en eenvoudig was. Om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen, lag het verbouwen van
productieve druivenrassen voor de hand. Vanuit de haven van Sète werden tot het midden van de jaren tachtig van de twintigste eeuw massale hoeveelheden bulkwijn verscheept. Huidige positie In de jaren zestig van de twintigste eeuw werd de Languedoc dé producent van massawijnen.
Kwantiteit was belangrijker dan kwaliteit, net als in de jaren van herstel na de phylloxeraramp.
Zuid-Frankrijk heeft echter door een aantal ontwikkelingen in de laatste decennia zijn functie als
producent van goedkope, anonieme wijnen grotendeels verloren. Een oorzaak daarvan is dat de Franse wijnmarkt erg is veranderd. Men consumeert in Frankrijk minder wijn per hoofd van de
bevolking dan vroeger. Tegelijkertijd wordt er een hogere kwaliteit verlangd door de consument. Ook de exportmarkten hebben amper nog belangstelling voor wijnen van het type pinard
(goedkope, alledaagse slobberwijn). Een andere belangrijke factor is de opkomst van nieuwe
wijnlanden en nieuwe wijngebieden. De Languedoc-Roussillon is niet meer dé grote wijnschuur van Frankrijk en de rest van Europa. Nieuwe wijngebieden uit de Oude en de Nieuwe Wereld
concurreren sterk. Zij kunnen vaak veel grootschaliger, efficiënter en goedkoper wijnen van een
redelijke kwaliteit produceren. Languedoc-Roussillon kan de concurrentie met bijvoorbeeld ZuidItalië, Chili, Australië, Argentinië en Zuid-Afrika nauwelijks aan.
In april 2012 kwamen wijnboeren uit de Languedoc in het nieuws, toen velen van hen op nationalistische kandidaten als Le Pen wilden stemmen. Front National zou de belangen
van hardwerkende boeren die al generaties lang wijn maken, veel beter behartigen dan de
traditionele politici in Parijs. Volgens de boze wijnboeren, die hun kinderen en daarmee een hele middenklasse uit de streek zien wegtrekken, worden de problemen vooral veroorzaakt door de mondialisering en internationale concurrentie. Wijnen uit nieuwe wijnlanden
winnen steeds meer terrein, terwijl die wijnen volgens veel minder strenge regels en met meer investeringsbronnen geproduceerd worden. Oneerlijke concurrentie dus! En het is
de wijnboeren menens: de CRAV (een militante groep wijnboeren uit de Languedoc) heeft in het verleden vrachtwagens met importwijnen beschoten, bommen gelegd en winkeliers bedreigd die buitenlandse wijn verkochten.
De Languedoc-Roussillon heeft in relatief korte tijd de positie verloren die het als wijngebied
ongeveer 150 jaar heeft gehad. Het veroveren van een nieuwe positie gaat niet van de ene op
de andere dag. Het veranderingsproces verloopt traag en kost veel geld. Een van de problemen in het herstructureringsproces is het enorme aantal kleine bedrijfjes. Die hebben vaak niet
voldoende veerkracht en financiële middelen om de stap naar de toekomst te zetten. Daarnaast zijn veel producenten in de Languedoc-Roussillon lid van een coöperatie. In de twintigste
eeuw had bijna elke wijnbouwgemeente hier een eigen cave coopérative. Inmiddels zijn vele
kleine coöperaties gefuseerd en zijn er geleidelijk aan conglomeraten ontstaan (zogenaamde
Hoofdstuk 12 - Languedoc-Roussillon (2022-2023)
TERUG NAAR INHOUD
17