Het Canal du Midi in Béziers
voor Chr. was Narbonne een belangrijk handelscentrum. Met de neergang van het Romeinse
keizerrijk was ook de grote bloei van Narbonne en omgeving als wijnbouwgebied voorbij. Maar een traditie was gecreëerd. Middeleeuwen Net als in veel andere delen van Frankrijk heeft het christendom in Languedoc-Roussillon voor een verspreiding van de wijnbouw gezorgd. Monniken in verschillende kloosters hebben van
de viticulture werk gemaakt. Zeker is dat in de negende eeuw kloosters de kale, onvruchtbare
heuvels ten noorden van Béziers beplantten met wijnstokken. De beroemde école de médicine in Montpellier heeft voorts in de twaalfde en dertiende eeuw een enorme impuls aan de wijnbouw gegeven. Een bron uit 1251 maakt melding van een ‘kruidige wijn’ uit Montpellier. Arnaud de
Villeneuve, een arts en chemicus uit Montpellier, ontdekte eind dertiende eeuw een methode om versterkte wijn te maken (de zogenaamde mutage): het voortijdig stoppen van de gisting door
(pure) alcohol toe te voegen. In de veertiende eeuw waren zoete wijnen uit Roussillon al bekend. In deze eeuw maakte waarschijnlijk de van oorsprong Spaanse grenache zijn entree in Zuid-Frankrijk. Historisch zijn ook de mousserende wijnen uit Limoux. Een wijn als Blanquette de Limoux,
gemaakt op basis van mauzac, was in 1388 al bekend. De muscat blanc à petits grains lijkt in
Languedoc-Roussillon een stevige basis te hebben, hoewel het waarschijnlijk is dat dit druivenras
oorspronkelijk uit Griekenland komt. Verschillende bronnen uit de veertiende eeuw maken melding
van (zoete) Franse wijnen van deze druif. Een document uit 1394 spreekt bijvoorbeeld van een ‘vin muscat de Claira’. Claira is de naam van een plaats bij Rivesaltes, in de Roussillon.
Hoofdstuk 12 - Languedoc-Roussillon (2022-2023)
TERUG NAAR INHOUD
15