
5 minute read
Het melkveebedrijf van de familie Gerdes uit Löningen-Angelbeck (D) is een echt familiebedrijf. Vier generaties wonen en werken op de boerderij. En dan de twee uiterste leeftijden: de kleinzoon van 8 weken en de moeder van Josef van 100 jaar oud. Josef (62) over zijn overstap naar DOC Kaas: “Veel bestuurders in de regio waren niet over ons voornemen te spreken. Zij dachten: ‘Als de eerste naar de Hollanders gaat, volgen er zo meer
Oud-medewerker DOC Kaas Henk Hagemeijer:
“Ik heb hoofdzakelijk een leuke tijd gehad”
Advertisement
Henk Hagemeijer (66) is nu 2 maanden met pensioen. En na 48 jaar dienstverband mist hij zijn DOC Kaas. ‘Even een bakkie koffie op Alteveer doen’, denkt hij regelmatig. “Zo gaat dat nu eenmaal. Ik kom nooit meer helemaal los van DOC.”
Henk is de levende ooggetuige van bijna een halve eeuw DOC Kaas. Thuis in Slagharen blikt hij graag terug al is er zo nu en dan wat aan zijn geheugen ontsnapt. Hij begon in 1972 bij DOC op de melkfabriek in Slagharen als schilder op klusjesbasis. “Mijn vader werkte als kaasmaker bij de DOC, maar was daarnaast ook klusjesman op de fabriek. Hij had niet zo veel aardigheid meer aan de klusjes op de fabriek, zoals schilderen. Ik was in opleiding voor schilder en in overleg met de directeur nam ik klusjes van mijn vader over. Zo rolde ik de kaasfabriek in.”
Henk kwam datzelfde jaar nog bij de melkfabriek in Slagharen in vaste dienst als bedrijfsschilder. Het salaris bedroeg ongeveer 700 of 800 gulden per maand. Het geld interesseerde hem nauwelijks. “Belangrijk was dat ik mijn gang kon gaan. Ik was mijn eigen baas in dienst van de DOC. De toenmalig directeur Mintjes vond het prachtig. In 1973 werd Mintjes ook directeur in Zuidwolde. Die bedrijfslocatie moest ik ook schilderen. Vijf jaar later werd Mintjes directeur in Hoogeveen Alteveerstraat. Die locatie kreeg ik er ook bij.” Directeur Mintjes zag het wel met u zitten?
“Mintjes nam me overal mee naar toe voor onderhoud van de fabriek. Plafonds witten, melktanks schilderen, glaszetten. Hij wilde dat de fabrieken er goed uit zagen. Op mijn Puch Tomos ging ik naar de verschillende DOClocaties. Op een dag in 1975 was mijn Tomos stuk. Mintjes wilde per se het plafond gewit hebben. Kwam hij – de directeur – me met de auto ophalen en bracht me ‘s avonds naar huis. Zo ging het toen bij DOC.”
Veel vrijheid?
“Vooral in de eerste jaren. Maar op een zeker moment dacht Mintjes: ‘Die Henk, ik zie hem haast nooit. Is hij er wel’?” Henk lachend aan de tafel in zijn woning: “Maar ik zag Mintjes zelden en dacht toch ook niet: is ‘ie er wel’? Maar ik moest klokken. DOC had maar één klok en die hing in Slagharen. Dus reed ik naar Slagharen. Ging daar klokken en reed toen naar Ruinen om daar een bedrijfswoning te schilderen. Aan het eind van de dag reed ik weer naar Slagharen om uit te klokken. Ik maakte veel uren; hoofdzakelijk door de reistijd naar die stempelklok in Slagharen.”
Hoe was het werken in Slagharen in die begin jaren zeventig?
“De fabriek maakte rechthoekige 40+ of 48+ natuurkaas. Er werkten ongeveer 25 mensen; daarbij inbegrepen de eigen monteurs. De eerste mensen begonnen ’s nachts om drie uur met de fabriek opstarten. Vervolgens werden een paar honderd volle melkbussen geleegd, want er was nog geen RMO. Het legen ging machinaal. Maar van ieder bus moest wel handmatig de deksel worden geslagen. De fabriek maakte zo’n 1.250 kazen per dag en draaide 42 uur per week.”
Begin jaren tachtig was in de beleving van Henk een drukke periode. “Er vond bij DOC Kaas een reorganisatie plaats, er was de start van de bouw van de kaasfabriek op de Alteveerstraat en de fabrieken in Zuidwolde en in Slagharen sloten. Onderdeel van het nieuwe beleid werd het uitbesteden van alles dat niet met kaas maken te doen had. Ik kreeg het voorstel om in de fabriek te gaan werken. Na een goede opleiding moest ik de vier wrongelbereiders en de centrifuges bedienen. Zo werd ik kaasmaker op de Alteveerstraat.”
Hoe beviel het?
“Goed. We werkten in 1987 in de kaasmakerij met 3 ploegen en iedere ploeg bestond uit pakweg 7 mensen.
Een hecht groepje. Daarnaast had je op de Alteveer nog het lab, het kantoorpersoneel en de voorfabriek. Bijna iedereen kende elkaar en het was gezellig. Ik was alleen niet zo blij met de nachtdiensten. Ik was net getrouwd. Dus ik zei tegen de chef: ‘Doe het met de nachtdiensten een beetje kalm aan, want ik ben net getrouwd’. Daarop kreeg ik een jaar uitstel van de nachtdiensten.”
Wat was uw taak?
“Ik moest ervoor zorgen dat de melk in de wrongelbereiders kwam. Dat ging machinaal. Maar het was een heel stelsel van klepjes en kranen die je op tijd open en dicht moest zetten. Er kwam geen computer aan te pas. Je moest goed opletten of de kranen en handkleppen goed stonden om bijvoorbeeld de wei te koelen. Als je per ongeluk een klep vergat dan spoot de wei door de overdruk ergens de pijp uit. Het was geen zwaar werk, wel intensief omdat je op veel dingen moest letten.”
In 2003 start de kaasproductie op de gloednieuwe fabriek op het Zuivelpark en verhuist Henk naar de wrongelbereiders op deze nieuwe locatie tot 2011. “In die periode werkte je afwisselend op de Alteveerstraat en op ZPH. Na een lange periode werken op een locatie wist ik niet meer precies hoe het werkte op de andere plek. Andere collega’s hadden ook die ervaring. Het systeem van kaas bereiden was op Alteveer net iets anders dan op ZPH waar het eigenlijk veel makkelijker was.”
Er ontstonden fouten?
“Dat niet, maar in 2011 kwam er een vaste bezetting op de locaties. De medewerkers in de leeftijd van 40 tot 60 jaar gingen op Alteveer werken. Ik vond dat heel prettig, omdat je op Alteveer veel meer contact met meerdere mensen had. Je had wat meer voeling met wat er gebeurde dan op ZPH.”
Bijna vijftig jaar DOC Kaas. Wat waren voor u de hoogtepunten?
“Nou, heel eerlijk? Dat waren toch wel de bedrijfsuitjes. Dat begon al in de tijd toen ik in Slagharen en Zuidwolde werkte. Een dagje met zijn allen en de echtgenoten weg en dan ’s avonds uit eten. In de jaren dat ik in Hoogeveen werkte gingen we zelfs eens in de twee jaar een lang weekend weg. We zijn bijvoorbeeld naar Parijs, Berlijn en London geweest. Alles was goed verzorgd en we hadden echt plezier. Ja, ik kijk met een goed gevoel terug op mijn tijd bij DOC Kaas. Het was hoofdzakelijk een leuke, fijne tijd!”

