
3 minute read
'Droeve Heilige Nacht'
door Stanislav Bondar, buitenpromovendus aan de PThU
‘Dit jaar lukt het ons opnieuw niet om met Kerst samen te komen.’ Het is een zin die geldt voor mijn familie en die ook veel van mijn vrienden bekend voorkomt. Samenzijn met onze geliefden is een zeldzaam voorrecht in een land waar het dagelijks leven wordt bepaald door sombere berichten van het front en het meedogenloze gehuil van het luchtalarm.
Mijn vrouw herinnert zich hoe haar grootvader het kerstlied ‘Droeve Heilige Nacht’ zong. Dit lied, dat kort na de Tweede Wereldoorlog ontstond en diepe indruk maakte op een complete generatie, gaat over het kerstdiner in 1946 in een Oekraïense familie; een zoon was gedeporteerd naar Siberië, een tweede zoon was Berlijn binnengetrokken en een derde zat in het gewapend verzet tegen Stalin.
Het lied is nauwelijks een traditionele carol te noemen, omdat het nergens rechtstreeks verwijst naar de bekende gebeurtenissen in de Kerstnacht in Bethlehem, maar daarentegen – verrassend genoeg – de diepe betekenis van een kerstdiner in moeilijke omstandigheden benadrukt. Maar iets van die betekenis zien we terug in dat Kerstverhaal van een jong gezin dat nieuw leven verwelkomt terwijl het onderdak zoekt tussen vreemden, en vervolgens op zoek moet naar een veilige plek in een ver land. ‘Droeve Heilige Nacht’ toont de donkere kanten van het menselijk bestaan en vertolkt de gevoelens van miljoenen families die, gescheiden door grenzen en granaten, met Kerst niet samen kunnen zijn.
Van dergelijke verhalen was ik getuige in de nacht van 25 februari 2022, toen mijn vrouw en zoon naar het buitenland moesten vluchten om buiten het bereik van de Russische bommen te zijn. Aan de Oekraïens-Poolse grens stonden kilometerslange rijen; families wachtten op hun beurt om afscheid van elkaar te nemen en in verschillende richtingen te vertrekken.
Ik heb sindsdien vaak gedacht aan het verhaal van de familie uit Nazareth. Ik heb nagedacht over Abraham en hoe moeilijk het is om je vertrouwde leven achter je te laten. In de westelijke stad Lviv, waar ik schoenen kocht, voelde ik zowel eenzaamheid als erbarmen toen ik me realiseerde dat de meeste mensen om me heen uit de oostelijke regio’s kwamen. Het waren vaak jonge gezinnen. Waar gingen deze mensen heen? Wat was er geworden van hun steden, hun huizen, hun dromen, hun plannen? Wat stond hen te wachten? Op zekere dag reed ik mijn nicht en haar jonge zoon, die speciale zorg nodig heeft, naar de grens. Ze wilden naar het relatief veilige Israël. Veilig: zo leek het toen tenminste.
Ik zal nooit vergeten hoe ik, na een lange periode van gedwongen scheiding, herenigd werd met mijn gezin. Het was alsof we het best mogelijke kerstgeschenk mochten ontvangen: de gelegenheid om bij elkaar te zijn. Ik hoop dat spoedig ook de rest van de familie in dit geschenk mag delen.
Stanislav Bonder studeerde in 2019-2020 aan de PThU in Groningen. Hij woont in Lviv (Oekraïne).