125 jaar Voor Elkaar LEDENMAGAZINE DOC KAAS - JUBILEUMUITGAVE
1895 - 2020
2
Inhoudsopgave
125 jaar
4 1 25 jaar DOC Kaas in vogelvlucht
De oorsprong van coöperatie DOC Kaas U.A. gaat terug naar de ‘Coöperatieve Stoomzuivelfabriek te Hoogeveen’ die officieel op 22 november 1895 werd opgericht. 125 jaar – een periode waarin vrijwel alles is veranderd, behalve de kleur van melk.
18 Oud-voorzitter Gerard Nijhof: ‘Bestuurder zijn bij je eigen zuivelcoöperatie is een voorrecht’
Gerard Nijhof (63) was van 1985 tot 2010 bestuurlijk actief bij DOC Kaas, waarvan de laatste 9 jaar als voorzitter van de coöperatie. Een periode van groeien, bouwen en bestuurlijke vernieuwing, maar ook van een melkprijs die onderuitgaat. In zijn woning in Schuinesloot blikt Gerard Nijhof terug op wat hij toch vooral ziet als een heel mooie tijd in zijn leven.
22 Tijdslijn: van 1895 naar 2020 26 De medewerkers van DOC Kaas B.V. feliciteren DOC Kaas U.A. 28 Twee generaties Mensink over toen en nu
Bert en Guus Mensink runnen samen het melkveebedrijf in Dedemsvaart dat ze in 2009 hebben overgenomen van hun ouders. Vader Bertus levert nog steeds hand- en spandiensten. Aan tafel in de kantine, met uitzicht over de ligboxenstal, een gesprek over boeren, ondernemen en besturen.
32 De bouw van het Zuivelpark in Hoogeveen
Het besluit om het Zuivelpark in Hoogeveen te bouwen is een mijlpaal in de geschiedenis van DOC Kaas – een investering in de toekomst. Een fotoreportage over de bouwperiode.
34 Eerste vrouwelijke ledenraadslid Annie Steenbergen
In 1976 vond de installatie van de eerste ledenraad van ‘de D.O.C.’ plaats. Hoewel de rol van de vrouw op het boerenbedrijf ook in die tijd al heel gewoon was, duurde het nog tot 1994 voordat het eerste vrouwelijke ledenraadslid bij DOC Kaas werd benoemd en wel Annie Steenbergen-Zomer.
36 CEO Ingo Müller feliciteert DOC Kaas U.A.
namens de DMK Group met haar jubileum
38 Josef Gerdes leverde als een van de eerste Duitse melkveehouders aan DOC Kaas
Het melkveebedrijf van de familie Gerdes uit Löningen-Angelbeck (D) is een echt familiebedrijf. Vier generaties wonen en werken op de boerderij. En dan de twee uiterste leeftijden: de kleinzoon van 8 weken en de moeder van Josef van 100 jaar oud. Josef (62) over zijn overstap naar DOC Kaas: “Veel bestuurders in de regio waren niet over ons voornemen te spreken. Zij dachten: ‘Als de eerste naar de Hollanders gaat, volgen er zo meer’.”
40 Pensionado Henk Hagemeijer:
“Ik heb hoofdzakelijk een leuke tijd gehad”
Colofon
42
Henk Hagemeijer (66) is nu 2 maanden met pensioen en na 48 jaar dienstverband mist hij zijn DOC Kaas. ‘Even een bakkie koffie op Alteveer doen’, denkt hij regelmatig. “Zo gaat dat nu eenmaal. Ik kom nooit meer helemaal los van DOC.”
Oude Uniekaas-advertentie
Voor Elkaar is een uitgave voor de leden van coöperatie DOC Kaas U.A. Contactadres: Buitenvaart 4001, 7905 TC Hoogeveen of Postbus 11, 7900 AA Hoogeveen Voor informatie, tips of vragen: Marion Donders, T 0528-280440, E m.donders@dockaas.nl De redactieraad: Leden-melkveehouders: G. Janssen, G. Mensink en A. van Vliet. Ledendienst: G. Hartlief en S. van Nes. Realisatie: Off the Grid B.V. Fotografie: Off the Grid B.V., Dianne Dijenborgh Fotografie
Voor Elkaar
Voorwoord
3
125 r a a j Beste leden,
Het mooie van een jubileum als de onze is dat het ook een moment van persoonlijke reflectie biedt, van stilstaan bij het verleden. Ik was 26 toen ik in 2000 lid werd van de ledenraad van DOC Kaas. We waren nog maar 3 jaar lid van de coöperatie en ik had datzelfde jaar de boerderij van mijn ouders in Linschoten overgenomen. Het was een periode waarin veel melkveehouders de overstap maakten naar DOC Kaas – een periode van groei. Die groei zette zich door en de productielocatie op de Alteveerstraat groeide uit zijn jas. Uitbreiden kon niet en na zorgvuldig afwegen stemde de ledenraad in mei 2001 in met de bouw van het Zuivelpark in Hoogeveen. Een gigantisch en gedurfd project dat bepalend was voor de toekomst van DOC Kaas. Een ultramoderne kaasfabriek, met twee pakhuizen, kantoren en een weifabriek ernaast. Dat was toen heel vernieuwend.
Het betekende ook dat we nieuwe leden moesten werven, want er moest melk bij om die twee fabrieken vol te zetten. Ik was in 2001 lid geworden van de Raad van Beheer en dus heel nauw betrokken bij de uitvoering van de plannen waar ik als ledenraadslid over had mee beslist. Die periode van bouwen en groeien zie ik als een van mijn hoogtepunten als bestuurder. Dat geldt ook voor de fusie met DMK. Eerst was er de teleurstelling toen de voorgestelde fusie in 2011 werd afgestemd. En vervolgens de blijdschap toen in 2015 de fusie door de leden werd goedgekeurd. Ook dat besluit was bepalend voor de toekomst van DOC Kaas. Ik geloof in de kracht van een coöperatie. Nederland kent een lange coöperatieve geschiedenis, vooral in de agrarische sector. Rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw zijn veel coöperaties opgericht waarvan een aantal nog bestaat – waaronder DOC Kaas. Samen sterker voor een betere afzet en een beter inkomen. En de focus op de lange termijn – continuïteit borgen. Het is een model dat zich heeft bewezen, ondanks moeilijke tijden. Dat geldt ook voor ons. Ik weet dat sommigen soms terugverlangen naar ‘vroeger’. Toen we nog ‘gewoon’ melk konden leveren, zonder al die wet- en regelgeving en eisen en wensen vanuit de markt. Maar ons vermogen tot aanpassen bepaalt uiteindelijk hoe succesvol we zijn.
Dit is mijn laatste jaar als voorzitter van deze coöperatie. De beoogd opvolger en nu nog vice-voorzitter Guus Mensink is zich aan het warmlopen en neemt in mei al mijn rol over in de Raad van Commissarissen van DMK GmbH. Dat verheugt mij, want daarmee borgen we de bestuurlijke continuïteit van de coöperatie.
We zijn en staan klaar voor de toekomst. De DMK Group heeft de afgelopen jaren de nodige stappen gezet en een stevige positie gecreëerd in de internationale markt. Door het brede productportfolio zijn we beter in staat om schommelingen in de volatiele zuivelmarkt op te vangen. Het aantal leden neemt weer toe en ook dat geeft vertrouwen voor de toekomst. Anno 2021 is DOC Kaas een begrip in de Nederlandse zuivel. Mede door getoonde inzet en betrokkenheid van medewerkers en leden. Een coöperatie die de afgelopen 125 jaar goede en slechte tijden heeft gekend en vaak voor lastige keuzes stond – maar die niet uit de weg ging. Een vitale coöperatie van, voor en door de leden die vol zelfvertrouwen de toekomst tegemoet ziet. Arjan Schimmel Voorzitter bestuur coöperatie DOC Kaas U.A.
4
1895 - 2020
125 jaar DOC Kaas in vogelvlucht
125 jaar
De oorsprong van coöperatie DOC Kaas U.A. gaat terug naar de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek te Hoogeveen die officieel op 22 november 1895 werd opgericht. 125 jaar, een periode waarin vrijwel alles is veranderd, behalve de kleur van melk. In dit artikel gaan we met grote sprongen door de historie van de Nederlandse zuivel in het algemeen en die van coöperatie DOC Kaas in het bijzonder.
Fabriek Alteveerstraat in 1901
5
Voor Elkaar
Op maandag 6 januari 1896 brachten melkvervoerders de eerste 1100 liter melk afkomstig van 108 veehouders naar de gloednieuwe fabriek in Hoogeveen waar er boter en karnemelk van werd gemaakt. Vóór die tijd was er al heel wat werk verzet. Het bestuur had voor een bedrag van ƒ 2.100 twee percelen grond aan de Alteveerstraat in Hoogeveen gekocht. En terwijl de fabriek werd gebouwd werden de nodige machines aangeschaft en spande het bestuur zich in om zoveel mogelijk veehouders lid van de coöperatie te maken. Veel boeren stonden aanvankelijk terughoudend tegenover een coöperatie, omdat men vreesde de
zelfstandigheid te verliezen. Ook was er weinig vertrouwen in het gebruik van nieuwe technieken. De leden hadden de verplichting ƒ 7,50 in de kas te storten voor iedere koe waarvan zij melk aan de fabriek wilden leveren. Daarnaast werd voor het verkrijgen van kapitaal dat nodig was voor de oprichting van de fabriek, een obligatielening van ƒ 12.000 uitgeschreven. In mei 1895 was de lening volgetekend. De eerste jaren verliepen redelijk voorspoedig voor de Stoomzuivelfabriek. De verwerkte melk steeg van 294.000 liter melk in het eerste boekjaar naar 7 miljoen in 1906 en naar 12 miljoen liter in 1914. Door de jaren heen vonden dan ook voortdurend verbouwingen en uitbreidingen plaats.
Machine kamer
Melkpoedermachine
Boterwet
Aanvankelijk produceerde de Stoomzuivelfabriek Hoogeveen alleen boter. Een simpel productie proces waarbij de rauwe melk in centrifuges gescheiden werd in room – waar boter van werd gemaakt – en in ondermelk. De ondermelk ging terug naar de veehouders en werd gebruikt voor o.a. veevoer. In de jaren ‘70 en ‘80 van de 19e eeuw had Nederlandse boter vooral in het buitenland een slechte naam gekregen. Vermengingen met margarine, water of stroop waren aan de orde van de dag. Deze misstanden vormden de aanleiding tot de Boterwet van 1889. In deze wet werd geregeld dat op de verpakking duidelijk moest worden aangegeven of de inhoud boter, margarine of een mengsel bevatte. Ook kwamen er maatregelen om de verkoop van margarine onder de naam boter tegen te gaan.
Afdeling botermakerij
Laboratorium
Ketelhuis
6
125 jaar
Eerste Wereldoorlog
In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Nederland bleef neutraal, maar de oorlog liet het land en ook de Stoomzuivelfabriek niet ongemoeid. De uitvoer van boter werd aan banden gelegd en de binnenlandse distributie was aan regels gebonden. In de laatste twee oorlogsjaren daalde het melkvolume van 12 miljoen naar 10 miljoen. Enerzijds doordat de veestapel kromp, anderzijds doordat boeren de melk zelf op de (zwarte) markt verkochten. Hoewel de animo onder de leden laag was, werd er in 1915 besloten
om ook melkpoeder te gaan produceren. Toen meer leden bereid bleken om hun ondermelk af te staan volgde in 1916 een grote verbouwing van de fabriek. Daarbij verrees de inmiddels welbekende 46 meter hoge schoorsteen aan de Alteveerstraat. Om de uitgaven te financieren schreef het bedrijf een obligatielening van ƒ 75.000 uit. In datzelfde jaar begon men ook met de productie van gecondenseerde melk te experimenteren – ingedikte, gesteriliseerde melk waar al dan niet suiker aan werd toegevoegd.
De boterfabriek in 1928
Ontvangstplaats van per bok aangevoerde melk in 1928
Bouw nieuwe zuivelfabriek
De steeds maar toenemende melkaanvoer begon in de eerste helft van de jaren ’20 geleidelijk voor capaciteitsproblemen te zorgen. Vooral het interne transport van de per boot aangevoerde melk nam veel tijd in beslag. Bovendien kreeg men problemen op de maandag, omdat op die dag de dubbele hoeveelheid melk moest worden verwerkt. Op zondag werd in het grotendeels gereformeerde Hoogeveen geen melk opgehaald. Er werd besloten tot de bouw van een nieuwe zuivelfabriek die op 13 april 1928 in gebruik werd genomen. De bouw vereiste de aankoop van een aantal huizen, het graven van een kanaal langs de fabriek, het bouwen van een brug over de vaart naar Alteveer en de aankoop van nieuwe machines. Dit alles werd gefinancierd met een lening van ƒ 300.000. De geldlening werd tijdens een algemene ledenvergadering goedgekeurd met 186 stemmen voor, 3 tegen en 11 blanco. De aannemer met de laagste inschrijving heeft de fabriek voor ƒ 128.777 gebouwd. Na de nieuwbouw kregen leden en leveranciers hun ondermelk gepasteuriseerd en gekoeld terug. Eind jaren ’20 was de situatie voor de zuivelfabriek rooskleurig. De melkaanvoer steeg en de leden en leveranciers ontvingen een goede melkprijs. De uitbetaling van het melkgeld vond plaats op de ‘pulledag’. Eén donderdag per vier weken waarop de veehouders contant werden uitbetaald.
Economische en landbouwcrisis
Bestuur, commissie van toezicht en genodigden bij opening nieuwbouw 1928
Het instorten van de aandelen koersen, de Beurskrach op 29 oktober 1929 deed de wereld economie totaal instorten. In Nederland was er op dat moment al sprake van een landbouwcrisis. Het vertrouwen was weg en elke week daalden de prijzen
7
Voor Elkaar
Oproep Algemene Ledenvergadering 1929
verder. In 1931 verhoogden Frankrijk en Duitsland, beide belangrijke exportlanden voor de Nederlandse zuivelproducten, hun invoerrechten. De Zuivelfabriek Hoogeveen was aangewezen op export naar Engeland maar toen dit land in 1931 de gouden standaard liet vallen, werd het Pond Sterling een kwart minder waard. Deze waardedaling had grote gevolgen voor de export en er moesten drastische maatregelen worden genomen. Directeur Bousema gaf het goede voorbeeld door per 1 januari 1932 20% van zijn loon in te leveren. Ook het overige personeel nam genoegen met minder loon. De economische crisis noopte tot ingrijpen van de overheid – ook in de zuivelsector. Op 21 juli 1932 trad de Crisis-Zuivelwet in werking. De overheid richtte een CrisisZuivelfonds op dat de veehouders een minimum melkprijs garan deerde. Pas in 1937 was de crisis in de zuivelindustrie ten einde en voor het eerst sinds 1932 kwam de boterprijs boven één gulden per kilo. Langzamerhand werden de crisismaatregelen teruggedraaid.
Tweede Wereldoorlog
In 1939 brak de Tweede Wereldoorlog uit en in mei 1940 werd Nederland bezet door het Duitse leger. Al op 15 juli 1940 gingen boter, margarine en vetten op rantsoen. En op 24 november in dat jaar werd consumptiemelk gestandaardiseerd met een vast vetgehalte van 2,5 %. Eind 1941 kwam er een verplichting om rundvee te leveren voor de slacht waardoor het geleverde melkvolume aan de fabriek fors daalde. Ontving de fabriek in boekjaar 1939-1940 nog 25 miljoen kilo, in 1942-1943 was dat gedaald tot nog maar 11 miljoen kilo. De rundveestapel in Nederland is tijdens de oorlogsjaren met 27% gedaald. Ondanks de door de bezetting veroorzaakte moeilijkheden bleef de zuivelfabriek doordraaien. Ook op zondag.
De wederopbouw
De periode tussen 1945 en ruwweg 1955 staat bekend als de tijd van de wederopbouw. Nederland was zwaar getroffen, ook economisch. De regering besloot tot een strak overheidstoezicht en in de zuivel werd het systeem van heffingen en toeslagen gehandhaafd. De overheid wilde de kosten voor het levensonderhoud laag houden.
Het opvoeren van de productie en het exporteren van producten was van het grootste belang. Alleen zo konden de broodnodige deviezen worden verkregen. Ook de Stoomzuivelfabriek Hoogeveen droeg haar steentje bij aan de wederopbouw, allereerst door opvoering van de productie en stimulering van de melkaanvoer. Export van gecondenseerde melk en melkpoeder was belangrijk voor de zuivelfabriek, maar de situatie in de binnenlandse markt was zo slecht, dat daarvoor slechts beperkt toestemming kwam. De situatie verbeterde echter in hoog tempo en in het boekjaar 1949-1950 was de melkaanvoer 23 miljoen kilo – vrijwel het niveau van topjaar 1939-1940. Ook de export liep goed – in 1949 was ongeveer driekwart van de geproduceerde melkpoeder en gecondenseerde melk bestemd voor de export.
Concentratie en modernisering
Om de productie te verhogen ontstonden overal in Nederland samenwerkingen tussen zuivel fabrieken. In 1950 kocht de Coöperatieve Zuivelfabriek Hoogeveen in het nabijgelegen Slagharen ‘De Vooruitgang’. Het bedrijf omvatte een boterfabriek, een kleine kaasmakerij en twee melkboten. De kaasmakerij werd al snel verbouwd waardoor er jaarlijks 6 miljoen kilo melk verkaasd kon worden.
8
125 jaar
gecondenseerde melk, volle en magere melkpoeder. Slagharen volvette en 40+ kaas en een kleine hoeveelheid roomboter.
Reclame in India voor Hoogeveense zuivelproducten
Om de toenemende hoeveelheid melk te kunnen verwerken vond in de jaren 1956-1957 een uitgebreide renovatie plaats van de fabriek in Hoogeveen waarbij deze ook overschakelde van kolen op olie stook; eerst halfautomatisch later volautomatisch. De renovatie vergde een investering van 1,5 miljoen gulden. De export van met name melkpoeder en gecondenseerde melk was in de jaren ’50 en ’60 voor de zuivelfabriek van groot belang. Ieder week gingen er 2 of 3 beurtschepen van elk 100-150 ton naar Amsterdam en Rotterdam. India was een aantal jaren een goede afnemer totdat de Indiase regering besloot zuivelproducten centraal in te kopen. Australië bleek toen goedkoper te kunnen leveren.
Fusie met Zuidwolde en Ruinen: oprichting D.O.C. Zuivelfabriek De Eendracht in Zuidwolde en de coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij in Ruinen
Hoewel in de jaren ’50 de vertrouwde bok en paard en wagen niet uit het straatbeeld waren verdwenen, nam het vervoer van melk per vrachtauto toe. Bij de Stoomzuivelfabriek Hoogeveen werd een autogarage gebouwd. De vrachtauto’s waren eigendom van de fabriek en de chauffeurs in loondienst. De bokken meerden af bij de lage melkontvangst en paard en wagen en de vrachtauto’s bij de hoge melkontvangst. Economisch ging het goed met Nederland. De TV deed zijn intrede en supermarkten begonnen de plaats in te nemen van de vertrouwde kruidenier. Ook het platteland veranderde. Landarbeiders verlieten de agrarische sectoren om in de
industrie te werken. Toenemende industrialisering, ook door de stijgende lonen, was het gevolg. Op de boerderij begon de melkmachine aan een snelle opmars. In 1952 waren er al 4.500 melkmachines in gebruik. In boekjaar 1955-1956 was de melkaanvoer gestegen tot bijna 31 miljoen kg afkomstig van 1678 veehouders in het rayon Hoogeveen en 341 veehouders in het rayon Slagharen. Daarnaast verwerkten de fabrieken in Hoogeveen en Slagharen – sinds begin 1954 onder de naam Coöperatieve Fabrieken van Melkproducten “Hoogeveen” – ook 5 miljoen kilo volle melk en 2 miljoen kilo ondermelk van andere fabrieken. Hoogeveen produceerde vooral roomboter, gesuikerde en ongesuikerde
Eind jaren ’50 begin jaren ’60 begon de concentratie van zuivelbedrijven door fusies en overnames toe te nemen. De redenen lagen voor de hand: productiekosten verminderen, meer mogelijkheden tot specialisatie, werken aan nieuwe producten, en het openbreken van nieuwe markten. Een groter bedrijf had meer mogelijkheden zich op de sterk ontwikkelende markt staande te houden. Zo ook de zuivelfabriek in Hoogeveen – die ging fuseren met zuivelfabriek De Eendracht in Zuidwolde (opgericht in 1896) en de coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij in Ruinen (opgericht in 1896). Op 13 februari 1962 vond de oprichting plaats van de Coöp. Melkverwerkingsvereniging ‘D.O.C.” waarbij de afkorting stond voor Drents Overijsselse Combinatie.
9
Voor Elkaar
Voor elk van de drie deelnemers aan de fusie waren er belangrijke voordelen. De fabrieken in Ruinen en Zuidwolde ontvingen in de winter te weinig melk om op rendabele wijze kaas te kunnen produceren. In de zomer was de situatie precies omgekeerd en moest er zelfs een deel van de melk worden afgestoten. In Hoogeveen gaf men veel geld uit om melk van derden aan te trekken om de fabriek volledige draaiende te houden. Samenwerking leek dan ook de enige juiste wijze om al deze zaken zodanig te combineren dat alle leden er baat bij hadden. Daarnaast had de regering plannen om melk van derden te belasten, maar boerenmelk die van de ene vereniging naar de andere werd doorgeleverd, viel niet onder die bepaling. De vorm die men voor de nieuwe combinatie koos was een topcoöperatie. Dit betekende dat de vereniging Coöperatieve Fabrieken van Melkproducten “Hoogeveen” vanaf februari 1962 uitsluitend als een melkveehoudersvereniging fungeerde die op haar beurt lid was van de D.O.C. Geleidelijk vond binnen de coöperatie een centralisatie plaats. Het aantal directeuren ging van vier naar twee en alle fabrieken werden bij één bank ondergebracht in plaats van de vier lokale boerenleenbanken. De melkgelden werden voortaan via de bank uitbetaald. Het oude plan om de kaasfabriek in Ruinen te sluiten kreeg nu wel de goedkeuring en in Hoogeveen werd in 1969 begonnen met de bouw van een tweede melkpoedertoren die in 1970 in gebruik werd genomen. In 1971 schakelde Hoogeveen over op aardgas.
Weerstand tegen ledenraad
In 1973 werd de top-coöperatie om belastingtechnische redenen omgevormd tot een primaire coöperatie. Alle leden werden rechtstreeks lid van de D.O.C. De fusie werd door alle drie de afdelingen goedgekeurd, maar een groep leden was tegen de instelling van een ledenraad. Zij zagen hun inspraak daarmee verminderen. Op 3 maart 1975 was de fusie alsnog een feit mét ledenraad. Op 14 april 1976 vond de installatie van de ledenraad plaats. De weerstand onder een groep veehouders bleef echter en pas op 10 april 1978 werden de definitieve D.O.C.statuten voor de notaris verleden. Een aantal boeren dat tegen de ledenraad was, besloot geen lid te worden en verenigde zich in een melkveehoudersverening – ze bleven wel melk leveren aan de fabriek in Hoogeveen.
RMO bij de boerderij, omstreeks 1983
Zuidwolde, begin jaren ‘80. De Edammers werden geteld en gewogen
Conflict: van bussenmelk naar tankmelk
De overgang van bussenmelk naar tankmelk leidde tot een nieuw conflict. Begin 1970 had de directeur van de fabriek in Slagharen een tweedehands melkontvangsttank op de kop weten te tikken – het begin van het RMO-tijdperk. Midden jaren ’70 raakte de melkontvangst per RMO in een versnelling. In 1977 waren er al 454 tankmelkers en 80 van de 120 miljoen kg melk werd met vier RMO’s opgehaald. Het op traditionele wijze ophalen van de melk begon te duur te worden, maar in de afdelingen Hoogeveen en Zuidwolde was een grote groep veehouders tegen een overgang van bussenmelk naar tankmelk. De instelling van een ledenraad had al veel kwaad bloed gezet en het tankmelkplan was voor velen de druppel die de emmer deed
10
125 jaar
overlopen - men wilde overstappen naar een andere fabriek. Meer dan 100 kleine bussenmelkers lieten in de eerste week van september 1978 hun melk door de zuivelfabriek in Staphorst ophalen. De bussenmelkers wilden hun lidmaatschap opzeggen en om hun eis kracht bij te zetten bezetten enkele tientallen veehouders op 4 september 1978 het D.O.C.kantoor in Hoogeveen. Later op de dag werden enkele bestuurs- en stafleden in de kantine ‘gegijzeld’. Burgemeester Oosterhof van Hoogeveen wist de gemoederen te sussen. De bussenboeren kregen toestemming hun melk door Staphorst te laten ophalen. Wanneer ze in de toekomst over zouden schakelen op tankmelk waren ze echter verplicht wederom
aan de D.O.C. te leveren. In oktober 1981 werd de laatste bussenmelkontvangst gesloten.
Nieuwe kaasfabriek Hoogeveen
Begin jaren ’80 ging het minder goed met de D.O.C. De melkprijs bleef achter en er werd een onafhankelijk adviesbureau ingehuurd om het bedrijf door te lichten. Een grootscheepse reorganisatie volgde. Daarbij moest een deel van het personeel door natuurlijk verloop afvloeien. Ook werden bestuurlijke wijzingen doorgevoerd. Het nieuwe beleid resulteerde in een stijgende melkprijs. Het rapport adviseerde ook om de productie te concentreren. Er werd een ander advies- en ingenieursbureau
1992 De speciaal ingerichte caravan die gebruikt werd om de consumenten te laten kennis maken met de zuivelprodukten kaas, melk en karnemelk en informatie te verstrekken over de ‘D.O.C.’
Jaarverslag 1992: De gehouden contactdagen voor D.O.C.melkleveranciers met hun dames waren zeer geslaagd.
ingehuurd om dit uit te werken. Het bleek het meest aantrekkelijk om de fabrieken in Slagharen en Zuidwolde te sluiten en op het fabrieksterrein in Hoogeveen een geheel nieuwe kaasfabriek te bouwen naast de bestaande boter- en poederfabriek. De investering mocht niet hoger zijn dan 12,5 miljoen gulden en de capaciteit van de nieuwe kaasfabriek moest hoger zijn dan de bestaande fabrieken samen. De investering moest door de leden worden goedgekeurd en zij bleken vierkant achter de plannen te staan – ook de veehouders in de ‘lastige’ gebieden. Op 25 januari 1987 vond de start van de fabriek plaats en sloten de fabrieken in Slagharen en Zuidwolde. Er was geïnvesteerd in automatisering en energiebesparing en de kosten per kg verwerkte melk was lager. Om marktgericht te kunnen werken had de fabriek twee productielijnen en een capaciteit van 250 ton per week.
Boterberg en superheffing
In 1991 werd besloten om de boterproductie – waar het in Hoogeveen allemaal mee was begonnen – te staken. Er werd in Europa te veel boter geproduceerd, de bekende boterberg, en de superheffing in 1983 had al als doel de productie in te dammen. Dit gaf ook de aanzet tot het verdwijnen van de historische bepaalde grenzen van melkgebieden. Het was een ongeschreven wet dat iedere coöperatie binnen een bepaald gebied opereerde. Directeur Willigenburg wist dit te doorbreken waardoor de D.O.C. zijn melk uit een veel groter gebied, tot in de provincie Utrecht, kreeg geleverd. Ook een grote groep veehouders in het Duitse grensgebied koos voor de D.O.C.
11
Voor Elkaar
D.O.C. wordt D.O.C Kaas
Begin jaren ’90 werd besloten om de productie met name te richten op rechthoekige en dus efficiënt te verwerken blokkaas van 15 kg. Natuurgerijpt en foliegerijpt. De lijn waarop ronde Edammer werd gemaakt, verdween. Om de foliekaas die met name voor de export is bedoeld toch herkenbaar te maken wordt er een D.O.C.logo gemaakt waarbij de bekende afkorting wordt vertaald als Dutch Original Cheese. Daardoor wijzigt per 1 januari 1995 de naam van de coöperatie van D.O.C. in D.O.C. Kaas. Er wordt continu geïnvesteerd in capaciteit en kwaliteit. Zo wordt in 1995 de uitbreiding van het kaaspakhuis gerealiseerd en worden er twee nieuwe indampers geplaats. Want hoewel melkpoeder en wei-spray een bijproduct zijn, moet ook de melkpoederfabriek worden aangepast aan de sterk gegroeide capaciteit van de kaasfabriek.
De eerste RMO met het nieuwe logo
1995 De uitbreiding van het nieuwe kaaspakhuis
100-jarig bestaan
Op 6 januari 1896 werd bij de coöperatieve stoomzuivelfabriek Hoogeveen de eerste 1.100 liter melk verwerkt. In 1996, 100 jaar later, wordt er dagelijks 800.000 liter melk verwerkt. Circa 90 medewerkers, verwerken 7 dagen per week in volcontinu-dienst circa 300 miljoen kg melk per jaar geleverd door 450 leden, een groot aantal leveranciers en enige zuivelbedrijven. Anno 1996 is het een modern en groeiend bedrijf op coöperatieve leest geschoeid, dat opereert in een traditioneel Nederlandse markt en van oudsher sterk is gericht op de export. In dat jaar wordt de kwantum toeslag ingevoerd. Een systeem dat bij veel particuliere en coöperatieve bedrijven al jaren in gebruik is.
1995 Het plaatsen van de nieuwe indamper
12
125 jaar
Het leverde binnen DOC Kaas de nodige discussie op, maar er werd met overgrote meerderheid besloten het systeem in te voeren.
Consolidatie zuivelcoöperaties
De consolidatie van zuivelcoöperaties neemt een vlucht als in 1997 FRIESLAND Dairy Foods fuseert met Coberco en de ’vrije coöperaties’ De Zuid-Oost-Hoek en Twee Provinciën tot Friesland Coberco Dairy Foods. ‘Bestuur, raad van commissarissen, ledenraad, ondernemingsraad en directie hebben geworsteld met de vraag of D.O.C. Kaas ba moest participeren in deze fusie’, zo meldt het jaarverslag van D.O.C. over 1997. De uitkomst is bekend, DOC besloot niet deel te nemen aan de vorming van dat grote zuivelbedrijf. Al het jaar erop wordt duidelijk dat de fusie ook voor DOC Kaas gevolgen zal hebben. Op 1 april 1998 verdween officieel de Leeuwarder kaasnotering van het toneel – een rechtstreeks gevolg van de nieuwe macht die was ontstaan in de Nederlandse zuivel. Frico wilde zelf de prijzen vaststellen, in plaats van zich te richten naar een publieke kaasnotering. De concurrentie werd harder. De fusiepartners hadden een aantal afnemers van kaas overgenomen, waardoor D.O.C. Kaas zich genoodzaakt voelde voor een andere marktbenadering te kiezen: de verkooporganisatie CheesePartners Holland V.O.F. werd opgericht, samen met Rouveen Kaasspecialiteiten en kaashandelsonderneming ‘Westland’. Ook wordt dat jaar een industrieterrein gekocht in Hoogeveen waar een groot kaaspakhuis voor de opslag van ‘in folie gerijpte kaas’ wordt gebouwd.
De fabriek krijgt langzaam vorm
Transport en installatie van de kaasmelktanken Foto’s AFV Hoogeveen
3 november 2003 De eerste kaas van de nieuwe fabriek op ZPH
Besluit bouw Zuivelpark
In 2000 wordt de nieuwe bestuurlijke organisatie van kracht waarmee de verantwoordelijkheden anders komen te liggen. De directie vormt het bestuur van de onderneming en de raad van commissarissen en het bestuur worden vervangen door een Raad van Beheer. In 2001 wordt het aantal rayons uitgebreid van 7 naar 9 en een nieuwe ledenraad ingesteld. In het voorjaar leidt de uitbraak van mond- en klauwzeer
tot vaak emotionele ruimingen van melkvee. Datzelfde jaar wordt besloten om een zuivelpark in Hoogeveen te bouwen – een mijlpaal in de geschiedenis van D.O.C. Kaas. Uitbreiding is op de productielocatie aan de Alteveerstaat niet meer mogelijk. Met de realisatie van het Zuivelpark is D.O.C. Kaas in staat verder te groeien en alle activiteiten op één locatie onder te brengen. Dit geldt voor zowel
13
Voor Elkaar
de productie en de rijping van kaas als voor de verwerking van wei. In februari 2002 wordt de grond bouwrijp gemaakt en in april 2002 gaat de eerste paal de grond in. Daar is een lange weg van procedures en vergunningen aan vooraf gegaan. Voor de toekomstige weiverwerking wordt een samenwerking aangegaan met Volac International Ltd en ook de bouw van die moderne weifabriek gaat in 2002 van start. De nieuwe kaasfabriek, voorzien van de nieuwste technieken, wordt volgens planning in november 2003 in gebruik genomen en op 3 november wordt de eerste kaas geproduceerd. De weifabriek van de joint-venture DVNutrition wordt in 2004 in bedrijf genomen. Evenals de warmtekrachtcentrale en de waterfabriek waarmee D.O.C. Kaas qua energie en water grotendeels zelfvoorzienend wordt. De daaropvolgende jaren staan in het teken van volumegroei en resultaatverbetering. Het aantal leden groeit gestaag – ook buiten de traditionele rayons – mede doordat andere afnemers van melk zijn gestopt. DOC Kaas behoort dan tot een van de grootste coöperaties in Nederland.
De vrije markt
Binnen de EU ontstaan discussies over het afschaffen van het quoteringssysteem en vanaf 2006 wordt het quotum langzaam verruimd. Exportrestituties worden afgebouwd en EU-interventies teruggedrongen. De verwachting is dat het marktstabilisatiebeleid over enkele jaren zal zijn verdwenen en dat het quoteringssysteem in 2015 wordt opgeheven: de vrije markt. Dan is ook al duidelijk dat dit een keerzijde kan hebben, zo blijkt uit een zinsnede in het jaarverslag over 2007: “Dit betekent dat we tegen de achtergrond van goede toekomstverwachtingen voor de zuivel het meer en meer zullen meemaken dat er sprake is van pieken en dalen als tijdelijk de balans tussen vraag en aanbod wordt verstoord. Zuivelindustrie en melkveehouderij moeten dus met de nodige schommelingen in de vrije markt rekening leren houden.” Het natuurkaaspakhuis wordt in 2007 opgeleverd en het zuivelpark nadert zijn voltooiing als in 2008
het pakhuis voor foliekaas en de kantoren in gebruik worden genomen. DOC Kaas steekt zichzelf in een nieuwe huisstijl en introduceert een nieuw logo en het motto ‘gewoon goed voor elkaar’. Het is ook het jaar waarin de zuivelmarkt verslechtert wat leidt tot lagere melkprijzen en onrust onder de leden. En het jaar waarin de grote zuivelcoöperaties FrieslandFoods en Campina fuseren tot de dan grootste zuivelcoöperatie ter wereld.
14
125 jaar
Eerste fusiepoging met DMK
De negatieve ontwikkeling in de zuivelmarkt die in 2008 zijn intrede deed, heeft zich ook in de eerste helft van 2009 voortgezet. De zuivelmarkt laat een steeds grilliger patroon zien. Er wordt een ‘Strategie 2010-2015’ ontwikkeld dat met de leden in het dubbele aantal najaarsvergaderingen dan normaal wordt besproken. De strategie leidt tot verdere kostenoptimalisatie en opbrengstverbeteringen. Maar om ook op langere termijn de criteria concurrerende melkprijs, continuïteit en groeimogelijkheden veilig te stellen, is besloten om naast het aanscherpen van de bestaande strategie ook andere opties uit te werken. Ondanks het geloof in eigen kracht is geleidelijk het besef gegroeid dat externe factoren noodzaken tot een meer fundamentele heroriëntatie van de strategie. Verschillende opties passeren de revue en uiteindelijk wordt er een fusieplan met de Duitse zuivelcoöperatie DMK uitgewerkt en aan de leden
voorgelegd. Het plan krijgt tijdens de algemene ledenvergadering op 3 november 2011 niet voldoende stemmen – 60% in plaats van de statutair benodigde 66,7% – waardoor DOC Kaas vooralsnog zelfstandig doorgaat. Wel geven de leden na discussies in de rayonvergaderingen van 2012 aan dat ‘ter wille van het veiligstellen van de criteria melkprijs, continuïteit en groeimogelijkheden op lange termijn, samenwerkingsverbanden nagestreefd moeten worden’.
Totaalspeler op de kaasmarkt Al snel wordt hier invulling aan gegeven. Augustus 2012 wordt 100% DOC Kaas eigenaar van CheesePartners Holland door de belangen van Westland Kaasspecialiteiten en Rouveen Kaasspecialiteiten in het bedrijf over te nemen. Daarnaast neemt DOC Kaas in 2013 samen met Vergeer Holland het bedrijf Kraats Kaas over dat zelfstandig in de markt blijft acteren. Dat jaar treedt ook de nieuwe strategie 2013 - 2017 in werking die moet leiden tot een sterke positie van DOC Kaas als totaalspeler op de kaasmarkt met regie over de volledige keten. De samenwerkingsverbanden die DOC Kaas voor deze strategie wil aangaan, leiden tot een scheiding tussen de coöperatie en de onderneming per 1 januari 2014. Hierbij komen alle operationele activiteiten onder de onderneming te vallen. Op exportgebied gaat DOC Cheese (het voormalige CheesePartners Holland) een samenwerking aan met Hochwald Foods GmbH. Deze joint-venture richt zich op de verkoop van producten van beide ondernemingen in Afrika en het Midden-Oosten. Intussen worden ter voorbereiding op de geplande sluiting van de productielocatie aan de Alteveerstraat in 2015 flinke investeringen gedaan om de capaciteit op het Zuivelpark uit te breiden.
Fusievoorstel DMK
In 2014 wordt wederom duidelijk dat DOC Kaas mede door haar beperkte product-portfolio kwetsbaar is voor schommelingen van vraag en aanbod in de markt. De Rusland boycot leidt tot een sterk verslechterde markt met een overaanbod van kaas en DOC Kaas wil meer mogelijkheden tot zijn beschikking om dergelijke klappen op te kunnen opvangen. Besloten wordt de strategie 2014 - 2017 versneld uit te voeren. Maar er wordt ook aan een andere oplossing gewerkt. Na zorgvuldige afweging van verschillende toekomstscenario’s gaat DOC Kaas met goedkeuring van de ledenraad op zoek naar een samenwerkingspartner. Die partner vindt DOC Kaas na gesprekken met een aantal andere zuivelondernemingen, wederom, in de Duitse zuivelonder neming DMK. De achtergrond van het fusievoorstel met DMK is helder. DMK is een internationale onderneming met een breed assortiment zuivel producten en goede posities in groeimarkten. De strategieën van beide zuivelbedrijven sluiten op elkaar aan en de bestaande productiecapaciteit kan bij een fusie beter worden benut. Bovendien creëert de samenwerking schaalgrootte en synergiën, en ontstaat er meer innovatie- en investeringskracht.
15
Voor Elkaar
De leden stemmen in
MILRAM is een van de bekendste zuivelmerken in Duitsland
Innovatieve verpakking van Humana babyvoeding
Productielocatie voor babyvoeding in Strückhausen
Beursstand DMK
Een intensief communicatietraject volgt waarbij leden-veehouders tijdens de voorjaarsbijeenkomsten, extra informatiebijeenkomsten en tijdens keukentafelgesprekken worden geïnformeerd over de achtergronden en consequenties van de fusie. Het voorstel leidt tot veel reuring, ook bij andere zuivelbedrijven die o.a. via de media proberen de leden-melkveehouders te beïnvloeden. Op 21 mei 2015 wordt het fusievoorstel tijdens een Algemene Ledenvergadering voorgelegd aan de leden die met grote meerderheid voor de fusie stemmen. In juni geven ook de bestuurlijke organen van DMK goedkeuring aan de fusie. Het wachten is dan nog op de goedkeuring van de mededingings autoriteiten die een klein jaar later kwam op 3 maart 2016. Per 1 april 2016 is de fusie tussen DOC Kaas en DMK een feit. Daarmee werd DOC Kaas B.V. een dochter onderneming van DMK GmbH en de coöperatie DOC Kaas B.A. mede-eigenaar van DMK GmbH. Het melkgeld dat DMK GmbH aan coöperatie DOC Kaas B.A. uitkeert, is gebaseerd op dezelfde vet- en eiwitprijs die DMK GmbH aan de coöperatie Deutsches Milchkontor eG uitbetaalt. Beide coöperaties keren dit bedrag volgens de eigen reglementen en leveringsvoorwaarden uit aan hun leden.
16
125 jaar
Melkquotum vervalt
Na 30 jaar melken met productie beperking vervalt per 1 april 2015 in Europa de quotering. De toename van de veestapel is groter dan verwacht en daarmee ook de melkproductie en fosfaatproductie. Om deze groei in goede banen te leiden en de hoeveelheid fosfaat afkomstig uit de melkveehouderij terug te brengen onder het fosfaatplafond van 84,9 miljoen kg introduceert de Nederlandse overheid een nieuwe beperking: fosfaatrechten.
Bestuurlijke wijzigingen
Het is een bijzondere en lastige periode waarin DOC Kaas een slechte zuivelmarkt moet pareren en tegelijkertijd de integratie met DMK in goede banen moet leiden. Ook bestuurlijk gezien leidt de fusie tot veranderingen. Het bestuur van de coöperatie bestaat sinds de fusie uit zes leden-melkveehouders. Drie van hen zijn direct vertegenwoordigd in de bestuurlijke organen van DMK GmbH. Zo is de bestuursvoorzitter lid van de raad van commissarissen van DMK GmbH en maken twee bestuursleden deel uit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van DMK GmbH. Omdat DOC Kaas B.V. na de fusie niet langer een zelfstandige onderneming is, wordt per 1 april 2016 de raad van commissarissen opgeheven. Ook de organisatie en de aansturing van de onderneming wijzigen en de rol van algemeen directeur en financieel directeur wordt gecombineerd tot één functie. Enkele jaren later worden de coöperatie en DOC Kaas B.V. volledig van elkaar losgekoppeld.
Duurzaamheidsprogramma’s De zuivelmarkt blijft volatiel, maar mede dankzij het brede productportfolio is DMK beter in staat de schommelingen op te vangen. Ook de herstructurering die DMK in 2016 in gang heeft gezet, draagt daaraan bij. De maatschappelijke druk op de agrarische sector en de melkvee houderij neemt jaar op jaar toe en leidt tot discussies over o.a. weidegang, diergezondheid en dierwelzijn. En tot extra wet- en regelgeving. Het in 2014 geïntroduceerde duurzaam heidsprogramma MELKKompas wordt in samenspraak met de leden geactualiseerd en vanaf 2017 kunnen leden naast de duurzaamheidstoeslag ook een separate weidegangspremie ontvangen. In 2019 worden de duurzaamheidsprogramma’s van DOC Kaas en DMK geïntegreerd tot Milkmaster. Wel zijn er landspecifieke verschillen.
Overname Uniekaas
In juli 2017 koopt DMK het merk Uniekaas en de Nederlandse bedrijfsactiviteiten. Hieronder vallen de rijpings-, verpakkingsen productiefaciliteiten in Kaatsheuvel. Uniekaas – het oudste kaasmerk in Nederland – begint na de overname aan een herpositionering in de markt: er wordt een nieuw logo ontwikkeld en ook de verpakkingen worden opgefrist en verduurzaamd. Er komt een nieuw assortiment en een nieuwe receptuur – het clean label (geen geur-, kleur- en smaakstoffen) wordt gehandhaafd. In 2018 wordt ook het nieuwe paraplumerk ‘Alteveer, alle goeds uit Drenthe’ geïntroduceerd.
17
Voor Elkaar
DMK strategie Visie 2030
De DMK Group is gedurende 2017 en 2018 compleet geher structureerd. Er is veel geïnvesteerd in productie optimalisatie, efficiency en innovaties, en de focus is verlegd van volume naar marge. Met de in 2019 gelanceerde strategie Visie 2030 heeft de DMK Group een duidelijke koers uitgestippeld die richting geeft en focus biedt. De fase van hoge investeringen is voorlopig voorbij en het fundament staat. De nadruk ligt op producten met toegevoegde waarde en een markt- en consumentengerichte aanpak. Het productaanbod is afgestemd op de behoeften van de consument in elke levensfase – van babyvoeding naar de dagelijkse beker yoghurt tot voedzame seniorenvoeding.
Trots op onze boeren
In 2019 kunnen de Nederlandse leden gmo-vrije melk leveren. De Duitse leden hadden sinds begin 2018 al de mogelijkheid om melk volgens VLOG-standaard, dus gmovrij, te leveren. In de tweede helft van 2019 zijn er op diverse plaatsen in het land boerendemonstraties. Directe aanleiding was de discussie rondom de aangescherpte regelgeving voor stikstof en de dreigende politieke uitspraken
over halvering van de Nederlandse veestapel. De boeren vroegen met de protestacties aandacht voor hun positie in de maatschappij, de continu toenemende regelgeving en het algemeen gebrek aan begrip en respect voor het boerenwerk. Om de leden-melkveehouders en andere boeren een hart onder de riem te steken, voorziet DOC Kaas alle RMO’s van de tekst ‘Wij zijn trots op onze boeren’.
jubileum van de coöperatie wordt uitgesteld. DMK reageert snel op de uitbraak – een crisisteam monitort continu de ontwikkelingen en stuurt bij waar en wanneer nodig. Het is met name een uitdaging voor logistiek en productie. Een groot deel van de afzet in de Food-service valt weg omdat de horeca dicht is. Dit wordt deels gecompenseerd door een grotere vraag vanuit de supermarkten mede veroorzaakt door het hamstergedrag van consumenten. Al met al weet de DMK Group de financiële impact van het coronavirus te beperken.
Vol zelfvertrouwen Coronacrisis
Het jaar 2020 had in het teken moeten staan van het 125-jarig jubileum van de coöperatie, maar COVID-19 gooide roet in het eten: 2020 wordt het jaar van de lock-down en de anderhalvemetersamenleving. Ook voor DOC Kaas en DMK. Zeker de eerste lock-down in maart is spannend: kan de melk nog gehaald worden, kan de melk nog verwerkt worden, wat gebeurt er met de afzetmarkt en wat is de impact op de melkprijs? De rayonvergaderingen van DOC Kaas in het voorjaar worden geannuleerd en de najaarsvergaderingen worden vervangen door een digitale bijeenkomst, een webinar. Ook de geplande ‘open dag’ met leden en medewerkers op het Zuivelpark ter gelegenheid van het 125-jarig
Anno 2021 is DOC Kaas een begrip in de Nederlandse zuivel. Mede door getoonde inzet en betrokkenheid van medewerkers en leden. Een coöperatie die gedurende haar historie van 125 jaar goede en slechte tijden heeft gekend en vaak voor lastige keuzes stond, maar die niet uit de weg ging. Een coöperatie met oog voor de menselijke maat, waar leden een naam hebben en gehoord worden. Een vitale coöperatie van, voor en door de leden die vol zelfvertrouwen de toekomst tegemoet ziet.
Een deel van dit artikel is gebaseerd op het jubileumboek ‘Van Coöperatieve Stoomzuivelfabriek Hoogeveen tot DOC Kaas’ uit 1996 van de schrijvers Jeroen Verhoog en Hans Warmerdam
QR-code naar filmpjes Deze drie QR-codes (moderne variant van de streepjescode) verwijzen naar een filmpje op YouTube. Het eerste filmpje dateert van 1927 en laat de aanvoer van melk via pulleboten zien en de verwerking tot gecondenseerde melk. Het filmpje is zwart/wit en zonder geluid. Het tweede filmpje is een promo-filmpje over DOC Kaas uit 2016 en het derde filmpje is de nieuwe commercial van Uniekaas. U kunt op uw smartphone een app downloaden (android via Play Store en iPhone via de App Store) en daarmee de QR-code fotograferen. Vervolgens komt u bij het filmpje op YouTube.
18
125 jaar
Gerard Nijhof (63) is van 1985 tot 2010 bestuurlijk actief geweest bij DOC Kaas. Een kwart eeuw, waarvan de laatste 9 jaar als voorzitter van de coöperatie. Een periode van groeien, bouwen en bestuurlijke vernieuwing, maar ook van een melkprijs die onderuitgaat. In zijn woning in Schuinesloot – de boerderij staat twee deuren verderop – blikt Gerard Nijhof terug op wat hij toch vooral ziet als een heel mooie tijd in zijn leven. “De combinatie boeren en bestuurder zijn bij je eigen zuivelcoöperatie, heb ik als een voorrecht ervaren.”
19
Voor Elkaar
Voormalig DOC Kaas-voorzitter Gerard Nijhof:
“De combinatie boeren en besturen bij je eigen zuivelcoöperatie is een voorrecht”
D
e ouders van Gerard hadden een boerderij in het Twentse Hasselo. Een gemengd bedrijf met varkens, koeien en kippen dat zich in 1976 puur op melkvee ging richten. Zijn jongste broer Ben is voorbestemd om boer te worden en het melkveebedrijf in Hasselo is te klein voor twee veehouders. Dus gaat Gerard naar de MEAO en later naar de HEAO. Door de stadsuitbreiding van Hengelo wordt de familie Nijhof gedwongen de boerderij in Hasselo te verkopen. In 1979 kopen de ouders een boerderij in Schuinesloot met meer grond en meer mogelijkheden – ook voor Gerard en zijn broers. “Mijn jongste broer Ben zat nog op de landbouwschool en ik had net mijn opleiding afgerond. Toen we naar Schuinesloot verhuisden kon ik meteen aan het werk op ons melkveebedrijf. Ook Herman, mijn andere broer, trad toe in de maatschap. Hij verhuisde later naar een boerderij in Lutten.” In Hasselo leverde de familie Nijhof aan de coöperatie Ormet die later fuseerde met Coberco. “Schuinesloot lag in het werkgebied van DOC en de melkfabriek stond in Slagharen. Dus zijn we lid geworden van DOC.”
Hoe bent u bestuurlijk actief geworden bij DOC Kaas? “Ik werd in 1985 gevraagd voor de Raad van Commissarissen namens de afdeling Slagharen. Samen met nog een tegenkandidaat, maar dat was meer voor de vorm. Het leek me heel interessant. Ik voelde me nauw betrokken bij de coöperatie – mijn vader was ook heel coöperatief aangelegd – en ik was zeer geïnteresseerd in de ontwikkelingen. Een jaar eerder was het melkquotum ingevoerd omdat in de Europese Unie meer melk werd geproduceerd dan geconsumeerd, wat uiteindelijk leidde tot de bekende melkplas en boterberg. En DOC had in 1985 net het besluit genomen om een nieuwe kaasfabriek
aan de Alteveerstraat te bouwen. Een investering van 12 miljoen gulden en een berekende positieve invloed op de melkprijs van 0,6 cent! De fabrieken in Slagharen en Zuidwolde moesten sluiten en dat lag gevoelig. Ik werd daar later zelfs op aangesproken door leden. Maar het leidde tot veel efficiency en lagere kosten omdat de wei niet meer vanuit die twee fabrieken naar Hoogeveen hoefde te worden gebracht. De fabriek was gebouwd voor 13.000 ton kaas, dat groeide uit tot uiteindelijk 65.000 ton.”
Er kwam dus meer melk bij? “Ja, dat was de strategie. Meer melk door de fabriek, de kostprijs drukken en onze positie versterken. Maar er waren van oudsher grensafspraken voor de werkgebieden, dus groeien in ledenaantal was lastig. De toenmalige directeur Willigenburg heeft er toen voor gezorgd dat we toch ons werkgebied gingen uitbreiden. En dus werden melkveehouders van buiten ons oorspronkelijke werkgebied eerst leverancier en na de benodigde statutenwijziging lid van DOC. Ja, daar was zeker animo voor. DOC betaalde een goede melkprijs uit en ontwikkelde zich goed. De focus verlegde zich toen al naar de productie van foliekaas. In 1995 veranderde de naam van de coöperatie in DOC Kaas. DOC werd ons handelsmerk om in het buitenland een onderscheidende positie op te bouwen en stond voor Dutch Original Cheese.”
Midden jaren ‘90 vond een grote fusiegolf plaats. DOC Kaas bleef zelfstandig. Waarom? “De laatste grote fusie in die periode was van 4 coöperaties in het Noorden en Oosten van Nederland en leidde tot de oprichting van Friesland Coberco Dairy Foods. Ook wij zijn toen tweemaal benaderd om deel te nemen aan die fusie. Een belangrijk besluit dat heel nadrukkelijk is besproken binnen alle
20
125 jaar
bestuurlijke gremia en tijdens rayonbijeenkomsten. We besloten om zelfstandig te blijven en iedereen stond daarachter. Wij waren van mening dat er naast zo’n kolos als Friesland Coberco ook ruimte was voor een kleinere speler. En dat afnemers behoefte zouden hebben aan concurrentie tussen aanbieders.”
In 2000 wordt de bestuurlijke organisatie gewijzigd. De Raad van Commissarissen en het Bestuur zijn vervangen door een Raad van Beheer. Wat was daarvan de achtergrond?
De fabriek op ZPH werd in 2003 opgeleverd. Hoe was dat? “Een moment om trots te zijn. Het was de modernste en grootste kaasfabriek in die tijd, echt uniek. Het was een langdurig traject, eerst werd de fabriek gebouwd en daarna het pakhuis en kantoor. Vanaf dat moment had het personeel weer een vaste plek
Bestuursvoorzitter Gerard Nijhof tijdens de officiële opening op 3 november 2003.
“De wijziging in de bestuurlijke organisatie had te maken met de te grote verantwoordelijkheden van met name het bestuur. Die was ook verant woordelijk voor de dagelijkse gang van zaken bij de onderneming en daarmee ook voor de productie locaties. Dat was met de groei die DOC Kaas doormaakte onwenselijk – die verantwoordelijkheid hoorde bij de directie. Inmiddels was ik toen al bestuurslid. In 1997 zat mijn termijn in de raad van commissarissen van 3 keer 4 jaar erop. Maar het toenmalige bestuurslid van de afdeling Slagharen was op dat moment ook aftredend en toen ben ik door de ledenraad in het bestuur benoemd.”
Er is toen ook een nieuwe ledenraad ingesteld. “Door het groeiende aantal leden van buiten ons oorspronkelijke werkgebied werd het aantal rayons uitgebreid van oorspronkelijk 4 naar uiteindelijk 9 en nam het aantal ledenraadsleden toe van 21 naar 27. Daarmee werd de onderlinge verstandhouding wel wat zakelijker en formeler.”
Per 1 september 2001 werd u benoemd tot voorzitter van de Raad van Beheer. “Klopt. Eerder dat jaar had de ledenraad goedkeuring gegeven aan de bouw van het Zuivelpark in Hoogeveen. Een belangrijk besluit. De onderneming groeide en de belangen werden groter. Ook de melkveebedrijven van de leden groeiden en het belang van een goede melkprijs nam toe. De strategie was om uitvoering te geven aan kostprijsleiderschap. De fabriek aan de Alteveerstraat in Hoogeveen zou op termijn moeten sluiten – het stond midden in het centrum, dus we konden niet uitbreiden. Vandaar het besluit voor een nieuwe fabriek op een nieuwe plek met mogelijkheden. Door de MKZ-crisis konden de leden niet voor vergaderingen bij elkaar komen en hebben we zelfs toen telefonisch vergaderd. Dat was een lastige periode.”
Open dagen met rondleiding voor de leden.
21
Voor Elkaar
“Ik hoefde me nooit zorgen te maken, het melkveebedrijf was in vertrouwde handen” op het Zuivelpark. En was er voor de bestuurlijke organen van de coöperatie ook weer een vaste vergaderlocatie. Dat scheelde gereis, maar het vergaderen op je eigen locatie heeft ook iets extra’s.”
Toen begon in 2007 de melkprijs te dalen… “Ja. In 2007 was het verschil met andere zuivelf abrieken te groot en in 2008 was de melkprijs in heel Nederland laag door de volatiele zuivelmarkt. Er was veel onrust. Leden eisten extra rayonbijeenkomsten en er werden zelfs advocaten ingeschakeld om eigen ledenraadsleden aansprakelijk te stellen. Het was een dieptepunt. Ik was verbaasd, nee teleurgesteld dat sommige leden voor mijn gevoel de coöperatie om zeep wilden helpen terwijl het al moeilijk genoeg is om met elkaar iets op te bouwen. Het was mijn taak om de coöperatie door deze crisis te helpen en de eenheid te bewaren. Dus goed communiceren en open kaart spelen. Het was toen van groot belang dat de directie en de bestuurlijke organen hecht waren. 2009 was de lastigste fase in mijn bestuurlijke periode. Ik ben redelijk nuchter aangelegd, maar in die periode heb ik wel een paar emotionele momenten gehad. Maar de steun en eenheid vanuit directie, Raad van Beheer, ledenraad en ook vanuit de leden sterkten me.”
Eind 2010 moest u de voorzittershamer overdragen. Geen fijn moment. “Bepaald niet. We hadden in 2010 de eerste gesprekken met DMK gehad over een mogelijke fusie. DOC Kaas scoorde nog steeds goed op kostprijsgebied, alleen dat was niet meer voldoende. Er was een breder productportfolio, meer internationalisering en marktmacht nodig. Zelfstandig blijven was voor Raad van Beheer en directie geen optie meer. Het was niet uit angst, maar uit realiteit omdat we zo’n situatie als in 2007-2008 niet nog een keer mee wilden maken en we meer continuïteit voor de melkprijs van onze leden wilden bieden. We hebben toen de plussen en minnen van verschillende fusiepartners in beeld gebracht. Lopende de gesprekken met DMK nam Arjan Schimmel het als voorzitter van mij over. Ik had veel vertrouwen in hem en in de bestuurlijke
organen, maar het was wel heel jammer om dat traject los te laten. Er was veel reuring over het voorstel om samen te gaan met DMK, ook van buitenaf. En toen werd het voorstel met onvoldoende meerderheid in 2011 afgestemd. Dat heb ik jammer gevonden, maar gelukkig was het draagvlak er bij de tweede keer wel. Waarbij ik nog steeds waardeer dat DMK de voorwaarden waaronder de fusie kon plaatsvinden ongewijzigd had gehandhaafd. Daarmee gaven zij ook aan een zeer serieuze partner te zijn met waardering voor DOC.”
Hoe kijkt u terug op uw bestuurlijke loopbaan bij DOC Kaas? “Het was een bijzondere tijd met heel veel mooie en een paar minder mooie momenten. Ik heb de periode van groei meegemaakt en mee mogen besluiten over belangrijke ontwikkelingen, zoals het Zuivelpark. Maar ook het aantrekken van twee ‘niet-melkveehouders’ als lid van de Raad van Beheer. Zij brachten ons kennis en ervaring over internationaal zakendoen en marktbenadering. Het was ook een heel leerzame periode voor mijzelf – ook ik heb mij in die tijd ontwikkeld. De vele contacten met heel verschillende mensen heb ik als een verrijking ervaren. De combinatie melkveehouder en bestuurlijk actief zijn bij je eigen zuivelcoöperatie vond ik geweldig, een voorrecht. Dat kon door de bedrijfssituatie: ik runde het melkveebedrijf eerst samen met mijn broers en later met mijn broer Ben en zijn gezin. Ik hoefde me nooit zorgen te maken, het melkveebedrijf was in vertrouwde handen.”
En nu? “Ik heb nog steeds samen met mijn broer Ben, zijn vrouw Herma en hun zoon Gerben – net als zijn vader een echte koeienboer – een melkveebedrijf in Schuinesloot. Over twee jaar loopt mijn termijn als gemeenteraadslid af. Ik heb onlangs mijn woning verkocht en over twee jaar ga ik verhuizen. Waar naartoe? Weet ik nog niet. Hopelijk kan ik nog lang actief meewerken, maar ik probeer ook wat meer tijd vrij te maken voor mijn vriendin in Twente. Misschien kom ik nog wel weer in Twente terecht!”
Tijdslijn: van 1895 naar 2020 1932
21 juli 1932
Crisis-Zuivelwet trad in werking. De overheid richtte een Crisis-Zuivelfonds op dat de veehouders een minimum melkprijs garandeerde
1937
Nederland liet de gulden devalueren waardoor de handel met het buitenland weer opleefde. De crisis in de zuivelindustrie kwam ten einde
1929
Nov 1938
29 oktober 1929
Beurskrach (instorten van de aandelenkoersen) leidde tot een landbouwcrisis in Nederland
1928
13 april 1928
Ingebruikname nieuwe zuivelfabriek
15 juli 1940
Boter, margarine en vetten op rantsoen
Start productie karnemelkse pap
1916
Najaar 1915
Start productie melkpoeder
Grote verbouwing van de fabriek: nieuwe machines, een ketelhuis en poederfabriek. En een schoorsteen van 46 m hoogte.
Oprichting Zuivel Kwaliteitskontrôle Bureau. Goedgekeurde boter werd voorzien van de letters Z.K.B. op het al sinds 1904 bestaande Rijksbotermerk.
Mei 1940
Aanvang Tweede Wereldoorlog voor Nederland
1925
Verkrijgen predicaat ‘Hofleverancier’ van koningin Wilhelmina
1915
1940
1938
24 nov 1940
Consumptiemelk gestandaardiseerd met een vast vetgehalte van 2,5%
22 april 1950
1950
Overname van ‘De Vooruitgang’ in Slagharen: een boterfabriek, een kleine kaasmakerij en twee melkboten
Medio 1950
Verbouwing kaasmakerij van ‘De Vooruitgang’ tot een capaciteit van 6 miljoen kg kaas
Begin jaren ’50
Opmars melkmachine
Start productie gecondenseerde melk
1896
6 januari
1895
22 november
Oprichting Coöperatieve Stoomzuivelfabriek te Hoogeveen
Ingebruikname fabriek Hoogeveen: 1.100 liter melk van 108 veehouders wordt verwerkt tot boter en karnemelk
Begin 1954
1954
De fabrieken in Hoogeveen en Slagharen gaan verder onder de naam Coöperatieve Fabrieken van Melkproducten “Hoogeveen”
1956-1957
Renovatie fabriek Hoogeveen en overschakeling van kolen op oliestook
1981
Oktober 1981
Sluiting laatste bussenmelk ontvangst Hoogeveen
1978
4 september 1978
Bezetting kantoor D.O.C. door ‘bussenmelkers’ die lidmaatschap willen opzeggen
1983
1 januari 1983
Invoering superheffing op melkproductie
Januari 1987
1976
Sluiten fabrieken Slagharen en Zuidwolde
14 april 1976
Installatie eerste ledenraad D.O.C.
1971
Overschakeling van oliestook op aardgas Aanschaf computer waarmee aan de leden een meer gespecificeerde melkgeldafrekening kon worden gegeven
1970
Ingebruikname tweede melkpoedertoren fabriek Hoogeveen
2001
Besluit bouw Zuivelpark in Hoogeveen
Opstart nieuwe kaasfabriek Hoogeveen
2000
19 maart 1987
Officiële opening nieuwe kaasfabriek Hoogeveen
1973
Topcoöperatie D.O.C. wordt omgevormd tot primaire coöperatie
1987
D.O.C. neemt een belang van 75% in K.H. de Jong te Drachten
1991
1998
Aankoop industrieterrein in Hoogeveen en bouw foliekaaspakhuis
D.O.C. staakt de boterproductie
Uitgave eerste Milieujaarverslag van D.O.C. Kaas ba
1993
Oprichting Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO), ontstaan uit de voormalige F.N.Z. en V.V.Z.M.
1 april 1998
Afschaffen Leeuwarder kaasnotering
11 april 1993
Alle melkleveranties worden vanaf deze datum op groeiremmende stoffen onderzocht
1996
Introductie kwantumtoeslag
1 juni 1993
Oprichting C.O.K.Z. na opheffen 4 Regionale Organen voor melk hygiëne
1 januari 1996
1994
Benoeming eerste vrouwelijke ledenraadslid D.O.C.
1995
22 november 1995
100-jarig bestaan van de coöperatie
1 januari 1995
1962
13 februari 1962
Oprichting van de Coop. Melkverwerkings vereniging ‘D.O.C.” en fusie zuivelfabriek in Hoogeveen, zuivelfabriek De Eendracht in Zuidwolde en de coöperatieve Zuivelfabriek en Korenmalerij in Ruinen
Wijziging bestuurlijke organisatie DOC Kaas ba
De naam D.O.C. wijzigt in DOC Kaas en D.O.C. wordt het handelsmerk Dutch Original Cheese
Eerste uitgave ’t documentje voor melkleveranciers en medewerkers
2021
6 januari 2021
Fabriek Alteveerstraat produceert 125 jaar
2020
2002
22 november 2020
April 2002
Coöperatie DOC Kaas bestaat 125 jaar
Eerste paal Zuivelpark in de grond
1 januari 2020
DMK neemt DVNutrition volledig over
2003
November 2003
Start productie nieuwe kaasfabriek Zuivelpark
2019
DMK lanceert strategie Visie 2030
2018
Introductie merk ‘Alteveer, alle goeds uit Drenthe’
2004
Ingebruikname weifabriek DVNutrition Zuivelpark
2017
DMK start herstructurering
2007
Juli 2017
Oplevering natuurpakhuis Zuivelpark
DMK koopt Uniekaas
2008
Oplevering pakhuis voor foliekaas en kantoren Zuivelpark
2010
Gouda Holland en Edam Holland krijgen een Beschermde Geografische Aanduiding (BGA)
2016
1 april 2016
Fusie DOC Kaas en DMK GmbH
2011
3 november 2011
Onvoldoende stemmen tijdens ALV voor fusievoorstel met DMK
3 maart 2016
Goedkeuring fusie door mededingings autoriteiten
2012
1 januari 2012
Leden DOC Kaas stemmen in met fusie met DMK GmbH
Het RMO-transport wordt ondergebracht bij één vervoerder
1 april 2015
Melkquoteringssysteem vervalt in Europa
Augustus 2012
DOC Kaas wordt 100% eigenaar van CheesePartners Holland
2015
21 mei 2015
2013
2014
Overname Kraats Kaas samen met Vergeer Holland
Joint-venture DOC Cheese en Hochwald GmbH
Invoering weidegangtoeslag
Introductie duurzaamheids programma MELKKompas en duurzaamheidstoeslag
1 januari 2014
25
26
D e mede werkers v an D O C Kaas B.V. felici teren co öp eratie D O C Kaas me t haar bijzondere jubileum !
125 jaar
Voor Elkaar
27
28
125 jaar
29
Voor Elkaar
Twee generaties Mensink over toen en nu
Boeren, ondernemen en besturen Bert Mensink en zijn broer Guus (vicevoorzitter van het bestuur) runnen samen het melkveebedrijf in Dedemsvaart dat ze in 2009 hebben overgenomen van hun ouders. Vader Bertus levert nog steeds hand- en spandiensten en ook moeder Riet komt nog regelmatig langs. Aan tafel in de kantine – met uitzicht over de ligboxenstal – een gesprek over boeren, ondernemen en besturen met Bertus Mensink (79) en zijn zonen Bert (40) en Guus (38).
N
ee, de familie Mensink heeft niet altijd aan DOC Kaas geleverd. Maar Bertus Mensink weet nog exact wanneer hij lid werd van DOC Kaas: op 1 januari 1998. Tot die tijd leverde hij aan Coberco die het jaar ervoor, in 1997, fuseerde met FRIESLAND Dairy Foods, De Zuid-Oost-Hoek en Twee Provinciën tot Friesland Coberco Dairy Foods. “De fusie was voor de Coberco-boeren minder gunstig, omdat we de eerste 3 jaren geen dividend zouden krijgen,” vertelt Bertus. “Coberco moest vertrekkende boeren het opgebouwde ledenkapitaal uitkeren en daarmee was het aantrekkelijk om elders te gaan leveren. DOC was toen actief aan het werven en mijn broer Jan Mensink leverde al aan DOC. De fabriek in Hoogeveen was dichtbij en hij had een betere melkprijs dan wij ontvingen. Dus zijn wij overgestapt. Mijn andere broer Frans Mensink die in Lutten boerde is hetzelfde jaar ook overgestapt naar DOC.” Bertus Mensink groeide op de boerderij van zijn ouders in de Paardelanden op. Het was een gemengd akkerbouw- en melkveebedrijf en er werden aardappelen, gerst, tarwe en suikerbieten verbouwd.
30
125 jaar
Bertus: “Het aantal koeien was beperkt – in die tijd werd er nog met de hand gemolken. Mijn vader kocht de eerste melkmachine in 1959. Ik moest dat jaar in militaire dienst en er was geen melker te vinden, dus kwam er een melkmachine.” In 1963 werd de boerderij in Dedemsvaart gekocht waarna het gezin in 1966 verhuisde. Broer Jan bleef op de boerderij in de Paardelanden. In 1967 kochten de ouders van Bertus nog een boerderij in Lutten waar zoon Frans later zelfstandig ging boeren. Na het overlijden van hun vader hebben Bertus en Frans beide boerderijen een tijd samen gerund tot Bertus in 1977 op de boerderij in Dedemsvaart zelfstandig verder ging. In dat jaar bouwde hij een ligboxenstal en breidde het koppel uit naar 70 koeien. Het was de eerste stap in een gestage uitbreiding.
In en uit de maatschap In 1984 kochten Bertus en Riet Mensink via publieke verkoop van de gemeente een perceel van 13 hectare. Hierop werd extra melkquotum toegewezen. Bertus: “Dat was het vliegwiel voor het bedrijf, wij konden door.” In 1995 werd er grond van de buren bijgekocht waardoor de huiskavel met 12 ha toenam. In 2000
Dedemsvaart
Maatschap: Bert en Guus Mensink Bert en Lieselot, dochter Benthe (7) Guus en Judith, zoon Koen (5) en dochter Sophie (3)
Melkkoeien: 275 Jongvee: 140
Grond: 95 ha 4 melkrobots
gingen vader, moeder, Bert en Guus in maatschap. In 2001 rondde Bert de opleiding Veehouderij af aan de Hogere Agrarische School in Dronten. Bert: “Het was altijd mijn wens om het bedrijf over te nemen. Jammer genoeg konden we niet uitbreiden zoals we wilden. Er lag een camping naast de boerderij en we mochten niet meer koeien houden.” Guus had inmiddels ook zijn opleiding in Dronten afgerond – Agribusiness en Bedrijfskunde – en koos voor een vervolgopleiding in Wageningen. Hij stapte uit de maatschap en ging later bij een bank werken. Bert: “In de jaren die volgden gingen we iets meer melken, omdat de droge koeien in de jongveestal konden en zijn we geleidelijk gestopt met de akkerbouw. Waarom? Ik ben een echte liefhebber van
31
Voor Elkaar
koeien en beleefde er steeds meer plezier aan. Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt. In 2007 kochten we 2 melkrobots. Mama was al jaren een groot voorstander – zij loopt altijd met dat soort zaken voor. We melken nog steeds met dezelfde robots, een goede keus dus.”
Camping gekocht In 2006 kopen pa en ma Mensink een paar kilometer verderop een voormalige boerderij en gaan daar in 2007 wonen. In 2008 wordt de naast gelegen camping gekocht en start de procedure voor het wijzigen van het bestemmingsplan. “De camping was versloft, er was geen caravan te zien – het was een papieren kwestie geworden.” In 2009 keert Guus terug naar Dedemsvaart. “Ik heb mijn baan als accountmanager bij ABN-AMRO in Helmond opgezegd en ben weer in maatschap gegaan. Bert en ik hebben toen het bedrijf overgenomen van onze ouders.” Er wordt een stal gehuurd en Guus gaat tijdelijk aan de slag als bedrijfsadviseur. In het voorjaar van 2011 gaat de bouw van de nieuwe ligboxenstal van start en al in het najaar wordt er begonnen met melken – nu met 4 melkrobots. In 2012 worden op de stal de eerste zonnepanelen gelegd.
Langere levensduur koeien De uitbreiding van het bedrijf gaat door: in 2014 wordt door middel van een ruil en koop de huiskavel met 20 hectare uitgebreid. In dit jaar wordt de woning van Guus en zijn vrouw Judith verbouwd. In 2018 wordt er wederom grond bijgekocht en een wagenloods/voeropslag gebouwd. De oude woning van Bert en zijn vrouw Lieselot wordt gesloopt en in
Bertus Mensink met zijn kleinkinderen Koen en Sophie
Geen boerenbestuurder
Behalve als boer en ondernemer zijn Bertus, Bert en Guus ook bestuurlijk actief. Bertus: “Ik heb onder meer in de Jongerencommissie en de Ledenraad bij Coberco gezeten. En bij de voorlopers van Agrifirm in de districtsraad. Waarom? Tja, je kan ja of nee zeggen als je wordt gevraagd. Ik denk dat ik vooral uit plichtsbesef ja zei. Nu doe ik vrijwilligerswerk en daar beleef ik veel plezier aan.” Bert is al sinds langere tijd bestuurslid bij de Veeteeltstudieclub Balkbrug e.o. “Dat sluit aan bij mijn liefhebberij voor koeien. En het is leuk, we hebben altijd een goede opkomst bij vergaderingen.” Guus is sinds 2010 lid van de Raad van Beheer (tegenwoordig bestuur) van DOC Kaas en is bestuurlijk gezien het meest actief. Maar hij wil vooral geen boerenbestuurder genoemd worden. “Ik ben boer. En ik ben bestuurder. Dat is wat anders dan een boerenbestuurder.” Waarom ben je bestuurslid geworden? “De coöperatie is een verlengstuk van je bedrijf. Als bestuurslid heb je de mogelijkheid om mee te denken en mee te bepalen. Ik heb vooral veel schik in contact met de leden. En in mijn rol voor DMK. In mei neem ik de rol van Arjan Schimmel over in de Raad van Commissarissen, de Aufsichtsrat, van DMK. Dat is een grote verantwoordelijkheid, maar ik zie er naar uit. De concurrentiepositie van DMK is goed, maar er valt meer uit te halen. Daar wil ik aan bijdragen – ik ben scherp op cijfers en kritisch.” Hoe combineer je het werk op de boerderij en je bestuurlijke activiteiten? “De combi boer en bestuurder is soms best pittig en ik wil beide goed doen. Het melkveebedrijf doe ik gelukkig samen met Bert. Voor mij heeft boeren met mijn broer zeker meerwaarde. Bert en ik hebben niet alleen dezelfde ouders, maar ook dezelfde visie en ambitie – en hart voor de koe. Dat is ons met de paplepel ingegoten.”
2019 is de nieuwe woning op het erf gereed. In 2020 worden ook de jongveestal, de oude ligboxenstal, de wagenloods en het laatste deel van de ligboxenstal voorzien van zonnepanelen. Zijn jullie nu voorlopig uitgebouwd? Bert: “Er blijft altijd iets te wensen over en daar is niets mis mee.” Zoals? “Een langere levensduur van de koeien, zodat ze langer op het bedrijf kunnen blijven. En misschien weidegang. Maar dan moeten er wel een extra melkrobots komen. Ambitie en plannen genoeg!” En met de bedrijfsopvolging lijkt het ook goed te zitten. Als na het gesprek Benthe (7) over het erf crost op haar fiets roept vader Bert haar na: ‘Benthe, wat wil je later worden?’ Ze kijkt achterom en roept: “Boerrrrrr!”
32
125 jaar
Investeren in de toekomst
Het Zuivelpark in Hoogeveen - ZPH
De bouw van het Zuivelpark in Hoogeveen is een mijlpaal in de historie van DOC Kaas. Uitbreiding op de productielocatie aan de Alteveerstaat was niet meer mogelijk en de coöperatie staat op een tweesprong. Er wordt gekozen voor groei – een ambitieuze stap die een forse investering vergt. Het jaarverslag over 2000 vermeldt
dat er ‘uitvoerig onderzoek heeft plaatsgevonden om te kunnen vaststellen of de inrichting van een zuivelpark haalbaar zou zijn. Er was veel overleg nodig met afnemers, banken, gemeenten, externe adviseurs etc.’ Door de MKZ crisis konden leden niet voor vergaderingen bij elkaar komen en werd er een schriftelijke
procedure opgezet. In de najaars vergaderingen van 2000 is het plan uitgebreid besproken en bleek dat er veel draagvlak was. Op 16 mei 2001 gaf de ledenraad goedkeuring aan het project ‘Zuivelpark Hoogeveen’. In februari 2002 wordt de grond bouwrijp gemaakt en in april 2002 gaat de eerste paal de grond in.
33
Voor Elkaar
Het Zuivelpark stelt DOC Kaas in staat verder te groeien en alle activiteiten op één locatie onder te brengen: het produceren en rijpen van kaas én de verwerking van wei. Voor de weiverwerking wordt een samenwerking aangegaan met Volac International Ltd en ook de bouw van de weifabriek gaat in 2002 van start.
De nieuwe kaasfabriek wordt gebouwd met de nieuwste technieken en wordt volgens planning in november 2003 in gebruik genomen. Op 3 november wordt de eerste kaas geproduceerd. Meteen na de opening zijn er open dagen voor de leden-melkveehouders met rondleidingen. De weifabriek
van de joint-venture DVNutrition wordt in 2004 in bedrijf genomen. Evenals de warmtekrachtcentrale en de waterfabriek waarmee DOC Kaas qua energie en water grotendeels zelfvoorzienend wordt. Het natuurkaaspakhuis wordt in 2007 opgeleverd en in 2008 worden het pakhuis voor foliekaas en de kantoren in gebruik genomen.
34
125 jaar
Eerste vrouwelijke ledenraadslid (1994-2006) Annie Steenbergen-Zomer:
‘Mijne heren’, werd ‘dame, mijne heren’ In 1976 vond de installatie van de eerste ledenraad van ‘de D.O.C.’ plaats. Hoewel de rol van de vrouw op het boerenbedrijf ook in die tijd al heel gewoon was, duurde het nog jaren voordat het eerste vrouwelijke ledenraadslid bij DOC Kaas werd benoemd. Pas in 1994 trad de eerste vrouw toe tot de ledenraad, en wel Annie Steenbergen-Zomer.
A
nnie Steenbergen-Zomer (57) groeide op een melkveebedrijf in IJhorst op. Hoewel Annie een echte koeienliefhebber is, wil ze geen boerin worden en volgt ze de opleiding apothekers-assistent in Zwolle. Ze gaat aan de slag als apothekers-assistent in Emmeloord. Annie Steenbergen: “Ik zei altijd ‘ik trouw nooit met een boer’, maar ja, toen kwam ik Jan tegen. Zijn ouders hadden een melkveebedrijf in Fluitenberg en Jan was beoogd bedrijfsopvolger. Wij trouwden in 1986 en zijn toen samen in het huurhuis in Echten gaan wonen. In 1987 ben ik gestopt met mijn werk als apothekers-assistent en hebben we de boerderij van Jan zijn ouders in Fluitenberg overgenomen. Toen was ik niet alleen getrouwd met een boer, ik werd ook fulltime boerin.” Gevraagd naar het exacte jaartal waarin ze toetrad tot de ledenraad van DOC Kaas, moet Annie het antwoord schuldig blijven. Ook weet ze niet meer wie haar destijds heeft benaderd – waarschijnlijk het ledenraadslid uit het rayon wiens termijn er op zat. Wel weet ze nog heel goed waarom ze vrijwel onmiddellijk ‘ja’ zei toe haar gevraagd werd om ledenraadslid te worden. “Het was een mooie kans om meer van de achtergronden te weten en meer betrokken te zijn bij de besluitvorming over voor de leden belangrijke kwesties. Ik was al jong bestuurlijk actief bij Jong Agrarisch Drenthe en ik ging ook altijd mee naar de rayonbijeenkomsten. Ik denk dat ze me daarvan kenden.”
Wist je dat je het eerste vrouwelijke ledenraadslid was? “Nee. Daar was ik me helemaal niet van bewust.”
Had je het idee dat er binnen de ledenraad iets veranderde na jouw benoeming? “Haha, ja, de opening door de voorzitter. Die ging van ‘mijne heren’ naar ‘dame, mijne heren’ en dat vond ik wel leuk. Verder werd ik als vrouw niet anders behandeld hoor. Er werden ook geen toespelingen of grapjes gemaakt. Ik werd gewaardeerd om mijn inbreng en heb me ook nooit belemmerd gevoeld om voor mijn mening uit te komen.”
Je hebt inmiddels behoorlijk wat bestuurlijke ervaring in heel uiteenlopende gremia. Hoe belangrijk is diversiteit? “Vrouwen benaderen zaken vaak toch anders dan mannen. Mannen denken dat ze rationeler zijn, maar dat betwijfel ik. Onderling kunnen het behoorlijke ‘haantjes’ zijn en willen ze meer hun punt maken dan vrouwen – en dat is bepaald niet rationeel. Ook de sfeer is anders bij een gemengd gezelschap, dus ja, ik vind diversiteit belangrijk in de samenstelling van bestuurlijke gremia. Ik vind het ook normaal. Allebei mijn ouders waren naast het werk op de boerderij in IJhorst bestuurlijk actief – dus dat werd er bij ons thuis met de paplepel in gegoten. Mijn moeder was actief op school, bij het koor en bij Vrouwen van Nu. Mijn vader onder meer bij de Rabobank. Ik weet nog dat hij een pak had dat hij alleen aantrok naar vergaderingen, zijn ‘rookpak’. Vrijwel iedereen rookte in die tijd, maar mijn vader niet. Zodra hij na een
35
Voor Elkaar
“Ik zei altijd ‘ik trouw nooit met een boer, maar ja, toen kwam ik Jan tegen” vergadering thuiskwam, ging het pak uit en werd in het open raam gehangen.”
Je was van 1994 – 2006 ledenraadslid. Hoe heeft DOC Kaas zich in die periode ontwikkeld? “Ik ben 12 jaar ledenraadslid geweest, dus langer dan de gebruikelijke 3 keer 3 jaar. Dat had te maken met de groei die de coöperatie doormaakte. Er kwamen meer leden, ook uit andere gebieden en de rayonindeling wijzigde waardoor ik weer herbenoemd kon worden. Meer leden betekende ook meer melk. Op enig moment waren we op de Alteveerstraat uit ons jasje gegroeid. Dus werd er een plan gepresenteerd voor een nieuwe kaasfabriek met de weiverwerking ernaast. Het voorstel werd unaniem aangenomen inclusief de joint venture met Volac. De strategie was toen om goede Goudse kaas te maken tegen een zo laag mogelijke kostprijs. Dat was achteraf gezien toch niet zo’n goede keuze, omdat het op de langere termijn niet heeft geleid tot een goede melkprijs. Er kwam meer vraag naar kaas met een plusje. Later werd ook het besluit genomen om een natuurpakhuis te bouwen. Ik weet nog dat Jannes
Oosterveld daarover zei: ‘Als andere partijen in de rij staan om onze kaas te rijpen, dan is het blijkbaar lucratief en moeten we het zelf doen.’ Grappig dat je dat soort dingen onthoudt.”
Waren er ook minder leuke momenten? “In mijn periode als ledenraadslid ontwikkelden de coöperatie en de melkprijs zich goed en waren er geen heel spannende of vervelende momenten. Hooguit de introductie van KKM, dat was wel wat minder. KKM had direct invloed op het boerenerf en dat leidde tot gemor onder de leden. Als ledenraadslid werden we erop aangesproken en natuurlijk kwam het altijd terug tijdens de rayonbijeenkomsten.”
Je bent 12 jaar ledenraadslid geweest. Wat heeft het jou gebracht? “Enorm veel plezier! En kennis. DOC Kaas is heel open en transparant, ook toen al, dus je kreeg als ledenraadslid veel achtergrondinformatie. Ook het sociale aspect vond ik leuk – ik ben een mensenmens dus dan kom je als ledenraadslid wel aan je trekken.”
36
DMK G feliciteert DO met haar b jubile In mijn optiek is een coöperatie een van de beste – zo niet dé beste – ondernemingsvormen voor directe en duurzame medezeggenschap van de eigenaren. Zij beslissen gezamenlijk welke koers wordt ingeslagen en met welk tempo. Goede communicatie is daarbij een must. Daarom zijn coöperaties waarschijnlijk ook de meest transparante ondernemingsvorm die er bestaat. Een jubileum, zoals DOC Kaas nu viert, is altijd een goede aanleiding om terug te blikken. Maar onze blik is vooral naar voren gericht – verandering is vandaag de dag een vaststaand gegeven. Het klinkt als een cliché, maar tegenwoordig geldt meer dan ooit: stilstand is achteruitgang. Verandering is een
Ingo Muller,CEO DMK Group
37
Group OC Kaas U.A. bijzondere leum teken van actualiteit dat ons als coöperatie siert. Ook - of misschien wel juist - als een coöperatie lange, diepe wortels heeft. Deze actualiteit brengt ons bovendien dichter bij elkaar. Onze DMK Group groeit verder en we vergroeien meer dan ooit met elkaar. Grenzen vervagen. Daarbij geldt dat DMK als groep slechts zo sterk is als zijn individuele wortels. Onze Nederlandse wortels brengen een enorme kaascompetentie in onze onderneming en we zijn er trots op dat we met Uniekaas het oudste merk Goudse kaas van Nederland in ons assortiment hebben. We leren daarbij niet alleen veel van, maar ook over elkaar en onze culturen. Dat is heel goed!
Daarom mag ik ons, vanuit het diepst van mijn hart en namens de vele duizenden mensen van de DMK-familie – melkveehouders en medewerkers – feliciteren met een geweldig jubileum. Hartelijke groeten, Ingo Müller CEO DMK Group
38
125 jaar
J
osef Gerdes herinnert zich nog goed hoe 25 jaar geleden in januari 1995 een kleine groepje Duitse melkveehouders nadacht over melk leveren aan Nederland. Aan de telefoon haalt hij de herinnering op. “We waren met een groepje van ongeveer zeven melkveehouders uit deze omgeving. We zagen dat de ontwikkeling van de melkprijs bij onze melkverwerker ‘Löningen‘ niet zo goed was als die in Nederland. En we keken naar DOC Kaas, omdat het maar 80 kilometer verderop ligt. In Duitsland exporteerden we van alles naar Nederland: vlees, kippen, varkens noem maar op. Maar het was niet de bedoeling dat een Duitse melkveehouder melk naar Nederland ging exporteren. Men dacht: als er één melkveehouder vanwege de betere melkprijs die kant op gaat dan zingt dat snel rond. Voor je het weet volgen er meer. Mijn vader, toen 62, hakte de knoop door: we gingen kennismaken met DOC Kaas.”
Dat ging dus niet vanzelf? “Niet aan de Duitse kant. Maar we gingen met een groepje Duitse boeren bij DOC Kaas op bezoek. En we kregen toen een goede indruk van het bedrijf; met name van de melkprijs. Directeur Willigenburg was naar ons heel duidelijk. Hij zei: ‘Ik wil jullie melk en ik kom het halen’. Zo ging het ook. Ik weet niet wat hij allemaal heeft gedaan en dat hoef ik ook niet te
weten. Maar het lukte hem wel. Er kwam een Duitse DOC coöperatie en wij waren een van de eerste leden.” Het melkveebedrijf van de familie Gerdes is een echt familiebedrijf. Vier generaties wonen en werken op de boerderij. Josef en zijn vrouw Anita (62) doen samen de werkzaamheden in de stal en melken ook samen. Hun zoon Josef (32) verricht alle werkzaamheden buiten de stal en zijn vrouw Irene werkt buitenshuis. En dan de twee uiterste leeftijden: de kleinzoon van 8 weken en de moeder van Josef van 100 jaar oud. Josef senior met trotse stem: “Dat vind ik heel mooi. Het is bijzonder als ik mijn kleinzoon bij mijn moeder zie. En iedereen is gelukkig ook in goede gezondheid.” Het bedrijf is ontstaan ‘ergens tussen 1800 en 1850’. De vestigingslocatie is altijd dezelfde gebleven. Het was vele jaren een gemengd bedrijf met kippen, varkens, koeien en paarden. In 1983 besloot Josef samen met zijn vader om over te gaan van een gemengd bedrijf naar een puur melkveebedrijf.
Waarom in 1983 de stap van gemengd bedrijf naar melkveebedrijf? “We hadden veel grasland rond het gemengde
39
Voor Elkaar
De familie Gerdes, eerste Duitse DOC Kaas-leveranciers
‘DOC Kaas lost problemen op’ Josef Gerdes (62) uit Löningen-Angelbeck was één van de eerste Duitse melkveehouders die aan DOC Kaas zijn melk ging leveren. “Veel bestuurders hier in de regio waren niet over ons voornemen te spreken. Zij dachten: ‘Als de eerste naar de Hollanders gaat, volgen er zo meer’. Maar DOC Kaas had de hoogste melkprijs, dus we besloten toch te leveren.”
bedrijf. En in die tijd had een melkveebedrijf een beter toekomstperspectief dan een varkensbedrijf. De prijzen waren beter en stabieler. We zijn van start gegaan met 17 Duitse roodbont koeien. We hebben in 1983 een stal voor zestig koeien gebouwd en naar dat aantal zijn we stap voor stap gegroeid. Al het jongvee dat op het bedrijf wordt geboren blijft hier. We hebben nu ongeveer 120 kalveren. We zijn in de loop der jaren wel van roodbont overgegaan op zwartbont. Mijn vrouw, die ook de koeien melkt, vindt zwart mooier.” De gemiddelde opbrengst van een koe bedraagt 9.500 liter met een vet- en eiwitgehalte van respectievelijk 4,51% en 3,69%. “We hebben altijd waarde gehecht aan een hoog vet- en eiwitgehalte en dan produceer je iets minder melk. Ergens moet je een veer laten. Maar met deze focus krijgen we iets meer melkgeld.”
U levert geen VLOG-melk. Waarom niet? “Er komt bij de productie van VLOG-melk veel administratief werk kijken. Je moet voldoen aan allerlei standaarden. Dat begrijp ik. Maar ik ben nu de 60 gepasseerd, ik werk niet graag met computers en hou ook niet van veel administratie. Als ik het extra werk dat bij de productie van VLOG-melk komt
kijken afzet tegen de extra inkomsten dan vind ik dat niet in de juiste verhouding staan. We hebben dat besproken en besloten: we doen het niet.”
U levert nu 25 jaar melk aan DOC Kaas. Dat is een lange tijd. “De eerste jaren was de melkprijs van DOC Kaas beter dan die van andere partijen. Nu heb ik de ervaring dat ik altijd bij DOC Kaas iemand kan bereiken als er problemen zijn. En dan worden ze opgelost. Dat is heel prettig.”
Hoe ziet de toekomst van uw bedrijf eruit? “Dat is moeilijk te zeggen. We hebben niet de mogelijkheid om uit te breiden. Rond ons melkveebedrijf zijn veel bedrijven met varkens, koeien en kippen in een klein gebied. Mijn buren hebben veel CO₂-uitstoot. Het hele gebied heeft een te hoge CO₂-emissie. Dat leidt ertoe dat ik geen vergunning krijg om uit te breiden. Als ik een nieuwe stal wil bouwen en het aantal koeien wil verdubbelen dan moet mijn buurman stoppen met boeren. Mijn zoon weet nog niet of hij verder gaat met het bedrijf. Op dit moment staat vanwege de emissies alles in dit gebied stil; of het nu gaat om uitbreiding of om het vervangen van de stal. Ik moet nog vijf jaar werken. Wie weet hoe de situatie er dan uit ziet.”
40
125 jaar
Oud-medewerker DOC Kaas Henk Hagemeijer:
“Ik heb hoofdzakelijk een leuke tijd gehad” Henk Hagemeijer (66) is nu 2 maanden met pensioen. En na 48 jaar dienstverband mist hij zijn DOC Kaas. ‘Even een bakkie koffie op Alteveer doen’, denkt hij regelmatig. “Zo gaat dat nu eenmaal. Ik kom nooit meer helemaal los van DOC.”
H
enk is de levende ooggetuige van bijna een halve eeuw DOC Kaas. Thuis in Slagharen blikt hij graag terug al is er zo nu en dan wat aan zijn geheugen ontsnapt. Hij begon in 1972 bij DOC op de melkfabriek in Slagharen als schilder op klusjesbasis. “Mijn vader werkte als kaasmaker bij de DOC, maar was daarnaast ook klusjesman op de fabriek. Hij had niet zo veel aardigheid meer aan de klusjes op de fabriek, zoals schilderen. Ik was in opleiding voor schilder en in overleg met de directeur nam ik klusjes van mijn vader over. Zo rolde ik de kaasfabriek in.” Henk kwam datzelfde jaar nog bij de melkfabriek in Slagharen in vaste dienst als bedrijfsschilder. Het salaris bedroeg ongeveer 700 of 800 gulden per maand. Het geld interesseerde hem nauwelijks. “Belangrijk was dat ik mijn gang kon gaan. Ik was mijn eigen baas in dienst van de DOC. De toenmalig directeur Mintjes vond het prachtig. In 1973 werd Mintjes ook directeur in Zuidwolde. Die bedrijfslocatie moest ik ook schilderen. Vijf jaar later werd Mintjes directeur in Hoogeveen Alteveerstraat. Die locatie kreeg ik er ook bij.”
Directeur Mintjes zag het wel met u zitten? “Mintjes nam me overal mee naar toe voor onderhoud van de fabriek. Plafonds witten, melktanks schilderen, glaszetten. Hij wilde dat de fabrieken er goed uit zagen. Op mijn Puch Tomos ging ik naar de verschillende DOC-locaties. Op een dag in 1975 was mijn Tomos stuk. Mintjes wilde per se het plafond gewit hebben. Kwam hij – de directeur – me met de auto ophalen en bracht me ‘s avonds naar huis. Zo ging het toen bij DOC.”
Veel vrijheid? “Vooral in de eerste jaren. Maar op een zeker moment dacht Mintjes: ‘Die Henk, ik zie hem haast nooit. Is hij er wel’?” Henk lachend aan de tafel in zijn woning: “Maar ik zag Mintjes zelden en dacht toch ook niet: is ‘ie er wel’? Maar ik moest klokken. DOC had maar één klok en die hing in Slagharen. Dus reed ik naar Slagharen. Ging daar klokken en reed toen naar Ruinen om daar een bedrijfswoning te schilderen. Aan het eind van de dag reed ik weer naar Slagharen om uit te klokken. Ik maakte veel uren; hoofdzakelijk door de reistijd naar die stempelklok in Slagharen.”
Hoe was het werken in Slagharen in die begin jaren zeventig? “De fabriek maakte rechthoekige 40+ of 48+ natuur kaas. Er werkten ongeveer 25 mensen; daarbij inbegrepen de eigen monteurs. De eerste mensen begonnen ’s nachts om drie uur met de fabriek opstarten. Vervolgens werden een paar honderd volle melkbussen geleegd, want er was nog geen RMO. Het legen ging machinaal. Maar van ieder bus moest wel handmatig de deksel worden geslagen. De fabriek maakte zo’n 1.250 kazen per dag en draaide 42 uur per week.” Begin jaren tachtig was in de beleving van Henk een drukke periode. “Er vond bij DOC Kaas een reorganisatie plaats, er was de start van de bouw van de kaasfabriek op de Alteveerstraat en de fabrieken in Zuidwolde en in Slagharen sloten. Onderdeel van het nieuwe beleid werd het uitbesteden van alles dat niet met kaas maken te doen had. Ik kreeg het voorstel om in de fabriek te gaan werken. Na een goede opleiding moest ik de vier wrongelbereiders en de centrifuges bedienen. Zo werd ik kaasmaker op de Alteveerstraat.”
Hoe beviel het? “Goed. We werkten in 1987 in de kaasmakerij met 3 ploegen en iedere ploeg bestond uit pakweg 7 mensen.
Voor Elkaar
Een hecht groepje. Daarnaast had je op de Alteveer nog het lab, het kantoorpersoneel en de voorfabriek. Bijna iedereen kende elkaar en het was gezellig. Ik was alleen niet zo blij met de nachtdiensten. Ik was net getrouwd. Dus ik zei tegen de chef: ‘Doe het met de nachtdiensten een beetje kalm aan, want ik ben net getrouwd’. Daarop kreeg ik een jaar uitstel van de nachtdiensten.”
Wat was uw taak? “Ik moest ervoor zorgen dat de melk in de wrongel bereiders kwam. Dat ging machinaal. Maar het was een heel stelsel van klepjes en kranen die je op tijd open en dicht moest zetten. Er kwam geen computer aan te pas. Je moest goed opletten of de kranen en handkleppen goed stonden om bijvoorbeeld de wei te koelen. Als je per ongeluk een klep vergat dan spoot de wei door de overdruk ergens de pijp uit. Het was geen zwaar werk, wel intensief omdat je op veel dingen moest letten.” In 2003 start de kaasproductie op de gloednieuwe fabriek op het Zuivelpark en verhuist Henk naar de wrongelbereiders op deze nieuwe locatie tot 2011. “In die periode werkte je afwisselend op de Alteveerstraat en op ZPH. Na een lange periode werken op een locatie wist ik niet meer precies hoe het werkte op de andere plek. Andere collega’s hadden ook die ervaring. Het systeem van kaas bereiden was op Alteveer net iets anders dan op ZPH waar het eigenlijk veel makkelijker was.”
Er ontstonden fouten? “Dat niet, maar in 2011 kwam er een vaste bezetting op de locaties. De medewerkers in de leeftijd van 40 tot 60 jaar gingen op Alteveer werken. Ik vond dat heel prettig, omdat je op Alteveer veel meer contact met meerdere mensen had. Je had wat meer voeling met wat er gebeurde dan op ZPH.”
Bijna vijftig jaar DOC Kaas. Wat waren voor u de hoogtepunten? “Nou, heel eerlijk? Dat waren toch wel de bedrijfsuitjes. Dat begon al in de tijd toen ik in Slagharen en Zuidwolde werkte. Een dagje met zijn allen en de echtgenoten weg en dan ’s avonds uit eten. In de jaren dat ik in Hoogeveen werkte gingen we zelfs eens in de twee jaar een lang weekend weg. We zijn bijvoorbeeld naar Parijs, Berlijn en London geweest. Alles was goed verzorgd en we hadden echt plezier. Ja, ik kijk met een goed gevoel terug op mijn tijd bij DOC Kaas. Het was hoofdzakelijk een leuke, fijne tijd!”
41
Uniekaas advertientie uit 2003