40
125 jaar
Oud-medewerker DOC Kaas Henk Hagemeijer:
“Ik heb hoofdzakelijk een leuke tijd gehad” Henk Hagemeijer (66) is nu 2 maanden met pensioen. En na 48 jaar dienstverband mist hij zijn DOC Kaas. ‘Even een bakkie koffie op Alteveer doen’, denkt hij regelmatig. “Zo gaat dat nu eenmaal. Ik kom nooit meer helemaal los van DOC.”
H
enk is de levende ooggetuige van bijna een halve eeuw DOC Kaas. Thuis in Slagharen blikt hij graag terug al is er zo nu en dan wat aan zijn geheugen ontsnapt. Hij begon in 1972 bij DOC op de melkfabriek in Slagharen als schilder op klusjesbasis. “Mijn vader werkte als kaasmaker bij de DOC, maar was daarnaast ook klusjesman op de fabriek. Hij had niet zo veel aardigheid meer aan de klusjes op de fabriek, zoals schilderen. Ik was in opleiding voor schilder en in overleg met de directeur nam ik klusjes van mijn vader over. Zo rolde ik de kaasfabriek in.” Henk kwam datzelfde jaar nog bij de melkfabriek in Slagharen in vaste dienst als bedrijfsschilder. Het salaris bedroeg ongeveer 700 of 800 gulden per maand. Het geld interesseerde hem nauwelijks. “Belangrijk was dat ik mijn gang kon gaan. Ik was mijn eigen baas in dienst van de DOC. De toenmalig directeur Mintjes vond het prachtig. In 1973 werd Mintjes ook directeur in Zuidwolde. Die bedrijfslocatie moest ik ook schilderen. Vijf jaar later werd Mintjes directeur in Hoogeveen Alteveerstraat. Die locatie kreeg ik er ook bij.”
Directeur Mintjes zag het wel met u zitten? “Mintjes nam me overal mee naar toe voor onderhoud van de fabriek. Plafonds witten, melktanks schilderen, glaszetten. Hij wilde dat de fabrieken er goed uit zagen. Op mijn Puch Tomos ging ik naar de verschillende DOC-locaties. Op een dag in 1975 was mijn Tomos stuk. Mintjes wilde per se het plafond gewit hebben. Kwam hij – de directeur – me met de auto ophalen en bracht me ‘s avonds naar huis. Zo ging het toen bij DOC.”
Veel vrijheid? “Vooral in de eerste jaren. Maar op een zeker moment dacht Mintjes: ‘Die Henk, ik zie hem haast nooit. Is hij er wel’?” Henk lachend aan de tafel in zijn woning: “Maar ik zag Mintjes zelden en dacht toch ook niet: is ‘ie er wel’? Maar ik moest klokken. DOC had maar één klok en die hing in Slagharen. Dus reed ik naar Slagharen. Ging daar klokken en reed toen naar Ruinen om daar een bedrijfswoning te schilderen. Aan het eind van de dag reed ik weer naar Slagharen om uit te klokken. Ik maakte veel uren; hoofdzakelijk door de reistijd naar die stempelklok in Slagharen.”
Hoe was het werken in Slagharen in die begin jaren zeventig? “De fabriek maakte rechthoekige 40+ of 48+ natuur kaas. Er werkten ongeveer 25 mensen; daarbij inbegrepen de eigen monteurs. De eerste mensen begonnen ’s nachts om drie uur met de fabriek opstarten. Vervolgens werden een paar honderd volle melkbussen geleegd, want er was nog geen RMO. Het legen ging machinaal. Maar van ieder bus moest wel handmatig de deksel worden geslagen. De fabriek maakte zo’n 1.250 kazen per dag en draaide 42 uur per week.” Begin jaren tachtig was in de beleving van Henk een drukke periode. “Er vond bij DOC Kaas een reorganisatie plaats, er was de start van de bouw van de kaasfabriek op de Alteveerstraat en de fabrieken in Zuidwolde en in Slagharen sloten. Onderdeel van het nieuwe beleid werd het uitbesteden van alles dat niet met kaas maken te doen had. Ik kreeg het voorstel om in de fabriek te gaan werken. Na een goede opleiding moest ik de vier wrongelbereiders en de centrifuges bedienen. Zo werd ik kaasmaker op de Alteveerstraat.”
Hoe beviel het? “Goed. We werkten in 1987 in de kaasmakerij met 3 ploegen en iedere ploeg bestond uit pakweg 7 mensen.