5 minute read

Waterstof is een mooie oplossing maar niet dé oplossing

DUURZAAMHEID Door Annelies van Stijn

ONLINE TOPSECTOR LOGISTIEK CONGRES MET VEEL INNOVATIEVE PRAKTIJKVOORBEELDEN

‘OPSCHALING IS HET SLEUTELWOORD’

Tijdens het online Topsector Logistiek Congres op 9, 10 en 11 september kregen logistieke professionals de nieuwste inzichten en oplossingen voor een concurrerende en emissieloze logistiek in Nederland voorgeschoteld. Op dag twee, met als thema duurzame logistiek, zette boegbeeld Aad Veenman van de Topsector Logistiek de toon: “In het lopende programma hebben we 66.000 kilo CO 2 bespaard, volgens de klimaatdoelstellingen moeten dat er 3,7 miljoen ton worden. Werk aan de winkel dus.”

De drie congresdagen stonden achtereenvolgens in het teken van datagedreven logistiek, duurzame logistiek en ketenregie. Elke congresdag opende presentator Joost Hoebink met een interactieve talkshow en sprak op deze tweede dag met gasten vanuit de wetenschap en de praktijk, te weten Roy van Verseveld (Vos Transport), Harry Werkman (Heineken) en Rob Zuidwijk (Rotterdam School of Management).

UITDAGING

De centrale vraag tijdens deze openingssessie was: hoe gaan we de volgende stap nemen om de klimaatdoelstellingen te halen? Daarbij haalt Hoebink de oplossing ‘solar on top’ ofwel zonnepanelen op het dak van vrachtwagens aan die daags ervoor werd gepresenteerd. Volgens Zuidwijk is dit, evenals waterstof, een mooie oplossing maar niet dé oplossing. “We staan voor een enorme uitdaging. Sleutelwoord daarbij is opschaling. We moeten niet alleen naar de bedrijven kijken die voorlopers zijn, maar zorgen dat ook de andere bedrijven gaan meedoen aan het reduceren van emissies. Dat vraagt nieuwe tooling en innovaties. Om het mkb mee te krijgen is het belangrijk hen te helpen bij het inzichtelijk maken wat hun emissies zijn, hoe die ontstaan en welke actie ze kunnen ondernemen om tot een reductie te komen. Tools hiervoor zijn er al, zoals BigMile.” Vos Transport is al sinds 2010 bezig met het reduceren van zijn emissies met onder meer Lean & Green. Het bedrijf werkt ook mee met de pilot Talking Logistics, waarbij de vrachtwagens communiceren met verkeerslichten en dus minder vaak hoeven te stoppen en dus besparen op diesel. Van Verseveld: “Naast het nieuwe rijden dat onze

‘DUURZAAM KAN HAND IN HAND GAAN MET RENDABEL EN GOED ONDERNEMEN’

chauffeurs al een tijd doen en waarmee we 10 procent diesel besparen, rijden ze nu ook veel proactiever. We hebben zo’n vijfhonderd vrachtwagens. Halen we er bij al onze vrachtwagens twee stops per dag uit, dan scheelt dat ons 250.000 liter brandstof op jaarbasis. Tel maar uit wat dat betekent. Duurzaam kan op die manier dus hand in hand gaan met rendabel en goed ondernemen.” Ook Heineken blijft zoeken naar mogelijkheden om de processen te verduurzamen. Nadat er al 7 tot 8 miljoen kilometers van weg naar water zijn gegaan door over te stappen van wegvervoer naar binnenvaart, ligt de focus nu op lege containers. Werkman: “Er gaan nu lege containers, de helft van het totaal, naar de brouwerijen en volle van daaruit naar bijvoorbeeld de havens. We zijn nu bezig om die lege containers te vullen met verpakkingsmateriaal, in dit geval glas. Op die manier halen we nog eens 1,5 miljoen kilometers van de weg.”

SAMENWERKING

Het mooie van deze tijd vinden Werkman en Van Verseveld dat er binnen bedrijven en met klanten steeds meer wordt gepraat en samengewerkt om de carbon footprint te verkleinen. Het is niet meer alleen die sticker van Lean & Green op een auto. Er wordt nu veelal gezamenlijk gekeken naar oplossingen om emissies te reduceren. “De gesprekken komen nu op gang om er ook een businesscase van te maken. Dat is hartstikke mooi om te zien”, aldus Van Verseveld. De volgende vraag die Hoebink stelt, is wanneer nu de hele keten groen kan worden gemaakt. Nu is elektrisch immers nog vrijwel alleen weggelegd voor pick-up en delivery, dus voor ritten van circa 70 kilometer. Zuidwijk vindt dat een lastige vraag. Hij adviseert te beginnen met de quick wins, dus het elektrificeren van voertuigen die worden gebruikt voor het beleveren in de stad. De mogelijkheden voor een geheel groen keten zijn naar zijn zeggen afhankelijk van factoren waar een bedrijf of ondernemer niet direct invloed op heeft. “Dat is namelijk afhankelijk van de voortgang van de techniek, wanneer de radius van bijvoorbeeld elektrische voertuigen groter wordt. Is die techniek er eenmaal, dan gaat het snel.” Ook zal er volgens Zuidwijk goed moeten worden gekeken naar een dergelijk opschaaleffect. “Wordt er meer elektrisch gereden, dan heb je ook laadinfrastructuur nodig. Dat wordt nog een kwestie, maar ook daar is dan een evolutie nodig.” Elektrificeren is ook voor Heineken een actueel onderwerp. “Binnenkort zitten we met een aantal marktpartijen aan tafel om te kijken om het traject vanaf de brouwerij in Zoeterwoude naar de terminal in Alphen aan den Rijn volledig met elektrische trucks te gaan doen. Daarnaast hebben we afgelopen jaar een overeenkomst gesloten met een partij die ervoor gaat zorgen dat we elektrisch kunnen gaan varen”, aldus Werkman. Vos Transport houdt het voorlopig bij biodiesels. “Elektrisch voor ons geen optie, omdat onze corebusiness nationale ritten zijn van 300 tot 400 kilometer en internationale ritten van 1.500 tot 1.600 kilometer. Dan zou je echt veel te veel stops moeten maken om steeds je accu’s op te laden. Dat is geen businesscase.”

EENDUIDIG

Waar Vos Transport daarnaast tegenaan loopt, is het niet op één lijn zitten van verschillende overheden, bijvoorbeeld in het geval van modal shift. Van Verseveld: “We zijn bezig met het opzetten van een containerterminal in Deventer. De Nederlandse overheid en Brussel willen dat we daarvoor inzetten op modal shift van weg naar water. De regionale overheid ziet dat niet zitten, omdat dat lokaal tot te veel CO 2 -uitstoot zou leiden.” Zuidwijk begrijpt dat lokale overheden zich moeten zich verantwoorden voor emissies. Hij zou echter graag zien dat er meer oog is voor wat er door bijvoorbeeld in dit geval de modal shift naar water in de totale keten kan worden bespaard. in die keten zouden volgens hem dan ook mogelijkheden zijn om in dit geval de stad Deventer qua emissies te compenseren.

LEERZAAM

Omdat ook het leren van fouten ofwel worst cases belangrijk is voor deelnemers aan de diverse projecten, vraagt Hoebink ook Van Verseveld en Werkman naar niet gelukte, maar leerzame initiatieven. Van Verseveld noemt het initiatief van Vos Transport voor een waterstoftankstation in Deventer. “Dat is nog niet gelukt. Je hebt daarvoor als koploper een steuntje in de rug nodig, Het moet immers wel rendabel zijn. Maar het is een leerzaam traject geweest dat ons zeker helpt bij een volgende stap.” Werkman vertelt dat Heineken heeft geprobeerd een groot deel van de keten naar Duitsland op het water te krijgen. “Dat is echter nóg niet gelukt, omdat er geen infrastructuur was aan het water. Zitten logistiek dienstverleners namelijk te ver van het water, dan wordt zoiets al snel heel erg duur. Maar zeg nooit nooit. We blijven ermee bezig.”

This article is from: