5 minute read

Maatschappelijke ontwikkelingen rondom gemeenschap en individualisering

door prof. dr. ir. Maroesjka Versantvoort, bijzonder hoogleraar arbeid en zingeving aan de PThU

Hoe saamhorig is de Nederlandse samenleving? Zitten we in een extreem ik-tijdperk, waar gemeenschapszin en solidariteit ver te zoeken zijn? Dit zou je je af kunnen vragen bij het beluisteren van de Algemene Politieke Beschouwingen of bij het lezen van wat mensen elkaar zoal op sommige sociale media toewensen. Of het nu gaat om asiel en migratie, stikstof of genderidentiteit: het zoeken naar dat wat mensen bindt – in al hun uniciteit en verscheidenheid – lijkt ingewikkeld. Dat zien we terug in de zorgen die mensen uiten over de samenleving. Naast goed bestuur, wonen en zorg maken burgers in Nederland zich vooral zorgen over polarisatie en hoe we met elkaar samen leven. (1)

Klassieke institutionele structuren die mensen met elkaar verbinden hebben de afgelopen decennia aan belang ingeboet. Eén daarvan is het huwelijk en het gezin. Vergeleken met eerdere generaties leven mensen steeds minder in grotere verbanden. Nederland heeft inmiddels haar achttien miljoenste inwoner verwelkomd; in 1960 waren dat er elf miljoen. Hoewel deze groei fors te noemen is, groeide het aantal huishoudens sterker: van 3,2 miljoen in 1960 naar 8,4 miljoen begin 2024. Tegelijkertijd daalde het aantal mensen per huishouden; van gemiddeld 3,5 naar 2,1 personen. Een steeds groter deel van de mensen in Nederland woont alleen, een steeds kleiner deel kiest voor het huwelijk. (2) Ook voeden steeds meer mensen hun kinderen alleen op. Zo waren er in 2000 385 duizend eenoudergezinnen, voor 2024 ligt de schatting boven de zeshonderdduizend.(3)

Minderheid

Naast het gezin wordt ook het geloof traditioneel beschouwd als verbindende institutie. Inmiddels moeten we constateren dat Nederland geen gelovig land meer is. Religieuze groepen vormen een minderheid onder de bevolking. Waar rond 1850 vrijwel de gehele bevolking tot een kerkelijke gezindte behoorde,(4) is dat inmiddels nog slechts een derde. (5) Daarmee is voor de meeste mensen niet alleen de zoektocht naar zingeving een individuele zaak geworden, maar missen zij ook een gemeenschap van gelovigen om zich heen.

Bubbel

Een derde manier om te kijken naar de positie van het individu en de gemeenschap is de leefwereld van mensen. Hoewel Nederland ten opzichte van andere landen niet erg gesegregeerd is, zijn de leefwerelden het afgelopen decennium wel eenzijdiger geworden. Zowel de armste als de rijkste inwoners ontmoeten in hun leefwereld – of het nu hun buurt is, hun werk, familie of schoolplein –vooral mensen die op hen lijken.(6) Het blijkt ingewikkeld om uit de ‘eigen’ sociale bubbel te komen en verbinding aan te gaan met anderen.

Als het gaat om gemeenschapsvorming op het werk, dan staat die niet alleen onder druk door toenemende segregatie. Ook het snelle wisselen van baan dat vandaag de dag gemeengoed is, doet weinig voor gemeenschapsvorming. De afgelopen jaren wisselden jaarlijks ruim driehonderdduizend mensen van baan, zo liet het CBS zien. Zes op de tien baanwisselaars was korter dan twee jaar in dienst.(7) Deze wisselingen vonden plaats tegen een achtergrond van uitzonderlijke arbeidsmarktkrapte en een institutionele structuur waarin het aangaan van langdurende verbindingen weinig gestimuleerd wordt. Flexibilisering van de arbeidsmarkt zorgt er immers voor dat het voor mensen vaak geen keuze is om snel van baan en werkomgeving te wisselen, maar noodzaak.

Vertrouwen

Toch is het de vraag of deze ontwikkelingen gepaard gaan met minder sociale samenhang. Als indicator wordt vaak verwezen naar sociaal vertrouwen: in hoeverre denken mensen dat anderen in het algemeen te vertrouwen zijn? Dit percentage schommelt in Nederland al jaren rond de 60%, wat internationaal gezien hoog is.(8) Binnen Europa scoren alleen de Scandinavische landen en IJsland hoger. Hiervoor zijn verschillende verklaringen te geven. In een sterk individualistische cultuur worden mensen gestimuleerd om te gaan met diverse groepen individuen, terwijl sociaal vertrouwen in collectivistische samenlevingen vaak beperkt blijft tot kleine, hechte sociale kringen.

Instituties als het parlement of de rechtsspraak kunnen bijdragen aan het bevorderen van sociaal vertrouwen door het beschermen van individuele rechten en het bieden van sociale zekerheid. Hierdoor kan een omgeving ontstaan waarin schendingen van vertrouwen kunnen worden aangepakt en gecorrigeerd. Een kanttekening bij dit hoge percentage van sociaal vertrouwen is evenwel op zijn plaats: het gaat om een gemiddelde waar behoorlijke verschillen tussen groepen achter schuil gaan. Waar verschillende achterstanden samenkomen is het vertrouwen in de medemens veel lager – en daalt tot onder de 30%. Ook het vertrouwen in instituties daalt jaar op jaar en de crises rondom de kinderopvangtoeslag en de aardgaswinning in Groningen dragen daar niet op een positieve manier aan bij.

Hoe zou gemeenschapszin en saamhorigheid kunnen groeien – wat voor verschillende groepen burgers in de Nederlandse samenleving een ideaalbeeld is van samenleven in de toekomst? De Amerikaanse sociologen Putman en Garrett betogen in hun boek The Upswing dat we daartoe op de eerste plaats (meer) reflectie op onze morele plicht richting andere mensen nodig hebben.(9) Niet economie is volgens hen de grootste drijvende kracht achter maatschappelijke verandering maar ethische reflectie – hoe we denken over onszelf, de ander en de gemeenschap. Wie een diep begrip heeft van zijn eigen belangen, snapt ook dat die verweven zijn met de belangen van anderen. Gegeven al het wezenlijks dat de theologie op dit thema te bieden heeft, ligt hier een mooie opgave voor de PThU.

Noten

1 Miltenburg, E. et al. (2024). Continu Onderzoek Burgerperspectieven 2024|2. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

2 CBS Statline. Burgerlijke staat.

3 CBS Statline. Huishoudsamenstelling.

4 CBS Statline. Kerkelijke gezindte

5 Versantvoort, M. et al. (2024). Tussen Duurzaam Denken en Duurzaam Doen. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau en Protestantse Theologische Universiteit.

6 Verweij, L. & L. Thijssen (2024). De leefwerelden van arm en rijk. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

7 CBS Statline. Wisseling van werkgever.

8 Verweij, L. et al. (2024). Sociaal Culturele Ontwikkelingen. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

9 Putman, R. en S. Romney Garrett (2020). The Upswing: How America Came Together a Century Ago and How We Can Do it Again. New York: Simon & Schuster

This article is from: