de Architect magazine - 1997 - editie 2

Page 13

Actualiteiten 13

Veel bureaus in financiële problemen

te, waarin de leerlingen niet meer lukraak door elkaar zitten, maarworden onder­ verdeeld in drie klassen, waarin de leer­ lingen op een rij banken achter elkaar z it­ ten. Langzamerhand groeit dit éénlokalige type uit tot de gangschool, waarbij de lokalen aan een lange rechte gang liggen, met daartegenover de toiletten en kap­ stokken. Het historisch overzicht steekt goed in elkaar. De ‘warme aantrekkelijke school­ huizen’ van Dudok in Hilversum en van Duiker in de Amsterdamse Cliostraat komen uitgebreid aan de orde. Deze scho­ len namen de plaats in van de muffe negentiende-eeuwse scholen die wat uiterlijk betreft vaak niet te onderscheiden waren van kazernes o f ziekenhuizen. De naoorlogse halschool wordt geïntrodu­ ceerd, een centrale hal o f aula waar gemeenschappelijke activiteiten konden plaatsvinden, met daar omheen lokalen. In de jaren tachtig worden de expressieve schoolgebouwen van Herman Hertzber­ ger niet vergeten, en met Mecanoo’s Isalacollege in SiIvolde -de winnaar van de Scholenprijs 1996- is ook de hedendaag­ se schoolarchitectuur vertegenwoordigd. Maar hoe zal het met het schoolgebouw in de toekomst gaan? Veel zal afhangen van de visie van gemeenten en schoolbesturen. Na twee eeuwen lang scholenbouw onder verant­ woordelijkheid van de Rijksoverheid, is vanaf dit jaar de financiering van de scholenbouw gedelegeerd naar gemeen­ ten en schoolbesturen. Ook in het on­ derwijs zelf zijn op korte termijn ingrij­ pende veranderingen te verwachten. Of dat consequenties heeft voor de school­ gebouwen van de toekomst, komt in de tentoonstelling niet aan de orde. RenskedeJong

Een uniek en actief overheidsbeleid op het gebied van de architectuur levert niet vanzelfsprekend een bijdrage aan definanciële resultaten van architectenbureaus. Integendeel, volgens een recent onderzoek naar de bedrijfseconomische ontwikkeling van architectenbureaus in de eerste helft van de jaren negentig, draait ongeveer de helft van alle bureaus met verlies. Dat zijn schrikbarende cijfers. Uiteraard reageert de BNA die als opdrachtgever van het door de VU verrichte onderzoek fungeert, met voorstellen voor aanpassingen in de honorering van architecten. M aar wellicht biedt het onderzoek ook aanleiding voor het uitzetten van strategieën, die inspelen op de veranderende condities. Sinds 1988 is de honorering van architecten, vastgelegd in de SR 1988, niet gewijzigd. Onder invloed van overheidsbeleid, zoals vastgelegd in het Bouwbesluit, het Bouwprocesbesluit en de Energie prestatienorm, zijn de werkzaamheden van architecten echter behoorlijk verzwaard. Hierdoor is volgens de BNA een discrepantie ontstaan. Een onderzoek onder 275 architectenbureaus, verricht door het Economisch en Sociaal Instituut van de VU, bevestigt deze verwachting. Er zijn meer mensen nodig om dezelfde omzet te realiseren, maar de kosten hiervan kunnen niet worden doorberekend. Daardoor ontstaat een dalend rendement. Het aantal verliesgevende bureaus schommelde de laatste jaren tussen de 42 en 55 procent. De SR 1997, die met ingang van 1 januari jongstleden gehanteerd kan worden, omvat niet alleen een verhoging van het honorarium met 5 procent, maar ook een nauwkeuriger omschrijving van de aard van de werkzaamheden. De BNA wil daarbij aansluiten op recente ontwikkelingen op het gebied van de kwaliteitszorg, automatisering en bouwregelgeving. Dat de architectuurbranche onder druk staat maakt het VU-onderzoek wel aannemelijk. De reactie van de BNA is echter erg eendimensionaal. In haar commentaar op de tweede architectuurnota, stelt de BNA goed architectuurbeleid zelfs gelijk aan het verbeteren van de materiële voorwaarden. Onder het kopje ‘Goed architectuurbeleid kan heel simpel zijn’ verschenen in het decembernummer van BladNA, wordt een opsomming gegeven van de wensen: het aanvaarden van de SR 1997, een vereenvoudiging van het Bouwbesluit, de bestrijding van de negatieve effecten van de Europese aanbesteding, het komen tot afspraken over de gang van zaken bij meervoudige opdrachten en prijsvragen en het eisen van twee jaar praktijkervaring als voorwaarde voor inschrijving in het architectenregister. Verder onderschrijft de BNA het architectuurbeleid voorzover het gericht is op voorlichting aan opdrachtgevers en het bevorderen van de internationale belangstelling voor Nederlandse architectuur. Het onderzoek van de VU is er expliciet op gericht BNA-leden informatie te verstrekken waarmee het management van de bureaus verbeterd kan worden. Opvallend is dat de BNA op dit terrein echter geen enkele aanbeveling doet. Het onderzoek constateert bij voorbeeld dat de architectenbranche een van de slechtst presterende branches is in de zakelijke dienstverlening. Bovendien is er, in tegenstelling tot de meeste andere branches, geen sprake van progressie in de afgelopen jaren. Voor de constatering dat de geringe produktiviteit alleen afhankelijk is van de toegenomen regelgeving en veeleisende opdrachtgevers wordt geen overtuigend bewijs aangedragen. De hand mag hier ook wel eens in eigen boezem gestoken worden. Is de produktiviteit en deskundigheid van de eigen leden nog wel up to date? En zo niet, wat zijn dan de consequenties? Er zijn bij voorbeeld grote verschillen in het uitbesteden van werkzaamheden aan derden. Is dit positief of juist niet? Hoe reageren bureaus op de verdere professionalisering van opdrachtgevers? Op de toegenomen inspanningen die noodzakelijk zijn om opdrachten te verwerven? Is samenwerking met andere bureaus gewenst? Moeten bureaus zich richten op schaalvergroting o f moet men zich juist terugtrekken naar de kerntaken? Heeft specialistatie in een bepaalde sector de toekomst of biedt een breed opdrachtenpakket een gezondere bedrijfseconomische exploitatie? In het onderzoek wordt erop gewezen dat de slechte exploitatieresultaten leiden tot uitstel in investeringen met name in automatisering en promotie. Dit brengt de professionaliteit en kwaliteit van de dienstverlening in gevaar. Wat raadt de BNA haar leden aan? Architectenbureaus kampen met de toegenomen overheidsbureaucratie, ontstaan door de onbedoelde effecten van een deregulerend rijksbeleid. Terecht vraagt de BNA daar aandacht voor en wordt de SR aangepast. Maar een bezinning op de vorm en structuur van het toekomstige architectenbureau sorteert op de lange termijn wellicht minstens zoveel effect. Sterker nog, indien ongeveer de helft van de bureaus daadwerkelijk verliesgevend is, is een herstructurering van de eigen branche zo goed als onvermijdelijk. Janny Rodermond

Nederland naar School: Twee eeuwen bouwen voor een veranderend onderwijs. Nederlands Architectuurinstituut, Museumpark 23, 3015 CS Rotterdam, dinsdag tot en met zaterdag van 10 uur tot 77 uur, zondag van

71

tot

77

uur.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.