg genieten van plat Haagse humor. “Die komt zo lekker van onderuit. Heel anders dan de Amsterdamse humor. Een Amsterdammer maakt een grap, kijkt je aan en wil eigenlijk vragen: ‘Hoor je wel hoe leuk ik ben?’ Dat zouden Hagenezen nooit doen, die laten het uit hun mond vallen terwijl ze er onbewogen bij blijven kijken. Hun grappen zijn meer bedoeld om zichzelf te amuseren dan om te scoren en juist daardoor zijn ze zo goed. ‘Heel leuk, had ik sellef kenne >

p. 39


© Roy Beusker

HOLLANDS Glorie


Paul van Vliet

versinne’, zegt een Amsterdammer. Dat zou je een Hagenaar nooit horen zeggen. Als beginner moest ik me trouwens als Hagenaar in Amsterdam flink bewijzen. Die rivaliteit is er nog steeds, vooral bij mensen die uit een ander deel van Nederland naar Amsterdam verhuisd zijn. Ze zien daar het licht en worden Amsterdamser dan de Amsterdammers zelf. En dan hoor je ze op de radio zeggen (pratend met een zwaar Limburgse tongval): ‘Het is een schande dat de gemeente ons, de echte Amsterdammers, laat zitten.’”

KROEG OP ROLLATORAFSTAND Yvonne Keuls zei ooit: “Als Den Haag een kind had, dan was het Paul van Vliet.” “Toen dacht ik: wegwezen. Ik ken nu de helft van de taxichauffeurs en tramconducteurs bij naam, mijn ouders wonen hier en ook de vrienden van mijn ouders, ik loop dezelfde rondjes, het wordt me te vertrouwd.” Dat was het moment dat Paul op 43-jarige leeftijd Den Haag verliet en naar Breukelen verhuisde. Maar tien jaar geleden riep de stad hem weer terug. “Ik heb lang gezegd dat Den Haag geen stad is om naar terug te keren, alleen een stad om naar terug te verlangen. Maar toen we ouder werden, wilden we weer onder de mensen wonen met de eerste kroeg op rollatorafstand. En ik verlangde naar mijn oude zee. Ik heb zestig jaar door Nederland gereisd en na afloop van de voorstellingen kwam ik vaak in gesprek met ex-Hagenaars die naar me toe schoven aan de bar. Ze woonden erg tevreden in Sittard of Assen met de natuur dichtbij en een groter huis dan in de Randstad, maar altijd kwam dat zinnetje erachter aan: het enige wat we missen is de zee. En dat gold ook voor mij.” Paul is geboren op de Denneweg,

waarover hij ook schrijft in zijn boek. Zoals die keer toen hij als jongetje met een theemuts op zijn hoofd op een driewieler over de toen nog stille Denneweg scheurde. “Eén keer ben ik te ver doorgereden, verdwaald en een dag zoek geweest. De politie vond mij terug op een bankje in het Haagse Bos met een vreemde meneer met snoep.” Hij woont nu op honderd meter van zijn geboortehuis met alle dierbare plekken op loopafstand, zoals de Koninklijke Schouwburg en café-restaurant De Posthoorn op het Lange Voorhout. “Hier kom ik al sinds ik tien jaar was. Het was vroeger een kunstenaarscafé en mijn vader, die kunstschilder en tekenleraar was, ging daar uren zitten praten en ruziemaken met collega-schilders en nam mij mee. Die gesprekken over beeldende kunst hebben een enorme indruk op mij gemaakt en hebben me geleerd mensen te observeren en gezichten te lezen. Toen ik in Breukelen woonde en in mijn pied-à-terre in Den Haag bleef slapen, zat ik daar vaak op een vaste plek in een donker hoekje. Als het personeel aan het eind van de avond ging schoonmaken en de stoelen ging stapelen, lieten ze me daar in dat hoekje een beetje mijmeren. Het is een van mijn dierbaarste plekken in Den Haag, dat hoekje.”

“Dat kwetsbare en breekbare kan best mooi zijn, maar van een paar van mijn eigen idolen vind ik dat ze eerder hadden moeten stoppen” ’s Avonds wandelt hij graag over het Lange Voorhout langs de kasten van huizen van de elite van vroeger. Om de hoek ligt zijn eigen theater PePijn waar hij, zoals hij schrijft, voor de tweede keer geboren is. “PePijn is een kind van me. Het was een kachelzaak die grensde aan de tuin van mijn geboortehuis. Toen ik na mijn afstuderen vertelde dat ik er een theatertje ging beginnen, schrokken mijn vader en moeder zich kapot want ze hadden een glorieuze toekomst voor mij bedacht als jurist. Mijn grootvader, jouw overgrootvader dus, was Tweede Kamerlid, wethouder en locoburgemeester van Rijswijk en ook nog eens voorzitter van van alles en nog wat. Zoiets zagen ze voor mij ook wel zitten. Maar ik zette mijn oude ideaal door, een theatertje met een eigen cabaretgroep. Vanaf 1964 heb ik er zeven jaar gespeeld, zes dagen in de week. Ik zweefde in die tijd door het leven. Dit was waar ik

p. 41


voor geboren ben. Ook veel collega’s zoals Youp van ’t Hek en Jochem Myjer dragen PePijn nog steeds een warm hart toe. Youp heeft als bijgeloof dat hij elke nieuwe voorstelling voor de eerste keer in PePijn speelt.”

VERSLAVEND Paul stond in totaal zestig jaar in het theater, waarvan de laatste zes jaar in een volle Haagse Koninklijke Schouwburg. Maar in 2018 stopte hij voorgoed. “Ik wil niet als een demente, zwakke man het toneel op zwalken. Dat kwetsbare en breekbare kan best mooi zijn, maar van een paar van mijn eigen idolen vind ik dat ze eerder hadden moeten stoppen. Zoals Toon Hermans en Charles Trenet die als ingesnoerde tachtiger zong over zijn ‘coeur qui fait boum’. Ik dacht: jongen doe dat nou toch niet. Vertel ons liever over je jeugd. Die gêne wilde ik mezelf besparen. Het afgelopen jaar speelde er natuurlijk niemand, dus ik mis het spelen nog niet. Maar als het theaterseizoen weer begint en ik bij

“Die hysterische golven van waanzin heb ik niet meer. Hier heb ik heimwee naar en ook naar het idee dat alles nog mogelijk is” de Koninklijke Schouwburg de namen van collega’s op affiches zal zien, krijg ik het vast erg moeilijk. Spelen is verslavend. Applaus kan me niet schelen. Maar het gevoel dat je met jouw woorden anderen kunt raken is met niets te vergelijken. Dat je mensen kunt laten lachen en even later ontroeren.” Het schrijven van verhalen ziet hij als een mooi alternatief voor het spelen, maar hij mist het directe contact met de lezers. “Gelukkig kan ik altijd blijven voorlezen, wie weet weer in PePijn. Ik heb geen ambitie een groot schrijver te worden, maar zo lang ik helder ben, blijf ik schrijven. Creativiteit is mijn raison d’être. Geef ik daar niet aan toe, dan word ik depressief en voel ik me nutteloos en afgedankt. Mijn vader bleef ook tot zijn dood tekenen en schilderen, op het laatst karikaturen van zijn huisgenoten in het verzorgingshuis. Mijn moeder maakte prachtige aquarellen, schreef gedichten en een boekje over Den Haag. De behoefte om te schrijven en de verzorgde taal die ik graag hanteer heb ik waarschijnlijk van haar. Ik hou van het zoeken naar woorden en kan soms dagen nadenken over de ideale zin.” Zijn boek heet ‘Heimwee naar morgen’. Hij legt deze contradic-

HOLLANDS Glorie

tio in terminis uit. “Het mooiste van mijn vak waren de momenten dat m’n fantasie op hol sloeg bij de komische nummers en dat ik de slappe lach kreeg met de jongens van de band. Dat had ik vaak met types als Bram en Majoor Kees, die zich daar goed voor leenden. Dat is bijna een goddelijke ervaring, je stijgt op. Die hysterische golven van waanzin heb ik niet meer. Hier heb ik heimwee naar en ook naar het idee dat alles nog mogelijk is. De tintelende verwachtingen over morgen en dat je fantasie over de toekomst nog oeverloos op hol kan slaan. Dat gevoel heb je als 85-jarige niet meer. Misschien word ik negentig. Dan heb ik nog vijf jaar, maar er zal niet veel spectaculairs meer gebeuren. Hoewel, ik heb altijd nog de illusie dat ik het allerbeste lied zal schrijven, of het mooiste verhaal ooit of dat ik nog een keer die voorstelling ga spelen die alles wat ik ooit gedaan heb in de schaduw zet. Het is een jongensdroom, maar wel een droom die ik nodig heb om door te leven.” We nemen afscheid. De ereburger van Den Haag stapt in zijn auto. Brede lach, brede zwaai. “Dag nichtje.” Tot ziens ergens in Den Haag. Misschien wel in PePijn. Hoop ik. �

Wij mogen 3 exemplaren weggeven van het boek ‘Heimwee naar morgen’ van Paul van Vliet (Uitgeverij Balans, C19,99). Kans maken? Ga dan naar Winacties op hollandsgloriemagazine.nl.



DE BOSWACHTER

Loopie Waalenburg op het Texel van Jac. P. Thijsse

I

n de tijd dat het eiland Texel half zo klein was en het water van de Waddenzee nog vrij spel had, was Waal en Burg een nat gebied. Door de aanleg van de Ruigendijk in 1654 ontstond de polder. Het oudste deel werd in 1909 aangekocht door Natuurmonumenten omdat er veel soorten weidevogels en planten leefden. In de afgelopen jaren werd polder Waalenburg ingrijpend verbouwd en hersteld tot 500 hectare aan natuur, die rijk is aan orchideeën, grote ratelaars, zeekraal en echte koekoeksbloemen. Daarnaast zijn er de gillende grutto’s, kamikazekieviten en tuimelende tureluurs. Vanuit Natuurcentrum De Marel van Natuurmonumenten wandel ik met boswachter Jerome van Abbevé de stille polder in.

WEIDSHEID Het klinkt misschien vreemd, maar ‘marel’ is de Texelse benaming voor de grutto, goed beschouwd de meest Hollandse weidevogel die we kennen. “Ruim 80 procent van de populatie is van Nederland afhankelijk als broedgebied”, verklaart Van Abbevé. “Ik vind dat we de plicht hebben om deze soort de kans te geven om te overleven.” Het is de ervaring van de boswachter dat het vaak moeilijk is uit te leggen waarom de polder zo’n bijzonder landschap is. “Dat is omdat er zo weinig is. Je ziet hier geen loodsen aan de horizon, geen huizen, geen windmolens. Het is de weidsheid van de oude schoolplaten, met rietkanten en veel vogels. Zo zijn er nog

HOLLANDS Glorie

maar heel weinig plekken in Nederland. Mensen zeggen vaak: de luchten op Texel zijn zo mooi. Maar dat komt natuurlijk omdat het beeld nergens wordt verstoord.”

MAKKE LAMMETJES We verlaten het betonpad, gaan door een hekje het groen in en volgen een smal schapenpaadje. “De schapen die het hier begrazen lopen zoals het ze het beste uitkomt. Grappig is dat ook de meeste mensen als makke lammetjes hetzelfde spoor volgen.” De boswachter wijst op het lichte reliëf dat nog in het landschap zichtbaar is. “Het zijn maar kleine hoogteverschillen, maar we zijn blij dat we die hebben kunnen behouden. Het kostte boeren vroeger veel moeite om de grond eerst glad te strijken. Je kunt ook gewoon met die bult mee boeren. Door de grote mechanisatie is heel veel reliëf in ons land verloren gegaan.” In de verte zien we nog oude molentjes staan die ooit zorgden voor het waterbeheer in de polder. “Inmiddels is dat niet meer nodig,” vertelt Van Abbevé, “omdat we het water vast mogen houden. We laten het waterpeil langzaam stijgen en uiteindelijk zal de oude zeeslenk weer de waterafvoer worden die het 70 jaar geleden was. Een hoge grondwaterstand is voor de natuur cruciaal om zich te kunnen ontwikkelen. Voor de bloemen en daarmee voor de insecten en vogels. De ruilverkaveling zorgde voor zoveel mogelijk waterafvoer. Er ontstonden grote vakken waar boeren met hun trekkers op konden. Samen met de provincie hebben we een paar boerenbedrijven op kunnen kopen. Die hebben elders op Texel een nieuwe start kunnen maken. Natuurmonumenten heeft vervolgens het hele gebied zo ingericht dat we terug kunnen naar de situatie van 70 jaar geleden.” BLOEMENWEI Van de oorspronkelijke slenk is zo veel mogelijk geconserveerd, maar een groot deel was in de loop der tijd rechtgetrokken. Nu is de meandering weer teruggebracht. Van Abbevé: “We willen hier alleen nog maar schoon water hebben: regenwater en kwelwater. Hoe minder mest in de grond, hoe gevarieerder de bloemenwei. Omdat weidevogels zodra ze uit het ei kruipen zelf hun kostje bij

© Eric Menkveld

Waar is het mooi wandelen dit seizoen? Wim Huijser gaat op pad met een boswachter.


Boswachter Jerome van Abbevé

De polder Waalenburg

“De schapen lopen hier zoals het ze ’t beste uitkomt. Grappig is dat de meeste mensen als makke lammetjes hetzelfde spoor volgen” elkaar moeten scharrelen, moet er wel voldoende voedsel rond het nest zijn om te kunnen overleven. Dat betekent dat je bloemen en insecten nodig hebt.” Jerome legt uit dat de grens van nat en droog de ideale plek is voor planten en vogels. “Daarom maken we die grens met geleidelijke oevers zo breed mogelijk. De verschillende waterdieptes maken dat verschillende soorten vogels naar voedsel kunnen zoeken. De tureluur heeft een heel kort snaveltje en een lepelaar een lange, die heeft dus ook dieper water nodig om visjes te vangen.” Vlak voor de oude kreek hurkt de boswachter om te zoeken >

Grutto

p. 45


DE BOSWACHTER

“Het zou heel mooi zijn als hier nog eens een beeld van Thijsse zelf zou kunnen komen te staan. Als het ergens hoort, dan is het hier”

Kluten

naar de eerste orchideeën: “De brede orchis is een vroege soort, die al begin mei in bloei staat en zich helemaal thuisvoelt in dit drassige land. Maar we zijn nu net te vroeg.”

BOSWACHTER GEZOCHT Een voorliefde voor de natuur had Jerome van Abbevé als van jongs af aan. Maar de kennis die hij in dertig jaar vergaarde is de afgelopen drie jaar enorm toegenomen. Dankzij het winnen van het tv-programma Boswachter Gezocht in 2017 heeft hij deze baan als boswachter Communicatie en Beleven gekregen. Het was in feite een ideale sollicitatieprocedure. Een maand lang verbleef hij in acht verschillende natuurgebieden en onder heel verschillende omstandigheden waarin hij op alle manieren werd getest. Jerome: “Je leert daardoor ook hoe je je moet gedragen in

HOLLANDS Glorie

een publieke functie. Het was echt een waanzinnig avontuur.” Eenmaal in functie kreeg hij de vrijheid om al werkend te leren. Dat neemt niet weg dat hij zijn collega’s in het begin de oren van het hoofd vroeg. Natuurlijk kent hij het album Texel van Jac. P. Thijsse waarin ook polder Waal en Burg voorkomt. Sinds kort zijn op enkele plaatsen uitspraken van Thijsse in het landschap geplaatst. “Het zou heel mooi zijn als hier nog eens een beeld van Thijsse zelf zou kunnen komen te staan”, vindt Van Abbevé. “Als het ergens hoort, dan is het hier.” De boswachter is blij dat hij het herstelproces vanaf het begin heeft kunnen volgen. Het herstellend vermogen van de natuur geeft hem veel hoop. “Dit wordt de eerste zomer dat we het water vasthouden dat we in de winter hebben opgevangen. Heel spannend! We hebben hier in feite maar een snippertje van het oorspronkelijke landschap aan de natuur teruggegeven. Maar het is maar vanuit welk perspectief je naar de wereld kijkt. Mensen zijn angstig voor verandering. Je moet dus veel uitleggen. Door in gesprek te gaan kun je begrip kweken voor elkaars standpunt. In het gebied ontmoet ik al die positieve mensen die enthousiast komen vertellen over wat ze allemaal gezien hebben.” We staan stil op een uitkijkplek voor volgelliefhebbers. ‘Onbekommerd wordt dit land weer ongerept’, staat er te lezen. Een tekst van eilanddichter Roop. Wij hebben de omstandigheden geschapen, nu moet de natuur het weer zelf doen.

VERWONDERING Is sinds hij boswachter is zijn droom gerealiseerd? Jerome van Abbevés antwoord is nuchter: “Het is ook gewoon werk. Net als elk ander beroep is het soms hectisch en heb je te maken met mensen en processen. Maar de oogst bestaat voor mij uit meer grutto’s, meer orchideeën, meer enthousiaste mensen. Vakantiegangers zoeken op Texel rust en ruimte, maar ook vertier. Dat is het verschil tussen Waalenburg en De Koog. Het is een uitdaging om jonge mensen interesse bij te brengen voor rondspringende hazen en gekke paarse bloemen. Zodat ze verwonderd raken en hun blik een andere kant op richten. Ze hoeven niet gelijk natuurbeschermer te worden, als ze het verschil maar ervaren tussen een weiland met alleen knalgroen gras en een weiland met bloemen en vogels. Als je als kind met natuur in aanraking komt, dan wortelt dat zo diep. Dat hebben die verzamelalbums van Thijsse indertijd ook veroorzaakt. Het gaat meer om verwondering dan precies te weten welke vogel of welk plantje je ziet.”


Natuurcentrum De Marel

Tureluur met pullen

WANDELROUTE Loopie Waalenburg is 2,7 kilometer lang en begint bij Natuurcentrum De Marel, Nieuwlanderweg 38, De Waal. Honden zijn niet toegestaan op de onverharde delen van het wandelpad. Zie ook nm.nl/routes-texel ‘Loopie Waalenburg’.

Waalenburg

Eten en drinken

• Natuurcentrum De Marel Nieuwlanderweg 38, De Waal natuurmonumenten.nl/ natuurcentrum-de-marel • Brasserie Rebecca Hogereind 39, De Waal rebeccatexel.com • Brasserie Beers Grensweg 386, Den Burg brasseriebeers.nl • Bistro ‘t Kerckeplein Oesterstraat 6, Oosterend bistro-texel.nl

Terug bij het natuurcentrum filosoferen we nog wat over de waardering voor de natuur in deze bijzondere tijd. Doordat mensen bijna niets anders meer kunnen, waarderen ze het meer dan ooit tevoren, is zijn ervaring. “Ook voor de dingen die dichtbij en altijd beschikbaar zijn. En dat het geen vanzelfsprekendheid is. We testen onze weerstand nu vaak met extreme dingen als in ijskoud water zitten, of een marathon lopen. Omdat we niet meer gewend zijn om het moment te waarderen dat we noodgedwongen door een hagelbui fietsen. We zouden meer voldoening moeten halen uit wat we al hebben. Ik ben niet per se optimistisch over de toekomst van de natuur in ons land, maar wel hoopvol. Dat moet ook wel, ik zie een groeiende groep in de maatschappij die opkomt voor de natuur in ons land, dat stemt mij gerust.” �

© Eckard Boot

Harlekijn orchideën met jonge kieviten

Tekst en foto’s Wim Huijser

p. 47


WEG IN NEDERLAND Tekst & samenstelling Amélie Dufour

MET DE (KLEIN)KINDEREN

VILLA ZEBRA RONDJE KUNST MET KIDS Een museum saai? Villa Zebra niet hoor! Dit unieke Rotterdamse kindermuseum heeft interactieve tentoonstellingen, installaties en kunstworkshops. De ‘Villasofie’ achter dit alles: het gaat niet om het kunstwerk op zich, maar om wat kunst teweegbrengt bij en tussen mensen. Kunst zet aan tot vragen. Doelgericht doelloos zijn – daar kunnen grote mensen nog wat van leren. Villa Zebra ligt op de hippe Kop van Zuid, dus strijk daarna neer voor

een lunch of diner bij bijvoorbeeld Hotel New York, de Foodhallen of de nieuwe Fenixloods op Katendrecht. Nog niet genoeg kunst gezien? Maak een rondje ‘kunst met kids’ in Rotterdam-Noord: voor wat kindvriendelijke kunst in de buitenlucht (uitagendarotterdam.nl/ inspiratie/blogs/kunstfanaatjes/rondjekunst-met-kids-in-rotterdam-noord). • E  10 voor kinderen én volwassenen vanaf 3 jaar. Stieltjesstraat 21, Rotterdam. villazebra.nl

SPEELBOS DA’S LEUK KLIMMEN OP EEN REUZENDAS BOOMKROONPAD LOPEN TUSSEN DE EEKHOORNTJES De Hondsrug is een langgerekte zandrug die zich van Emmen tot in de stad Groningen uitstrekt, en zo het hoogste punt van Drenthe vormt. Wie het graag nóg hogerop zoekt, brengt een bezoekje aan het Boomkroonpad. Op dit bijzondere pad loopt u letterlijk tussen de toppen van bomen door. Het pad is 125 meter lang en u bent

HOLLANDS Glorie

er ongeveer een halfuurtje mee zoet. Genoeg tijd dus om daarna nog een mooie wandeling door de boswachterij Gieten-Borger te maken. • E  4 voor volwassenen, E  2 voor kinderen t/m 12 jaar. Steenhopenweg 4, Drouwen. staatsbosbeheer.nl/activiteiten/ hondsrug/beleef-het-boomkroonpad

Hij is 6 meter hoog, 33 meter lang en 23 meter breed: de gigantische ‘speeldas’ waar kinderen op, onder, door en over kunnen klimmen en klauteren. Via een net, ladder of een wand is de kop van de das te bereiken – met een prachtig uitzicht over de omgeving. Daar bent u zelf misschien wat meer in geïnteresseerd, want Speelbos Da’s Leuk ligt aan de rand van een natuurgebied, tussen park Herperduin en park De Bosrand in Herpen, Noord-Brabant. U kunt er ook meteen een volledig weekendje weg van maken: blijf slapen in een safaritent of in een heus ‘zandhotel’ – zie website. • Geschikt voor kinderen vanaf 6 jaar, gratis, overdag geopend. Schaijkseweg 12, Herpen. herperduin.nl


SPEELBOS HOUWERZIJL AAN DE THEE TERWIJL ZIJ ZICH UITLEVEN In het Groningse dorpje Houwerzijl, zo’n 15 kilometer van Lauwersoog waar de boot naar Schiermonnikoog vertrekt, staat De Theefabriek. Een waar theeparadijs in de voormalige Vrijgemaakte kerk, met een Theemuseum, een Theeschenkerij, een Theewinkel… Leuk allemaal, maar wat hebben kinderen hieraan? Achter en naast het parkeerterrein van de Theefabriek ligt Speelbos Houwerzijl. Een

ecologisch aangelegd bosje met wandelpaadjes en eromheen een speelweide met stoere speeltoestellen. Én een openbare vuurplaats in de vorm van een ui, ontworpen en gebouwd door ontwerper Alex den Braver. Terwijl de kinderen zich uitleven, kunt u alvast één van de vele smaakjes thee proeven in de Theeschenkerij. • De Theefabriek, Hoofdstraat 15-25, Houwerzijl. theefabriek.nl

DE SPELERIJ LAAT DE FANTASIE DE VRIJE LOOP In het Gelderse Dieren ligt een wel heel bijzondere speeltuin. In 1984 creëerde kunstenaar Jos Spanbroek hier fantasievolle toestellen die kinderen zelf in beweging brengen en bedienen: het is dan ook meer een doe-, samenwerk- en verwondertuin dan een echte speeltuin. Kinderen kunnen hun fantasie hier de vrije loop laten – en die van (groot)ouders wordt ongetwijfeld weer even goed geprikkeld. De Spelerij ligt aan de rand van de Veluwezoom, dus daarna kunt u nog een lekkere boswandeling maken (als de kinderen nog niet volledig uitgeteld zijn). • E  17 voor 4 tot 100 jaar, jonger dan 4 jaar gratis. Veldweg 5, Dieren. spelerij.nl

BOERDERIJ ’T GEERTJE GEITJES KNUFFELEN OF SCHUITJE VAREN Geiten, koeien en varkens: dat zijn de hoofdbewoners van deze biologische boerderij in het Zuid-Hollandse Zoeterwoude. Hopelijk kunnen de kleine geitjes binnenkort weer helemaal gek geknuffeld worden – maar dat hangt nog even af van de dan geldende coronamaatregelen. Gelukkig is hier nog veel meer te beleven: huur een roeiboot of kano om door de polders van Zoeterwoude te varen, haal een picknick of doe mee aan de kinderpuzzeltocht met vragen over het leven rondom het water. Voor de Utrechtenaren: er is ook een dependance in Haarzuilens, Geertjes Hoeve. • Geerweg 7, Zoeterwoude. hetgeertje.nl

p. 49


Rechtdoor van Lage Zwaluwe naar ’s Hertogenbosch

Langs het Halve De 19de-eeuwse spoorlijn van Lage Zwaluwe naar ’s-Hertogenbosch bracht voorspoed naar de polders in het noorden van Brabant. Vooral de looierijen en schoenfabrieken floreerden. Nu, 135 jaar later, heeft de industrie plaatsgemaakt voor kennis, natuur en leuke dorpen met schone lucht. En de spoorlijn? Die is grotendeels fietspad geworden. Tekst en fotografie Hans Avontuur

HOLLANDS Glorie


zolenlijntje

Op vijfhonderd meter van het Halvezolenlijntje ligt theetuin De Lage Brug.


Halvezolenlijntje

H Prestigieus station in het kleine Lage Zwaluwe; de spoorlijn ontsloot de schoenfabrieken van de Langstraat.

HALVEZOLENLIJNTJE • • • • • • • •

46,3 kilometer lang 9 stations 40 wachtposten In gebruik 1886: Lage Zwaluwe – Waalwijk In gebruik 1888: Waalwijk – Vlijmen In gebruik 1890: Vlijmen – ’s-Hertogenbosch Einde passagiers: 1950 Einde vracht: jaren zeventig

Op de website van de VVV vind je tal van mogelijkheden voor korte en lange fiets- en wandelroutes. Aanrader is de 20 kilometer lange fietstocht van Geertruidenberg naar Drunen, recht over de Halvezolenlijn. Ook leuk: wandelen rondom de Moerputtenbrug en door vestingstad Heusden halvezolenroute.nl bezoekdelangstraat.nl visitbrabant.com

HOLLANDS Glorie

et is vroeg in de ochtend. Vanaf de parkeerplaats iets buiten ’s-Hertogenbosch beklim ik de dijk waarop de spoorlijn lag. Daar volg ik het wandelpad dat honderden meters rechtdoor gaat door een tunnel van bomen en struiken. Aan het eind wacht de Moerputtenbrug, een van de mooiste herinneringen aan de Langstraatspoorlijn, zoals de verbinding van Lage Zwaluwe met ’s-Hertogenbosch eind 19de eeuw officieel werd genoemd. Zodra de tunnel van bomen zich opent duikt de brug in alle schoonheid op. Als een kunstwerk van baksteen, hout en smeedijzer overspant het een grote veenplas, onderdeel van de verdediging van ’s-Hertogenbosch. Bij gevaar konden de Bosschenaren de hele omgeving onder laten lopen. Het is er nu intens stil en vredig. Hoewel stil... De vogels zijn de dag op tijd begonnen. Ze zingen en fluiten tegen elkaar op. Er vliegen ganzen over en de koele ochtendwind blaast kleine rimpels in het donkere water. Het is moeilijk voor te stellen dat hier van 1890 tot 1972 stoom- en dieseltreinen met geweld over het spoor denderden. De bijna zeshonderd meter lange Moerputtenbrug, ondertussen een rijksmonument, wordt omringd door een natuurgebied van Staatsbosbeheer. Je kunt er heerlijk wandelen over de oude spoorlijn, brug, paden en vlonders in het vochtige laagveen van het Bossche Broek. Met een beetje geluk zie je bijzondere planten, zoals moeraskartelblad en veenpluis. Of vogels als de blauwborst en de sprinkhaanzanger.

‘ALLES KOMT UIT DE LANGSTRAAT’ De Langstraat dus. Een atypisch stuk Brabant. En dat komt vooral door het water. Het grootste deel van de provincie bestaat uit hoger gelegen zandgronden, maar het noordelijkste puntje is drassig moerasland. Om droge voeten te houden werd er in 1422 een lange dijk aangelegd. En langs die dijk ontstonden plaatsen als Sprang-Capelle, Waspik en Waalwijk. In de kleinere kernen heerst de rust. In veel gevallen ligt er een soort hoofdstraat met monumentale boerderijen die een beetje schuin op het perceel staan. Zo hadden ze uitzicht op de weg. Huiskamercafés zoals die vroeger op elke straathoek te vinden waren, zijn er niet meer. Maar het dorpscafé, meestal in de buurt van de kerk, speelt nog altijd een belangrijke sociale rol. Ik volg het traject van de voormalige spoorlijn die boven Nationaal Park De Loonse- en Drunense Duinen doorgaat. Bij de planning van het tracé was het de bedoeling dat het vestingstadje Heusden op het spoor zou worden aangesloten. Het ministerie van Oorlog stond daar op. Om economische redenen werd de rails in een zo recht mogelijke lijn gelegd, waardoor >


Van sloopobject naar monument: de Moerputtenbrug.

De bijna zeshonderd meter lange Moerputtenbrug wordt omringd door een natuurgebied. Je kunt er heerlijk wandelen over de oude spoorlijn Brabantse leren tassen in Heusden. Sint Crispijn, patroonheilige van de schoenmakers

Schoenfabriek Van Haren, icoon in Waalwijk.

p. 53


Heusden op een half uur lopen lag van het station DrunenHeusden. Het stadje is de omweg waard. Via de verdedigingswallen loop ik het prachtig gerenoveerde centrum binnen. Herinneringen aan industrie vind je hier niet omdat Heusden in de eerste plaats een militaire functie had. Dit is zo’n dorp dat je langzaam moet ontdekken. Op je gemak slenteren over de groene vestingwerken, langs de molens, de stadspoorten, het gouverneurshuis, een kasteelruïne en de verstilde keienstraten. Bovendien is een goed terras nooit ver weg. Die vind je vooral op de Vismarkt, samen met de Breestraat en de Botermarkt het kloppend hart van Heusden. Ik loop een antiekwinkeltje binnen, een kaarsenmakerij en een boetiek met lederwaren uit Brabant. “Deze winkel is van mijn dochter”, vertelt Ron Laros. “Ik heb zelf al meer dan dertig jaar een groothandel in leer, natuurlijk in de Langstraat. Mijn dochter laat daar mooie spullen van maken. Tassen, stoelen, schorten, riemen. En bijna alles wordt hier in de streek gemaakt. Die kennis en kunde is hier nog altijd te vinden.”

SINT CRISPIJN & BIER Sint Crispijn is de patroonheilige van de schoenmakers. Eigenlijk bestaat de Sint uit twee broers (vandaar dat je vaak twee gezichten ziet) die in Gallië het geloof predikten en schoenen maakten voor de armen. Je komt de naam van Sint Crispijn overal tegen in de Langstraat. Van straatnamen tot scholen en verenigingen. De leukste? De bierbrouwerij van Gilian en Annemieke in Waalwijk. In een voormalig graanpakhuis brouwen zij ambachtelijke bieren met namen als Noir, Zonnewende en Weljat. De brouwerij heeft een café aan de Winterdijk bij de gedempte haven. Hoe industrieel wil je het hebben? brouwerijsintcrispijn.nl

HOLLANDS Glorie

Annemieke brouwt met haar man Gilian stadsbier in een voormalige graanopslag van Waalwijk.

KUNSTENAARS EN ARBEIDERS De Langstraatspoorlijn werd in de volksmond al snel het ‘Halvezolenlijntje’ genoemd omdat de treinen vooral spullen voor de leer- en schoenindustrie vervoerden. Al in de Middeleeuwen stond de streek bekend om zijn lederwaren. Met dank aan gunstige omstandigheden: vee voor de huiden, schoon water voor het looien en eikenschors als looistof. Aanvankelijk was het een bijverdienste van de boer. Later ontstonden de eerste fabrieken en de komst van de spoorlijn bracht alles in een stroomversnelling. In 1911 was Brabant goed voor 84 procent (!) van de Nederlandse leerindustrie. Waalwijk zou je het centrum van de Langstraat en de daarmee samenhangende leerindustrie kunnen noemen. In de stad zijn nog tal van herinneringen aan de glorietijd te vinden, zoals de voormalige fabriekspanden van de Stoomschoenenfabriek A.H. van Schijndel en de Chroomlederfabriek Van Dooren de Greeff, beide aan de Stationsstraat, waar het spoor is verdwenen. Ook het oude pand van Van Haren staat er nog. In het centrum wordt hard gewerkt aan het nieuwe Schoenenmuseum, dat vanaf voorjaar 2022 het verhaal van de Langstraat moet vertellen. Vlak achter het museum ligt een van de leukste hoekjes die aan vroeger herinneren: de Hooisteeg. Dit is een rijtje met arbeidershuisjes uit het industrietijdperk. Destijds bewoond door grote gezinnen, nu vooral in gebruik als ateliers van kunstenaars en ambachtslieden. “Het is geweldig hoe alles hier samenkomt”, vertelt Carla van Es, die met twee vriendinnen een nieuw atelier is begonnen >


Halvezolenlijntje

Laantje in Oud- Drimmelen.

Voormalige leerfabriek in de Stationsstraat van Waalwijk.

Een van de veertig wachtposten: Raamsdonk.

De patrones van Geertruidenberg in een middeleeuws gewelf.


Sommige wachtposten deden ook dienst als halte.

Lianne en Carla begonnen onlangs Atelier Mijn.

HOLLANDS Glorie

met producten van leer, textiel en wol. “Wij komen hier allemaal vandaan, zijn creatief en kennen de boeiende geschiedenis. De fabrieksbaas had zijn statige huis aan de Grote Straat, met daarachter een steeg met huisjes voor zijn werknemers. Die stegen worden hier dammen of mijnen genoemd. Ze verbonden de stad met de weilanden.” De Hooisteeg is de enig overgebleven dam die zorgvuldig is gerestaureerd. De meeste zijn afgebroken. Wie heel goed kijkt ontdekt hier en daar misschien nog een enkel huisje. Maar dat is meestal in verval. De Hooisteeg en het nieuwe museum vormen straks een interessant geheel dat toen, nu en morgen bij elkaar brengt. Over vernieuwing gesproken: in een van de ateliers huist Jordi van der Steen, die zich als Stadsboer bezighoudt met duurzaam en verantwoord voedsel. “Ik conserveer biologische groente en fruit uit de streek op een ambachtelijke manier”, vertelt Jordi. “Inleggen, wecken, fermenteren. Door zo weinig mogelijk over te houden, probeer ik ook de verspilling tegen te gaan. Het is de toekomst. We zullen anders met ons kleine wereldje moeten omgaan.” Van een rondje door zijn werkplaats annex winkel krijg je in elk geval gezonde trek: chili-olie, limoenmarmelade, pickled paprika, bierazijn...

ALS GOD IN BRABANT Het spoorwegtracé tussen Waalwijk en Raamsdonk is fietspad geworden. Een van de eerste dingen die onderweg opvallen is het bijzondere landschap. Fietsend over de voormalige, hoger gelegen spoorbedding kijk ik uit over velden die in een rechte hoek op de dijk liggen. Het zijn allemaal langwerpige percelen, onderbroken door slootjes. Dit zogenaamd slagenlandschap – het best te zien tussen Sprang-Capelle en Waspik – is door afgraving van veengrond ontstaan. Onderweg passeer ik ook enkele kunstwerken. Ze verwijzen naar de verdwenen spoorlijn en de belangrijke historie ervan. Het Koffijhuis is misschien wel het meest opmerkelijke werk. Het is een soort Indonesisch gemeenschapshuis dat, als je heel goed ruikt, naar koffie geurt. En dat is precies de bedoeling van kunstenaar Marcel Smink, die koffiedrap in het materiaal heeft verwerkt. De spoorlijn is namelijk met de winst uit de koloniën gefinancierd. Het fietspad gaat kaarsrecht verder door het landschap. Af en toe herinnert een stootblok, seinpaal of stukje origineel spoor aan wat ooit was. De stations zijn verdwenen. Wel staan er nog verschillende wachtposten die soms ook als stopplaats dienden. In Raamsdonk en Hooge Zwaluwe staan de namen van de >


Halvezolenlijntje

Het Koffijhuis geurt, als je heel goed ruikt, naar koffie. En dat is precies de bedoeling van de kunstenaar, die koffiedrap in het materiaal heeft verwerkt

Genieten op de Markt van Geertruidenberg. Oude spoorbrug over de Donge.

Sfeervol hoekje in Raamsdonk.

p. 57


In de voormalige arbeidershuisjes van De Hooisteeg vind je nu ateliers.

Gezonde voeding van Stadsboer Jordi.

Heusden, als de dag van toen.

HOLLANDS Glorie

dorpen nog op de gevels. De meeste worden als woonhuis gebruikt. Mooi is de entree in Geertruidenberg, dat vroeger net zo’n militaire functie had als Heusden. De spoorlijn kruist er het riviertje De Donge – destijds een open riool, nu een idyllische stroom. Vanwege de scheepvaart moest de spoorbrug hier open en dicht kunnen. De oplossing werd gevonden in de vorm van een draaibrug. Net als enkele andere bruggen zou deze na de sluiting van de spoorlijn worden afgebroken, maar betrokken inwoners wisten dat te voorkomen. Vanaf het verdwenen station liepen de passagiers zo naar het centrum van Geertruidenberg. De Markt is prachtig met zijn kasseien, linden en monumentale pandjes. Geertruidenberg is de oudste stad van Holland – stadsrechten in 1213 – maar ligt sinds 1813 in Brabant. Dat alles er zo samenhangend uitziet, is te danken aan stadhouder Willem V, die in de 18de eeuw de boel in één stijl liet bouwen en opknappen: Lodewijk XV-stijl. Op de Markt, aan de kant van de stompe toren, zitten de bewoners voor hun huizen in de namiddagzon. Luie stoel erbij, drankje in de hand. Als God in Brabant.

NIKS MEE TE MAKEN Het is nog maar een klein stukje naar het eindpunt van het Halvezolenlijntje in Lage Zwaluwe. In tegenstelling tot de rest van het traject liggen er tussen Made en de finish nog altijd rails. Het traject is nieuw leven ingeblazen als verbinding naar het industrieterrein van Oosterhout. Er rijden alleen goederentreinen, voor personen is geen plaats. Ik moet denken aan mijn overgrootmoeder die in OudDrimmelen woonde en in de 19de eeuw naar het ziekenhuis in Breda moest. De trein, die toen nog wel passagiers vervoerde, was voor haar een symbool van de moderne tijd die nu wel heel erg hard ging. Bij het loket bestelde ze een kaartje hèrrus en geus ofwel heen en terug. Toen de lokettist naar haar bestemming vroeg, keek ze hem streng aan: “Daar heb jij niks mee te maken, dat zijn mijn zaken.” En ze vertrok te voet richting Breda. Ik bezoek Oud-Drimmelen met zijn boerderijen en historische begraafplaats, passeer Hooge Zwaluwe met een wachtpost die nog bijna in originele staat is en leg de laatste meters af naar het voormalige eindpunt van de Halvezolenlijn. Het industriële erfgoed is verdwenen. Dit is boerenland. De trein deed in de beginjaren bijna twee uur over de ruim 46 kilometer van het hele traject door de Langstraat. Snel? Langzaam? Het doet er niet meer toe. Met het verdwijnen van de spoorlijn is tijd een relatief begrip geworden. Ik rijd terug naar Geertruidenberg en zoek een plaatsje in de ondergaande zon.�


Halvezolenlijntje Stadsboer Jordi produceert goed en duurzaam voedsel.

Ooit het stationskoffiehuis van Sprang Capelle.

Tips & adresse �

Onze Kerk

In de voormalige kerk van Hooge Zwaluwe, tegenover Wachtpost 7, draait het om goed en lokaal eten. En om sfeer natuurlijk, want die is uniek met onder meer het gewelfde plafond en de gebrandschilderde ramen. restaurantonzekerk.nl �

De Gulle Lach

Lekker op de koffie bij de Gulle Lach in de Grote Straat in Waalwijk. Aanraders: een ‘high coffee’ of high tea met lekkernijen. gullelach.nl �

Op de Markt zitten de bewoners voor hun huizen in de namiddagzon. Luie stoel erbij, drankje in de hand. Als God in Brabant

De Lage Brug

Op zo’n zeshonderd meter vanaf de plek waar ooit Station Waspik-’s-Gravenmoer stond, vind je nu een van de leukste terrassen van de Langstraat. Je zit er in een weelderig decor aan de ’s-Gravenmoerse Vaart, die verderop in De Donge stroomt. theetuindelagebrug.nl �’t Weeshuys

Culinair genieten in het voormalige weeshuis van Geertruidenberg. Mooie combinatie van historisch

decor en eigentijdse inrichting. Gevestigd in een monumentaal pand aan de Markt van Geertruidenberg. weeshuys.nl

�’t Spoor

Ooit het Stationskoffiehuis van Sprang-Capelle, nu een gezellig restaurant met terras voor de hele familie. Details als een stationsklok herinneren aan de gloriejaren van het Halvezolenlijntje. spoor-t.nl �

Heusden

Niet één adres, maar een keuzemenu: ga naar de Vismarkt van Heusden en zoek het terras uit dat het beste bij je past. Het pleintje is sfeervol en voor- of achteraf maak je een wandeling door het vestingstadje. �

Emmamolen

Fijne stop in een originele molen in Nieuwkuijk. Er wordt gemalen en gebakken. Als bezoeker kun je neerstrijken in de brasserie of iets lekkers kopen in de streekwinkel. emmamolen.nl

p. 59



ONZE KEUZE - BOEKEN Tekst Pablo Pichel

Vakantieherinneringen Als de huidige tijden iets duidelijk hebben gemaakt, is het wel dat vakantie niet meer iets vanzelfsprekends is. Toch was de situatie tachtig jaar geleden niet veel anders. Vroeger bestonden er nog geen vakantiedagen, voor een vakantie was dus vaak geen geld én geen tijd. In ‘Op vakantie!’ maakt schrijver en taalkundige Wim Daniëls een reis door onze vakantiegeschiedenis. Hij beschrijft hoe Nederland in de vorige eeuw geleidelijk aan zijn bagage begon te pakken. Eerst voor een kampeer- of fietsvakantie in eigen land, later vertrok men met de

auto of het vliegtuig over de grens. Volgens Daniëls werd een vakantie pas vanaf 1970 echt gewoon. Grappig is hoe bedrijven op deze nieuwe vakantiecultuur insprongen. Zo stopte beschuitfabriek Bolletje vroeger spaarplaatjes van buitenlandse bestemmingen in de beschuitrollen. ‘Op vakantie!’ is een niet alleen een geschiedenisboek, maar door Wim Daniëls’ dierbaarste vakantieherinneringen ook een persoonlijk boek geworden. • Wim Daniëls, ‘Op vakantie!’, Alfabet Uitgevers, E19,99.

Zomers koken Van dit nieuwe kookboek van radio-dj Pieter Kok krijgt u zin om de tuintafel te dekken of de picknickmand te pakken en op een kleedje in het park te gaan zitten. In ‘Buiten eten’ worden vier buiteneetopties behandeld: thuis, op de camping, in de boot en in het park. De meeste mensen hebben wel een barbecue in de tuin staan, maar hoe doe je dat met een meeneembarbecue op de camping? Kok geeft recepten voor eenpansgerechten – fijn als je op een eenpitter moet koken – zoals noedelsoep, shakshuka en fritatta. Op de boot is vaak geen koelkast aanwezig, hier dus alleen recepten met lang houdbare ingrediënten, zoals captain’s dinner en stoof van cornedbeef. Het boek bevat foto’s van David Loftus, die ook voor Jamie Oliver heeft gewerkt. • Pieter Kok, ‘Buiten eten met Pieter Kok’, Kosmos Uitgevers, E24,99.

maken, ga dan naar www.hollandsgloriemagazine.nl �kans en vul uw gegevens in bij Mail & Win. Wij mogen drie exemplaren van dit boek weggeven. Wilt u

p. 61


ONZE KEUZE - BOEKEN Bakerfgoed Toen de Brits-Guyanese geschiedkundige Gaitri Pagrach-Chandra onze Nederlandse kookcultuur wilde ontdekken, leek ze niet veel verder te komen dan boerenkool en hutspot. Maar dat veranderde toen ze de bakker binnenliep. Voor Pagrach-Chandra ging er een wereld open van krentenbrood, kletskoppen en kruimelvlaai. Ook raakte ze gefascineerd door de vele streekgebonden specialiteiten die Nederland rijk is, zoals Bossche bollen en Zeeuwse bolussen. In ‘Het Nederlands bakboek’ worden de lekkerste bakrecepten

beschreven, van Friese dúmkes tot pannenkoeken. Pagrach-Chandri grijpt terug naar de ontstaansgeschiedenis van de bakspecialiteiten, met beeldmateriaal en verhalen uit archieven. In 2012 werd dit boek al uitgeroepen tot ‘Kookboek van het jaar’. Vanwege de hernieuwde belangstelling voor de bakcultuur in Nederland door televisieprogramma’s zoals ‘Heel Holland Bakt’ is er nu een heruitgave in paperback. • Gaitri Pagrach-Chandra, ‘Het Nederlands bakboek’, Kosmos Uitgevers, E17,50.

Friese wortels Schrijver en avonturier Flip van Doorn maakt al twintig jaar reisreportages over bijzondere plekken in ons kikkerland. In 2010 zei hij de drukke Randstad vaarwel om terug te keren naar Friesland, het vaderland van zijn opa. In ‘De Friezen’ duikt Van Doorn in de geschiedenis en mythes van zijn nieuwe thuisland. Als een ontdekkingsreiziger doorkruist hij stad en land op zoek naar panden, standbeelden, bewoners en landschappen die de Friese onafhankelijkheidsgevoelens kunnen verklaren. Hij bezoekt bijvoorbeeld de plek waar in 1170 de Allerheiligenvloed plaatsvond, waardoor Friesland deels werd afgescheiden van de rest van Nederland. Maar ook plaatsen in het buitenland waar Friezen hun sporen hebben naglaten. In elf hoofdstukken biedt hij een mooi inkijkje in deze bijzondere provincie. • Flip van Doorn, ‘De Friezen’, Uitgeverij Thomas Rap, E24,99.

De kip of het ei? “Er zijn maar weinig dingen zo lekker als een ei”, schrijft Guus Luiters in het boek ‘Ode aan het ei.’ Samen met zijn dochter Sara maakte hij een ludiek boekje met grappige verhalen, gedichten en oeroude recepten. Ook besteden ze aandacht aan de waardering van het ei in media en cultuur. Hoe at Marilyn Monroe bijvoorbeeld het liefst haar eitje?

HOLLANDS Glorie

En hoe tikte Audrey Hepburn dat van haar? In het boekje staan ook interviews met bekende Nederlanders, onder wie ‘Ome Willem’ Edwin Rutte en romanschrijfster Cindy Hoetmer. Leuk geschenkboekje voor eierliefhebbers, en wie is dat nu niet? • Guus en Sara Luijters, ‘Ode aan het ei’, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, E10.


IJsbijbel Nu de zomer in aantocht is en de temperaturen weer stijgen, groeit ook het verlangen naar een een verkoelend ijsje. Geen zin om in de lange rij van de plaatselijke ijsboer te staan? Zorg dan dat u zelf heerlijk ijs in huis heeft. Patissier en televisiekok Hidde de Brabander schreef een ijsbijbel, waarmee ijsmaken een koud kunstje wordt. Hij begint bij de basis. Als een echte ijsmeester leert hij ons alles over basistechnieken, essentiële ingrediënten en de geschiedenis

van deze lekkernij. De snelle leerling kan verder met decoraties, stikstofbereidingen en hartige ijssmaken die normaliter alleen op de dessertkaarten van sterrenrestaurants prijken. Maar u kunt het ook gewoon houden bij eigengemaakte sorbets, softijs, waterijsjes en ijskoffie. Een prachtige uitgave met foto’s en illustraties die doen watertanden. • Hidde de Brabander, ‘Glacerie’, Kosmos Uitgevers, E39,99.

Toeren voor vogelaars Rasechte vogelaar Ger Meesters heeft inmiddels al vele titels over vogels en vogels spotten op zijn naam staan, waaronder ‘De 101 mooiste vogelkijkgebieden van Nederland’. In deze nieuwe uitgave betrekt hij Vlaanderen erbij. Met kaartjes, beschrijvingen en vogelportretten maakt hij vogelen voor iedereen toegankelijk. Ger Meesters geeft tips voor 150 natuurgebieden en beschrijft 30 vogelrijke fiets- en wandelroutes, van Friesland tot Vlaanderen. Bij ieder natuurgebied staat precies beschreven hoe u er moet komen en in welk jaargetijde u welke vogels kunt zien. Naast bijzondere vogelsoorten als de zeearend en de kievit behandelt hij tevens andere fauna in het gebied, zoals vlinders en reeën. • Ger Meesters, ‘De mooiste vogelkijkgebieden van Nederland en Vlaanderen’, Kosmos Uitgevers, E22,50.

Familieverhalen De familie Feith dook voor het eerst op in Hanzestad Elburg, in de 14de eeuw. Toen had nog niemand kunnen bedenken dat de nakomelingen van deze vrachtvaarders zes eeuwen lang hun stempel zouden drukken op de geschiedenis van Nederland. In ‘Van Elburg tot Deshima’ doet Arlette Kouwenhoven de rijke historie van deze regentenfamilie uit de doeken. De Feiths bestuurden steden, dreven handel en berechtten oorlogsmisdadigers. Toch bestonden de negentien generaties zeker niet

alleen uit burgemeesters en rechters. Zo werd Rhijnvis Feith in 1819 uitgeroepen tot beste dichter van Nederland, besloot Jan Feith in 1909 verslag te doen van de Elfstedentocht en werd Pieter Feith salesmanager van Heineken. Maar ook moordenaars, collaborateurs en slavenhandelaren maakten deel uit van de familie. Het boek is geïllustreerd en staat vol smeuïge anekdotes en verhalen over dit illustere geslacht. • Arlette Kouwenhoven, ‘Van Elburg tot Deshima’, Uitgeverij Ef & Ef Media, E29,50.

p. 63


ONZE KEUZE - BOEKEN Vrouw achter de koningin Vanwege de vijftigste verjaardag van koningin Máxima, vond royaltyjournalist Rick Evers het tijd om op zoek te gaan naar de vrouw en de moeder achter de koningin. In ‘Máxima’ duikt Evers in haar leven buiten haar optreden in het openbaar. Door middel van exclusieve gesprekken met de koningin en haar kennissenkring, schetst Evers een beeld van een bijzondere vrouw. In elk hoofdstuk belicht hij Máxima in een andere setting, variërend van officiële staatsbezoeken tot de spontanere

bezoekjes aan het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie. De lezer leert Máxima niet alleen kennen als echtgenote van onze koning, maar ook als oudste dochter van politicus Jorge Zorreguieta, als pleitbezorger van de Verenigde Naties en als betrokken moeder van drie dochters. Uit de persoonlijke verhalen en foto’s komt een vrouw naar voren die verbindt en verblijdt, waar ze ook komt. • Rick Evers, ‘Máxima. Meer dan Majesteit’, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, E24,99.

Middeleeuwse opvattingen In de Middeleeuwen was iedereen ervan overtuigd dat de aarde plat was, de natuur door God geschapen en dat het leven niet stopte bij de dood: het leven van ieder mens is een reis naar de hemel. Waar haalde men deze kennis vandaan? Mediëvist en docent Ludo Jongen maakt in ‘Op weg naar de hemel. God en mens in de Middeleeuwen’, deze middeleeuwse wereldvisie zichtbaar met fragmenten uit bekende literaire en theologische werken en hoofse ridderomans. Wat wist men toen bijvoorbeeld over Jezus en Maria, waaruit bestond een zalig leven en waarom wordt de lucht vandaag de dag nog een hemel genoemd? Ludo Jongen heeft de ideeën onderverdeeld in 33 verschillende hoofdstukken, de leeftijd waarop Jezus aan het kruis is gestorven. Het boek is geïllustreerd met fraaie miniaturen, verzorgd door kunsthistoricus Martine Meuwese. • Ludo Jongen, ‘Op weg naar de hemel’, Uitgeverij Sterck & De Vreese, E24,95.

Stoepflora ‘Stadsplanten’ lijken nog altijd in een kwaad daglicht te staan. Te vaak wordt het groen tussen de trottoirtegels bestempeld als onkruid, terwijl het juist bijdraagt aan verkoeling in de zomer, helpt het regenwater af te voeren en de biodiversiteit stimuleert. Aanleiding voor de hortus botanicus Leiden om een zakgidsje uit te brengen dat mensen wegwijs maakt in de wereld van deze zogeheten ‘stoepplantjes’. In het boekje staan 104 verschillende

HOLLANDS Glorie

soorten wildgroei, waarbij elke soort op kleur is gerangschikt. Daardoor kan iedere soort gemakkelijk worden achterhaald. Ga op avontuur in eigen buurt en ontdek het leven dat groeit en bloeit tegen huizen, kades en lantaarnpalen. Van gewone paardenbloemen tot het zeldzamere kandelaartje, iedere stoepplant wordt in dit gidsje in het zonnetje gezet. • Hortus botanicus Leiden, ‘Zakgids Stoepplanten’, KNNV Uitgeverij, E17,95.


12 X HOLLANDS VANDYCK DEKBEDOVERTREK + T.W.V. B159,95

E 64 NU SAMEN VOOR MAAR

BLOEMENZEE

WORD ABONNEE

De luxe dekbedovertrek Brick Dust heeft een abstract bloemdessin op een poederig steenrode achtergrond. De superzachte dekbedovertrekset is gemaakt van 100% katoensatijn met thread count 300. Neem nu een tweejaarabonnement op Hollands Glorie en ontvang de dekbedovertrekset in de maat van je keuze:

De abonneeservice is op werkdagen bereikbaar van 9.00 tot 17.00 uur. Als bijdrage in de verzendkosten van het geschenk wordt eenmalig B 7 in rekening gebracht. Deze aanbieding geldt zolang de voorraad strekt. Neem contact op met de abonneeservice voor verzendtarieven naar het buitenland. Je kunt het abonnement ook cadeau doen aan iemand anders, je ontvangt dan zelf het dekbedovertrek.

• 2 x eenpersoons (140 x 200/220) • 1 x tweepersoons (200 x 200/220) • 1 x lits-jumeaux (240 x 200/220)

KIJK OP WWW.HOLLANDSGLORIEMAGAZINE.NL OF BEL 088 2266637 p. 65



TWEELINGEN

Het eeneiige ideaal

E

en kans van 1 op de 250 dat een zwangerschap uitmondt in een eeneiige tweeling. Ze zijn geboren met hetzelfde DNA, dus je zou denken dat ze een kopie van elkaar zijn. Maar dat blijkt toch niet (altijd) het geval, want ook ‘nurture’, de opvoeding en ieders ervaringen, speelt een rol in de karaktervorming. Ondanks dat ze vaak erg op elkaar lijken, blijken de tweelingen toch aparte individuen. Fotografe en schrijfster Sanne Terlouw fotografeerde en beschreef 52 volwassen eeneiige tweelingen van verschillende leeftijden. En 103 mensen, want één tweeling werd door een overlijden van elkaar gescheiden voor het boek uitkwam. Terlouw draagt haar boek dan ook aan Justia en Jessica op. Als je al die dubbelportretten in ‘Een onderstroom van liefde’ bekijkt, valt op dat tweelingen minstens twee keer vrolijker lijken te zijn dan veel eenlingen. Volgens Terlouw (de

oudste dochter van Jan) komt dat doordat ze meestal een grote liefde voor elkaar voelen. Ook al wonen ze niet bij elkaar in de buurt, de onderlinge band is vaak hechter dan bij hun partner. Zag iedereen de ander maar als iemand wiens DNA maar 0,1 procent van ons verschilt, schrijft Terlouw, dat zou de wereld veel liefdevoller zijn. De vermelde leeftijden waren op het moment dat de tweelingen werden gefoto­ grafeerd, • Sanne Terlouw, ‘Een onderstroom van liefde – 52 portretten van volwassen eeneiige tweelingen’, te koop op sanneterlouw.nl, E  24,95

>

p. 67


EENEIIGE TWEELINGEN

H

ans (met het kortste haar) en Harry wonen allebei in een prachtig huis aan een gracht in Amsterdam. Bij beiden staat het huis vol kunst. Je kijkt je ogen uit. Ze zijn 67 jaar en geboren op Soerabaja. Er is ook nog een jonger zusje. Toen ze negen jaar waren, werd hun vader overreden door een legertruck en overleed. Moeder ging alleen met de kinderen naar Nederland. Omdat er geen vader meer was, hing moeder erg aan Hans, de oudste en gaf hem veel verantwoordelijkheid. De mannen denken zelf dat daarom hun karakters nogal verschillend zijn geworden. Hans de rustige, serieuze, Harry de belhamel, de opstandige, de clown. Harry kan er niet zo goed tegen dat zijn broer alles zo serieus neemt. Hij heeft de neiging daar nogal tegenaan te schoppen.

Op school was Hans een succes, meteen de baas van de schoolkrant, altijd de leider etc. Zijn leven ging in een rechte lijn naar de top. Harry voerde weinig uit en belandde op de mavo. Dat bleek een vergissing want inmiddels is hij emeritus hoogleraar vasculaire geneeskunde. Daarnaast was hij hoofd van zijn afdeling. Ook Hans is geneeskunde gaan studeren. Hij is kinderarts geworden en kwam later in de Raad van Bestuur van het Erasmus­ ziekenhuis. Bij hem was de keuze voor geneeskunde ingegeven door het feit dat ze thuis zo’n fijne huisarts hadden die iedere week op bezoek kwam en waarschijnlijk verliefd was op hun moeder. Harry heeft de andere studies gewoon afgestreept. Geneeskunde bleef over. Beiden zijn inmiddels gescheiden en hebben kinderen en kleinkinderen.

Hans en Harry (67)

HOLLANDS Glorie

Ooit is de tweeling onderzocht op identiciteit en daar kwam uit dat ze niet eeneiig zijn, maar eenzadig. Dat wil dus zeggen dat een (razendsnelle) zaadcel zich net voordat hij de eicel bevruchtte, deelde en ook een andere rijpe eicel bevruchtte. Eenzadig betekent dus dat alleen de genen die ze van hun vader geërfd hebben, identiek zijn. Als het onderzoek klopt (en het kan), en ze dus ontstaan zijn uit een soort superzaadcel, dan vind ik het niet gek dat ze het allebei zo ver hebben geschopt. Hans betwijfelt of het onderzoek wel goed gedaan is, maar Harry is er zeker van. Ze wonen vlakbij elkaar, maar zeggen zelf dat Amsterdam verdeeld is in dorpen en dat ze allebei in een verschillend dorp wonen. Daarom zien ze elkaar toch niet zo vaak. Misschien heeft het er ook mee te maken dat Harry, naar het mij voorkwam, enige moeite had met het feit dat hij en zijn broer een tweeling zijn. Ik voelde voortdurend enige competitie tijdens het gesprek.

Hans (links) en Harry


Monique (links) en Eveline

Monique en Eveline (45)

M

onique (in het rood) is de oudste en dat speelt een rol, al schelen ze maar 5 minuten. Ze was als kind de bazigste. Zij is ook de meest avontuurlijke, heeft op veel plekken gewoond en heeft met hun eigen schip samen met haar man een spannende reis naar Kiev gemaakt. Monique en Eveline zijn de enige kinderen van hun ouders. Ze zijn 45 jaar. Beide zussen hebben drie kinderen, van globaal dezelfde leeftijd. Af en toe wisselen ze er eentje uit, de kinderen zijn heel close met elkaar. Hun ouders trokken ze niet dezelfde kleren aan en behandelden ze gelukkig als individuen. Zelf voelen ze dat ook sterk. Ze zijn twee verschillende mensen die ook heel verschillend werk doen. Eveline woont in een nieuwbouwhuis in

Beverwijk, Monique in een jarendertig­ huis in Haarlem. Ze hebben contact, maar niet overmatig veel, soms zien ze elkaar zes weken niet. Onlangs zijn ze voor het eerst een week samen met vakantie geweest (naar Finland). Sportief zijn ze allebei. Monique houdt van sportklimmen en yoga, Eveline van paardrijden en hardlopen. Sinds kort zijn ze beiden kostwinner, niet helemaal uit vrije wil. Ze vertelden dat ze beiden verlegen zijn van nature, maar bij Monique merkte ik daar niks van. Eveline kwam een beetje somber over. Soms zit het leven natuurlijk tegen. Ik ervoer in ieder geval een heel ongelijke energie bij de twee vrouwen. Al lijken ze uiterlijk op elkaar, ik heb nog niet eerder een tweeling ontmoet met een zo van elkaar verschillende uitstraling. >

p. 69


Diny (links) en An

Diny en An (100)

Z

e zijn geboren in 1920 en 100 jaar oud. Ze zijn daarmee de oudste eeneiige tweeling in Nederland. Het zijn energieke, gezonde vrouwen die nog steeds op zichzelf wonen en (samen met een boodschappenmeisje) gewoon hun eigen boodschappen doen. Diny (donker haar) sneed krentenbrood voor me en gaf me een lekker sterke kop thee. Geen hulp bij nodig. Het enige gezondheidsprobleem dat ze hebben is dat ze allebei erg slecht zien. Dat is vervelend als je verder zo midden in het leven staat. En Diny heeft een probleem met haar haar en draagt daarom een haarstukje. Ze hebben een goed leven gehad. Hun ouders schrokken dat er onverwacht een tweeling geboren was en er zijn dan ook geen verdere broers en zussen gekomen.

HOLLANDS Glorie

Diny is een paar minuten ouder dan An. Hun vader werkte bij de telefonie, en ze hadden als een van de weinige gezinnen al heel vroeg telefoon (met een nummer van 3 cijfers), maar wie konden ze bellen? Bijna niemand anders had nog telefoon toen. Hij was ook een actief fotograaf en op tafel liggen fotoboeken met foto’s van de meisjes toen ze nog heel klein waren. Armoede hebben ze nooit gekend. Ook over de oorlog zeggen ze dat voor hen het leven eigenlijk gewoon doorging, al heeft Diny wel verdriet gehad over een verloren vriend en hebben ze het bombardement van Bezuidenhout aan den lijve ondervonden. Als kind leken ze ontzettend veel op elkaar. Ze droegen dezelfde kleren en hebben altijd bij elkaar in de klas gezeten. Elk hadden ze een eigen vriendinnetje en om de beurt speelde de ene tweelinghelft

met haar vriendin thuis en de andere in het huis van het vriendinnetje. Moeder was coupeuse en maakte de kleren voor de tweeling. Later niet meer precies hetzelfde, maar rood en blauw. (Ze wilden allebei de rode kleren). Diny en An deden de mulo, gingen daarna op een verschillend kantoor werken, trouwden beiden met een man die Frits heette en werden toen ontslagen. Zo ging dat met getrouwde vrouwen. Diny heeft twee zoons gekregen, An eentje. Ze zien elkaar niet heel veel. Ze hebben heel lang met de hele familie in de Haagse wijk Mariahoeve gewoond. Dat was na de oorlog een moderne en populaire wijk. Tegenwoordig wonen ze ver bij elkaar vandaan (Den Haag en Waalre). Maar ze spreken elkaar vier keer per week op gezette tijden per telefoon: twee keer belt An en twee keer belt Diny, en zien elkaar eens in de paar weken. Of ze e­mail hebben? Natuurlijk. Nuchtere dames, deze tweelingzussen.


EENEIIGE TWEELINGEN

I

k maak deze serie om te laten zien hoe verschillend eeneiige tweelingen kunnen worden als ze volwassen zijn, maar deze twee broers zijn echt een uitzondering, ook al zijn ze een spiegel­ tweeling en is Camiel linkshandig en Daniël rechtshandig. Het lijkt erop dat tenminste vijf procent van de eeneiige tweelingen niet genetisch identiek is, maar spiegelbeeldig. Dat betekent dat sommige fysieke kenmerken en zelfs karakter­ eigenschappen tegengesteld zijn, zoals bijvoorbeeld links­ en rechtshandigheid, plaats van de kruin, volgorde van het doorkomen van de kiezen. Spiegeltweelingen ontstaan doordat de eicel zich tenminste een week later splitst in twee embryo’s dan bij eeneiige identieke tweelingen. Misschien komt het juist doordat hun ouders ze van jongs af aan als individu hebben beschouwd. Camiel (met donkerste trui) mocht als klein jongetje bijvoorbeeld niet zeggen: ‘Wij willen melk’. Het moest zijn: ‘Ik wil melk en Daniël ook’. Van dezelfde kleren dragen was geen Camiel (rechts) en Daniël

sprake, maar toen men ze in verschillende schoolklassen wilde stoppen, hebben de jongens daar zelf een stokje voor gestoken. Ze zijn de enige kinderen van hun ouders en zeer verknocht aan elkaar. Camiel is 12 minuten ouder, maar dat maakt ze niks uit. Twee zielen, één gedachte. Ze spreken dezelfde zinnen uit op bijna hetzelfde moment, ze denken vaak in dezelfde richting. Echte karakterverschillen konden ze niet noemen. Misschien is Camiel een beetje extravaganter in kledingkeuze en is Daniël ietsje meer een binnenvetter, maar veel merkte ik daar niet van. Ze wonen samen in Amsterdam­Zuid en zeggen zelf dat ze beschermd en in een kleine wereld zijn opgegroeid. Dat voelt beperkt voor ze. Toch reist Camiel als veelgeprezen concertpianist de hele wereld over en heeft Daniel als jurist en mede­ werker bij het wetenschappelijk bureau van D66 een brede blik.

Ze hebben een klein beetje Surinaams bloed, vandaar hun donkere krullenbossen. Ook zit er een scheut jodendom in hun stamboom. Camiel werd geboren met een hematoom in zijn gezicht dat geopereerd moest worden. Je ziet het nog een beetje, maar hij is er nooit mee gepest. In tegendeel: op school waren ze populair. Ze menen dat te danken te hebben aan hun tweelingschap: als tweeling sta je sterk. Maar laten we wel wezen: het zijn ook gewoon heel leuke, knappe, sportieve en aardige jongens. Camiel wist al vanaf zijn elfde dat hij verder wilde in de muziek. Daniël aarzelde veel langer. Is hij ook muzikaal? Welzeker, hij speelt viool, maar niet als professional. Wat me het meest opviel bij deze broers was hoe dol ze op elkaar zijn. Ze vertelden dat ze nog nooit in hun leven ruzie hebben gehad, ook niet als kind. Behoorlijk bijzonder toch?

Camiel en Daniël (28)


KUNST UITGELICHT Tekst Fabian Takx

Hoog op de golven Het Hanzebaken van Marte Röling

Het veertien meter hoge ‘Hanzebaken’ van Marte Röling op het Strandeiland in Harderwijk is een eyecatcher die niemand kan ontgaan, zoals van een baken voor de zeevaart mag worden verwacht.

HOLLANDS Glorie

beeldcultuur. De ‘pop-artists’ zagen de ‘consumptiemaatschappij’ als bron van inspiratie, ogenschijnlijk zonder kritiek. Al schiep Andy Warhol er wel een duivels genoegen in om juist de meest banale alledaagse voorwerpen – een doos wasmiddel, een fles ketchup of een foto uit de krant – te verheffen tot kunst. Voer voor kunsttheoretici, en dat is het werk van Röling minder. Zij maakt ‘gewoon’ dingen die ze mooi vindt. Haar in 2005 overleden geliefde Henk Jurriaans – kunstenaar en psycholoog – had wel een vrolijke neiging tot provocatie. Befaamd werd zijn uitspraak: “Ik ben okay, jij bent een lul.” Al was dat een vondst van de interviewer, want in werkelijkheid zei

Jurriaans als reactie op het toendertijd populaire ‘Ik ben okay, jij bent okay’: “Neem iemand als Hitler, dan zeg je niet ‘Ik ben okay, jij bent okay’”. Jurriaans slaagde er ook in zijn ‘dagelijks gedrag’ in 1975 als ‘levend kunstwerk’ te verkopen aan het Stedelijk Museum. Mooie vrouwen mochten hem een uur per drie weken komen kussen.

ONORTHODOX Het ‘Hanzebaken’ werd in 2013 door Stadsherstel Harderwijk geschonken aan de gemeente. Minder gemakkelijk te interpreteren is Rölings beeld ‘Non scholae, sed vitae’ (‘Niet voor de school, maar voor het leven’) buiten het Harmoniegebouw van de

© Duncan Wijting

Z

owel vanaf het water als vanaf de Harderwijkse Boulevard zie je het beeld al van verre. Het is een eerbetoon aan het legendarische Hanzeverleden van Harderwijk, in de vorm van een goudkleurig koggescheepje dat dapper de woeste goudblauwe golven trotseert. Het bescheiden formaat van het schip maakt de heroïek van zo’n expeditie des te voelbaarder. Het is bedekt met bladgoud, net als de golven, alsof het wordt beschenen door een felle zon. De kunstenares heeft er de beste kwaliteit goud voor gebruikt, 24-karaats, met een platina legering. Vanuit de verte lijkt het ‘Hanzebaken’ een beetje op een maritiem ooievaarsnest. Maar je zou in de tien meter hoge paal ook een symbool kunnen zien van de afstand van eeuwen of tot het scheepje aan de horizon. De beeldtaal doet denken aan die van het stripverhaal. De nu 81-jarige Marte Röling begon haar artistieke carrière ten tijde van de popart, de stroming die putte uit de populaire


© Ton Pors

Rijksuniversiteit Groningen, al zal ook die ranke creatie bij iedereen in de smaak vallen. Datzelfde geldt voor het ‘Uilenbos’ in Etten-Leur en de ‘Grote Gouden Vette Vredesduif ’ op de dakrand van de Fundatie in Zwolle. Het is vrolijk stemmende kunst. Marte Röling laat haar creativiteit stromen in allerlei media, van platenhoezen en postzegels tot films, affiches, kostuums en theaterdecors. Bekend werd ook haar beschilderde tram. En daarnaast zijn er de grafiek, tekeningen en grote schilderijen. Na de dood van haar geliefde maakte ze

64 grote portretten van Jurriaans, ‘om hem aan zijn oren weer het leven in te trekken’. Haar staatsieportret van toenmalig koningin Beatrix in 1982 was de doorbraak naar het grote publiek. Ook haar levenswijze is onorthodox. Er zijn weinig vrouwen die hun man met drie andere vrouwen delen zonder door jaloezie te worden verteerd, of het moeten de geliefdes van Anton Heyboer zijn. Marte deelde Henk met de zussen Adrienne en Alissa Morriën en kunstenares Wanda Werner. Henk hielp haar met zijn grote kennis van

techniek en materialen en de drie andere vrouwen assisteerden haar, maar Marte bleef altijd de creatieve spil van het geheel. De vrouwen wonen nog steeds samen in een 19de-eeuwse villa in Uithuizen in Noord-Groningen. In twee tot atelier omgebouwde schuren werken ze samen onder de vlag van Marte Röling & Partners V.O.F. aan Rölings kleurrijke, zeer gevarieerde en nog immer groeiende oeuvre. � • ‘Hanzebaken’ (2013) door Marte Röling, Harderwijk

p. 73


Het gracieuze landhuis wordt al sinds 1678 bewoond door opeenvolgende generaties van dezelfde familie, die ook het landschapspark in beheer hebben. En dat is te zien: de historische buitenplaats De Wiersse staat bekend om de prachtige, met liefde onderhouden tuinen. Maak een zomerse wandeling door deze tuin vol verrassingen in Vorden Tekst, productie & styling: Wilma Custers /Features & More Fotografie: Renee Frinking


De Wiersse Een surprise in de Achterhoek

>

Met de klok mee: het landhuis vanaf het oosten, met de rozentuin op de voorgrond; tamme eenden bij de vijver; de verzonken tuin; kamperfoelie en clematis.

p. 75


De Wiersse in Vorden

Insecten zijn dol op rode zonnehoed.

Praktische info Wie De familie Gatacre Waar Vorden in de Achterhoek Stijl Een 17de- en 18de-eeuws landhuis met gracht, gebouwd op middeleeuwse funderingen. Op het landgoed bevindt zich een Angelsaksisch boerenhuis dat verhuurd wordt als vakantie-gîte, met toegang tot de tuinen van De Wiersse. Grootte Het landgoed beslaat in totaal 300 hectare, inclusief 16 hectare aan historische tuinen en een landschapspark van 32 hectare groot. Bezit Sinds 1678 zijn de tuinen van De Wiersse in beheer van opeenvolgende generaties van dezelfde families. Informatie De Wiersse, Wiersserallee 9, Vorden. Open: iedere donderdag en zaterdag van mei t/m september. Zie de website voor openingstijden. dewiersse.com

HOLLANDS Glorie

De paarden van de familie in het weiland naast de hoofdoprit.

E

en wandeling door deze tuin heeft iets speciaals, ze ademt een sfeer die bewust is gecreëerd door de vroegere bewoners en van generatie op generatie is doorgegeven. Je ziet het aan het ontwerp, het landschap, de planten én de harmonie tussen al deze elementen. Geen andere plek is zo natuurlijk in balans als De Wiersse in de Achterhoek. De belangrijkste delen van De Wiersse liggen tussen twee grachten: de eerste loopt rond het charmante familielandhuis, de tweede op zo’n honderd meter daarvandaan. Daaromheen bevinden zich een rozenparterre, een verzonken tuin en een pergola met onder andere clematis en kamperfoelie. De zogenaamde tuinkamers, alle dicht gelegen bij het huis, hebben een gezellige en uitnodigende uitstraling. De familieleden zijn dagelijks in de tuinen te vinden, naast de vaste tuinmannen of vrijwilligers uit de regio die iedere week een handje meehelpen.

CHINESE BRUG Achter de buitenste gracht ligt een groot en open stuk tuin dat om de rest van het landgoed heen slingert, perfect voor een ontspannende wandeling. Het pad voert door open weilanden en dichte bossen en biedt onderweg zicht op talloze beekjes en vijvers. Een mooie plek is de Chinese brug aan het einde van >


Tijgerlelie.

De moestuin is misschien wel Laura’s favoriete plek: In het gras zijn vierkante stukjes grond aangebracht, tussen het fruit en de groente.

De familie is er vaak te vinden, evenals de vaste tuinmannen of vrijwilligers uit de regio die iedere week een handje meehelpen in de tuinen

Beelden onder de vijgenbomen.


Snijbloemen genoeg, zoals deze witte phlox.

HOLLANDS HOLLANDS Glorie Glorie

Één van de grachten van De Wiersse met waterlelies en kroos.

Laura is verknocht aan de tuinen van De Wiersse, die zij beschrijft als een “schilderij waar je doorheen kunt lopen”, dat “nooit echt af is”

Dahlia’s..


De Wiersse in Vorden

de rododendrontuin. Vandaaruit heb je zicht over de beek die door de tuin stroomt en uitmondt in verschillende vijvers. Twee poorten geven toegang tot een moestuin, op een ver van het landhuis gelegen plek. Het pad dat terugvoert naar het huis gaat door de oude boomgaard die leidt door een fraaie haag van beuken. Aan het einde van deze tunnel staat een hoge fontein. Een brug over de buitenste gracht brengt bezoekers weer bij de rozentuin naast het landhuis. Het grote gazon met de vierkante zuilen aan de achterzijde van het woonhuis is de laatste tuinkamer. Tip: bezoek deze tijdens zonsondergang, als de oranje lichtstralen door de bomen schijnen.

LILI MARLEEN De tuinen van De Wiersse hebben vanaf 1678 geleidelijk aan hun huidige vorm gekregen door de inzet van opeenvolgende generaties van een familie. Overal zijn details te vinden die van hun vakmanschap getuigen en laten zien hoe zorgvuldig zij steeds te werk zijn gegaan. De huidige tuinen zijn voornamelijk aangeplant en ontworpen tussen 1912 en 1928. Eerst door Alice de Stuers en haar vader Victor de Stuers, een bekend kunstverzamelaar en conservator. Hierna hebben Alice en haar toenmalige echtgenoot William Edward Gatacre het stokje overgenomen. In 1912 ontwierp Alice op zeventienjarige leeftijd de rozentuin, al snel gevolgd door de verzonken tuin. De rozentuin bevat nog steeds een aantal planten uit de tijd van Alice, waaronder de dieproze Laurent Carle en de oranje Mrs. Oakley Fisher, een grootbloemige roos uit de jaren twintig. Maar bijvoorbeeld ook latere soorten zoals de Lili Marleen, die dateert uit 1959.

Een oude voederbak bleek het perfecte waterbassin voor de moestuin.

Vers gemaakt met schatten uit de natuur: Mary houdt er net als moeder Laura van om de natuur in te duiken en producten te oogsten. Deze gebruikt ze in de keuken voor familierecepten die soms nog dateren uit de tijd van haar grootmoeder. Zo gebruiken ze verschillende soorten appels voor diverse delicatessen: het maken van cider, appelmoes en appelpudding. Kweeperen, in de herfst geoogst, hebben niet alleen een zoete en heerlijke geur, ze zijn ook het perfecte ingrediënt om kweepeerjam of membrillo van te maken. Een andere favoriet is de ‘herfstframboos’: een zoete en gele versie van de framboos die direct van de struik kan worden geplukt en gegeten.

ROMANTISCHE STIJL In 1926 werd Alice de tweede vrouw van William Edward Gatacre. Deze Engels-Ierse ex-krijgsgevangene bracht de romantische stijl van tuinieren naar het landgoed, geïnspireerd op zijn herinneringen aan het Ierse County Waterford. Gatacre creëerde een lange wandelroute door de tuin over zachte >

p. 79


De Wiersse in Vorden

Zonnebloem.

Een paar van Laura’s favoriete bloemen, planten en bomen in de tuin: 1 Rhododendron luteum De Pontische azalea is geplant in de jaren twintig door haar schoonvader W.E. Gatacre. “Het zijn wonderlijke bloemen, die de lucht in mei vullen met hun geur.” 2 Viola ‘Inverurie Beauty’ Dit heerlijk ruikende bloemetje is Laura’s grote favoriet. Het heeft lange stelen (handig voor het plukken), het klimt en het bloeit van mei tot september. 3 Wisteria floribunda ‘Alba’ “Deze witteregen is magisch; en tevens een briljante kloon. Als we in mei onder de pergola lopen, is de aanblik en de geur ervan fantastisch.” 4 Eik en beuk De laan met immens hoge eiken- en beukenbomen omlijst het standbeeld van een discuswerper, geplaatst aan het einde van het brede pad door Peters vader, W.E. Gatacre. 5 Rhododendron ‘Alice de Stuers’ Een plant gekozen en genoemd naar Laura’s schoonmoeder – tevens een soort die nog steeds gekweekt wordt. 6 Polystichum polyblepharum Een altijd groene varen die goed tegen grote temperatuurverschillen kan en heerlijk zacht aanvoelt.

HOLLANDS Glorie

zandpaden, met steeds adembenemende uitzichten over het omliggende boerenland. In 1963 kreeg Peter Gatacre, de zoon van Alice en William, het landgoed in beheer. Vanaf 1978 deed hij dat samen met zijn vrouw Laura. De twee zijn ervaren tuiniers, die zelf leidinggeven aan een klein team van hoveniers. Alles wordt met geduld en aandacht uitgevoerd, rekening houdend met de bloeitijd van de planten en het ontwerp dat het paar voor ogen heeft. Als er iets verandert in het plan, worden de gevolgen tot in de kleinste details doorgesproken.

SCHILDERIJ Tot zijn dood op 3 mei 2020 bleef Peter Gatacre actief betrokken bij het beheer van het landgoed. Hij zorgde voor de bomen, de fonteinen en de structuur en kon uren in de tuin doorbrengen om vast te stellen wat er allemaal nog moest gebeuren. Samen met Laura droeg hij hun kennis over aan hun dochter Mary, die al van jongs af aan gepassioneerd was door de tuinen van De Wiersse. Zij nam in 2018 met haar echtgenoot Aart Jonkers de directie van het landgoed over. Laura, die nog steeds op het landgoed woont, blijft hoofdverantwoordelijk. Zij is verknocht aan de tuinen van De Wiersse, die zij beschrijft als een “schilderij waar je doorheen kunt lopen”, dat “nooit echt af is”. Mary voegt toe: “Ik breng veel tijd in de tuin door met mijn moeder, zij leert me de kneepjes van het vak.” In de tijd van Alice waren waarden als verhouding, ritme, vormen en kleuren belangrijk. En dat is ook Laura’s benadering van tuinieren. Ze zegt dat ze geen strikt omlijnde filosofie volgt tijdens het tuinieren: “Ik ben altijd iets van plan, maar raak ook vrijwel altijd afgeleid.” Gelukkig is het meestal iets in de tuin dat haar aandacht trekt.�


Tamme eenden aan de wandel.

Alles wordt met geduld en aandacht uitgevoerd, rekening houdend met de bloeitijd van de planten en het ontwerp dat het paar voor ogen heeft

Roze lelie ‘Black beauty’.

Uitzicht op de karpervijver, die omgeven wordt door grote groepen bomen.


100 MEESTERWERKEN Canon Nederlandse & Vlaamse kunst 1350-1750

Het wereldwijde netwerk van conservatoren van Nederlandse en Vlaamse kunst, CODART, besloot in 2019 een canon van 100 meesterwerken uit de periode 1350-1750 samen te stellen. Het resulteerde in een boek en de website canon.codart.nl. Hierbij een kleine en willekeurige selectie van Nederlandse kunst uit de canon, waarbij we voorbij zijn gegaan aan werken van bekende grootheden als Rembrandt en Vermeer. Conservatoren van andere musea lichten de door hen besproken kunstwerken toe.

Oranjezaal (1648-1652) Jacob van Campen (Haarlem 1596 – 1657 Amersfoort) Jacob Jordaens (Antwerpen 1593 – 1678 Antwerpen) en anderen > Paleis Huis ten Bosch, Den Haag

‘I

n Paleis Huis ten Bosch bevindt zich de Oranjezaal, een van de indrukwekkendste monumenten uit de 17de eeuw. Wie de Oranjezaal heeft mogen aanschouwen ervaart de enorme verbeeldingskracht van Hollandse en Vlaamse schilders uit die tijd. Tientallen grote voorstellingen vormen tezamen een unieke staalkaart van de Nederlandse en Vlaamse schilderkunst van rond 1650. Daarom mag dit ensemble niet in de CODART-canon ontbreken. De decoratie van de Oranjezaal werd uitgevoerd in opdracht van Amalia van Solms (1602-1675), weduwe van de in 1647 overleden stadhouder Frederik Hendrik. Ter nagedachtenis aan de stadhouder liet Amalia de zaal van haar

HOLLANDS Glorie

paleis van onder tot boven decoreren met allegorische voorstellingen. Het decoratieprogramma vormt een echt Gesamtkunstwerk ter meerdere eer en glorie van het Huis van Oranje. De vele composities werden ontworpen door Jacob van Campen, de inhoud werd bedacht door Amalia in nauwe samenwerking met Constantijn Huygens, lange tijd de secretaris van de stadhouder. De schaal van dit project is ongekend voor de Republiek, met uitzondering van het decoratieprogramma van het toenmalige Amsterdamse stadhuis. Het grootste en belangrijkste schilderij in de Oranjezaal, ‘De triomf van Frederik Hendrik’, is door Jacob Jordaens uitgevoerd op een enorm doek van 7,31 bij 7,56 meter – een flink stuk groter dan Rembrandts ‘Nachtwacht’. Op de voorstelling van Jordaens zien we de stadhouder als een Romeinse keizer geportretteerd. Het enorme schilderij vormt het eindpunt van acht kleinere voorstellingen op ooghoogte die samen een klassieke triomftocht uitbeelden. Op een hoger niveau zien we

voorstellingen van de geboorte en jeugd van Frederik Hendrik, zijn huwelijk met Amalia en zijn belangrijkste wapenfeiten, met daarboven op het houten gewelf allegorische voorstellingen die daar inhoudelijk op aansluiten. Sinds de in 2001 voltooide restauratie van alle voorstellingen is de Oranjezaal weer te zien zoals die is bedoeld. Jammer genoeg is de monumentale ruimte sinds 1980, toen het paleis weer een woonbestemming kreeg, niet meer openbaar toegankelijk. De mooiste schilderijen in de zaal zijn vervaardigd door inmiddels ‘herontdekte’ Hollandse kunstenaars als Salomon de Bray (1597-1664), Pieter de Grebber (ca. 1600-1652/1653) en Caesar van Everdingen (1616/1617-1678). De schilderijen van deze Haarlemse classicisten ogen opmerkelijk helder en licht van toon. Van Everdingens ‘Vier Muzen en Pegasus’ is mijn persoonlijke favoriet.” Quentin Buvelot, hoofdconservator Mauritshuis (Den Haag)

>


p. 83

© Koninklijke Verzamelingen, fotografie: Margareta Svensson


Zelfportret (ca. 1573) door Johan Gregor van der Schardt (Nijmegen ca.1530 – in/na 1581 Neurenberg) Witte terracotta met polychromie in olieverf | 23 x 28 x 14 cm > Rijksmuseum, Amsterdam (Aangekocht met steun van het Mondriaan Fonds, de Sponsor Bingo Loterij en de Vereniging Rembrandt, mede dankzij het Prins Bernhard Cultuurfonds)

‘D

e beschilderde terracotta buste toont een man zonder kleding of opsmuk. De baard en haren zijn zorgvuldig geknipt. Hij is niet jong meer, maar in de kracht van zijn leven. Alsof hij nu niets meer te bewijzen heeft kijkt

HOLLANDS Glorie

hij langs de beschouwer de wereld in. Het zelfportret is verwarrend, verontrustend misschien: levensecht, maar niet levensgroot. De kunstenaar plaatste zich in de beeldtraditie van prinsen en regenten, maar is dat niet. En de status die hij zichzelf toedichtte omwille van deze traditie wordt volledig tenietgedaan door het ontbreken van enige luxe. Of toch? Van der Schardts zelfportret geldt als een van de vroegste volledig driedimensionale zelfportretten van beeldhouwers en het belang van de kunstenaar is onbetwist. Maar is het ‘Nederlandse kunst’? Van zijn opleiding weten we niets, maar we weten wel dat hij in de jaren 1550 in Italië was en zijn finest hour in Neurenberg beleefde in de jaren 1570. Voor zover bekend is hij nooit in de Nederlanden

terug geweest. Twee 16de-eeuwse bronnen vermeldden evenwel specifiek Nijmegen als Van der Schardts plaats van herkomst. Hoewel de kunstenaar dus furore maakte in het internationale netwerk van de grootste kunstenaars en verzamelaars, bleef zijn herkomst kennelijk van belang. Juist de oorsprong van zijn familie uit Nijmegen en omgeving garandeerde kennis van de meer regionale tradities. Zijn reislust aan beide zijden van de Alpen maakte hem een verpersoonlijking van hoe we de beeldhouwkunst van de tweede helft van de 16de eeuw wel mogen beschouwen: een pan-Europese zaak.” Lars Hendrikman, conservator oude meesters en toegepaste kunst Bonnefanten (Maastricht)


Stilleven met aardewerken kruik en pijpen (1658) door Pieter van Anraedt (Utrecht ca. 1635 – 1678 Deventer) Olieverf op doek | 67 x 58,8 cm > Mauritshuis, Den Haag (Aangekocht met steun van de Stichting Vrienden van het Mauritshuis, het Prins Bernhard Cultuur Fonds en de Vereniging Rembrandt, 1972)

‘D

it stilleven is een unicum in het oeuvre van Pieter van Anraedt, van wie we verder alleen portretten kennen. Voor zover bekend legde hij zich helemaal niet toe op dit type werk, en toch overstijgt hij met deze verbluffend mooie weergave van enkele eenvoudige objecten moeiteloos tal van voorbeelden van collega’s die zich in

stillevens specialiseerden. Dit raadsel, en vooral de perfectie van de compositie en de haast onmogelijk levensechte weergave van de glans op breekbare objecten – door het gebruik van een subtiel impasto in de hoogsels – maken dit werk tot een van de mooiste 17de-eeuwse stillevens die we kennen. De textuur van de aarden kruik en het glas zijn haast tastbaar. Het is telkens weer verbazingwekkend hoe de rust en weergave van licht en schaduw net zo’n gevoel van harmonie en sereniteit opwekken als een schilderij van Vermeer. Er is weinig bekend over Pieter van Anraedt. Hij werd in Utrecht geboren en was mogelijk een leerling van Gerard ter Borch in Deventer. Verder weten we dat hij trouwde met de dochter van de Deventer dichter Jan van der Veen (1578-1659). Zonder dit stilleven zou hij nauwelijks een plaats hebben gekregen in

de annalen van de Hollandse kunst. De portretten die hij in de jaren 1670 schilderde, zijn immers goed, maar niet echt beklijvend. Dit stilleven, dat links onderaan gesigneerd en gedateerd is, getuigt echter van een buitengewoon talent en een vakkundigheid die alleen kan worden bereikt door intensieve oefening en precies daarom is het een raadsel dat er maar één stilleven van deze kunstenaar bekend is. Mogelijk deed het regelmatige inkomen dat de portretkunst hem bood, hem afzien van zijn oorspronkelijke plannen. Net als zijn collega’s moest Pieter van Anraedt concurreren op een erg competitieve markt. Een dergelijke competitie kon een impuls zijn om het beste van zichzelf te geven, maar kon er evenzeer toe leiden dat een kunstenaar het streven naar het artistiek hoogst haalbare opgaf. Het financiële aspect was immers ook een deel van het verhaal van de 17de-eeuwse Hollandse kunst. We kunnen er alleen maar dankbaar voor zijn dat dit testament van Van Anraedts talent bewaard is gebleven. Het is een werk dat een respectvolle groet verdient bij elk bezoek aan het Mauritshuis.” Bart Cornelis, conservator Nederlandse en Vlaamse schilderkunst 1600-1800 The National Gallery (Londen) >

p. 85


Bloemstilleven (ca. 1726) door Rachel Ruysch (Den Haag 1664 – 1750 Amsterdam) Olieverf op doek | 75,6 x 60,6 cm > Toledo Museum of Art, Toledo (VS) (Aangekocht met behulp van een schenking van Edward Drummond Libbey)

‘D

it uitzonderlijke bloemstilleven van Rachel Ruysch was bij bezoek aan het Toledo Museum of Art een openbaring voor mij. In een bepaald opzicht is Ruysch zelf, als vrouwelijke schilder, ook een verrassing. In een door mannen gedomineerde wereld hebben vrouwen talrijke obstakels moeten overwinnen om

HOLLANDS Glorie

professionele kunstenaars te worden en werden ze bovendien lange tijd veronachtzaamd in de door mannen geschreven kunsthistorische publicaties. Niettemin was Ruysch een van de meest gevierde kunstenaars van haar tijd en ook tegenwoordig wordt haar werk bewonderd om zijn elegantie ]=en relevantie. Op dit schilderij zien we een weelderig bloemstuk in een lage, bolle vaas. Links is een goudsbloem uit het boeket gevallen. De lange stengel is gebogen en geknakt en alleen de rand van de marmeren tafel lijkt zijn verdere val nog even tegen te houden. De bloemen zijn vanuit verschillende hoeken en in verschillende stadia van ontwikkeling weergegeven. Felverlichte bloemen

contrasteren met de donkere achtergrond. Ze puilen uit de vaas of lijken eraan te ontgroeien. Op het eerste gezicht lijkt de compositie wanordelijk, maar ze is grondig bestudeerd om een maximaal effect te bereiken. Het lijkt alsof de tijd op een cruciaal moment even stilstaat, waarna in een volgend moment alles uiteen kan vallen – een subtiele en prachtige verwijzing naar de broosheid van het leven. Deze boodschap geldt nog altijd. De bloemen en insecten verraden een grondige kennis van de natuurlijke wereld, waarin Rachel Ruysch was ingewijd door haar vader, een vermaarde wetenschapper op het gebied van anatomie en plantkunde. Hij bezat een beroemde collectie van natuurlijke specimina. Dit schilderij is een krachttoer die blijk geeft van het opmerkelijke talent van Ruysch. Vormen en texturen, van krullende bladeren tot tere bloemblaadjes, zijn deskundig weergegeven. Ze muntte uit in het suggereren van volume en gewicht en het creëren van zowel beweging als evenwicht in haar boeketten. Ruysch schilderde haar bloem- en fruitstillevens vaak in paren. De pendant van dit schilderij bevindt zich thans in Dudmaston Hall in Engeland. Ze werkte traag, wat gezien de minutieuze weergave niet zal verbazen. Vaak maakte ze slechts één of twee schilderijen per jaar, en nog minder naarmate ze ouder werd. Maar ze bleef schilderen tot haar dood in 1750 op 86-jarige leeftijd.” Robert Schindler Fariss Gambrill Lynn & Henry Sharpe Lynn, conservator Europese kunst Birmingham Museum of Art (Birmingham, VS)


100 MEESTERWERKEN

Borstbeeld van de Heilige Frederik (1362) door Elias Scerpswert (Utrecht 1320/1330 – 1387 Utrecht) Deels verguld zilver | 45,2 x 24,2 x 17,5 cm > Rijksmuseum, Amsterdam (Aankoop met steun van de Vereniging Rembrandt en het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap)

‘I

n 1578 slaat in Utrecht het noodlot toe. Door de voortdurende strijd tussen de Spanjaarden en opstandelingen zit de Republiek in een diepe financiële crisis. De Utrechtse kerken worden

door de Staten-Generaal in Brussel gesommeerd om al hun gouden en zilveren voorwerpen af te staan ten behoeve van de leeggelopen staatskas. In slechts drie maanden tijd verdwijnt al het middeleeuwse edelsmeedwerk in de smeltovens van de plaatselijke munt en is het einde van de Utrechtse dom- en kerkschatten een feit. De wonderschone houder voor het schedelreliek van de Heilige Frederik ontspringt de dans. Dankzij een unieke inscriptie op de bodemplaat weten we veel over de totstandkoming van de buste. In 1362 gaf het kapittel van de Oud-Munster- of Sint-Salvatorkerk opdracht aan de

plaatselijke goudsmid Elias Scerpswert om deze reliekhouder te vervaardigen, nadat kort ervoor de tombe van bisschop Frederik (ca. 780-838) was geopend. Scerpswert gold indertijd als een van de meest vooraanstaande goud- en zilversmeden van de stad. De verfijning en expressie van de buste zijn excellent. De stilistische invloed van de voorname West-Europese kunstcentra, zoals Keulen en Parijs, is onmiskenbaar. De reliekhouder is het best gedocumenteerde Utrechtse middeleeuwse kunstwerk dat aan ons is overgeleverd, waardoor we het in de eeuwen na de vervaardiging goed kunnen volgen. Aan het einde van de 16de eeuw – na de reformatie en Beeldenstorm – wordt de Sint-Salvatorkerk bedreigd met afbraak. In 1578, kort voor de confiscatie van kerkelijke kostbaarheden, besluit het kapittel het noodlot te omarmen. Het zet alle schatten in negen kisten klaar. Het borstbeeld ontbreekt echter. Het kapittel sluist namelijk kort ervoor de pronkstukken in het geheim weg naar vertrouwelingen in het Duitse Emmerik. Vele katholiek gebleven reliekredders bekommeren zich in de daaropvolgende eeuwen over de buste. In de 19de eeuw koopt het Rijksmuseum het borstbeeld.” Annabel Dijkema, hoofd museale zaken Slot Loevestein (Poederoijen) �

• ‘100 Meesterwerken, Nederlandse en Vlaamse kunst 1350-1750’, CODART Canon, Uitgeverij Lannoo,

E  29,99.

p. 87


Te voet door

Zicht op Wijlre.

HOLLANDS Glorie


Stijgen en dalen over het Krijtlandpad

Zuid-Limburg Over belangstelling van toeristen heeft Zuid-Limburg nooit te klagen gehad. Voor veel wandelaars is het dankzij het uitgebreide net van onverharde paden en holle wegen zelfs het meest ideale wandelgebied van Nederland. Stijgen en dalen is tenslotte wat wandelen zo leuk maakt. Bovendien valt er onderweg veel te genieten van panoramische vergezichten. Tekst Wim Huijser fotografie David Peskens


Te voet door Zuid-Limburg

OP DE BODEM VAN DE ZEE Om het Zuid-Limburgse landschap te begrijpen ontkomen we niet aan een lesje geologie. Het krijtland heeft zijn oorsprong zo’n 350 miljoen jaar geleden, in de periode die we aanduiden als het Carboon, waarin het zuiden van Limburg op de bodem van een ondiepe tropische zee lag. Toen die zee zich geleidelijk terugtrok, ontstonden tropische laaglandmoerassen met uitgestrekte bossen. Terwijl het heel lang een komen en gaan bleef van zee en bos werden de moerassen door druk van bovenliggende lagen samengeperst en veranderden ze in steenkoollagen. Pas zo’n 200 miljoen jaar later brak het Krijttijdperk aan, de periode van de grote reptielen die we vaak aanduiden als dinosaurussen. Opnieuw nam de zee bezit van ZuidLimburg. In de kuststrook raakten zee- en schelpdieren bedekt met slib, om als fossiel bewaard te blijven in het 300 meter dikke kalksteenpakket, waarvan de bovenste laag uit mergel bestaat. Het was voor Eli Heimans een enorme ontdekking toen hij, gravend in het krijt van het Geuldal, een brachiopode vond, een soort schelpdier van ruim 300 miljoen jaar oud. Die was wel veel bescheidener dan de ontdekking in 1780 van de 1,20 meter lange kop van een zeemonster – de Mosasaurus – in de Pietersberg onder Maastricht. In de periode van het Krijt, toen de bodem weer geleidelijk omhoogkwam, sleet de Maas zich, evenals de zijrivieren Geul en Jeker, door het kalkplateau, waardoor het huidige landschap vorm kreeg. In de latere ijstijden bracht de wind bovendien in uiteenlopende diktes een laag löss over het Krijtland aan, die in de loop der tijd weer grotendeels van de hellingen afspoelde.

HOLLANDS Glorie

H

et landschap van Zuid-Limburg wordt gevormd door de zogenoemde plateaus van Margraten, Eperheide, Vijlen en Baneheide, waarin rivieren en beken zich in de loop der tijd hebben ingesneden. Goedbeschouwd bestaat het Heuvelland dus niet zo zeer uit heuvels, maar vooral uit schitterende diepe dalen. Tegenwoordig spreken we officieel over het Limburgs Heuvelland, maar ook de benaming Mergelland is nog gangbaar, evenals Krijtland. Krijt is de wetenschappelijke naam voor mergel of kalksteen. Al komt deze aanduiding op geen kaart voor, wel roept het nog altijd de herinnering op aan Eli Heimans, de Amsterdamse onderwijzer en natuurvorser die rond 1910 herhaaldelijk het Geuldal bij Epen bezocht en daar gefascineerd raakte door de flora en fauna, en met name de krijtrotsen die hij er aantrof. Zijn prachtige boek ‘Uit ons krijtland’ (1911) wordt nog altijd beschouwd als een onovertroffen voorbeeld van een natuurhistorische streekbeschrijving. Wie al wandelend ‘het beste’ wil zien van wat Zuid-Limburg te bieden heeft, raad ik aan het Krijtlandpad te lopen. Dat is een recent vernieuwd 100 kilometer lang Streekpad over grotendeels onverharde wegen, dat te herkennen is aan de geel-rode markeringen. Een ideale afstand om in een week te lopen – maar dan wel zonder hond! Het pad voert zowel door het Maas- en Geuldal als over het hoogste punt van Nederland: de 320 meter hoge Vaalserberg. Van het pad is een handzame gids beschikbaar, waarin de route in twee richtingen is beschreven. Het Krijtlandpad doet schilderachtige dorpen en buurtschappen aan en voert door unieke hellingbossen. Lang niet alles is in één reportage te benoemen, daarom pikken we er vanaf het NS-station Maastricht een aantal boeiende trajecten uit.

OEHOEVALLEI Hoewel het pad door Maastricht de oostkant van de Maas volgt, is het natuurlijk ook mogelijk om via het Pieterpad (LAW 9-2) eerst een kijkje te nemen bij de ENCI-mergelgroeve aan de zuidkant van de Sint-Pietersberg. Nog tot in het begin van deze eeuw werd hier door de Eerste Nederlandse Cement Industrie mergel uitgezaagd, waardoor in de berg een doolhof is ontstaan van maar liefst 20.000 gangen, met een totale lengte van 230 km. Sinds 2020 zijn alle bedrijfsactiviteiten gestaakt en is het terrein door de ENCI via de Provincie Limburg doorgegeven aan Natuurmonumenten, dat het momenteel transformeert tot een nieuw natuurgebied met ruimte voor recreatie. Het uitzicht over de voormalige groeve is ronduit spectaculair. Bijzonder is ook dat je vanaf de Kiekoet, de vogeluitkijkplek aan de Schaikweg op de Sint-Pietersberg, misschien wel de oehoe kunt zien. >


De kerk van Vijlen, ‘het hoogstgelegen bergdorp van Nederland’.

Herberg De Smidse in Epen.

Bijenorchis in het Gerendal.

Een holle weg bij Pesaken.

p. 91


De Geul slingert door het dal bij Epen.

De Volmolen. HOLLANDS Glorie

Voormalige grotwoning in het kalksteen van de Geuhemmerberg.


Te voet door Zuid-Limburg

Deze grootste uilensoort van Europa broedt al sinds 1997 in de Oehoevallei. Op de meest schrale gronden van het Krijtland – de zogenoemde ‘heiden’ – heeft men heel lang schaapskudden laten grazen, waardoor voedselarme graslanden zijn ontstaan. De steilste hellingen zijn nooit ontgonnen, maar werden voornamelijk met eikenhakhout bebost. Het Savelsbos tussen Eijsden en Sint Geertruid is nog een oud hellingbos met een bijzondere botanische rijkdom. Zo is het onder meer bekend om de spectaculaire, massale bloei van daslook, een ui-achtige plant die vooral op eroderende plaatsen groeit. Ook is het de meest noordelijke plaats waar de plant amandelwolfsmelk voorkomt. Tussen Eijsden en Noorbeek lopen we grotendeels door boerenland. Niet zo gek, want al vanaf de 15de eeuw is ZuidLimburg een cultuurlandschap. Toen met nieuwe vormen van bemesting het vee niet langer nodig was op de akkers, verdwenen ook veel houtwallen en heggen, waardoor op de plateaus grotere open akkergebieden ontstonden. Ofschoon in de loop der tijd het aantal boerenbedrijven flink is afgenomen, zijn akkerbouw, veeteelt en fruitteelt nog altijd belangrijke bedrijfstakken, die het grootste deel van het landschap inkleuren. Net als op andere plaatsen werden hier hoogstamboomgaarden vervangen door laagstambomen die meer opbrengen en makkelijker te oogsten zijn. Het gaat vooral om appels en peren, waarvan de laatste jaren een deel weer verwerkt wordt door kleine ambachtelijke stroopkokerijen. Op weg naar Noorbeek passeer ik langs de weg een kraampje met ‘sjroep’, stroop van SnoepGroen. De eigenaar nodigt uit om de diverse smaken te proeven op een crackertje. De keuze is snel gemaakt: het wordt een mix van appels, peren en walnoten.

SINT-BRIGIDA Het dorp Noorbeek ligt enigszins verscholen in het dal van het riviertje de Noor. Samen met de Wesch vormt de oude kern een beschermd dorpsgezicht. In de buurtschap Wesch, waar de Noor ontspringt en waar heel lang een wasplaats voor omwonenden was, bevindt zich de Sint-Brigida-bron, vernoemd naar de patroonheilige van het dorp. Nog jaarlijks, op de tweede zaterdag na Pasen, wordt een hoge Brigida-den (tegenwoordig een spar) bij haar kapel geplaatst. Al ’s morgens vroeg wordt in het bos de boom door de pastoor gezegend, uitgegraven en neergelaten. Een dertigtal ingespannen paarden haalt volgens de traditie – na het insmeren van de dennenwagen bij café Tinus – de nieuwe den op. Onderweg wordt bij elk café gestopt. Niet zo vreemd dat de nieuwe Brigida-den pas in de late avond overeind staat. Overal langs het Krijtland passeer je oude boerderijen en >

Paardenbloem.

De markering van het Krijtlandpad.

De mergelwnning in de ENCI-groeve bij Maastricht is ten einde gekomen.

Onderweg wordt bij elk café gestopt. Niet zo vreemd dat de nieuwe Brigida-den pas in de late avond overeind staat

p. 93


Te voet door Zuid-Limburg Veel vakwerkhuizen worden mooier gerenoveerd dan ze ooit waren. De nieuwe tijd vraagt om authenticiteit, ruimte én comfort huizen in vakwerkstijl. Het oudste exemplaar staat in Epen en dateert van halverwege de 16de eeuw. We denken altijd dat de Limburgse vakwerkhuizen traditioneel zwart-wit zijn, maar dat Duitse uiterlijk dateert pas van de laatste twee eeuwen. Daarvoor hadden de wanden gewoon de kleur van het gebruikte leem. Tegenwoordig worden veel vakwerkhuizen echter veel mooier gerenoveerd dan ze ooit waren. De nieuwe tijd vraagt nu eenmaal om authenticiteit, ruimte én comfort.

Gerenoveerd vakwerkboerderijtje aan de Gulp.

Koeien in een boomgaard in Heijenrath.

In het Eyserbeekdal.

HOLLANDS Glorie

Een hommel aan een soldaatje, een zeldzame orchideesoort.

VIERLANDENPUNT Ten zuidoosten van Epen, boven een zijtak van de Geul, staat de Volmolen. Het is een van de best bewaarde molens in het Geuldal en maakte ooit deel uit van de Vaalser lakenindustrie. Door de ligging van de molen was er veel water beschikbaar om te kunnen ‘vollen’, het vervilten van wol. Daar zat wel een luchtje aan, want zowel de urine als de ranzige boter die men daarbij gebruikte werd na gebruik in de Geul geloosd. Het graan dat tegenwoordig door de vrijwillige molenaars wordt gemalen, komt van natuurakkers en gaat naar een biologische veehouderij. Bij Camerig wordt het even flink klimmen op het Krijtlandpad. Via holle wegen voert het pad omhoog, het Elzetter- en Vijlenerbosch in dat doorloopt tot de Vaalserberg. Het is aan deze steilte te danken dat het bos nooit is geofferd aan de akkerbouw. Wel werd hier ook lange tijd hakhout geoogst. Tegenwoordig is het een volwassen loofbos. Spijtig is wel dat grote aantallen naaldbomen in het Vijlenerbos zijn aangetast door de letterzetter, een keversoort die goed gedijt in door droogte verzwakte bomen. Omdat aangetaste bomen een gevaar vormen voor bezoekers, heeft Staatsbosbeheer de laatste tijd veel naaldbomen gekapt en vervangen door nieuwe en meer gevarieerde loofaanplant. Op de holle, smalle wegen waan je je meestentijds alleen in het landschap. Als we het Drielandenpunt naderen en het wat drukker wordt op ons pad, valt de benaming Viergrenzenweg op. Die verwijst nog naar het ministaatje Neutraal Moresnet dat begin 19de eeuw ontstond uit een dispuut tussen Pruisen en de Nederlandse koning Willem I over de aanwezigheid van zinkaders in de bodem. Het staatje was slechts enkele honderden hectaren groot en had min of meer de vorm van een vlaaipunt, gelegen tegen de Duitse grens. Sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog maakt het deel uit van België en is het Vierlandenpunt ingekrompen tot Drielandenpunt. Na Vaals maakt het Krijtlandpad een scherpe bocht en wandelen we in noordwestelijke richting via de dorpjes Holset en Harles naar Vijlen, dat als ‘het hoogstgelegen bergdorp van Nederland’ wordt beschouwd. Terwijl eind maart de temperatuur al ruim boven de twintig graden ligt, probeer ik me voor te stellen hoe >


Oud bruggetje over de Gulp in Billinghuizen.

Uitrusten met zicht op het Gulpdal.


Te voet door Zuid-Limburg Het zicht is hier betoverend, met de mooie wolkenpartijen die zich in alle windstreken aftekenen tegen de blauwe lucht het er met een dik pak sneeuw uit zal zien. Wat ik op dat moment niet kon bedenken is dat slechts een week later hier opnieuw zo’n tien centimeter sneeuw zou vallen! Na Nijswiller voert de Bergweg weer omhoog naar de Kruisberg. Het zicht is hier naar alle kanten betoverend, helemaal met de mooie wolkenpartijen die zich in alle windstreken aftekenen tegen de blauwe lucht. Op een markante vijfsprong, met een solitaire boom en een van de talloze traditionele veldkruizen, volgen we het pad richting de rij Italiaanse populieren waaraan het glooiende landschap tussen Wittem en Eys zijn bijnaam ‘het Toscane van Limburg’ te danken heeft. Het is een van de meest gefotografeerde plekken in het Krijtland. Vanuit Nijswiller op weg naar de Kruisberg in Eys.

BLOKBREKERS Op het laatste traject van ons pad doen we, na een bezoek aan het schitterende Gerendal – dankzij de gevarieerde kalkbodem het beroemdste bloemendal van ons land met een bijzondere orchideeëntuin – Valkenburg aan. Het Krijtland krijgt hier vooral gestalte in de vorm van talrijke overgebleven mergelgroeven die samen een lengte hebben van wel 500 kilometer. Alleen de Sibbergroeve is daarvan in bedrijf gebleven. Hier wordt ten behoeve van nieuwbouw of herstel van monumenten nog ouderwets mergel gewonnen door middel van ‘blokbreken’. En zo’n blokbreker met steenzaag staat – als een soort bewaker van het Krijtland – nog voor de ingang van de Geulhemmergroeve. Hiervandaan is het niet ver meer naar Maastricht.�

De kerk van Vijlen.

PLEISTERPLAATSEN • • • • • • •

Café Quanten, Mheer. cafequanten.nl D’r Pley, Noorbeek. eetcafe-cafedrpley.nl Restaurant Buitenlust, Camerig. buitenlust.nu ’t Hijgend Hert, Vijlen. boscafe.nl Klooster Wittem, Wittem. kloosterwittem.nl Eetcafé A ge Pannes, Schin op Geul. agepannes.nl De Geulhemermolen, Berg en Terblijt. geulhemermolen.nl

INFO Koninginnenpage.

HOLLANDS Glorie

• ‘Krijtlandpad. Te voet door Zuid-Limburg – Streekpad 7’, Uitgave Wandelnet, C15,45 (ook met overnachtingsadressen). • De route en GPX-track is ook te downloaden via: wandelnet.nl/wandelroute/727/Krijtlandpad/overzicht


6 X HOLLANDS

+ CAPITOOL NEDERLAND

T.W.V. B32,50 NU SAMEN VOOR MAAR

E 32 Erop uit in eigen land Deze ‘Capitool Reisgids Nederland’ (inclusief wandel- en fietsroutes) helpt je bij het plannen van verrassende uitjes en vakanties in eigen land. Boordevol tips, uitstapjes, leuke weetjes en achtergrondinformatie over plaatsen, dorpen en natuurgebieden. De prachtige fotografie, illustraties en gedetailleerde plattegronden helpen je bij het vinden van de weg. Opengewerkte tekeningen tonen het interieur van bezienswaardigheden zoals de Sint-Jan, het Bonnefantenmuseum en het Joods Historisch Museum.

WORD ABONNEE Kijk op www.hollandsgloriemagazine.nl of bel 088 2266637

De abonneeservice is op werkdagen bereikbaar van 9.00 tot 17.00 uur. Als bijdrage in de verzendkosten van het geschenk wordt eenmalig C 5 in rekening gebracht. Deze aanbieding geldt zolang de voorraad strekt. Neem contact op met de abonneeservice voor verzendtarieven naar het buitenland. U kunt het abonnement ook cadeau doen aan iemand anders, u ontvangt dan zelf de reisgids.

p. 97



UIT DE KUNST

©Lotte van Uittert

Tekst Pablo Pichel

Zomereditie

• Art Rotterdam, 1 t/m 4 juli 2021, Van Nelle Fabriek, Rotterdam. artrotterdam.com >

©Lucas Sloot ©Marcha van den Hurk

e 22ste editie van Art Rotterdam kon afgelopen februari helaas niet doorgaan. Daarom is besloten de kunstbeurs te verplaatsen naar de zomer. Speciaal voor deze editie zal het buitenterrein van de monumentale Van Nelle Fabriek worden omgetoverd tot een waar zomerfestival, met foodtrucks en kunstinstallaties van toonaangevende galeries. Er kan als vanouds worden kennisgemaakt met werk van het nieuwste talent op het gebied van design, architectuur en beeldende kunst. Voorafgaand aan de beurs kunt u zich in de digitale catalogus ook al oriënteren op de getoonde kunstwerken en hun verkoop­ prijzen. Vanwege het vijfjarige bestaan van de NN Art Award zal er dit jaar een publieksprijs worden uitgereikt. Bezoekers en geïnteresseerden kunnen fysiek en online hun stem uitbrengen op veelbelovend talent.

©Almicheal Fraay

D

Boven: Müge Yilmaz, ‘A Garden of Coincidences’; bezoekers tijdens de vorige Art Rotterdam; ‘Follow the Line/Crossing the Field’, Lucas Sloot, 2020; Links: de Van Nellefabriek waar Art Rotterdam plaatsvindt met wapperende linten van Marcha van den Hurk, ‘Wave’, 2021.

p. 99


UIT DE KUNST

Tuinfeest Landgoed Middachten is 800 jaar steevast in familiebezit gebleven. Mede hierdoor behoren de kasteeltuinen tot de best bewaarde van Nederland. Wandel deze zomer door de ‘groene kamers’ van het kasteel en ontdek de bloeiende rozentuin met zestig verschillende soorten rozen, een heerlijk geurende kruidentuin, zeldzame boomsoorten zoals de Japanse notenboom en kunstig gesnoeide fruithagen langs historische muren. Dit jaar is er ook een audiotour waarin de eeuwenlange geschiedenis van de tuinen, het kasteel en zijn bewoners aan bod komt. Maar ook de verschillende planten en bloemen die bloeien op Middachten. In de oranjerie zullen schilderijen, prenten en foto’s inzicht geven in de inrichting van de tuinen door vroegere bewoners. Op aanvraag kunnen ook rondleidingen en lezingen worden bijgewoond. • ‘De Buytensaelen van Middachten’, 2 juni t/m 30 september 2021, Landgoed Middachten, De Steeg. middachten.nl

© 1986 Vogue Duitsland, Sri Lanka, model Sasha

© Henri Kleijer, Marc Pluim en Ria van Remmerden

À la mode Gedurende haar vijftigjarige carrière heeft de Rotterdamse Sacha van Dorssen voor talloze Franse magazines en modehuizen mogen fotograferen, zoals ‘Vogue’, Jean Paul Gaultier en Dior. Al tijdens haar stage bij ‘Elle’ sprong het talent van de bescheiden blondine in het oog. Van Dorssen legt de vrouwelijke modellen vast als actieve, grappige en onafhankelijke personen met een eigen identiteit. De kijker wordt niet alleen verleid door de schoonheid van de vrouwen, maar vooral ook door hun karakter en de sfeer. Voor haar shoots deinst Van Dorssen er niet voor terug om stad, strand of woestijn af te reizen. Ze nam haar modefoto’s overal op de wereld, van Irak tot Amerika. Aan de hand van haar indrukwekkende portfolio kan de bezoeker in Stedelijk Museum Breda ontdekken hoe de modefotografie zich ontwikkelde tegen de achtergrond van vrouwenemanci­ patie en een veranderende tijdgeest. • ‘Sacha! 50 jaar modefotografie’, 19 juni t/m 5 december 2021, Stedelijk Museum Breda. stedelijkmuseumbreda.nl

Intrigerende interieurs Mara van Laaren put inspiratie uit de fraaie interieurs en tuinen van monumentale Amsterdamse panden. Voordat de afgestudeerd bouwkundige met haar schilderwerk begint, meet ze eerst de ruimte en de objecten op, schetst ze een plattegrond en maakt ze vervolgens een perspectieftekening. Van Laaren bezoekt de panden op meerdere momenten, om te observeren hoe de ruimtes veranderen gedurende de dag. Door al deze stappen te volgen weet ze

HOLLANDS Glorie

de geest van de plekken te vangen in haar werk. Haar geschilderde interieurs ademen zowel sereniteit als een mysterieuze sfeer. In veel van haar schilderijen contrasteert het invallende raamlicht met een duistere achtergrond, resulterend in een scène die zowel rust als onrust oproept bij de kijker. • ‘Monologue Intérieur – Mara van Laaren’, 19 juni t/m 7 november 2021, Museum Henriette Polak, Zutphen. museazutphen.nl


bestaan van het rijtuig, vanaf het ontstaan als ‘volksgeschenk’ aan de eerste vrouwelijke troonopvolger tot de huidige rol als symbool van de Oranjes. Er kan ook niet voorbij worden gegaan aan het maatschappelijke debat: dertien moderne kunstenaars geven met tentoongesteld werk hun visie op de koets en onder meer de controversiële versieringen die verwijzen naar ons koloniale verleden.

© Thee- en koffieservies in reiskoffer Ansbach, beschilderd in Den Haag, 1776-1790

Aan de lange traditie van de koning en koningin die op Prinsjesdag in de Gouden Koets naar het Binnenhof rijden, kwam in 2015 tijdelijk een einde toen de koets van de weg werd gehaald voor een stevige opknapbeurt. Zes jaar later keert het koninklijke rijtuig terug op de binnenplaats van het Amsterdam Museum. Bezoekers kunnen de koets van dichterbij dan ooit bekijken. Binnen in de museumzalen vertellen souvenirs, schilderijen, spotprenten en ander beeldmateriaal over het 123­jarige

©Arthur van der Vlies

Koets keert terug

• ‘De Gouden Koets’, 18 juni t/m 27 februari 2021, Amsterdam Museum. amsterdammuseum.nl

‘Haagse’ trots

Patronen met betekenis Het interieur van de voormalige synagoge van Kampen zal binnenkort bekleed worden met de bijzondere tapijten, wandkleden en behangdesigns van Christie van der Haak. Voor haar zijn de patronen geen decoratie, maar tekeningen met een eigen betekenis, die de geschiede­ nis van een plek verbeelden. De bezoeker treedt een magische, haast hypnotiserende wereld binnen. Door de hoge muren van de synagoge komen de werken volledig tot hun recht en lijken de verschillende

patronen in elkaar over te vloeien. Naast tapijten en kleden zal Van der Haak ook haar intens gekleurde keramiek en glaswerk tonen. Hiermee lijkt de tentoonstelling misschien een blik op een futuristische toekomst te geven, maar eigenlijk biedt het een inkijkje in het verleden, toen art nouveau in menig pand te vinden was.

Toen Europa in de tweede helft van de 18de eeuw het geheim van porselein maken ontrafelde, duurde het niet lang voordat er ook fabrieken in Nederland kwamen. Maar de toenemende vraag naar keramiek werkte ook fraude in de hand. Zo bleek de Haagse fabriek van de Duitser Johan Frantz Lijncker helemaal geen ‘streekservies’ te produceren; het gros van het werk werd over de grens gemaakt door Duitse handen, en vervolgens in Den Haag beschilderd. Zijn crèmepotjes en koffiekannen waren hoe dan ook een hit in binnen­ en buitenland. Regelmatig verlootte Lijncker zijn producten in populaire loterijen. Behalve aan een Haagse ooievaar op de onderkant viel het servies vooral te herkennen aan de rococostijl en neoclassicistische details. De servieskenner begrijpt meteen waarom het porselein van Lijncker nog steeds gewild is. Kunstmuseum Den Haag zal vanaf eind mei een ruime selectie van zijn uitgebreide collectie Haags porselein tentoonstellen. • ‘Haagse Bluf’, 26 mei t/m 5 december 2021, Kunstmuseum Den Haag. kunstmuseum.nl

• ‘Nouveau Deco’, 19 juni t/m 3 oktober 2021, Stedelijk Museum Kampen. stedelijkmuseumkampen.nl

p. 101


STAD aan ‘t Haringvliet Rust, ruimte en Rumptstadgevoel

Stad aan ’t Haringvliet, op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee, is ondanks de naam geen stad, maar een pittoresk dorp dat zijn eigenheid koestert. Geliefd bij watersporters en steeds meer ‘overkanters’ die er neerstrijken voor de landelijke rust.

Tekst Fabian Takx Foto’s Maarten Albrecht

HOLLANDS Glorie


ONS DORP


ONS DORP

H Herman en Greet Maas.

De Hervormde Kerk.

et grijze Haringvliet ademt heiig en het vlakke land doet er een hartgrondig stilzwijgen toe als we over de Zeedijk rijden. Al zijn de polders en gorzen al eeuwen geleden veroverd op het water, toch lijkt er iets van een bijbelse waarschuwing in de lucht te hangen. Gorzen zijn vroegere eilandjes die zijn ingedijkt. Nu grazen er schapen en in de vroege ochtend lopen er reeën rond. De gorzen worden omringd door polders met paarse en oranje tulpenvelden en akkers waarboven roofvogels cirkelen. “Kijk eens hoe mooi”, wijst Herman Maas (73) op een rij liniaalrecht geploegde voren. “Boerenkunst noem ik dat.” Ontnuchterend voegt hij daaraan toe: “Allemaal met de gps natuurlijk, anders krijg je ze niet zo strak.” Hij haalde me op met een roodgele sjaal om in de kleuren van Stad (en van Spanje). Daarna kwamen we door het eerste dorp op het eiland, Den Bommel, waar ze een standbeeld hebben neergezet van Ollie B. Bommel. En nu koersen we op Stad af, een dorp van bijna 1500 inwoners. De naam is afgeleid van ‘stade’, ‘droge plaats aan het water’. Herman woont hier al sinds de jaren zeventig, toen de geboren Limburger de huisartsenpraktijk van zijn voorganger kon overnemen. Die bewoonde ook het monumentale tochtige doktershuis uit 1876 – “Energielabel Z” – met een jaloersmakende tuin met veel bloemen, bomen en planten. Als we achterom gaan, wijst Herman naar het dorpskerkhof en merkt droogjes op: “Daar liggen vele dierbare patiënten en iedere grafsteen is voor mij de kaft van een biografie.” De metalen plaatjes ‘Apotheek’ en ‘Wachtkamer’ op de gang zitten er waarschijnlijk ook al geruime tijd. Herman is op zijn 57ste als huisarts gestopt, de lol was eraf. “Voor mij ging het om de mensen, maar ik zat alleen nog naar een computer te staren.” In de vroegere spreekkamer staan ‘Ko Nientjes’ op een plank, gebreide Nijntjes in Dick Bruna-stijl met een geelrood Stadtruitje. Ze werden aan de kinderen gegeven, maar in de loop der jaren is de dorpsmascotte over de hele wereld gereisd, waarna de foto’s op de dorpswebsite terecht zijn gekomen.

ZWARTE KOUSEN Stad aan ’t Haringvliet is van oudsher een gesloten ‘zwartekousen’gemeenschap met nog altijd veel strenggelovigen. De complexiteit van alle afscheidingen in de loop der eeuwen is voor een leek nauwelijks te bevatten. Er zijn nog twee kerken over, beide protestants, die volgens Herman alleen kunnen overleven als ze meer zouden samenwerken: de Hervormde Kerk in de > Nieuwstraat en de Gereformeerde Kerk in de Kerkstraat.

HOLLANDS Glorie


Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

De dokterswoning.


Dijkhuisje.

Theo Kamerling.

De zondagsrust is hier nog heilig en de grootste partij is, net als op het hele eiland, de SGP, al stemmen veel Stadtenaren tegenwoordig ook PVV of Forum. Herman kan met iedereen goed overweg en is dus de ideale dorpsgids. Met zijn vrouw Greet is hij een van de drijvende krachten achter Stichting StadsWeb, die veel verbindende activiteiten organiseert in Stad. In zijn vaste rubriek ‘Vanaf de kerktoren’ op de dorpswebsite stadaantharingvliet.nl cirkelt Herman als ‘Stadse haan’ boven streekverschijnselen als de bollenteelt, een biologisch boerenbedrijf of de Paasspeurtocht. Maar hij is ook medeaanjager van het Stadsarchief, het project Stad Aardgasvrij en 61 windmolens die de energiecoöperatie Deltawind op dit deel van het eiland heeft gebouwd.

MEL DE MUSICAL In Het Trefpunt, een gebouw dat door Zweden is geschonken na de Watersnoodramp van 1953, organiseert Greet (75) de wekelijkse koffieochtend. In een grote, coronaverantwoorde kring zitten goedgeluimde senioren aan het door haar gemaakte gebak met koffie. Heel wat hebben er in 2016 in ‘Mel de Musical’ meegespeeld, geschreven en geregisseerd door Herman

HOLLANDS Glorie

en zijn dorpsgenoot Wim van Ham. Hoofdpersoon Mel Dale was “de laatste dorpsfiguur van Stad”. Een verstokte vrijgezel die in 2004 overleed, binnen een week na de dood van zijn grote vriend ‘Piet de schilder’, met wie hij iedere dag bekvechtend over de dijk wandelde. Mel was schoenlapper, kunstenaar en filosoof. Met leer en andere restmaterialen maakte hij beeldjes van menselijke figuren die hij in zijn etalage zette, naast bordjes met zelfbedachte levenswijsheden als ‘Alleen de mens kan de natuur uit zijn evenwicht brengen’ en ‘Ook die dingen die niet kunnen praten hebben iets te zeggen’. Een van zijn bronzen beelden prijkt op een straathoek in het dorp: een wijzende jongen, in de volksmond ‘Joe het ’t gedaan!’ genoemd. De musical over Mels leven werd drie avonden opgevoerd op de prachtige Kaai (de Grote Kade) in de oude haven, telkens voor 350 toeschouwers. Er deden tachtig dorpelingen aan mee, ook de plaatselijke autist en de Syrische vluchteling. Drie hoofdrolspelers schuiven aan: de gesoigneerde Theo Kamerling, die vroeger een Winkel van Sinkel had, speelde


ONS DORP De Achterdijk.

Rien Poortvliet heeft de Voorstraat vastgelegd in zijn bestseller ‘Langs het tuinpad van mijn vaderen’ Andries van Bronckhorst, de ambachtsheer die het gors ‘de Stadt’ heeft laten bedijken in 1526; voormalig schippersvrouw Annie Struijk-Melaard mocht op het toneel bevallen van Mel (“Ik was toen 82”) en oud-internationaal-vrachtwagenchauffeur Jan Maliepaard, die een fotoarchief van vele duizenden foto’s van en over het dorp heeft opgebouwd, vertolkte de rol van de oude Mel. Zijn sterfscène: Mel aan de koffie, licht uit, tafeltje leeg.

RIEN POORTVLIET Ze hebben allemaal een bijnaam, want achternamen zijn schaars in het dorp. Zo is er de Kikker, de Mier en de Ezel en ‘Truus moe’ je nog poepen’ die getrouwd was met Han Pot, en de Poes, die vernoemd was naar de voetballer Puskás. Herman heeft er driehonderd verzameld. De drie aan tafel zijn ‘op het dorp geboren’ en wonen al hun hele leven in Stad, dat zoals zoveel andere dorpen in de vorige eeuw langzaam maar zeker ‘leegbloedde’. “Toen ik zestien was waren hier nog 28 winkels”, zegt Jan. De enige winkel die er nu nog is, verkoopt grammofoonplaten, de laatste kroeg is al jaren dicht en een restaurant of hotel is er ook niet meer. Wel wordt de vroegere burgemeesterswoning uit 1870 in de Voorstraat verbouwd tot

bed and breakfast, die natuurlijk Het Huis van de Burgemeester gaat heten. De vader van Elco Brinkman, de vroegere CDA-coryfee, is hier nog burgemeester geweest. Daarnaast bevindt zich een ‘spuithuisje’ uit 1926, van waaruit branden konden worden geblust. Een gevel heeft het opschrift ‘Piet de Kapper’, ook een overleden dorpslegende. Een Voorstraat hebben alle dorpen op het eiland, zegt Herman als we met Jan door de straat lopen. Maar deze is bijzonder, want Rien Poortvliet heeft hem vastgelegd in zijn bestseller ‘Langs het tuinpad van mijn vaderen’. De befaamde kaboutertekenaar had voorvaderen in Dirksland. Toen was de sierlijke Voorstraat nog een bruisende winkelstraat met alles wat je maar nodig had. Veel Hollandse gevels in de Voorstraat stammen uit de 17de eeuw, toen Stad nog >

p. 107


ONS DORP

Annie Struik-Melaard.

HOLLANDS Glorie


De gorzen worden omringd door polders met oranje en paarse tulpenvelden en akkers waarboven roofvogels cirkelen

Bollenpracht rond Stad.

p. 109


ONS DORP

een belangrijke doorvoerhaven was voor aardappelen, suikerbieten, graan en uien. De meekrap, een plant die kleurstof voor verf leverde, werd bij de kade gestoofd. Een belangrijk transportknooppunt is Stad gebleven tot 1964, toen de Haringvlietbrug werd aangelegd. Inmiddels is het voornaamste exportproduct misschien wel xtc, want regelmatig wordt er weer een drugslab opgerold. Laatst nog een in de vroegere koekjesfabriek. Als we bij Zeedijk, in de oude haven, zijn aangekomen wijzen Herman en Jan op de redoute, een gevechtstoren uit begin 17de eeuw. En op het opgeknapte Weeghuisje op ‘de Kaai’ – zoals de kade wordt genoemd – dat met foto’s de geschiedenis van Stad vertelt. De meest ingrijpende gebeurtenis in Stad was, zoals overal in Zeeland en op de Zuid-Hollandse eilanden, natuurlijk de Watersnoodramp van 1953. “Alles is hier vóór of ná de Ramp”, zegt Herman. Ook al is er niemand omgekomen in het dorp, de helft van de huizen stond een meter blank en het gebeuren heeft het dorp blijvend veranderd. Als we richting jachthaven Atlantica lopen zien we aan de overkant Tiengemeten liggen, het eiland dat bekendstaat om zijn

De meest ingrijpende gebeurtenis in Stad was natuurlijk de Waternoodsramp van 1953. “Alles is hier vóór of na de ramp” Een puntgave oldtimer.

HOLLANDS Glorie

Klassiek Stadsgezicht.

prachtige natuur. Er mag nog maar een handjevol uitverkorenen wonen. Helaas wordt de pontverbinding vanuit Stad, die in 2008 was ingevoerd op initiatief van StadsWeb, volgend jaar stilgelegd op last van de gemeente Goeree-Overflakkee, tot verdriet van het hele dorp en de vele wandelaars en fietsers die nu naar Middelharnis moeten om over te steken.

OVERKANTERS Na de copieuze lunch, verzorgd door Greet, hecht Herman eraan dat we ook een bezoek brengen aan Anneke van Rumpt, dochter van de oprichter van Rumptstad. Ooit was dat de grootste fabriek van het dorp, die 120 mensen werk verschafte en ze ‘het Rumptstadgevoel’ gaf. Rumptstad was een merk dat landbouwkenners wereldwijd in vervoering bracht. Iedere ploegwedstrijd werd gewonnen door een Rumptstad, ‘de Ferrari onder de ploegen’. Nu is de fabriek overgenomen door een Duits bedrijf en maken een dertigtal werk-


Schapen op de dijk.

nemers hightech wiedmachines. Een andere grote werkgever was de voornoemde koekjesfabriek Nipius, waaraan nog een cultureel subsidiefonds herinnert. Een mooi dorp als Stad trekt onvermijdelijk mensen van buiten. In een bungalow met bijgebouwen aan de Molendijk wonen en werken ‘overkanters’: beeldend kunstenaar Frans Steginga en edelsmid Yvette Jansen. Ze zijn vijf jaar geleden vanuit Rotterdam-Noord naar Stad gekomen. “We hadden altijd de droom buiten te wonen en ieder een eigen atelier te hebben”, verklaart Yvette de stap. Om te integreren hebben ze meteen een buurtborrel gegeven en zitten ze bij de Erfgoedtafel en de Molenclub, en Yvette is medeorganisator van Kunstkijk, een kunstroute over het hele eiland. Frans zit in de ballotage, “want je wilt er geen prutsers bij”. In hun galerie annex winkel verkopen beide kunstenaars hun werk, en dat loopt verrassend goed. Wel omsingelt een nieuwbouwwijk hun tuin, maar dat vinden ze niet erg. “Welnee, in Rotterdam zaten we veel dichter op de buren”, wuift Frans dat bezwaar laconiek weg. “En bovendien, zo loopt er nog eens iemand de winkel binnen.” �

Frans Steginga in zijn atelier.

p. 111


© Studio Steenhuis, steenhuispuzzels.nl

PUZ ZEL & WIN

HORIZONTAAL

WAT MOET U DOEN? Vul de puzzel in. Breng daarna de letters uit de gekleurde vakjes over naar de balk onder het diagram. Als u de letters in de juiste volgorde zet (eerst de horizontale lettercombinaties, dan de verticale), leest u een typisch Nederlandse uitdrukking. OPLOSSING VORIGE PUZZEL: Als een beest te keer gaan.

1.

Verbindt Noord-Holland met Friesland

8. Vuurwerkman 11. Defensie-opleiding in Breda

14. Plek 15. Van der Geest of Brinkman

16. Samengepakt 18. Kleed voor dieren 19. Beschermt duin- en hersenpan

20. Succesvol Nederlands exportproduct

21. Testinstituut

HOLLANDS Glorie

23. Jaap __, Nederlandse

41. Moet een bosbrand

schaats- en wielerkampioen

25. __ Dijckmeester, VARA 27. Middelnederlands toneelstuk

29. Concurrent van Ziggo en T-Mobile

31. Experiment 33. Van der __, Ajax-directeur 36. Getrouwe muziekweergave

37. Nederlandse judoka 40. Gregory __, Nederlandse oud-hordeloper

stoppen

43. 44. 46. 47. 48. 50. 52. 53. 55. 60. 61.

Johan, Wilfred, René Religieuze groepering Rijden motorrijders in Keepersnummer Schoenvorm Gordijnstang Scherder of Dijkstra Bijenkorfmedewerker Nederlandse dichter Nederlandse provincie Rintje __, Nederlandse oud-schaatser

63. Een stokje voor gestoken

65. 66. 67. 69. 72. 75. 76. 79. 80. 81. 82.

Uit bed Vrij Verharing Zitbank Nederlands museum Buitenaards wezen Mayonaise-ingrediënt Verdieping Indrukwekkende neerslag Waardeloze figuur Voormalig chatprogramma


Maak kans op een weekendtas van ESSENZA t.w.v. E79,95 Ga je er deze zomer een paar dagen op uit? Dan is deze stijlvolle weekendtas van ESSENZA je perfecte reisgenoot. Met witte lelies op een poederroze achtergrond is dit niet het muurbloempje van de bagageband! De tas heeft 3 binnenvakken, sluit met een rits en heeft zowel kortere hengsels als een lange schouderband. Daarbij kan hij tegen een stootje, want gemaakt van PVC-vrij polyester, is zeer sterk, waterafstotend en vormvast. www.essenzahome.nl WILT U KANS MAKEN OP EEN VAN DE DRIE WEEKENDTASSEN?

VERTICAAL

Vul dan de oplossing en uw gegevens in bij mail & win op www.hollandsgloriemagazine.nl. Deze actie loopt tot 29 juli 2021. Na afloop krijgt de winnaar bericht. Over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd.

1.

Nederlandse wielerklassieker

2. 3.

Hoort bij Gomorra

4.

Woonde vroeger op een

13. Nederlands museum 17. Vrucht 19. Kom je veel tegen op de

De Jong die de oorlog verklaarde

Hoge Veluwe

22. Vervoerder 24. Zo’n paspoort heeft een

eiland

5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

Persoonsbewijs Uit het land van Bartje Keuringsinstituut Nederlandse luchthaven Uitgeput Maffiafiguur Gaaf ouderwets woord In dezelfde richting

35. Lou die Walk on the Wild Side zong

38. 39. 42. 45.

Groenlander

26. 28. 30. 31.

Voor geld verkrijgbaar Britpopband (Supersonic) Franse badplaats Uitstekend Schevenings bouwwerk

32. Zijn er steeds meer van in Nederland

34. Snijbloem

Voetbalclub uit Liverpool Religieus gebouw Schoon De gouden gaat het museum in

49. 51. 52. 54. 56. 57. 58. 59.

Knol of Hofman Killing __, serie Dorpje nabij Weert Hoor je in Indonesië Een redevoering houden Nieuw (Fries)

62. 63. 64. 68. 70. 71. 72. 73. 74. 77.

Watermerk Verschoten Narcotica Horen in de hachee Tennisorganisatie Breinaald Gedicht van Gorter Moment Vleeswaar Maakt geen deel meer uit van 78 verticaal

78. Maakt Nederland deel van uit

Op die bewuste dag Meteen aan de beurt

p. 113


REINILDIS

Reinildis van Ditzhuyzen is historica, publiciste en etiquettedeskundige. Ze herschreef Amy Groskamp-ten Haves standaardwerk ‘Hoe hoort het eigenlijk?’ waarvan onlangs de 42ste druk verscheen.

Geregeld krijg ik via de mail, telefonisch of vanuit de media vragen over omgangsvormen ná corona. Vragen als: gaan we weer handen schudden? Gaan we terug naar een, twee of drie zoenen bij een begroeting? Of vliegen wij elkaar meteen in de armen omdat we snakken naar een ouderwetse omhelzing? Mijn antwoord is steevast, dat ik het niet weet. Dat ik het niet kán weten. Want niemand kan de toekomst voorspellen, en zeker niet wat de ontwikkeling van etiquetteregels betreft. Omgangsvormen ontwikkelen zich al eeuwen geheel autonoom, dat wil zeggen dat niemand daar invloed op heeft. Ze komen en gaan, en het enige wat ik kan doen is goed in de gaten houden (en opschrijven) wat er verdwijnt en wat er verschijnt. Een voorbeeld. Zegt u bij het afscheid nemen in een winkel of na een gesprek: “Een fijne dag verder”? Weet u sinds wanneer u dit zegt? Misschien herinnert u zich, dat wij tien, twintig jaar geleden die “fijne dag” helemaal niet kenden. Wij zeiden: “Tot ziens”, “Goedendag” of “Tot gauw”. En opeens dook de “Fijne dag” of “Een heel fijn weekeinde” op en verspreidde zich in een razend tempo. Maar niemand heeft dit bewust bedacht en verordonneerd. Het kwam zomaar uit de lucht vallen, mogelijk vanuit Amerika, want daar zegt men “Have a nice day” = “Een fijne dag gewenst”. Zo is ook het woord “Doeg” onze taal binnengeslopen. Ook dit is tamelijk nieuw, maar intussen al flink ingeburgerd in winkels, op straat, op bezoek bij vrienden. “Doeg” als afscheidsgroet stamt overigens uit de Zaanstreek. Ook hoor je wel de lossere vorm hiervan: “Doei!” Juist door het telkens spontaan ontstaan van nieuwe omgangsvormen moet ik mijn boek om

HOLLANDS Glorie

de paar jaar actualiseren. In de herfst van het coronajaar 2020 was het weer zover, maar ik zei tegen de uitgever, dat dit (nog) niet kon. Onduidelijk was immers hoelang de anderhalvemetersamenleving met mondkapjes, voortdurend handenwassen en desinfecteren zou blijven bestaan. Daarom is mijn boek ongewijzigd herdrukt, met op de titelpagina een korte notitie: “Ten tijde van deze herdruk is nog niet te overzien wat de gevolgen van COVID-19 op onze omgangsvormen zullen zijn en zodoende is de inhoud nog niet hierop aangepast.” De post-corona-toekomst is dus vol vragen. Gaan we ter begroeting elkaars handen weer schudden? Of zeggen we de handdruk vaarwel, omdat we er in al die maanden gewend aan zijn geraakt? Of omdat het hygiënischer is? En hoe gaat het met de gewoonte om elkaar ter begroeting maar liefst drie keer te zoenen? Verdwijnt die? De zogenaamde ‘boks’ (knuisten tegen elkaar) is bedacht om de handdruk te vervangen, maar is zinloos, omdat de handen elkaar aanraken. Dan is er nog de gekunstelde begroeting met de ellebogen tegen elkaar maar of die blijft? Trouwens, hierbij kun je de ander niet aankijken en dat is nogal onpersoonlijk. Juist dit laatste is belangrijk bij een begroeting: je moet elkaar in de ogen zien. Maar het is afwachten of we dit nu met een buiging, knikje of handdruk gaan doen. �

© Edith Buenen

Omgangsvormen ná corona




Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.