15 minute read

UIT DE KUNST

Tekst Pablo Pichel

Zomereditie

Advertisement

De 22ste editie van Art Rotterdam kon afgelopen februari helaas niet doorgaan. Daarom is besloten de kunstbeurs te verplaatsen naar de zomer. Speciaal voor deze editie zal het buitenterrein van de monumentale Van Nelle Fabriek worden omgetoverd tot een waar zomerfestival, met foodtrucks en kunstinstallaties van toonaangevende galeries. Er kan als vanouds worden kennisgemaakt met werk van het nieuwste talent op het gebied van design, architectuur en beeldende kunst. Voorafgaand aan de beurs kunt u zich in de digitale catalogus ook al oriënteren op de getoonde kunstwerken en hun verkoopprijzen. Vanwege het vijfjarige bestaan van de NN Art Award zal er dit jaar een publieksprijs worden uitgereikt. Bezoekers en geïnteresseerden kunnen fysiek en online hun stem uitbrengen op veelbelovend talent.

• Art Rotterdam, 1 t/m 4 juli 2021, Van Nelle Fabriek, Rotterdam. artrotterdam.com >

©Marcha van den Hurk

Boven: Müge Yilmaz, ‘A Garden of Coincidences’; bezoekers tijdens de vorige Art Rotterdam; ‘Follow the Line/Crossing the Field’, Lucas Sloot, 2020; Links: de Van Nellefabriek waar Art Rotterdam plaatsvindt met wapperende linten van Marcha van den Hurk, ‘Wave’, 2021.

Tuinfeest

Landgoed Middachten is 800 jaar steevast in familiebezit gebleven. Mede hierdoor behoren de kasteeltuinen tot de best bewaarde van Nederland. Wandel deze zomer door de ‘groene kamers’ van het kasteel en ontdek de bloeiende rozentuin met zestig verschillende soorten rozen, een heerlijk geurende kruidentuin, zeldzame boomsoorten zoals de Japanse notenboom en kunstig gesnoeide fruithagen langs historische muren. Dit jaar is er ook een audiotour waarin de eeuwenlange geschiedenis van de tuinen, het kasteel en zijn bewoners aan bod komt. Maar ook de verschillende planten en bloemen die bloeien op Middachten. In de oranjerie zullen schilderijen, prenten en foto’s inzicht geven in de inrichting van de tuinen door vroegere bewoners. Op aanvraag kunnen ook rondleidingen en lezingen worden bijgewoond.

• ‘De Buytensaelen van Middachten’, 2 juni t/m 30 september 2021, Landgoed Middachten, De Steeg. middachten.nl

À la mode

© 1986 Vogue Duitsland, Sri Lanka, model Sasha Gedurende haar vijftigjarige carrière heeft de Rotterdamse Sacha van Dorssen voor talloze Franse magazines en modehuizen mogen fotograferen, zoals ‘Vogue’, Jean Paul Gaultier en Dior. Al tijdens haar stage bij ‘Elle’ sprong het talent van de bescheiden blondine in het oog. Van Dorssen legt de vrouwelijke modellen vast als actieve, grappige en onafhankelijke personen met een eigen identiteit. De kijker wordt niet alleen verleid door de schoonheid van de vrouwen, maar vooral ook door hun karakter en de sfeer. Voor haar shoots deinst Van Dorssen er niet voor terug om stad, strand of woestijn af te reizen. Ze nam haar modefoto’s overal op de wereld, van Irak tot Amerika. Aan de hand van haar indrukwekkende portfolio kan de bezoeker in Stedelijk Museum Breda ontdekken hoe de modefotografie zich ontwikkelde tegen de achtergrond van vrouwenemancipatie en een veranderende tijdgeest.

• ‘Sacha! - 50 jaar modefotografie’, 19 juni t/m 5 december 2021, Stedelijk Museum Breda. stedelijkmuseumbreda.nl

Intrigerende interieurs

Mara van Laaren put inspiratie uit de fraaie interieurs en tuinen van monumentale Amsterdamse panden. Voordat de afgestudeerd bouwkundige met haar schilderwerk begint, meet ze eerst de ruimte en de objecten op, schetst ze een plattegrond en maakt ze vervolgens een perspectieftekening. Van Laaren bezoekt de panden op meerdere momenten, om te observeren hoe de ruimtes veranderen gedurende de dag. Door al deze stappen te volgen weet ze de geest van de plekken te vangen in haar werk. Haar geschilderde interieurs ademen zowel sereniteit als een mysterieuze sfeer. In veel van haar schilderijen contrasteert het invallende raamlicht met een duistere achtergrond, resulterend in een scène die zowel rust als onrust oproept bij de kijker.

• ‘Monologue Intérieur – Mara van Laaren’, 19 juni t/m 7 november 2021, Museum Henriette Polak, Zutphen. museazutphen.nl

Koets keert terug

©Arthur van der Vlies

Aan de lange traditie van de koning en koningin die op Prinsjesdag in de Gouden Koets naar het Binnenhof rijden, kwam in 2015 tijdelijk een einde toen de koets van de weg werd gehaald voor een stevige opknapbeurt. Zes jaar later keert het koninklijke rijtuig terug op de binnenplaats van het Amsterdam Museum. Bezoekers kunnen de koets van dichterbij dan ooit bekijken. Binnen in de museumzalen vertellen souvenirs, schilderijen, spotprenten en ander beeldmateriaal over het 123jarige bestaan van het rijtuig, vanaf het ontstaan als ‘volksgeschenk’ aan de eerste vrouwelijke troonopvolger tot de huidige rol als symbool van de Oranjes. Er kan ook niet voorbij worden gegaan aan het maatschappelijke debat: dertien moderne kunstenaars geven met tentoongesteld werk hun visie op de koets en onder meer de controversiële versieringen die verwijzen naar ons koloniale verleden.

• ‘De Gouden Koets’, 18 juni t/m 27 februari 2021, Amsterdam Museum. amsterdammuseum.nl

Patronen met betekenis

Het interieur van de voormalige synagoge van Kampen zal binnenkort bekleed worden met de bijzondere tapijten, wandkleden en behangdesigns van Christie van der Haak. Voor haar zijn de patronen geen decoratie, maar tekeningen met een eigen betekenis, die de geschiedenis van een plek verbeelden. De bezoeker treedt een magische, haast hypnotiserende wereld binnen. Door de hoge muren van de synagoge komen de werken volledig tot hun recht en lijken de verschillende patronen in elkaar over te vloeien. Naast tapijten en kleden zal Van der Haak ook haar intens gekleurde keramiek en glaswerk tonen. Hiermee lijkt de tentoonstelling misschien een blik op een futuristische toekomst te geven, maar eigenlijk biedt het een inkijkje in het verleden, toen art nouveau in menig pand te vinden was.

• ‘Nouveau Deco’, 19 juni t/m 3 oktober 2021, Stedelijk Museum Kampen. stedelijkmuseumkampen.nl

© Thee- en koffi eservies in reiskoffer Ansbach, beschilderd in Den Haag, 1776-1790

‘Haagse’ trots

Toen Europa in de tweede helft van de 18de eeuw het geheim van porselein maken ontrafelde, duurde het niet lang voordat er ook fabrieken in Nederland kwamen. Maar de toenemende vraag naar keramiek werkte ook fraude in de hand. Zo bleek de Haagse fabriek van de Duitser Johan Frantz Lijncker helemaal geen ‘streekservies’ te produceren; het gros van het werk werd over de grens gemaakt door Duitse handen, en vervolgens in Den Haag beschilderd. Zijn crèmepotjes en koffi ekannen waren hoe dan ook een hit in binnen en buitenland. Regelmatig verlootte Lijncker zijn producten in populaire loterijen. Behalve aan een Haagse ooievaar op de onderkant viel het servies vooral te herkennen aan de rococostijl en neoclassicistische details. De servieskenner begrijpt meteen waarom het porselein van Lijncker nog steeds gewild is. Kunstmuseum Den Haag zal vanaf eind mei een ruime selectie van zijn uitgebreide collectie Haags porselein tentoonstellen.

• ‘Haagse Bluf’, 26 mei t/m 5 december 2021, Kunstmuseum Den Haag. kunstmuseum.nl

STAD aan ‘t Haringvliet

Rust, ruimte en Rumptstadgevoel

Stad aan ’t Haringvliet, op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overfl akkee, is ondanks de naam geen stad, maar een pittoresk dorp dat zijn eigenheid koestert. Geliefd bij watersporters en steeds meer ‘overkanters’ die er neerstrijken voor de landelijke rust.

Tekst Fabian Takx Foto’s Maarten Albrecht

Herman en Greet Maas.

De Hervormde Kerk.

Het grijze Haringvliet ademt heiig en het vlakke land doet er een hartgrondig stilzwijgen toe als we over de Zeedijk rijden. Al zijn de polders en gorzen al eeuwen geleden veroverd op het water, toch lijkt er iets van een bijbelse waarschuwing in de lucht te hangen. Gorzen zijn vroegere eilandjes die zijn ingedijkt. Nu grazen er schapen en in de vroege ochtend lopen er reeën rond. De gorzen worden omringd door polders met paarse en oranje tulpenvelden en akkers waarboven roofvogels cirkelen. “Kijk eens hoe mooi”, wijst Herman Maas (73) op een rij liniaalrecht geploegde voren.

“Boerenkunst noem ik dat.” Ontnuchterend voegt hij daaraan toe:

“Allemaal met de gps natuurlijk, anders krijg je ze niet zo strak.”

Hij haalde me op met een roodgele sjaal om in de kleuren van

Stad (en van Spanje). Daarna kwamen we door het eerste dorp op het eiland, Den Bommel, waar ze een standbeeld hebben neergezet van Ollie B. Bommel. En nu koersen we op Stad af, een dorp van bijna 1500 inwoners. De naam is afgeleid van

‘stade’, ‘droge plaats aan het water’.

Herman woont hier al sinds de jaren zeventig, toen de geboren

Limburger de huisartsenpraktijk van zijn voorganger kon overnemen. Die bewoonde ook het monumentale tochtige doktershuis uit 1876 – “Energielabel Z” – met een jaloersmakende tuin met veel bloemen, bomen en planten. Als we achterom gaan, wijst Herman naar het dorpskerkhof en merkt droogjes op: “Daar liggen vele dierbare patiënten en iedere grafsteen is voor mij de kaft van een biografi e.”

De metalen plaatjes ‘Apotheek’ en ‘Wachtkamer’ op de gang zitten er waarschijnlijk ook al geruime tijd. Herman is op zijn 57ste als huisarts gestopt, de lol was eraf. “Voor mij ging het om de mensen, maar ik zat alleen nog naar een computer te staren.”

In de vroegere spreekkamer staan ‘Ko Nientjes’ op een plank, gebreide Nijntjes in Dick Bruna-stijl met een geelrood Stadtruitje. Ze werden aan de kinderen gegeven, maar in de loop der jaren is de dorpsmascotte over de hele wereld gereisd, waarna de foto’s op de dorpswebsite terecht zijn gekomen.

ZWARTE KOUSEN

Stad aan ’t Haringvliet is van oudsher een gesloten ‘zwartekousen’gemeenschap met nog altijd veel strenggelovigen. De complexiteit van alle afscheidingen in de loop der eeuwen is voor een leek nauwelijks te bevatten. Er zijn nog twee kerken over, beide protestants, die volgens Herman alleen kunnen overleven als ze meer zouden samenwerken: de Hervormde Kerk in de Nieuwstraat en de Gereformeerde Kerk in de Kerkstraat.

Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Dijkhuisje.

Theo Kamerling.

De zondagsrust is hier nog heilig en de grootste partij is, net als op het hele eiland, de SGP, al stemmen veel Stadtenaren tegenwoordig ook PVV of Forum. Herman kan met iedereen goed overweg en is dus de ideale dorpsgids. Met zijn vrouw Greet is hij een van de drijvende krachten achter Stichting StadsWeb, die veel verbindende activiteiten organiseert in Stad. In zijn vaste rubriek ‘Vanaf de kerktoren’ op de dorpswebsite stadaantharingvliet.nl cirkelt Herman als ‘Stadse haan’ boven streekverschijnselen als de bollenteelt, een biologisch boerenbedrijf of de Paasspeurtocht. Maar hij is ook medeaanjager van het Stadsarchief, het project Stad Aardgasvrij en 61 windmolens die de energiecoöperatie Deltawind op dit deel van het eiland heeft gebouwd.

MEL DE MUSICAL

In Het Trefpunt, een gebouw dat door Zweden is geschonken na de Watersnoodramp van 1953, organiseert Greet (75) de wekelijkse koffieochtend. In een grote, coronaverantwoorde kring zitten goedgeluimde senioren aan het door haar gemaakte gebak met koffie. Heel wat hebben er in 2016 in ‘Mel de Musical’ meegespeeld, geschreven en geregisseerd door Herman en zijn dorpsgenoot Wim van Ham. Hoofdpersoon Mel Dale was “de laatste dorpsfiguur van Stad”. Een verstokte vrijgezel die in 2004 overleed, binnen een week na de dood van zijn grote vriend ‘Piet de schilder’, met wie hij iedere dag bekvechtend over de dijk wandelde. Mel was schoenlapper, kunstenaar en filosoof. Met leer en andere restmaterialen maakte hij beeldjes van menselijke figuren die hij in zijn etalage zette, naast bordjes met zelfbedachte levenswijsheden als ‘Alleen de mens kan de natuur uit zijn evenwicht brengen’ en ‘Ook die dingen die niet kunnen praten hebben iets te zeggen’. Een van zijn bronzen beelden prijkt op een straathoek in het dorp: een wijzende jongen, in de volksmond ‘Joe het ’t gedaan!’ genoemd. De musical over Mels leven werd drie avonden opgevoerd op de prachtige Kaai (de Grote Kade) in de oude haven, telkens voor 350 toeschouwers. Er deden tachtig dorpelingen aan mee, ook de plaatselijke autist en de Syrische vluchteling. Drie hoofdrolspelers schuiven aan: de gesoigneerde Theo Kamerling, die vroeger een Winkel van Sinkel had, speelde

De Achterdijk.

Rien Poortvliet heeft de Voorstraat vastgelegd in zijn bestseller ‘Langs het tuinpad van mijn vaderen’

Andries van Bronckhorst, de ambachtsheer die het gors ‘de Stadt’ heeft laten bedijken in 1526; voormalig schippersvrouw Annie Struijk-Melaard mocht op het toneel bevallen van Mel (“Ik was toen 82”) en oud-internationaal-vrachtwagenchauffeur Jan Maliepaard, die een fotoarchief van vele duizenden foto’s van en over het dorp heeft opgebouwd, vertolkte de rol van de oude Mel. Zijn sterfscène: Mel aan de koffie, licht uit, tafeltje leeg.

RIEN POORTVLIET

Ze hebben allemaal een bijnaam, want achternamen zijn schaars in het dorp. Zo is er de Kikker, de Mier en de Ezel en ‘Truus moe’ je nog poepen’ die getrouwd was met Han Pot, en de Poes, die vernoemd was naar de voetballer Puskás. Herman heeft er driehonderd verzameld. De drie aan tafel zijn ‘op het dorp geboren’ en wonen al hun hele leven in Stad, dat zoals zoveel andere dorpen in de vorige eeuw langzaam maar zeker ‘leegbloedde’. “Toen ik zestien was waren hier nog 28 winkels”, zegt Jan. De enige winkel die er nu nog is, verkoopt grammofoonplaten, de laatste kroeg is al jaren dicht en een restaurant of hotel is er ook niet meer. Wel wordt de vroegere burgemeesterswoning uit 1870 in de Voorstraat verbouwd tot bed and breakfast, die natuurlijk Het Huis van de Burgemeester gaat heten. De vader van Elco Brinkman, de vroegere CDA-coryfee, is hier nog burgemeester geweest. Daarnaast bevindt zich een ‘spuithuisje’ uit 1926, van waaruit branden konden worden geblust. Een gevel heeft het opschrift ‘Piet de Kapper’, ook een overleden dorpslegende. Een Voorstraat hebben alle dorpen op het eiland, zegt Herman als we met Jan door de straat lopen. Maar deze is bijzonder, want Rien Poortvliet heeft hem vastgelegd in zijn bestseller ‘Langs het tuinpad van mijn vaderen’. De befaamde kaboutertekenaar had voorvaderen in Dirksland. Toen was de sierlijke Voorstraat nog een bruisende winkelstraat met alles wat je maar nodig had. Veel Hollandse gevels in de Voorstraat stammen uit de 17de eeuw, toen Stad nog

Annie Struik-Melaard.

De gorzen worden omringd door polders met oranje en paarse tulpenvelden en akkers waarboven roofvogels cirkelen

Bollenpracht rond Stad.

een belangrijke doorvoerhaven was voor aardappelen, suikerbieten, graan en uien. De meekrap, een plant die kleurstof voor verf leverde, werd bij de kade gestoofd. Een belangrijk transportknooppunt is Stad gebleven tot 1964, toen de Haringvlietbrug werd aangelegd. Inmiddels is het voornaamste exportproduct misschien wel xtc, want regelmatig wordt er weer een drugslab opgerold. Laatst nog een in de vroegere koekjesfabriek. Als we bij Zeedijk, in de oude haven, zijn aangekomen wijzen Herman en Jan op de redoute, een gevechtstoren uit begin 17de eeuw. En op het opgeknapte Weeghuisje op ‘de Kaai’ – zoals de kade wordt genoemd – dat met foto’s de geschiedenis van Stad vertelt. De meest ingrijpende gebeurtenis in Stad was, zoals overal in Zeeland en op de Zuid-Hollandse eilanden, natuurlijk de Watersnoodramp van 1953. “Alles is hier vóór of ná de Ramp”, zegt Herman. Ook al is er niemand omgekomen in het dorp, de helft van de huizen stond een meter blank en het gebeuren heeft het dorp blijvend veranderd. Als we richting jachthaven Atlantica lopen zien we aan de overkant Tiengemeten liggen, het eiland dat bekendstaat om zijn prachtige natuur. Er mag nog maar een handjevol uitverkorenen wonen. Helaas wordt de pontverbinding vanuit Stad, die in 2008 was ingevoerd op initiatief van StadsWeb, volgend jaar stilgelegd op last van de gemeente Goeree-Overflakkee, tot verdriet van het hele dorp en de vele wandelaars en fietsers die nu naar Middelharnis moeten om over te steken.

OVERKANTERS

Na de copieuze lunch, verzorgd door Greet, hecht Herman eraan dat we ook een bezoek brengen aan Anneke van Rumpt, dochter van de oprichter van Rumptstad. Ooit was dat de grootste fabriek van het dorp, die 120 mensen werk verschafte en ze ‘het Rumptstadgevoel’ gaf. Rumptstad was een merk dat landbouwkenners wereldwijd in vervoering bracht. Iedere ploegwedstrijd werd gewonnen door een Rumptstad, ‘de Ferrari onder de ploegen’. Nu is de fabriek overgenomen door een Duits bedrijf en maken een dertigtal werk-

De meest ingrijpende gebeurtenis in Stad was natuurlijk de Waternoodsramp van 1953. “Alles is hier vóór of na de ramp”

Een puntgave oldtimer. Klassiek Stadsgezicht.

nemers hightech wiedmachines. Een andere grote werkgever was de voornoemde koekjesfabriek Nipius, waaraan nog een cultureel subsidiefonds herinnert. Een mooi dorp als Stad trekt onvermijdelijk mensen van buiten. In een bungalow met bijgebouwen aan de Molendijk wonen en werken ‘overkanters’: beeldend kunstenaar Frans Steginga en edelsmid Yvette Jansen. Ze zijn vijf jaar geleden vanuit Rotterdam-Noord naar Stad gekomen. “We hadden altijd de droom buiten te wonen en ieder een eigen atelier te hebben”, verklaart Yvette de stap. Om te integreren hebben ze meteen een buurtborrel gegeven en zitten ze bij de Erfgoedtafel en de Molenclub, en Yvette is medeorganisator van Kunstkijk, een kunstroute over het hele eiland. Frans zit in de ballotage, “want je wilt er geen prutsers bij”. In hun galerie annex winkel verkopen beide kunstenaars hun werk, en dat loopt verrassend goed. Wel omsingelt een nieuwbouwwijk hun tuin, maar dat vinden ze niet erg. “Welnee, in Rotterdam zaten we veel dichter op de buren”, wuift Frans dat bezwaar laconiek weg. “En bovendien, zo loopt er nog eens iemand de winkel binnen.” �

Frans Steginga in zijn atelier. Schapen op de dijk.