
5 minute read
‘Fraude integraal aanpakken’
from VMT 1 (2016)
by VMN Media
Bedrijven worstelen met plaats in organisatie
Preventie en bestrijding van fraude vergt van bedrijven een integrale aanpak. Via de afdeling Kwaliteit is slechts een deel van de risico’s afgedekt, vertelden FrieslandCampina en Albert Heijn tijdens VMT’s eerste fraudecongres. Half januari stelt PwC de fraudetool beschikbaar in de vorm van een app.
Levensmiddelenfabrikanten brengen fraude onder bij hun afdeling Kwaliteitszorg. Wie de deelnemerslijst zag van de bijeenkomst ‘Fraude: preventie en bestrijding’, kon niets anders concluderen. Dagvoorzitter en spreker Suzan Horst plaatste er als director QA van FrieslandCampina wel enkele kanttekeningen bij. “Quality is niet de oplossing en kan het zeker niet alleen”, betoogde ze. “Kwaliteitsmanagers doen al veel, maar zijn geen controllers, boekhouders of detectives.” Daarmee noemde zij meteen enkele andere disciplines die bij preventie en opsporing van fraude betrokken moeten worden. Bij deze zuivelinternational houdt Quality zich niet bezig met zaken als massabalansen, voorraadbeheer, salarisbonussystemen en de moraal van het management.
Geen absolute garantie
“Vanuit Quality doen en deden we al veel. Zeker als het gaat om de integriteit of echtheid van ingrediënten of het finale product. Misschien moeten we zaken nog strakker regelen”, zei Horst. Ze beseft echter ook dat fraude nooit helemaal is te voorkomen. “Bij analyses ben je bijvoorbeeld afhankelijk van de nauwkeurigheid van de test, blijft de monstername een steekproef en weet je lang niet altijd waarop je zou moet meten.”
Net als bij HACCP moet fraudepreventie via een risicogebaseerde aanpak in kwaliteitssystemen worden ingebouwd. Horst: “VACCP spreekt mij aan, maar is nog niet helemaal uitgewerkt en is niet morgen al ingebouwd in onze kwaliteitssystemen”. Fooddefense is bij fraudepreventie een goede start. Daarmee beperkt een bedrijf de gelegenheid tot frauderen, een van de factoren die fraude veroorzaken (zie figuur 1). “Wij doen daar al veel aan, zowel intern als extern, bijvoorbeeld in de vorm van een slot op de melktank van de veehouder.” Omdat FrieslandCampina een coöperatieve onderneming is met de melkveehouders als eigenaar, is het risico op grootschalige fraude onder deze toeleveranciers gering. Voor de eigen fabrieken geldt fooddefense en VACCP. Blijven over de afnemers. Horst:
Product Integrity Audit
De aangekondigde Product Integrity Audit wordt een leveranciersvoorwaarde van Albert Heijn. De PIA verschilt sterk met de vragenlijsten van audits voor BRC, IFS en FSSC 22000.
Vijf belangrijke onderdelen – bedrijfscultuur, risicobewustzijn en het productintegriteitssysteem, traceerbaarheid en massabalansen, interne beheersmaatregelen en verbeterplannen, en bedrijfskarakteristieken en indruk auditor – worden geplot in een spindiagram. In één oogopslag wordt dan duidelijk waar in een bedrijf, productcategorie of sector verbeteringen zijn te behalen.
Op het VMT Food Event van 14 april in Den Bosch zullen Albert Heijn, ISACert en Hilton Meats Zaandam lezingen verzorgen over de opzet en hun ervaringen met deze Product Integrity Audit.
“Historisch gezien wordt daar het meeste gefraudeerd in de vorm van omkatten. Vaak gaat het dan om de tht-datum. Dat doet de vraag opkomen of we in navolging van Supplier Quality Management (SQM) ook niet Customer Quality Management (CQM) voor onze afnemers moeten invoeren. Moet je je afnemers gaan selecteren op betrouwbaarheid?”
Productintegriteit
Horst benadrukte dat het traceerbaarheidssysteem enorm kan helpen productintegri- hamburger geleverd zijn door 13 leveranciers? Als je dan een product moet terughalen, loop je als bedrijf enorme risico’s.” korter en transparanter te maken, zal mede hierdoor verder toenemen. teit te garanderen. Yvonne Huigen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) reikte de deelnemers aan de hand van de ervaringen met de paardenvleesfraude en de FVO-missie naar traceerbaarheid nog een begin-of-pipe oplossingsrichting aan. “Houd recepturen overzichtelijk!

Waarom moet een saus kruiden van 22 leveranciers bevatten of het vlees van een
Zo moest Selten in 2013 50.000 ton vlees terugroepen, met als gevolg dat het bedrijf failliet ging. De paardenvleesaffaire leerde dat betrokken bedrijven hun administratie niet op orde hadden: massabalansen klopten niet – paardenvlees werd door Selten wel ingekocht, maar niet verkocht. Vandaar dat verschillende sprekers de deelnemers adviseerden om een breed beeld van hun leveranciers op te bouwen. Als voorbeelden werden genoemd: leverbetrouwbaarheid, leveren volgens specificaties, maar ook geruchten in de markt, problemen met facturering of met bijvoorbeeld de belastingdienst en het op tijd uitbrengen van jaarverslagen. Iedere leverancier brengt een zeker risico met zich mee. Zeker in een zeer versnipperde vleessector met een wereldwijd netwerk met enorme aantallen tussenhandelaren. Volgens Huijgens gaat de NVWA naar aanleiding van de FVO-missie tijdens inspecties traceerbaarheidssystemen onder andere via simulaties testen. De druk om ketens
Fraude bij Kwaliteit
Albert Heijn heeft fraude in 2014 ondergebracht bij de afdeling Kwaliteit omdat dit een raakvlak heeft met Food Safety, aldus Anita Scholte op Reimer, directeur QA en Duurzaamheid bij Ahold. Binnen de afdeling is de nadruk verlegd van reactief reageren op incidenten naar voorkomen van fraude. Preventie betekent voor Albert Heijn grip krijgen op de circa 1.300 directe toeleveranciers van huismerkproducten en ruim 3.000 last stage of production-locaties, bedrijven waar de laatste bewerking aan het eindproduct wordt verricht. Daarvoor werd FAR ontwikkeld. Dit Fraud Approach Regime- systeem kent vier bouwstenen: het GFSI Guidance Document, labanalyses, onaangekondigde audits en aangekondigde Product Integrity Audits. Bedrijven werden gegroepeerd in risicocategorieën waarbij de risico’s van het bedrijf (laag, gemiddeld, hoog) tegen de risico’s van het product (laag, gemiddeld, hoog ) werden afgezet. Begonnen werd met die bedrijven die op beide criteria hoog scoorden, waaronder producenten van vlees en vleespro-
Congres
Fraude is een multifactoraal probleem en moet dus ook zo worden voorkomen, opgespoord en aangepakt.
FFVA-tool als app
WUR en VU Amsterdam ontwikkelden in opdracht van SSAFE een tool waarmee bedrijven de kwetsbaarheden voor fraude in hun toeleverende keten en eigen bedrijfsgelederen kunnen inventariseren. Accounts- en adviesorganisatie PwC maakte als global roll-out partner van SSAFE deze Food Fraud Vulnerability Assessment (FFVA-)tool op 14 januari wereldwijd beschikbaar in de vorm van een gebruiksvriendelijke app.
De tool helpt bedrijven zich voor te bereiden op de nieuwe GFSI-richtlijnen die vereisen dat GFSI-gecertificeerde voedselbedrijven een vulnerability assessment uitvoeren en een controleplan opstellen om voedselfrauderisico’s te verkleinen. De tool is overal in de voedselproductie- en distributieketen inzetbaar: van erf tot bord, ongeacht type, grootte of locatie van het bedrijf. De 50 open vragen geven een bedrijf inzicht in productgerelateerde risico’s, ketentransparantie, economisch aspecten zoals prijsontwikkelingen van grondstoffen, financiële signalen, eerdere criminele handelingen en beheersmaatregelen. Behalve de vragen omvat de app ook een managementdeel waarmee de gebruiker onder meer vorderingen en acties kan managen. Voor informatie: www.pwc.com/foodfraud ducten, vis en visproducten, olijfolie, honing, verse vruchtensappen en melk. Deze bedrijven kregen als eerste te maken met de FAR-methodiek. Sommige werden onaangekondigd door projectleider Rob van de Straat bezocht en bij enkele bedrijven werd geëxperimenteerd met een Product Integrity Audit die samen met ISACert is ontwikkeld (zie kader). De producten met hoog risico zelf worden steekproefsgewijs in het lab getest. Behalve naar de keten werd gekeken of het etiket klopt, of de afspraken die daarover zijn gemaakt worden nageleefd en of de gegevens kloppen met die in de database van Albert Heijn.
Uit de controles en gesprekken met de leveranciers trok Albert Heijn de volgende conclusies: 1. specificaties moeten nog specifieker; 2. er zijn grote verschillen tussen branches; 3. de bewustwording van het belang van transparantie groeit in alle schakels van de keten; 4. Quality Control loont. De directeur QA illustreerde dit met enkele voorbeelden. Van acaciahoning moet nu 10 tot 30 procent afkomstig zijn van acaciabomen. Die marge laat letterlijk te veel ruimte voor gesjoemel.

Misstanden melden?
“Als je bij een leverancier tijdens een onaangekondigde controle ziet dat ze voor Carrefour aan het produceren zijn, wat doe je dan met die informatie?” luidde een vraag uit de zaal. Scholte op Reimer zei dit niet zo spannend te vinden. “We hebben de leveranciers van elkaar redelijk in beeld. Veel spannender is als ik zie dat er iets misgaat met die batch. Wat doe ik dan? Spreek ik de producent daarop aan? Meld ik dat bij Carrefour? Vaak weet je iets niet zeker en heb je een vermoeden, wat doe je dan?”
In de TaskForce Voedselvertrouwen zouden voor dit soort situaties richtlijnen worden opgesteld, maar dit kader is er nooit gekomen. Wel het meldpunt zelf. “Soms worden incidenten met elkaar gedeeld, maar zelf heb ook ik behoefte aan richtlijnen van de overheid.” In de pauzes viel onder kwaliteitsmensen de kritiek te beluisteren dat de NVWA de naam van de melder onvoldoende afschermt, waardoor relaties verstoord raken.
• HANS DAMMAN •
De bijeenkomst ‘Fraude, preventie & bestrijding’ is mede mogelijk gemaakt door:
