Voorwoord Ronald van de Ven 3
Uit de coöperatie
Ledenloyaliteitsprogramma voor historie en toekomst 4
Bedrijf in Beeld
Vleesveehouder Renders en zijn Blonde d'Aquitaines 6
Nieuws
Terugblik RMV en Dag van de geitenhouder 9
Interview
Op bezoek bij Ledenraadsvoorzitter David Janssen 10
Medewerkers uitgelicht Walter Scherpers en Rens Peeters 14
Relax-aanpak
Voor rustige varkens die hard groeien 16
Jonge boeren aan het woord Passie, trots en zorgen 18
Boer zoekt perspectief Matchmaking bedrijfsopvolging 22
Voergroep Zuid start vleesvarkensproefbedrijf 24
Interview Jan van Melick
Dieren uit alle hoeken van de wereld 28
Seminar Voergroep Zuid over toekomst varkenshouderij 31
Boeren met LEF
Jongerenprogramma van Voergroep Zuid 34
Campagne 'Geef Boeren Toekomst'
Blijf strijden voor perspectief 38
Terugblik feestweek 125 jarig jubileum Klantenfeest, seminars en Brokkenbal 40
David Janssen
Proefbedrijf bij Meulendijks
1.600 jongeren bij Brokkenbal
Arnold Renders en zijn BlondesAls Voergroep Zuid kijken wij terug op een mooi jubileumjaar. Tijdens de afsluitende feestweek ontvingen wij bij vijf verschillende evenementen bijna 2500 leden, klanten, jongeren, medewerkers, toeleveranciers en kennispartners. Het is mooi om te zien dat onze coöperatie na 125 jaar nog altijd springlevend is. Sterker nog; we staan aan de vooravond van een nieuw tijdperk. Een tijdperk waarin wij er voor zullen moeten vechten om de maatschappelijke positie van de veehouderij te behouden. Een strijd die wij vol vertrouwen aan gaan omdat wij er van overtuigd zijn dat de veehouderij een cruciale functie vervult in onze voedselketen. Jammer dat tijdens de feestweek het seminar varkenshouderij vanwege de zeer hoge temperaturen niet door kon gaan. Maar uitstel was geen afstel. In oktober waren er maar liefst 300 mensen uit de varkenssector te gast bij Time Out in Gemert.
Samen met ZLTO, LLTB, Vitelia en Fransen Gerrits zijn wij een publiekscampagne gestart met de titel: ‘Geef Boeren Toekomst’. Deze campagne is inmiddels volop in gang en moet een belangrijke bijdrage leveren aan het beïnvloeden van de publieke opinie tegen het huidige eenzijdige en ongenuanceerde stikstofbeleid. Het is mooi om te zien hoe steeds meer bedrijven en organisaties bij dit initiatief aanhaken en we samen burgers informeren over hoe met dit overheidsbeleid zowel de boeren als hun Nederlandse eten worden bedreigd.
Loyale leden belonen
Loyale leden van onze coöperatie belonen we de komende jaren via ons loyaliteitsprogramma waarin we rendement van niet voer activiteiten stoppen (winkels en financiële dienstverlening Rivez-Zuiderhuis). Dit programma kent twee regelingen; eentje gericht op de historie (voerafname 2019-2022) en eentje gericht op de toekomst (voerafname vanaf 2023). Ook klanten die in het verleden voer hebben afgenomen, maar nog geen lid zijn van de coöperatie, kunnen hier aan meedoen. Door voor 31 december 2022 lid te worden van onze mooie coöperatie.
Boeren met LEF
Daarnaast zijn we volop bezig om een jongerenprogramma te ontwikkelen. Een programma dat als doel heeft om kinderen op basisscholen kennis bij te brengen over de agrarische sector, jonge potentiële boeren te helpen bij het maken van goede keuzes voor hun toekomst en jonge startende ondernemers te helpen bij beginnend ondernemerschap. Een programma dat naadloos aansluit bij onze reeds bestaande Masterclass Agribusiness, waar we zeer goede ervaringen mee hebben. De aanpak moet niet alleen jongeren interesseren voor een toekomst in de agrisector, maar hen ook weerbaarder maken tegen alles wat er vanuit de politiek en de maatschappij op hen afkomt. Allemaal initiatieven die moeten bijdragen aan meer kansen en een gezonde toekomst voor de veehouderij. Een toekomst die wij samen moeten maken en waarin burgers zich er meer bewust van zijn dat jullie zorgen voor hun eten!
Ronald van de Ven Algemeen directeur
Ledenloyaliteitsprogramma voor historie en toekomst
Over haar voerafzet van de afgelopen vier jaren gaat Voergroep Zuid onder haar loyale klanten en leden een bonus van 4 miljoen euro verdelen. Daarvoor moeten leden de komende jaren wel loyaal blijven aan de coöperatie. Daarnaast komt er een loyaliteitsbonus over de voerafzet in de toekomst. Zo wil Voergroep Zuid trouwe leden extra belonen.
Topkwaliteit voer maken tegen een zo scherp mogelijke prijs/kwaliteit-verhouding. Dat is altijd het uitgangspunt bij Voergroep Zuid. Wij willen als coöperatie graag geld verdienen vóór boeren in plaats van aan boeren. Hiermee hebben we in de afgelopen 126 jaar samen met onze leden en klanten een prachtig bedrijf opgebouwd met voerfabrieken, winkels en een deelneming in Rivez-Zuiderhuis financiële diensten.
Wij verwachten dat onze voeractiviteiten de komende jaren verder door groeien. Ook zullen
onze niet voeractiviteiten een mooi rendement op blijven leveren. Geld dat volgens het coöperatiebestuur en de directie ten goede moet komen aan de loyale leden van onze coöperatie. Zij zijn immers het fundament waarop het bedrijf in het verleden is opgebouwd en ook waarop wij in de toekomst verder bouwen. Dit heeft geresulteerd in een loyaliteitsprogramma. Dit loyaliteitsprogramma kent 2 regelingen; Regeling 1 op basis van de historische voerafname en Regeling 2 op basis van de toekomstige voerafname.
‘Wij willen boeren die loyaal zijn aan de coöperatie extra belonen’
Regeling 1-Historie is gebaseerd op het in de periode 2019 t/m 2022 afgenomen voer. Om hier als veehouder aan deel te kunnen nemen, moeten klanten coöperatielid zijn of worden voor het einde van dit jaar. Daarnaast moeten ze in de komende jaren laten zien dat ze aan de loyaliteitsvoorwaarden voldoen. Deze zijn vastgelegd in het reglement van het loyaliteitsprogramma. Naast de historie regeling is er een tweede regeling naar de toekomst. Die beloont de voerafzet vanaf 2023.
Regeling 2-Toekomst gaat gelden voor het in de toekomst afgenomen voer (vanaf 2023). Deze regeling geldt dus ook voor nieuwe klanten. Tonen zij aan dat ze loyaal zijn aan de coöperatie, dan komen ook zij in aanmerking voor het loyaliteitsprogramma.
Heeft u vragen over ons Loyaliteitsprogramma? Stel deze dan aan onze buitendienst of neem contact op met onze verkoopbinnendienst (verkoopbinnendienst@voergroepzuid.nl).
Arnold Renders (52), geboren en getogen in Nederwetten bij Nuenen houdt samen met zijn vader (84) in maatschap 80 runderen van het ras Blonde d’Aquitaine. Samen verzorgen ze de dieren waarbij ze regelmatig hulp krijgen van de kinderen van de zus van Arnold. Naast eigen grond maken de ondernemers gebruik van natuurgrond van Brabants Landschap,
Staatsbosbeheer en gemeente Helmond op totaal een kleine 40 hectare grond. Hiermee is er voor de koeien volop grasland beschikbaar. “Natuurbegrazing is mooi, maar er zijn wel beperkingen voor het aantal stuks vee per hectare, de hoeveelheid bemesting en de maaiperiode”, legt Arnold uit. Snijmaïs wordt aangekocht bij de gemeente Helmond.
Arnold Renders is trots op zijn Blonde d’Aquitaine koeien
Tachtig Blonde d’Aquitaine koeien van klein tot groot grazen in de natuur rond Eindhoven en Helmond. De kudde van familie Renders produceert jaarlijks hoogwaardig rundvlees voor tientallen consumenten. Duurzaam en diervriendelijk. Een mooi voorbeeld van ‘natuur inclusieve landbouw’.
‘
Sterke koeien Blonde d’Aquitaine is een vleesras dat afkomstig is uit Zuidwest Frankrijk. Volgens Arnold een sterk ras met een mooie vleesopdruk. De dieren groeien gemakkelijk en zijn zeer geschikt voor natuurgrasland. Arnold: “Een goede blonde koe heeft een goed karakter, sterke benen, een rechte rug en voldoende melk voor haar kalf. Dat is de basis. Daarnaast is voldoende bespiering belangrijk, want het is een vleesras. Maar dat mag de gebruikseigenschappen en het gemakkelijk afkalven niet in de weg zitten.” Volgens Renders blijft het wel altijd opletten met de temperamentvolle Blonde d’Aquitaine koeien. “Het is een eigenwijs en eenkennig ras. Het karakter van de runderen is rustig als er op een rustige manier met respect voor de dieren mee wordt omgegaan.”
Nog niet alle dieren op het bedrijf zijn 100% Blonde d’Aquitaine. Daar wordt wel naar toe gewerkt door alleen nog maar raszuivere Blonde stieren in te zetten. De 100% Blonde d’Aquitaine koeien worden ook ingeschreven in het stamboek. Daarbij wordt het dier door de stamboekinspecteur op allerlei exterieurkenmerken beoordeeld. De kudde telt inmiddels enkele koeien met 87 punten of meer voor algemeen voorkomen. Dat is erg goed. Van die dieren worden de vaarskalveren altijd aangehouden voor de fokkerij. “Goede koeien zijn de basis voor goed slachtvee”, legt Arnold uit. “De productie van topkwaliteit rundvlees, dat is waar wij het allemaal voor doen. Alle dieren gaan uiteindelijk naar de slager. Fokken om gebruiksvee te verkopen doen we niet. Er is maar zeer beperkt vraag naar fokvee. Wel worden de beste stieren aangehouden om in de toekomst op het eigen bedrijf of bij derden als fokstier te worden ingezet.”
Renders werkt naast zijn eigen bedrijf ook al 30 jaar als monsternemer voor fokkerijorganisatie CRV. Hij bezoekt melkveebedrijven om daar in de melkstal melkmonsters te nemen van de koeien. Hiervan wordt in het laboratorium het vet- en eiwitgehalte bepaald, en ook het celgetal. Daarnaast wordt het aantal liters geregistreerd. Arnold: “Belangrijke informatie voor de veehouder. Het zegt iets over de individuele
kwaliteiten van koeien, maar ook iets over gezondheid en voermanagement.” De combinatie van beide banen is best druk.
Frankrijk en België
Arnold gaat graag met collega’s in Frankrijk en België naar Blonde d’Aquitaines kijken. Frankrijk is de bakermat van dit populaire vleesras. Daar is de fokkerij volgens Arnold al weer een stuk verder dan hier. “Helaas was dit in de coronaperiode niet mogelijk”, vertelt de veehouder. “Maar zodra het weer kan, dan ga ik graag weer eens die kant op.” Naast de verzorging van zijn dieren is Arnold ook actief binnen het bestuur van studieclub Zuid, een belangrijk onderdeel van het Blonde d’Aquitaine Stamboek. Arnold houdt zich hier bezig met zaken regelen, waaronder bedrijfsbezoeken plannen en gastsprekers uitnodigen voor de bijeenkomsten. Ook is hij actief binnen een commissie die keuringen en tentoonstellingen organiseert in Mariënheem. Door deze brede oriëntatie is Arnold een echte kenner en expert op het gebied van Blonde d’Aquitaine.
Arnold voert al jaren naar volle tevredenheid van Voergroep Zuid. Daarvoor van een andere leverancier, maar dat liep niet goed. De keuze voor Voergroep Zuid is gemaakt op basis van goede ervaringen van collega’s met het voer van de Voergroep. “Daarnaast moet er natuurlijk een klik zijn met de adviseur”, vindt Arnold. “Dat is misschien wel het allerbelangrijkste. Alleen als die klik er is wordt er voer gekocht!” De bedrijfsbegeleiding bij de familie Renders wordt gedaan door Mat Winkelmolen en adviseur Johan Absil. Mat houdt zich vooral bezig met het voer en Johan ondersteunt Arnold bij het invullen van de gecombineerde opgave, bemestingsplan en mestboekhouding. De veehouder vindt het prettig dat Voergroep Zuid geen hele grote coöperatie is. “Er zijn korte lijnen naar de adviseur en de fabriek is dichtbij. Zijn er problemen of vragen, dan is er altijd iemand bereikbaar die je verder helpt.”
Verwaarding vlees
Arnold verkoopt de meeste koeien aan Vleesvee Integratie Twente en een stierenmester waar de stieren onder Bief Select worden gemest. Daarnaast verkoopt hij vleespakketten aan huis. Pakketten van ca. 20 kg vinden gretig aftrek. Steeds meer consumenten willen weten waar hun vlees vandaan komt. Ook wordt er eens in de zoveel tijd een koe verkocht aan restaurant ’t Ketelhuis in Strijp-S in Eindhoven, waar een volledige koe wordt verwerkt. Zij hechten er als restaurant waarde aan dat ze weten waar het vlees vandaan komt. Arnold: “We hebben een goed verhaal! Koeien lopen buiten in de natuur met de kalfjes erbij. In de winter lopen de dieren in ruime strostallen. Ook kan de consument komen kijken wat de koeien te eten krijgen. Wij hebben niets te verbergen.”
Ketenconcepten, zoals ‘Natuurvlees Nederland’, winnen de laatste jaren terrein. Om hier aan mee te kunnen doen moet Arnold investeren in stalaanpassingen. Dat past op dit moment nog niet, maar zodra een nieuwe stal is gerealiseerd wellicht wel. “Dergelijke concepten bieden echt wel kansen om rundvlees van ‘natuur inclusieve boeren’ onderscheidend vermogen mee te geven. “Dat moet uiteindelijk zorgen voor een betere prijs voor duurzaam geproduceerd vlees. Iets wat
nodig is om voldoende rendement te maken met deze vorm van veehouderij”, verklaart Arnold. “Zonder de huidige Europese ondersteuning van rundvleesproductie zijn de marges klein. Zou dat uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid verdwijnen, dan wordt het lastig om aan de koeien geld te verdienen. Zeker als de kosten voor voer, diesel en stro zo blijven stijgen.” Volgens Arnold moeten zoogkoeienhouders er samen nog meer werk van maken om hun product onderscheidend in de markt te zetten. Hierbij is het heel belangrijk dat natuurorganisaties blijven kiezen voor extensief natuurbeheer met zoogkoeien. “Daarmee kunnen wij duurzaam en kostenefficiënt rundvlees blijven produceren”, besluit Arnold. Het belangrijkste is wel dat consumenten ook een meerprijs moeten betalen t.o.v. de vrije markt. Ieder concept brengt beperkingen en kosten met zich mee.
De vader van Arnold is in 1968 begonnen met vleesvarkens en MRIJ melkkoeien. Toen in 1985 de superheffing kwam en er minder vraag kwam naar kalveren is besloten om een deel van de vaarzen met Belgische blauwe te kruisen. Dat was het begin van de vleesveetak. Later is men helemaal overgeschakeld naar de Blonde d’Aquitaine. Dit rund past beter bij natuurbegrazing en kalft gemakkelijker af. In die tijd was de Blonde d’Aquitaine in Nederland nog relatief onbekend. In 2015 is er een nieuwe stal gebouwd. De koeien worden geleverd aan Vleesvee Integratie Twente en een stierenmester waar de stieren worden gemest onder het keurmerk van Bief Select.
‘Deel consumenten kiest steeds bewuster welk vlees zij eten.’
Bedrijf
Arnold Renders is trots op zijn Blonde d’Aquitaine koeien
Van 29 november tot en met 1 december vonden voor de vijftiende keer de Rundvee & Mechanisatie Vakdagen (RMV) plaats in de Evenementenhal in Gorinchem. Ook dit keer was Voergroep Zuid van de partij.
Onder het genot van een kop koffie en een stuk cake werden de bezoekers dit jaar bijgepraat over onze RantsoenExact-aanpak met de mobiele NIR. Het mobiele NIR-apparaat was ook op de stand te bewonderen en tegen inleveren van een persoonlijke uitnodiging maakte bezoekers kans op een gratis NIR-meting op het eigen bedrijf. De winnaars worden persoonlijk op de hoogte gebracht.
De derde beursdag stond in het teken van de geitenhouderij. Er werden diverse presentaties gehouden over actuele vraagstukken waar geitenhouders tijdens hun dagelijkse werkzaamheden tegenaan lopen. Voergroep Zuid trapte deze derde beursdag af met een lunchbijeenkomst voor geitenhouders. Gedurende de lunch kwamen verschillende onderwerpen aan bod zoals: actuele ontwikkelingen in de grondstoffenmarkt, de sterk gestegen kostprijs en hoe om te gaan met deze moeilijke marktsituatie. Iedere deelnemer ging na afloop met een goed gevulde goodiebag de beurs op.
In het kleine Limburgse dorpje Veulen, in de gemeente Venray, staat de boerderij van de broers David en Sef Janssen en hun partners. Een gemengd bedrijf met legkippen, schapen en dagbesteding voor ouderen. “Door dit alles te combineren is het hier nooit saai”, vertelt David enthousiast. Naast ondernemer op de boerderij is hij ook de trotse voorzitter van onze Ledenraad.
“Ik ben geboren en getogen in Veulen en daar wonen we nog altijd op de plaats waar het bedrijf van onze ouders was”, vertelt David Janssen. In ’93 trouwde hij met Gerdie en samen hebben ze vier kinderen. David: “In datzelfde jaar ben ik met mijn broer Sef een VOF aangegaan en zo zijn we samen ons eigen bedrijf gestart. In ’98 hebben we ook het bedrijf van onze ouders overgenomen.
Dit bestond destijds uit vollegrondstuinbouw. Dan moet je denken aan asperges, courgettes, augurken, bonen, peulen, sla en aardappelen. Daarnaast hadden we in die tijd 750 vleesvarkens en 400 fokooien.” David en Sef komen uit een echte schapenfamilie. “Onze vader, opa en ook overgroot opa hielden allemaal schapen.”
De schapen vormden vroeger een mooie combinatie met de vollegrondstuinbouw. “In de tuinbouw was het druk van april tot begin november”, legt David uit. Dan waren de schapen inmiddels drachtig en werden ze goed verzorgd tot aan de lammerentijd in maart. Zodra de lammeren geboren waren konden we weer in de tuinbouw aan de slag. Zo waren we het hele jaar druk bezig.” Het aantal van 750 vleesvarkens was volgens David te beperkt en echte groeimogelijkheden waren er niet. Om te kunnen voortbestaan moesten ze dus wat anders. Uiteindelijk viel de keuze op een omschakeling van varkens naar legkippen.
David en Sef kozen voor leghennen met vrije uitloop. In 2000 bouwden zij daarvoor twee nieuwe stallen. “Vrije uitloop was in die tijd behoorlijk nieuw”, vertelt David. “Diegenen die dat hadden waren toch een beetje de alternatievelingen in de sector. Ook was er nog weinig kennis en nauwelijks regelgeving. Op de vraag hoeveel lichtplaten er in de stal moesten komen was het antwoord van de gemeente; ‘Als je achterin de stal de krant kunt lezen dan is het goed’. En toen wij vroegen hoeveel uitloopluiken wij moesten plaatsen, zei de ambtenaar van de gemeente: ‘Maak maar een gat in de muur, als ze er maar ergens uit kunnen’. Zo gezegd zo gedaan en toen de stallen eenmaal klaar waren volgden de ene na de andere regel voor vrije uitloopstallen. We waren dus mooi op tijd”, vertelt David.
Bedrijf moet bij je passen
De reden dat David en Sef destijds voor vrije uitloop kozen, was dat ze geen goed gevoel hadden bij de legbatterij. “We zijn bij diverse scharrelbedrijven geweest en liepen daar tussen de kippen door. Dat was mooi en voelde direct goed.” Volgens David moet een bedrijfsvoering bij jou als persoon passen, je kijkt daarbij niet alleen naar het rendement. Als familie hadden ze vroeger altijd al een paarhonderd kippen gehad, ze wisten dus wel wat pluimvee was. Bovendien kwam hun moeder uit een pluimveefamilie. Ook dat heeft de keuze voor kippen gemakkelijker gemaakt. Evenals het feit dat er met de eierafnemer direct goede prijsafspraken konden worden gemaakt voor de eerste vijf jaren. Dat gaf extra zekerheid.
Zorg voor ouderen is een belangrijke derde pijler onder het bedrijf.
Scharrel plus In 2003 heerste er vogelpest in Nederland. Daarbij was er voor het eerst sprake van dat de griep kon muteren naar de mens. “Dat zette ons aan het denken”, vertelt David. “Wat moeten we doen als vrije uitloop wordt verboden? Je wilt je dan toch blijven onderscheiden ten opzichte van gewone scharrel.” Het idee ontstond om een scharrel plus concept te creëren waarbij kippen wel buiten scharrelen, maar dan in een 100% overdekte volière. Samen met studenten is dit concept uitgewerkt en het kreeg de naam ‘das Gartenei’. David: “Helaas kwam dit idee te vroeg en was er in de eierhandel en bij de winkelketens op dat moment onvoldoende belangstelling voor.”
Mijn ei oerwoudvrij Zeven jaar geleden waren David en Sef de eersten die vrije uitloop eieren produceerden met drie sterren ‘Beter Leven’ en regionaal voer. “Hierbij dient minimaal 50% van de voergrondstoffen binnen 50 km van het bedrijf te worden geproduceerd. Daarnaast gaat, zodra de kippen zijn uitgegroeid (ca. 28 weken leeftijd), de soja uit het voer. ‘Mijn ei oerwoudvrij’ was de slogan bij de introductie en het merk GIJS, een deelmerk van Plus-supermarkten, bracht ze op de markt. David: “De dierenbescherming, milieudefensie, LLTB, NOP, de Rabobank en Voergroep Zuid. Allerlei partijen waren erbij betrokken. Mooi dat dit toen samen kon, enkele jaren eerder was dit nog onmogelijk. Ze hadden elkaar de tent uit gevochten.”
Naast de legkippen zijn de schapen nog altijd een belangrijke bedrijfstak. De oorspronkelijke kudde is vervangen door Noord-Hollander ooien. Dit is een kruising van de Texelaar met het heel vruchtbare Fins landras. Daar zetten we een Texelaar ram op. De ramlammeren die worden geboren zijn voor de lamsvleesproductie, die gaan dus naar de slacht. De betere ooilammeren (driekwart Texelaar) worden ook als slachtlammoederdier ingezet. “Zet je daar opnieuw een Texelaar ram op, dan krijg je super mooie slachtlammeren”, vertelt David. Op deze manier hoeven we ieder jaar maar een heel beperkt aantal nieuwe Noord-Hollander ooien aan te kopen om dit proces gaande te houden. Daarnaast kopen we altijd goede Texelaar dekrammen aan, dat is namelijk de helft van de genetica van de slachtlammeren die wij produceren.”
De familie Janssen is met hun schapen ook een erkend natuur- en terreinbeheerder. Ze zetten de kudde in voor begrazingsprojecten bij Staatsbosbeheer. Deze organisatie heeft zelf wel grote graasdieren (koeien en paarden) maar niet zoveel kleine graasdieren (geiten en schapen). Daarnaast worden er ook wat gebieden begraasd in opdracht van IKL. “Deze organisatie zet zich al bijna 40 jaar met hart en ziel in voor het behoud en de ontwikkeling van het landschap in Limburg”, legt David uit. “De inzet van schapen voor begrazing is een belangrijke nevenverdienste. Onze schapen produceren dus lamsvlees en natuur.”
De slachtlammeren worden afgezet via het Polderlam concept van de firma Van Veen. Dit is een grote schapenhandelaar die geïnvesteerd heeft in een schapenslachterij en vleesverwerking. Via Plus en Albert Heijn ligt het lamsvlees van Polderlam in diverse Nederlandse winkels. Binnen het concept worden de eerste ervaringen opgedaan met kruidenrijk grasland. “Dit komt de smaak van het vlees en de gezondheid van de schapen ten goede”, legt David uit. “Zo hebben diverse kruiden een positieve werking op het terugdringen van maagdarmparasieten. Dit zorgt er voor dat we minder hoeven te ontwormen,
wat de kans op resistentieontwikkeling vermindert. Ook leggen de aanwezige klavers stikstof vast in de bodem waardoor we minder hoeven te bemesten. Zo zijn we met de schapen ook duurzaam bezig.”
Zorgboerderij Naast kippen en schapen kent de boerderij van de familie Janssen ook nog een zorgtak. In eerste instantie opgezet voor mensen met een verstandelijke beperking, maar uiteindelijk is er toch gekozen voor dagbesteding voor ouderen. Geen vreemde keuze want de partners van David en Sef komen beiden uit de ouderenzorg. David: “In 2005 zijn we er mee gestart. Er is een compleet nieuw gebouw voor neergezet, waar dagelijks 15 à 16 cliënten worden opgevangen. Ze worden thuis met een taxibusje opgehaald en beginnen de dag om 10.00 uur met een kop koffie. Dan gaan ze samen aan de slag om het eten voor de middag voor te bereiden en wordt er samen gekookt. Met onze beide partners erbij hebben we vijf dames in vaste dienst, één chauffeur en tien vrijwilligers. Samen runnen zij de zorgboerderij. Het is echt een succes. De ouderen vinden het erg plezierig om bij ons te zijn.”
Voorzitter ledenraad David en Sef zijn al jaren lid van de coöperatie Voergroep Zuid en haar voorgangers. Bij de laatste fusie moest er een nieuwe ledenraad worden gevormd. Louis van Duijnhoven werd de voorzitter en David vicevoorzitter. Helaas werd Louis zijn zoon ziek en heeft hij het voorzitterschap neergelegd. Op dat moment heeft David de rol als voorzitter overgenomen. David: “Voergroep Zuid is volop in ontwikkeling. Dat maakt het erg interessant en ik vind het ook leuk om de vergaderingen voor te zitten. Daarnaast geloof ik erin dat het voor boeren goed is om zelf via de coöperatie grip te houden op hun belangrijkste kostenpost voer. Daarvoor moet je niet afhankelijk zijn van particuliere voerfirma’s waar vooral geld verdiend moet worden voor eigenaren en/of aandeelhouders. De coöperatie is van en voor de boeren. Het doet mij goed dat ik zie dat Voergroep Zuid vertrouwen heeft in de toekomst en samen met haar leden de toekomst van de veehouderij vorm wil geven. Dat ze jongeren betrekken en ondersteunen, ICT op de boer ontwikkelen en nadenken over extra voordeel voor de leden.”
Jonge boeren
Tot slot de vraag aan David hoe hij jonge boeren zou willen overhalen om lid te worden van de coöperatie? “Het maakt in feite niet uit bij welke coöperatie je zit, want we zijn allemaal collega’s. En als je je kunt verenigen in een coöperatie met gelijkgestemden die met elkaar samenwerken en waar de boer bepaalt welke kwaliteit voer er wordt gemaakt, dan draag je bij aan een sterke agrarische sector. Besef je dat veel van jouw vrienden en collega’s al lid zijn van een coöperatie. Dit zijn gelijkgezinden van je eigen leeftijd, waarmee je kunt sparren over jouw werk, de ontwikkeling van jouw bedrijf en de toekomst van jouw sector.” Daarnaast vindt David het van belang dat mensen beseffen dat de Voergroep heel efficiënt topkwaliteit voer maakt. Hierbij worden geen concessies gedaan aan de kwaliteit, waardoor onder aan de streep op het boerenerf het beste saldo wordt gerealiseerd. “Kortom: dé Voergroep is een coöperatie die je van alle kanten ondersteunt met kennis en goede producten, daar moet je lid van worden, dat maakt ons als boeren samen nog sterker!”
Regelmatig brengen we bij Voergroep Zuid onze medewerkers in beeld. Zo ook Walter Schepens en Rens Peeters. Walter is een bekend gezicht en al ruim 35 jaar chauffeur grondstoffen binnen Voergroep Zuid. Rens werkt inmiddels ruim een jaar als specialist in het varkensteam, waar hij zich focust op zeugen en biggen.
Hoi, mijn naam is Rens Peeters en ik werk nu een jaar als specialist zeugen & biggen in het varkensteam. Van kinds af aan ben ik al geïnteresseerd in de varkenssector. Vroeger was ik altijd al te vinden op de varkenshouderij van mijn oom. Ik heb verschillende jaren als bedrijfsleider op een varkenshouderij gewerkt en ervaring opgedaan in de kuikenhouderij. De passie die ik voor de sector heb, heeft mij bij Voergroep Zuid gebracht!
Als specialist zeugen & biggen ben ik naast het maken van cijfermatige analyses veel in de stal te vinden. Je wil de cijfers die je op papier ziet namelijk ook bevestigd zien in de stal. Cijfers zeggen heel veel, maar een regelmatig bezoek aan de stal is zeker zo belangrijk!
Dit vind ik ook het mooie aan mijn werk, platgezegd met mijn laarzen in de stront staan. Ik ben erg blij om in deze prachtige sector te werken en vind erg het leuk om met mensen én dieren te werken.
Ook werken bij Voergroep Zuid bevalt me erg goed. Je werkt met korte lijnen, veel samen en er is volop ruimte om je te ontwikkelen. Dit kan door scholing, maar ook van mijn collega’s leer ik veel. Daarvoor hebben we in ons team een mooie mix van ervaring en jonge enthousiaste collega’s! Zo willen we als team niet alleen aan de verwachting voldoen, maar deze overtreffen!
"Mijn naam is Walter Schepens en ik ben chauffeur grondstoffen bij Voergroep Zuid. Dit werk doe ik al 35 jaar met veel plezier. Ik heb al miljoenen kilometers gehad en ben soms lang van huis, maar gelukkig steunt mijn vrouw me daar altijd in!
Sinds 11 jaar rijd ik naast grondstoffen ook voer. Zo kan ik het laden van grondstoffen mooi combineren met het lossen van voer. Het is belangrijk om zo efficiënt mogelijk te rijden en door dit goed te combineren, weten we de 'lege kilometers' te minimaliseren: goed voor het milieu en goed voor de kosten.
Het mooie van het werk vind ik de combinatie tussen het rijden, techniek en de agrarische wereld. Ik heb veel respect voor de sector. Je moet vaak veel investeren en iedere keer moet het tóch weer anders. Het vraagt veel moed om dan toch weer door te gaan!
Het fijne aan werken bij Voergroep Zuid is dat je geen vaste adressen hebt. Ik kom graag op verschillende plekken en als chauffeur grondstoffen rijd ik mooie afstanden. Dat gaat nooit vervelen! Daarnaast is Voergroep Zuid een prettige werkgever. Zo zijn ze echt een luisterend oor; daar kun je alleen maar tevreden over zijn."
Met een blik op de toekomst komt er steeds meer aandacht voor het behouden van lange staarten. Aangezien het risico op staartbijten momenteel vaak nog groot is en staartbijten nadelige gevolgen op financieel- en welzijnsgebied heeft, worden staarten veelal gecoupeerd. Met de Relax-aanpak, ontwikkeld op basis van Modulaire Nutritie, ondersteunt Voergroep Zuid varkenshouders met een aanpak tegen agressief gedrag onder varkens.
Data expert nutritie bij Voergroep Zuid en welzijnscoach voor POV Maud Rombouts is nauw betrokken bij deze aanpak. Ze merkt dat dierenwelzijn een steeds belangrijker item wordt onder varkenshouders. “Veel varkenshouders zijn al actief bezig met het op een hoger plan brengen van dierenwelzijn binnen hun bedrijf. Zo zijn al verschillende creatieve ideeën ontstaan.” Echter zorgt de huidige marktsituatie ervoor dat de focus van de meeste varkenshouders ergens anders ligt. “Aan de welzijnscoach is het dan om ideeën aan te blijven bieden. Door deze te bespreken kan er vaak een praktische invulling aan gegeven worden. Varkenshouders staan hier zeker voor open. Zij willen niets liever dan een rustige stal met gezonde dieren. Alleen zo behaal je optimale prestaties, daarnaast heb je een tevreden varken én boer.”
Een goede controle Staartbijten is een multifactorieel probleem, waarvoor binnen Relax een stappenplan is opgesteld. Hierbij geeft Voergroep Zuid aandacht aan de volgende risicofactoren: omgeving, gezondheid, hokverrijking en voeding. Wanneer één of meerdere van deze risicofactoren onvoldoende onder controle zijn, kan dit leiden tot een kantelpunt, waarbij een uitbraak van staartbijten kan ontstaan.
Mede dankzij haar achtergrond als welzijnscoach kan Rombouts goed het grotere plaatje zien bij agressief gedrag in de stal. “Ik ondersteun mijn collega’s in vragen die ze krijgen over dit onderwerp. Een goede aanpak op agressief gedrag
is vaak niet méér kijken in de stal, maar anders kijken. Als Voergroep Zuid willen we klanten een oplossing bieden in alle uitdagingen die ze tegenkomen. Met de Relax-aanpak hebben we dus ook een goed hulpmiddel tegen agressief gedrag.”
Een goede beheersing van de genoemde risicofactoren verlangt een consequente controle. Hierbij werkt Voergroep Zuid volgens de 5-eren. specialist zeugen-biggen Frank van de Pas legt uit hoe dit in zijn werk gaat: “Door goed te observeren brengen we de risicofactoren voor bijterij in beeld. Door deze vervolgens te analyseren leren we waar verbetering mogelijk is. Dit vormt de basis voor ons advies. Dit advies wordt vervolgens gerealiseerd en geëvalueerd. Zo komen we stapsgewijs bij de oplossing!”
Mocht staartbijten ondanks een goede beheersing van de risicofactoren toch nog aanwezig zijn, dan biedt de Relax-module een oplossing. “We kunnen Relax volgens Modulaire Nutritie preventief als grondstof inrekenen binnen de voersamenstelling, maar kijken momenteel ook hoe het als topdressing gebruikt kan worden. Op deze manier zou Relax bij zogezegde ‘probleemhokken’ ingezet kunnen worden”, zegt nutritionist biggen Bart Hoeben.
Om een goede oplossing te bieden is binnen de Relax-aanpak het volgende stappenplan opgesteld:
1. Controleer 24/7 het stalklimaat met een StalVitaal-meter.
2. Zorg dat de dieren beschikken over voldoende en goed hokverrijkingsmateriaal.
3. Bekijk samen met de specialist van Voergroep Zuid kritisch je voersamenstelling en voerschema.
4. Pak het probleem aan door indien nodig de Relax-module toe te voegen aan het voer.
Over het effect van Relax in de stal is Frank ook duidelijk. “Bij inzet van de module zien we direct een gedragsverandering. De dieren zijn aanzienlijk rustiger, waarbij agressie duidelijk afneemt. Zodra duidelijk is dat er bijterij ontstaat uit onrust of agressie, biedt de Relax-module een helpende hand.”
Meer rust in de stal
Voor een succesvolle aanpak van agressief gedrag is dus duidelijk dat een goede controle van alle risicofactoren cruciaal is, want pas bij een goede controle kan bijterij adequaat aangepakt worden. “Varkens bijten elkaar als ze niet lekker in hun vel zitten. Volgens onderzoekers van Wageningen UR Livestock Research speelt goed afleidingsmateriaal de grootste rol bij het aanpakken van bijterij, maar ook kwaliteit van het voer, het stalklimaat en ruimte per dier spelen mee. Bij ieder bedrijf is deze optelsom anders, dat maakt het ingewikkeld”, aldus productmanager varkens Gonny van Helvoirt.
Dat de Relax-aanpak goed binnen de toekomstvisie van Voergroep Zuid past legt Gonny van Helvoirt uit: “Met name in ketenconcepten zien we een consument die steeds meer betrokken en begaan is met dierenwelzijn. Voergroep Zuid wil binnen deze ketens, maar ook daarbuiten actief bijdragen aan het streven naar aantoonbaar meer rendement. Met meer dierenwelzijn voelen varkens zich beter, wat zorgt voor meer rust en gezondere varkens.” Aandacht voor dierenwelzijn voorziet dus aan de ene kant in de groeiende vraag om meer dierenwelzijn vanuit de consument, maar zorgt ook voor beter presterende varkens. Een gezond dier dat lekker ‘in zijn vel zit’ is namelijk ook een efficiënt dier. “Als Voergroep Zuid moeten we vooruit kijken en in gesprek blijven met keten- en kennispartners. Door actief in te zetten op innovatie- & aanpakontwikkeling willen we de varkenshouder een oplossing bieden voor de problemen van vandaag en de uitdagingen van de toekomst.”
‘Varkenshouders willen niets liever dan een rustige stal met gezonde dieren. Alleen zo behaal je optimale prestaties en daarnaast heb je een tevreden varken én boer.’Bart Hoeben Frank van de Pas Gonny van Helvoirt
In een tijd met veel onzekerheid spraken wij vier jonge en enthousiaste veehouders over hun toekomst én die van de veehouderij. Allen hadden ze een ding gemeen: de trots op de sector! Wij spraken zoogkoeienhouder en medewerker op een varkenshouderij Jan Rovers, varkenshouder en akkerbouwer Michel van Aert, melkvee- en varkenshouder Anton Bouw en Melkvee- en pluimveehouder John van den Broek. Over wat ze trots maakt, wat hun drijfveren zijn en waar de kansen en uitdagingen liggen.
Wie in deze tijd het boerenbedrijf overneemt weet één ding zeker: Ik wil boer worden! Dit geldt ook voor varkenshouder Michel van Aert: “Je moet het voor 200% willen. De keuze om met mijn ouders in maatschap te gaan, kwam dan ook écht vanuit mijzelf. Anders gaat het niet werken.” Voorheen was Michel voornamelijk geïnteresseerd in techniek, maar nadat hij een dag met een voorlichter van Voergroep Zuid meeliep wist hij dat het agrarische leven hem meer trok. “De vrijheid en het ondernemen maken het zo mooi. Je ziet je kinderen opgroeien en
hebt de vrijheid om eigen beslissingen en doelstellingen te maken.”
Melkveehouder Anton Bouw sluit daarbij aan. “Voor mij is het werken met dieren en het buiten zijn ook erg belangrijk. En uiteraard is de trekker een mooie hobby!” De passie van Anton en Michel herkent Michel ook bij melkveehouder John van den Broek. “Ik herinner mezelf een barbecue met de klas, waarbij John hoorde dat een koe niet fit was. John ging er meteen naartoe en heeft de koe op dat moment gered. Dan ben je écht boer in hart en nieren”.
Dat je als boer ook trots mag zijn op wat je bereikt weet ook Jan Rovers. Jan liep de afgelopen 20 weken stage bij Voergroep Zuid, werkt op een varkenshouderij en heeft thuis zoogkoeien. “Het geeft je een trots gevoel om voor de dieren te zorgen en om daarna de resultaten te zien!” Die trots deelt ook Michel: “Als boer heb je gewoon een vitaal beroep. Vorig jaar werd er terecht geklapt voor de zorg, maar wij hebben ook een vitaal beroep. Wanneer iedereen voor zichzelf eten moet maken wordt het een grote chaos.”
Om die extra waardering te krijgen is het belangrijk dat burgers bekender worden met de sector. Dat dit minder vanzelfsprekend is dan vroeger vindt ook Anton Bouw: “Ik ken veel vriendengroepen waar geen boeren meer in zitten. Dat is geen goede beweging. Op deze manier zijn namelijk steeds minder jongeren bekend met de agrarische sector.”
Dit laatste herkent ook Michel: “Wanneer wij vroeger een kinderfeest hadden kwamen alle kinderen bij ons op de boerderij. Met minder boeren is die band simpelweg minder vanzelfsprekend. Zelf ben ik actief in het delen van verhalen over ons bedrijf. Een burger ziet anders alleen stalmuren, je wilt de burger laten zien waar je zo trots op bent.”
Het creëren van begrip en draagvlak bij de burger is echter nog niet 1-2-3 bereikt. “Als boer zijn we best bereid om een stapje extra te zetten, maar zodra dit leidt tot een kostprijsverhoging moet het ook betaald worden”, aldus Van Aert. Dit laatste beaamt John ook: “Ik sta best open voor natuurinclusieve landbouw, maar dat moet ik
Jan Rovers – 21 jaar Varkens en zoogkoeien
Jan is derdejaars student Bedrijfskunde & Agrifoodbusiness aan de HAS Hogeschool en afkomstig uit Evertsoord. Jan liep 20 weken stage bij Voergroep Zuid en deed onderzoek naar het enthousiasmeren van jongeren voor de veehouderij. Jan werkt op een varkenshouderij en houdt thuis Blonde d'Aquitaine zoogkoeien.
Michel van Aert – 26 jaar
Als varkenshouder uit Nederweert zit Michel in de maatschap met zijn ouders. Michel en zijn ouders hebben een varkenshouderij en akkerbouwbedrijf met 800 zeugen, 6.500 vleesvarkens en 125 hectare akkerbouwgrond. Deze grond wordt voornamelijk gebruikt om maïs op te telen voor de varkens. Dit wordt ingezet als CCM.
‘Als burger zie je alleen stalmuren, je wilt de burger laten zien waar je zo trots op bent.’
– Michel van Aert
wel in de opbrengst terugzien.” Als melkveehouder zit hij samen met zijn oom in maatschap op een bedrijf aan de rand van natuurgebied de Peel. Hij erkent dat de toekomst van het bedrijf daardoor wellicht onzeker is. “Ecologen zien ons op de huidige locatie liever vertrekken, maar we hebben er een vergunning en veel grond. De locatie is erg mooi, een andere optie is er eigenlijk niet.”
Afwachten door politieke keuzes De onzekerheid of deze locatie op de lange termijn geschikt is voor een melkveehouderij houdt de jonge melkveehouder bezig. Waarbij het ooit frustreert hoe politieke keuzes gemaakt worden. “Binnen de politiek is te weinig agrarische kennis, maar zij maken het beleid uiteindelijk wel.” Daarnaast maakt het huidige politieke beleid het lastig om lange termijnkeuzes te maken. Dit ervaart ook Anton Bouw. Hij noemt de vernieuwde vloer in zijn stal als voorbeeld. “Je wordt onzekerder en wacht af. Iets wat we nu bouwen moet ten minste 25 jaar mee kunnen, maar dit is nu niet het geval. Over 10 jaar kunnen we weer een nieuwe vloer aanschaffen en dat is niet terug te verdienen.”
Ook op gebied van dierenwelzijn merken de vier jonge boeren dat, hoewel ze flink hun best doen, het niet altijd overeen komt. Michel: “Het dierenwelzijn in de stal is beter dan buiten. Denk maar eens aan een warme zomerdag. Dat is voor een dier echt niet prettig. Dan zit je liever in een stal waar het klimaat altijd goed is.” Zo ziet ook Jan dit: “In de stal hebben de dieren het gewoon altijd goed. Zo hebben ze altijd vers water en een goed klimaat.” Ondanks de goede bedoelingen en passie van de boer voor zijn dieren, wordt dit niet altijd zo begrepen door de burger. Toch ziet Michel dat er wel een grote behoefte is aan lokale Nederlandse producten. “We zijn als bedrijf niet zo gericht op de lokale markt, maar je kunt dan wel mooi het eerlijke verhaal over lokale producten vertellen. Dat geeft de consument ook een veilig gevoel.”
Dat het erg belangrijk is dat boeren lokaal laten zien wat ze doen, maar dat niet ieder bedrijf gemaakt is voor de lokale markt geeft ook Anton aan: “Niet iedereen hoeft zich lokaal te presenteren, als het maar wel gedaan wordt! Ik ben blij dat anderen dit goed oppakken, dat is erg goed, maar voor mij is dat het niet. Ik hoor ook vaak dat ik er als boer iets naast moet doen, maar dat zie ik niet zitten. Ik vind dat je als boer je centen moet kunnen verdienen.”
Om zijn bedrijf lokaal te laten zien nam Anton wel deel aan de Open Boerderijdagen. “Het is goed om mensen mee te nemen in wat er gebeurt. Ik herinner me dat een moeder met kinderen vroeg of we vanwege de drukte op die dag beter een keer niet zouden melken. Toen heb ik haar uitgelegd dat het boerenleven zo niet in elkaar zit.” Ook Michel ontvangt zo nu en dan bezoekers op het erf. “Het is leuk wanneer je mensen iets kunt leren. Zo hadden we een groep vriendinnen over de vloer voor een rondleiding. Toen ik vertelde dat 90% van de zeugen drachtig raakt na inseminatie viel een oplettende bezoeker meteen op dat dit hoger is dan bij mensen. Mooi om te zien dat dit een positieve indruk maakt.”
Als agrarisch ondernemer is Michel veel bezig met de toekomst van het bedrijf. Zo zit hij inmiddels samen met zijn broertje en ouders in de maatschap. “Je merkt dat gedurende het proces je rol in het bedrijf verandert. Voorheen was ik meer werknemer en nu bekijken we samen
‘Ik hoor vaak dat ik er als boer iets naast moet doen, maar dat zie ik niet zitten. Ik vind dat je als boer je centen moet kunnen verdienen.’
–
Anton is afkomstig uit Lieshout. Hij heeft samen met zijn ouders een gemengd bedrijf met 125 koeien en 800 vleesvarkens. Daarnaast is Anton voorzitter van AJK de Peel met 165 leden. Vader Toon zit in de ledenraad van Voergroep Zuid.
John van den Broek – 23 jaar
John is woonachtig in Nederweert. Op het gemengde bedrijf van de familie houden ze 150.000 vleeskuikens in Nederweert en 70 koeien in Maarheeze. Daarnaast houdt John met zijn oom in Helenaveen 135 koeien op 100 hectare in maatschap. John focust vooral op de koeien en zit nu ruim een jaar in het bestuur bij AJK Eindhoven Zuid met ongeveer 130 leden.
hoe we de toekomst in gaan. We hebben hiervoor een coach benaderd die ons begeleidt tijdens de gesprekken aan tafel. Belangrijk is dat je hierbij de vraag stelt: Wat wil ik?”
Een van de dingen die bij deze gesprekken aan het licht kwam was dat Michel graag samen het bedrijf runt met een extra persoon. “Mijn ouders deden het altijd samen. Ik wil ook graag samen met iemand het bedrijf runnen, maar ik merk wel dat mijn ouders nog niet altijd over dit soort zaken willen praten. Ik vind het belangrijk om op tijd het stokje over te nemen. Het is belangrijk om dit bespreekbaar te maken en na ieder gesprek goed uit elkaar te gaan.”
Ook John en Anton kennen de uitdagingen die een overname met zich meebrengt. John: “Ik merkte vooral dat ik steeds meer vertrouwen kreeg naarmate ik presteerde. De klik met mijn oom is bijvoorbeeld erg goed en toen ik liet zien wat ik in mijn mars had kreeg ik snel meer vrijheden.” Hij merkt wel dat het belangrijk is om open naar elkaar te zijn. “Je moet er altijd over praten, anders botst het. We hebben hier geen speciale coach voor aangesteld, maar bespreken het wel met adviseurs.” Dat sommige gesprekken tot discussie mogen leiden weet ook Anton: “Maar je moet er wel bij blijven zitten als je iets wilt betekenen. Het is goed om betrokken te zijn en mee te beslissen. Uiteindelijk is er niets zo mooi als het familiebedrijf!”
Uit de organisatie Boer zoekt perspectief
Op dinsdag 25 oktober stond de eerste editie van ‘Boer zoekt perspectief’ op het programma. Boerenondernemers en jonge potentiële bedrijfsopvolgers kwamen bij elkaar om wijzer te worden in de mogelijkheden rondom bedrijfsopvolging. Ondersteund door experts op het gebied van bedrijfsopvolging werd het een inspirerende middag, waarin de deelnemers met een open en geïnteresseerde houding het gesprek aangingen.
De laatste jaren is het voor boeren steeds lastiger om een opvolger voor het bedrijf te vinden. Waar het bedrijf vroeger vrijwel standaard overgedragen werd aan een van de kinderen, is dit nu geen vanzelfsprekendheid meer. De boer moet op zoek naar een andere oplossing, waar dit in veel gevallen helaas leidt tot bedrijfsbeëindiging. Projectleider businessmanagement Twan Penninx: “Erg jammer, zeker als je je realiseert dat er veel jonge potentiële bedrijfsopvolgers rondlopen die graag aan de gang willen, maar de handvaten missen om écht iets op touw te zetten.”
‘Het is mooi dat dit een open bijeenkomst is. Vaak worden deze meer achter gesloten deuren gehouden.
Het is goed dat deze openheid het taboe er een beetje van af haalt.’
Zaadje voor de toekomst Voor Voergroep Zuid was deze ontwikkeling reden genoeg om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Twan: “Als coöperatie willen we door middel van een bijeenkomst als deze graag een faciliterende rol spelen, maar boeren en bedrijfsopvolgers moeten er uiteindelijk zelf uitkomen. Hopelijk planten we met Boer zoekt perspectief een zaadje voor een nieuwe samenwerking en zorgt de bijeenkomst ervoor dat boeren kritisch na gaan denken over hun mogelijkheden in de toekomst.”
Dat de bijeenkomst stof tot nadenken gaf, benoemde ook een van de deelnemers: “Ik vond de bijeenkomst wel inzicht geven. Voor mezelf heb ik nu duidelijk welke stappen ik moet zetten bij een bedrijfsoverdracht.”
Wat opviel tijdens de bijeenkomst was de open houding van de deelnemers tegenover elkaar. Penninx: “Nadat de experts zich via een voorstelronde gepresenteerd hadden, gingen we over naar de kennismaking. Moeiteloos gingen de ondernemers onderling en met de experts in gesprek. Mooi om te zien dat je met een open houding tijdens een bijeenkomst als deze, maar ook daarbuiten, vanzelf kansen creëert.”
‘De wetenschap dat je een opvolger hebt, ook als het je eigen kinderen niet zijn, motiveert mij enorm.’
Voergroep Zuid heeft de ambitie om voor klanten en ketenpartners kartrekker te zijn op het gebied van voerinnovaties, duurzaamheid en circulariteit, met als doel: rendement op het boerenerf realiseren. Om hier een volgende stap in te zetten is Voergroep Zuid met een onderzoekstal gestart binnen het vleesvarkensbedrijf van familie Meulendijks in Kessel (L). Dit is aanvullend op het onderzoek dat Voergroep Zuid doet bij de onderzoeklocatie van Schothorst Feed Research en het praktijkonderzoek bij een aantal klanten.
Maud Rombouts, data expert nutritie, valt met haar neus in de boter. Ze studeerde drie jaar geleden af aan Wageningen Universiteit in de richting Diervoeding en mag het onderzoek op het proefbedrijf begeleiden en coördineren. “Het is een wens die uitkomt”, zegt Maud. “Op dit moment voeren we al verschillende praktijkproeven uit om nieuwe producten te testen. Deze proeven dragen bij aan de onderbouwing van de meerwaarde die deze nieuwe producten hebben voor onze klanten. Door te starten met het proefbedrijf kunnen we theorieën uit fundamentele onderzoeken van bijvoorbeeld universiteiten, beter doorvertalen naar de dagelijkse praktijk op een varkensbedrijf.”
Een goede voorbereiding is het halve werk “De buitendienst heeft een grote rol gespeeld bij het zoeken naar een geschikt vleesvarkensbedrijf. Het bedrijf moet namelijk representatief zijn voor de Nederlandse situatie, stabiele technische resultaten draaien, toekomstbestendig zijn, beschikken over een automatisch voersysteem en een praktische indeling hebben. En natuurlijk speelt de varkenshouder zelf een grote rol. Hij voert veel metingen zelf uit en moet dat dus ook leuk vinden en geïnteresseerd zijn in het onderzoek dat wij samen doen”, aldus Maud.
Uiteindelijk heeft Voergroep Zuid gekozen voor het vleesvarkensbedrijf van Martin Meulendijks in
Er zijn separate voerleidingen geïnstalleerd om verschillende voeders binnen een afdeling aan te bieden.het Limburgse Kessel. Martin Meulendijks, 52 jaar, is varkenshouder in hart en nieren. Hij houdt 650 vleesvarkens op zijn thuislocatie in Deurne en 1800 vleesvarkens in het Limburgse Kessel. Martin: “Ik heb altijd al veel affiniteit met data. Dat was voor mij ook de reden om in te stappen in het CCPS-programma van Topigs Norsvin. Toen dat in 2020 stopte ben ik door varkensspecialist Twan Rovers van Voergroep Zuid benaderd. Ik was al gewend om extra data bij te houden, accuraat te werken en resultaten te analyseren. Dat maakte de stap naar proefbedrijf voor Voergroep Zuid niet groot, bovendien houd ik wel van een extra uitdaging.”
Om voerproeven te kunnen doen op het bedrijf van Meulendijks heeft Voergroep Zuid een aantal voorbereidingen getroffen. Maud legt uit: “Op het bedrijf zijn extra voersilo’s geplaatst en zijn de voerleidingen aangepast, zodat we binnen een afdeling verschillende voeders kunnen aanbieden.
Ook hebben we een weegschaal geplaatst, zodat we de verschillende groepen gemakkelijk kunnen wegen. Bij binnenkomst worden de dieren op gewicht geselecteerd om zo gelijkwaardige uitgangspunten tussen de proef- en controlegroepen te creëren. Dat is ook waarom we steeds proeven doen binnen één afdeling. Zo sluiten we eventuele variabelen tussen de proefen controlegroepen zoveel mogelijk uit.” Voor de start van ieder onderzoek worden de dieren gewogen en vervolgens is er iedere vier weken een nieuw weegmoment. Maud ontvangt alle voer-, weeg- en slachtdata per groep en kan op basis daarvan de proefresultaten analyseren. Martin vult aan: “Dagelijks maak ik een controle ronde in de groepen. Ik let dan extra goed op de voeropname en op het gedrag van de dieren, ook houd ik bijzondere omstandigheden bij, zoals bijvoorbeeld extreem weer. Het is belangrijk om dit heel accuraat te doen. Eten de dieren minder en ligt er restvoer in de bak, dan stel ik de voergift bij, zodat we de voeropname zo nauwkeurig mogelijk kunnen meten. Alles draait om nauwkeurigheid en fingerspitzengefühl.”
Erik Bruininx, manager nutritie & innovatie bij Voergroep Zuid, heeft bijna dertig jaar ervaring in fundamenteel en praktisch onderzoek in de
‘Alles draait om nauwkeurigheid en fingerspitzengefühl.’
bevindt, kan efficiënt groeien. Daarnaast zijn een hoge efficiëntie en een lage CO2-footprint inherent met elkaar verbonden.”
Volgens Erik geeft de varkenshouderij bij uitstek waarde aan restproducten uit de humane voedingsmiddelenindustrie. “Via het varken worden deze omgezet in hoogwaardig vlees met een lage CO2-footprint. Zo sluit de varkenshouderij kringlopen. Dat willen wij graag uitdragen en verder onderbouwen. Daarom hebben wij vorig jaar het duurzaamheidslabel ontwikkeld. Op iedere bulklabel kun je teruglezen wat de CO2-footprint van het voer is en welk percentage circulaire en Europese grondstoffen er in zijn verwerkt. Deze informatie is ook de basis voor bijvoorbeeld slachterijen die varkensvlees op de verpakking van een CO2-footprint willen voorzien.”
varkenshouderij. Hij is één van de aanjagers van het werken met een eigen proefbedrijf. Volgens Erik gaat Voergroep Zuid zich de komende jaren in haar proeven richten op drie thema’s, namelijk: • Technologie en voederwaarde (denk hierbij aan nieuwe grondstoffen en eiwittransitie);
• Voeding in relatie tot welzijn en gedrag; • CO2 -footprint en circulariteit.
Deze thema’s moeten bijdragen aan een verdere verduurzaming van de varkenshouderij en een beter rendement op het boerenerf. Erik: “Goede dierprestaties bereik je alleen als de basis, en dan bedoel ik het welzijn en de gezondheid van dieren, op orde is. Alleen een dier dat gezond is en zich fijn voelt in de omgeving waarin het zich
De buitendienst wordt nauw betrokken bij het onderzoek. Erik legt uit: “Zij horen in de markt wat er leeft, welke behoefte de boer heeft. Dat levert ons vaak korte termijn onderzoeksvragen op, waar wij graag mee aan de slag gaan. Daarnaast zijn er ook lange termijnvragen vanuit overheid en maatschappij. Die pakken we graag samen met de keten op. Met als uiteindelijk doel: de beste voerpartner zijn voor de klant en de keten, waarbij wij als coöperatie het boerenbelang echt voorop hebben staan.” Volgens Erik geven voerproeven nieuwe inzichten in waar de balans ligt tussen groei, gezondheid, welzijn, het verhogen van efficiëntie en het verder verduurzamen. Erik: “Met die uitkomsten zorgen we voor nog betere resultaten in de varkensstal, die meerwaarde opleveren voor boer, dier en maatschappij.”
Martin Meulendijks heeft in Kessel een vleesvarkensbedrijf met circa 1.800 vleesvarkens. De TN70 x Tempo varkens realiseerden in 2021 een gemiddelde groei van 894 gram, bij een voederconversie van 2,26 en een EW-conversie van 2,47. De uitval was 2%. Naast het bedrijf in Kessel heeft Meulendijks ook nog 650 vleesvarkens op zijn thuislocatie in Deurne.
Maud Rombouts, nutritionist Varkens en Martin Meulendijks, vleesvarkenshouder.
Op bedrijven die in geringe of ergere mate te maken hebben met staartbijten raken de staarten van 1 tot 5 procent van de varkens beschadigd, wat ten koste gaat van de gezondheid en het welzijn van de dieren. Een probleem dat veel verschillende oorzaken kent en zowel biologische als gangbare bedrijven treft.
Op basis van Modulaire Nutritie heeft Voergroep Zuid een module ontwikkeld voor rustigere varkens, die minder stress ervaren. Deze relax-module bevat verschillende plantenextracten die bijdragen aan het voorkomen van staartbijten en de weerstand versterken. Dit zorgt voor rustige varkens en houdt voeropname en groei op peil.
De module is in te zetten in drie varianten: biggen, (opfok) zeugen en vleesvarkens.
Onderzoek leert dat al drie dagen vóór de eerste verwondingen voorspellende symptomen als: onrustig gedrag, het laten hangen van de staart, of het ontbreken van het pluimpje aan de staart te zien kunnen zijn. Door deze kenmerken snel te herkennen en in te grijpen kan erger voorkomen worden.
Meer weten? Lees meer over onze relax-module op: www.voergroepzuid.nl/relax Of neem direct contact op met je specialist.
‘Rustige varkens, minder beschadigingen en betere dierprestaties’
Aan een kronkelende landweg, verscholen tussen de bomen, ligt de boerderij van Jan van Melick. Omgeven door enkele hectaren grond, woont hij hier samen met zijn vriendin Lida en 400 dierlijke vrienden. Variërend van kangoeroes, alpaca’s, Chileense flamingo’s, trompetzwanen, witte pauwen en zijde hoenen; het zijn dieren uit alle hoeken van de wereld, van Australië tot Chili en Japan en alles wat daar tussen ligt. Gezellig aan de keukentafel met een kop koffie begint Jan te vertellen over zijn dierenpark ‘t Laurabos.
ibissen, lepelaars, verschillende zwanensoorten, diverse ganzen en eenden. Wel veertig vijvers verspreid over het park zorgden voor stromend water wat werd aangedreven door in eerste instantie een windmolen en later door zonnepanelen.
Het ouderlijk huis van Jan staat een eindje verderop. “Deze grond was van mijn vader. Hij hield koeien en varkens. Ik zag het vijftig jaar geleden niet zitten om zijn bedrijf over te nemen. Een deel van de grond, waar mijn vader niets op verdiende omdat daar niks wilde groeien, heb ik toen gekocht. Dat was een hoge zandbult die ik acht meter diep heb laten afgraven en met de verkoop van het zand wat eruit kwam kon ik mijn park met een aantal dieren starten.”
Al gauw groeide zijn park, wat toen nog uit meerdere locaties bestond, uit tot 1500 dieren waarvan zeker 1200 dieren bestonden uit met name moeras- en watervogels zoals kraanvogels,
“Naast allerhande watervogels ben ik ook met een klein koppeltje kangoeroes begonnen. Dit park is eigenlijk als een kweekstation opgezet. Vanuit een kweekprogramma worden dieren naar dierentuinen over de gehele wereld geëxporteerd. Ik heb veel gereisd om ter plaatse dieren in hun eigen habitat te observeren en probeer die leefomgeving in ons dierenpark zo goed mogelijk na te bootsen. Een dier moet zich prettig voelen in een bepaalde biotoop, anders fokt het niet”, legt Jan uit.
‘Naast de alpaca’s, zijn de kangoeroes nu de grootste groep zoogdieren.’
Wist je dat… Kangoeroes zijn hele verdraagzame en sociale dieren, ook ten opzichte van andere dieren. In elke kweekgroep zitten 2 tot 4 mannetjes, al naar gelang de grootte van de groep. De vrouwtjes paren alleen met de sterkste en dominantste mannetjes. Na de bevruchting duurt het 3 weken voordat de foetus via de anus wordt geboren. De moeder likt een paadje schoon van de anus naar haar buidel. Het jong, wat dan nog niet ziet, hoort of ruikt, kruipt instinctief via die weg omhoog. Vervolgens zuigt het zich vast op de tepel in de buidel waar het de eerstvolgende 3 maanden niet vanaf komt. “Vrouwtjes hebben altijd maar 1 jong in de buidel, ze krijgen nooit meerlingen. Afhankelijk van het soort blijft het jong wel 6 tot 11 maanden in de buidel. Hoe kleiner het ras (de Parma kangoeroe bv.) des te korter de vruchtbaarheidsperiode en des te korter de tijd in de buidel. De Rode Reuzenkangoeroe van 2 meter daarentegen houdt het jong tot wel 11 maanden in de buidel.” Hele bijzondere dieren in een prachtig aangelegd park.
In 2012 zette Jan al zijn grond met alles erop te koop. Hij was ziek en dacht op dat moment dat hij de zorg voor de dieren niet meer aankon. “Ik was er behoorlijk slecht aan toe en kwam zelfs in een rolstoel terecht. Dus ik zette het park noodgedwongen te koop, maar door de crisis
Jonge kangoeroes blijven 6 tot 11 maanden in de buidel.
was een toko als dit niet te verkopen. Uiteindelijk heb ik toen besloten om niet weg te gaan en het aantal dieren af te bouwen. Vooral veel vogelsoorten heb ik verkocht omdat die ook meer werk met zich meebrengen. Van de aanvankelijk 1500 dieren en inmiddels 7 hectare grond, ben ik teruggegaan naar het huidige aantal van 400 dieren op 2,5 hectare land rondom mijn boerderij. Naast de alpaca’s, zijn de kangoeroes nu de grootste groep zoogdieren.
Kangoeroes eten naast het hout wat van de bomen valt bijvoorbeeld ook noten. Lida maakt dagelijks haar rondje door het park en gaat met haar zakken vol walnoten van eigen bodem langs de dieren. De jonkies steken hun kopje uit de buidel in haar zak om de nootjes eruit te snoepen. Andere kangoeroes zijn meer grazers en eten alleen gras. Jonge kangoeroes die uit de buidel zijn gevallen of waarvan de moeder is overleden worden waar mogelijk met de hand grootgebracht. Zij zijn daarna niet meer geschikt als kweekdier omdat ze essentiële instinctieve eigenschappen missen die ze normaalgesproken van hun moeder meekrijgen. Gelukkig is dit aantal
per jaar zeer gering en krijgen deze dieren ook een goed onderkomen. “Voor het bulkvoer ben ik al sinds 1971 een trouwe klant van wat toen Isidorus heette en nog altijd is Voergroep Zuid mijn vaste leverancier. Ik ben erg tevreden met Voergroep Zuid en ik wordt altijd vriendelijk te woord gestaan ook als ik vragen heb of een specifiek voerprobleem waar ik zelf niet helemaal uit kom. Ze spelen adequaat in op mijn behoeften en dat is heel prettig.”
Op de vraag hoe Jan de toekomst ziet voor zijn dierenpark ’t Laurabos is hij heel duidelijk. “In één woord onzeker! Tijdens de pandemie hebben we helemaal geen bezoekers gehad. Normaalgesproken geven we behoorlijk wat
rondleidingen maar ook niet meer dan één groep per dag. Het geeft te veel onrust voor de dieren. Ik vind het wel leuk om te doen maar of we ermee doorgaan weet ik nog niet, het kost ook behoorlijk veel tijd. We hebben wel een aantal dagwerkers die zijdelings wat komen helpen maar geen vaste medewerkers. Bovendien zijn veel rennen nu leeg en deze blijven ook leeg of dienen momenteel als opslag voor hooi of andere spullen. Lida heeft er ook nog steeds lol in en zolang we hier samen zitten blijven we aan het werk, zeven dagen per week. We genieten nog volop van al die prachtige dieren en natuur om ons heen. En dat is waar we het voor doen!”
‘We genieten nog volop van al die prachtige dieren en natuur om ons heen. En dat is waar we het voor doen!’
Vanwege het 125-jarig bestaan van de coöperatie organiseerde Voergroep Zuid op dinsdag 18 oktober het seminar ‘Toekomstgericht ondernemen in de Varkenshouderij’. In zaal Time Out in Gemert gaf een expertpanel de ruim 300 aanwezige varkenshouders vanuit verschillende invalshoeken haar visie op de toekomst van de sector. Diergezondheid, ketensamenwerking, datauitwisseling en vooral het maken van keuzes stonden hierin centraal.
Algemeen directeur Ronald van de Ven van Voergroep Zuid opende het symposium en heette de bezoekers van harte welkom. Hij was zichtbaar blij met de grote opkomst. Volgens Van de Ven heeft Voergroep Zuid vertrouwen in de toekomst van de Nederlandse en Belgische varkenshouderij. De missie van de coöperatie is niet voor niets ‘Samen dé toekomst maken!’. Dat doet het bedrijf al 125 jaar. Hiervoor moeten we volgens Van de Ven continu inspelen op veranderingen, elkaar blijven prikkelen om zaken
beter en waar nodig anders te gaan doen. Ondernemen is volgens de algemeen directeur in de huidige tijd voor varkenshouders niet gemakkelijk, zeker niet voor de jonge ondernemers die een bedrijf willen overnemen. Reden voor Voergroep Zuid om zich juist voor die doelgroep volop in te zetten. Dit doet het bedrijf samen met de ZLTO en een aantal andere partners middels het uitrollen van praktische opleidingsmodules voor jonge ondernemers.
Kennis van de grondstoffenmarkt Na de aftrap was het de zeer ervaren inkoopmanager grondstoffen Frans Looman van Voergroep Zuid, die een inkijkje gaf in de wijze waarop de coöperatie de grondstoffenmarkt continu analyseert en op basis van deze informatie inkoopbeslissingen neemt. Looman liet zien hoe satellietbeelden, weerkaarten, zaai- en oogstprognoses en maatschappelijke onrust waar ook ter wereld worden bijgehouden om op basis daarvan de juiste inkoopbeslissingen te kunnen nemen. En dat is best lastig in een tijd waarin eerst corona en daarna de oorlog in Oekraïne een enorme stempel drukt op de prijzen van bijvoorbeeld energie en granen. Daar ondervinden we in de varkenshouderij iedere dag de gevolgen van.
De Nederlandse varkenshouderij heeft het best lastig om met de huidige hoge grondstofprijzen, tegenvallende varkensprijzen en steeds grotere druk vanuit overheid en maatschappij het hoofd boven water te houden. Tegelijkertijd hebben we hier in de zaal te maken met de beste varkenshouders ter wereld, constateerde dagvoorzitter Marianne Zwagerman terecht, daar moet toch toekomst voor zijn. Die vraag legde ze maar wat graag voor aan het expert-panel.
Vion CEO Ronald Lotgerink was het eerste panellid die de kans kreeg om te reageren. Hij schetste een wereldmarkt waarin de vraag naar varkensvlees de komende jaren nog minstens 10 procent stijgt. Tegelijkertijd voorziet hij in Europa richting 2030 een afname van de varkensvleesconsumptie van 10-15%. Ook het aantal varkens zal volgens de vleesverwerker in Noordwest Europa naar verwachting met een soortgelijk percentage afnemen. Een tendens die bijvoorbeeld in Duitsland al volop gaande is. Die toekomst vraagt volgens Lotgerink van varkenshouders om keuzes te maken. Wil je als varkenshouder gaan voor schaalgrootte en de laagste kostprijs of kies je juist voor de kleinere niches in de markt door aan te haken bij specifieke productieketens. Een keuze waar je als varkenshouder volgens de CEO geen jaren de tijd meer voor krijgt.
Het realiseren van succesvolle ketens vraagt volgens de Vion topman om een heldere visie en een goede samenwerking tussen varkenshouder, voerfirma, slachterij, vleesverwerker en retail. Alleen samen kun je immers de meerwaarde creëren waar de consument wat voor over heeft. Wat Lotgerink zorgen baart is dat de kostprijsverschillen met wereldspelers zoals de Verenigde Staten en Brazilië steeds groter worden. Een gat dat Nederlandse varkenshouders steeds moeilijker dicht lopen via het verbeteren van diergezondheid en technische resultaten.
Data maakt toegevoegde waarde concreet Meat Friends directeur Ronald Poos ziet in Nederland de markt waarin hij vlees verkoopt langzaam veranderen. Volgens hem daalt de vleesconsumptie de laatste jaren licht en stelt een steeds grotere groep consumenten zichzelf vragen bij het vlees dat ze consumeren. Waar komt het vandaan? Hoe is het geproduceerd? Is het diervriendelijk en duurzaam? Met het concept ‘Varken op z’n Best’ heeft Meat Friends op deze vragen een antwoord. Het concept is in nauwe samenwerking met retailers ontwikkeld.
Een langere termijn verbinding met retail is volgens Poos broodnodig om samen een succesvolle varkensketen te ontwikkelen met relevant onderscheidend vermogen voor de consument. Hij ziet dat hierin de toenemende belangstelling voor circulariteit en duurzaamheid, waaronder een lage CO2-footprint, kansen biedt. Om deze kansen te pakken is het zaak om in de keten meer data vast te leggen en met elkaar te gaan delen. Alleen met betrouwbare data kan de vleesketen haar claim naar de consument onderbouwen en uitdragen. Lotgerink is het hier roerend mee eens. Hij vertelt dat een goede data-uitwisseling in de keten een keten tot 20% efficiënter maken. Hiervan komt gemiddeld 8 procent uit de extra conceptwaarde die je samen realiseert en circa 12 procent uit het efficiënter maken van de keten.
Stalklimaat en gezondheid zijn key Hans Verhoeven, oprichter van Keten Duurzaam Varkensvlees (KDV) ziet ook dat consumenten steeds kritischer worden. Ze willen steeds vaker weten hoe hun eten is geproduceerd. Retailers grijpen dit aan om voor specifieke consumentsegmenten onderscheidende producten aan te bieden. Wie daaraan wil leveren, zal zijn data op orde moeten hebben. Verhoeven legt met zijn KDV-collega’s veel data vast. Bij voorkeur per individueel dier. Dit geeft hem de mogelijkheid om varkens af te leveren die gedurende hun leven gegarandeerd geen antibiotica hebben gehad. Ook gebruikt hij de data om de bedrijfsvoering op de varkensbedrijven verder te optimaliseren. Daarbij ziet hij nog grote kansen voor het verbeteren van de diergezondheid via een beter stalklimaat. Zijn dieren in de proefstal met dagontmesting zijn daarvan het levende bewijs. Door verbetering van het stalklimaat, minder ammoniak, groeien de dieren veel beter en komen ziektes niet of nauwelijks voor. Verhoeven wijt dit aan het feit dat de natuurlijke weerstand van de dieren beter is doordat slijmvliezen en trilhaartjes in de neus minder worden aangetast. Ook ziet hij dat wat later spenen en een iets lagere hokbezetting onder aan de streep geld oplevert.
Ook Marjan de Bock-Smit, CEO bij Impact Buying, maakt deel uit van het expert-panel. Haar bedrijf is een belangrijke speler in het vastleggen en borgen van data in de voedselketen. Haar opdrachtgevers zijn retailers en de voedingsindustrie. Zij ziet in ‘vlees van dichtbij’ een duidelijke consumententrend waar retailers op acteren. Daarvoor is betrouwbare productdata nodig. En dat geldt ook voor het realiseren van de ‘Product Environmental Footprint’ (PEF) op verpakkingen. Dat wordt het antwoord op de vraag van consumenten of een product wel of niet duurzaam is. De Bock-Smit verwacht dat overheden via belastingheffingen gaan sturen op het verlagen van de footprint. Een partij als Albert Heijn gaat hier met het ‘Beter voorconcept’ zeker op inspelen en dan krijgen duurzame boeren daar een beloning voor.
Anti-veehouderij activisten
De vijfde deelnemer aan het Expert-panel is Klaas Dijkstra van Zest Marketing. Hij waarschuwt de varkenshouders voor de gerichte aanval vanuit linkse anti-veehouderij activisten. Uit zijn onderzoeken blijkt dat een klein aantal zeer actieve actiegroepen de veehouderij op een slimme manier ‘framen’ bij een breed publiek. Dit doen ze via een lawine van negatieve berichten in de media. Zij beschikken over tientallen miljoenen euro's voor hun communicatie. Het verbaast hem dat veel mensen in de veehouderij deze actiegroepen helemaal niet kennen. Wil je daar als sector tegenwicht aan bieden, dan moet je volgens Dijkstra van goede huize komen en samen één sterke boodschap uitzenden. Het is goed dat Voergroep Zuid en andere sectorpartijen en de belangenbehartigers van de sector één gezamenlijke campagne ‘Geef Boeren Toekomst’ hebben ontwikkeld. Door met alle partijen samen te investeren in één campagne krijg je enige slagkracht. Dat is veel sterker dan allemaal losse initiatieven. De varkenshouderij moet transparant zijn en haar verhaal steeds opnieuw blijven vertellen.
Voergroep Zuid heeft onlangs een breed jongerenprogramma gelanceerd met de naam ‘Boeren met LEF’. Hiermee maken we de jeugd enthousiast voor de land- en tuinbouw en helpen we jonge agrarische ondernemers met hun persoonlijke ontwikkeling en beginnend ondernemerschap. Ook willen we met het programma jonge boeren weerbaar maken en samen met hen bouwen aan een vitale land- en tuinbouw.
‘Boeren met LEF’ is de nieuwe naam van het uitdagende jongerenprogramma dat Voergroep Zuid deze zomer heeft ontwikkeld. Voor veel jonge boeren is de huidige maatschappelijke context waarin zij moeten gaan ondernemen best een hele uitdaging. Dat vraagt lef en daar kunnen we hen bij helpen. Dit doen we door samen met hen te zoeken naar nieuwe kansrijke perspectieven en hen bij elkaar te brengen in een setting waarin zij van elkaar en van ervaren ondernemers kunnen leren.
Het programma ‘Boeren met LEF’ telt zes onderdelen:
(Voor groep 6, 7 en 8 van de basisschool)
In een uur tijd zetten wij basisschoolleerlingen aan het denken waar hun eten vandaan komt. Jazeker, het komt bijna allemaal van de boer. Vervolgens vertellen wij vol enthousiasme hoe het er op de boerderij aan toe gaat, ondersteund met diverse leuke filmpjes.
2. Loopbaan ontdekkingsreis veehouderij
(Voor studenten vanaf 16 jaar, met ambities in de veehouderij) Zoek jij het antwoord op de vraag of je boer wilt worden? Wil jij jezelf beter leren kennen en ontdekken of agrarisch ondernemerschap iets voor jou is? Kom je dan oriënteren op de agrarische sector en doe mee aan de loopbaan ontdekkingsreis veehouderij!
3. Start agrarisch ondernemerschap
(Voor jonge startende agrarische ondernemers) Wil jij een vliegende start bij je bedrijfsovername? Wil jij weten wat agrarisch ondernemerschap inhoudt en wat erbij komt kijken? Leer in dit programma deze vaardigheden en ontdek welke manier van toekomstgericht boeren bij jouw persoonlijkheid past!
4.
(Voor jonge agrarische ondernemers met al enige ervaring in ondernemerschap) Wil jij als jonge agrarische ondernemer je kennis verdiepen en vaardigheden verrijken? Wil je leren en vooruit komen als mens én als ondernemer? Kom dan sparren op de inhoud, jezelf spiegelen en deel je ervaringen met je boerencollega’s in onze veel geprezen Masterclass Agribusiness!
‘Waar komt jouw eten vandaan? Van de boer!
En dan leggen wij graag uit hoe het daar wordt geproduceerd.’
Uit de organisatie Boeren met LEF
(Voor stoppers, uitbreiders en potentiële opvolgers buiten de familiekring)
Wil jij als ondernemer het bedrijf dat je al die jaren hebt opgebouwd een toekomst geven bij een jonge, ambitieuze bedrijfsopvolger die bevlogen met het agrarisch ondernemerschap aan de slag gaat? Ben jij geïnteresseerd in een bedrijfsovername of -uitbreiding om je passie en ambities in het agrarisch ondernemen verder in te kunnen vullen?
(Het koppelen van vraag naar en aanbod van personeel)
Wil jij werken in de agrarische sector? Geniet jij van het werken in een sector die er echt toe doet? Wil jij meewerken aan de voedselvoorziening van huidige en toekomstige generaties? Graag inspireren wij mensen om in de agrarische sector aan de slag te gaan en brengen wij de vraag naar en aanbod van personeel bij elkaar.
Gaan ondernemen in de land- en tuinbouw komt écht vanuit jezelf. Het is immers geen baan maar een manier van leven. Om zo’n keuze te kunnen maken moet je jezelf goed kennen, je eigen vakmanschap blijven ontwikkelen en oog hebben voor jouw eigen persoonlijke ontwikkeling. En als je de stap eenmaal hebt gezet, dan blijft het nog altijd ‘een leven lang ontwikkelen’. Hierin willen wij als coöperatie Voergroep Zuid jou graag blijven faciliteren.
‘Samen met meer dan 25 partners faciliteren we een leven lang ontwikkelen.’
De ‘Loopbaan ontdekkingsreis veehouderij’ van het jongerenprogramma ‘Boeren met LEF’ speelt hier precies op in. In het programma laten we jongeren zichzelf verder ontdekken en ontwikkelen. We dragen daarnaast kennis over en inspireren hen. Daarnaast komt de vraag aan bod: past het boeren ondernemerschap nu wel of niet bij mij? De Loopbaan ontdekkingsreis veehouderij ontwikkelt Voergroep Zuid in nauwe samenwerking met ZLTO.
Tijdens de AJK-bijeenkomst van 15 november lieten wij agrarische jongeren kennis maken met onze plannen voor de Loopbaan ontdekkingsreis veehouderij en vroegen hen om feedback. Zij gaven aan dat het agrarisch ondernemerschap met de huidige maatschappelijke ontwikkelingen niet altijd meevalt. Als geen ander voelen zij de druk van het hedendaagse maatschappelijke en politieke klimaat. Daarbij heerst er een duidelijk gevoel van onrechtvaardigheid. Maar hoe gaan zij daar dan mee om?
“Om daar goed mee om te gaan moet je jezelf blijven ontwikkelen. Leren hoe je op een goede manier lastige gesprekken voert, die je misschien persoonlijk raken, zonder daarbij direct in de stress te schieten’’, vertelde één van de AJK-leden. Een ander geeft aan dat de maatschappelijke rol van de veehouderij best complex is. ‘’Om het allemaal te snappen moet je verder kijken dan je eigen cocon. Dus verder kijken dan het bedrijf van je ouders. Wil je vervolgens thuis zaken veranderen, dan kun je jouw keuzes tenminste goed onderbouwen en beargumenteren.”
Loopbaan ontdekkingsreis veehouderij Ondanks de kritische maatschappij kijken veel jonge AJK’ers met vertrouwen naar de toekomst en zijn ze overwegend positief. Ze hebben energie, zijn ambitieus en willen vooruit. Ze zien naast uitdagingen ook veel kansen en zijn benieuwd naar onderwerpen als circulariteit, ketensamenwerking, marktconcepten en datamanagement. De jonge Peelboeren realiseren zich dat er op dat vlak nog veel te doen en te leren is.
De jeugd is er van overtuigd dat er niet één manier van boeren is. En dat alles wat je doet wel bij je moet passen, als mens én als ondernemer.
Start agrarisch ondernemerschap Eenmaal de keuze gemaakt om bijvoorbeeld in de maatschap van je ouders te willen stappen, dan verandert er veel. Wat betekent het voor jouw rol in het bedrijf? Hoe blijven we met elkaar als gezin of familie in gesprek om de overdracht soepel te laten verlopen? Hoe zien financieringsconstructies er uit? Wat zijn de risico’s? Ga je in de toekomst wel of niet met personeel werken? Ketensamenwerking of juist willen ondernemen voor de internationale markt? Vergroten of verbreden? Wat komt er bij een bedrijfsoverdracht allemaal kijken? Veelal een proces van jaren, dat een diepgaander inzicht vraagt in wie je bent, wat je wilt en wat voor type ondernemer je wilt zijn. Voor deze fase organiseren we de module ‘Start agrarisch ondernemerschap’ een voorloper op de volprezen Masterclass Agribusiness.
Onlangs werd de vierde Masterclass Agribusiness afgerond. Het programma bestond uit onderwerpen die jonge ondernemers in deze tijd zeker nodig hebben. De werving voor de vijfde masterclass is inmiddels in volle gang. Cursusleider Twan Penninx: “Daarin wordt in samenwerking met diverse externe deskundigen wederom een inspirerend en interactief programma aangeboden.”
Meer weten over het jongerenprogramma van Voergroep Zuid? Scan de QR-code. www.boerenmetlef.nl
Ga jij graag met een vrachtwagen de boer op?
Transport heeft een belangrijke rol in ons bedrijfsproces. Met zorg gemaakt diervoer moet op tijd bij onze klanten worden afgeleverd. Jij als chauffeur draagt de verantwoordelijkheid dat de lading exact overeenkomt met de bestelling. Bij twijfel voer je controle uit, zodat er geen fouten worden gemaakt. Al onze chauffeurs zijn een belangrijk visitekaartje richting onze klanten en vormen zo een belangrijke schakel tussen klanten, collega's en operators in onze fabrieken.
Binnen het team Transport & Logistiek zijn we op zoek naar een aantal klantvriendelijke en nauwkeurige
die graag de boer op gaan (1.0 FTE 4 daagse werkweek).
Je vervoert veevoer met een bulkwagen waarbij jouw werkgebied Zuid-Nederland is. Je rijdt op binnenwegen om onze klanten te bereiken. Je kunt goed manoeuvreren op het erf om bij de juiste silo of losplaats te komen. Wanneer je zelf het antwoord niet weet, speel je vragen en opmerkingen van onze klanten door naar jouw collega’s. Bij het laden en lossen ben je kritisch en weet je zeker dat alles klopt. Zo werk je dagelijks mee aan het succes van Voergroep Zuid. Je werkt vier dagen in de week van 07:00 tot 19:00 uur. Twee keer per maand word je ingeroosterd op de zaterdag. Je werkt voornamelijk vanuit onze productielocatie in Weert.
Als chauffeur bij Voergroep Zuid heb je de volgende voordelen:
• Regulier overwerk à 150% (za 13:00-zo à 200%);
• Reiskostenvergoeding (€0,19 per km, tot maximaal 50 km enkele reis);
• 3% eindejaarsuitkering;
• Ontwikkeling, gezondheid en vitaliteit staat op nummer 1;
• Nascholing code 95 op onze rekening;
• Korting in onze Welkoop-winkels en Praxis Deurne;
• Je bent in het bezit van een CE-rijbewijs met Code 95.
• Affiniteit met de agrarische sector is een pré.
• Je hebt ervaring als vrachtwagenchauffeur en je kunt goede referenties overleggen.
• Je kunt zelfstandig werken en je bent nauwkeurig in het aanleveren/invoeren van de gewenste gegevens.
• Je bent flexibel, bewust bezig met veiligheid en hebt de nodige topografische kennis.
• Je bent je bewust van de rol die je speelt in het kader van klanttevredenheid op het boerenerf.
Wil je deel uitmaken van ons team van 30 vrachtwagenchauffeurs, dan hebben wij misschien een leuke baan voor jou. Het gaat hierbij niet alleen om de juiste papieren; je moet het vooral ook leuk vinden om bij boeren op het erf het visitekaartje van Voergroep Zuid te zijn. We bieden je uitzicht op een dienstverband voor de lange termijn in een prettige, informele werkomgeving met goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Wij werken met de Cao graan be- en verwerkende bedrijven. De nascholingen voor code 95 zijn voor onze rekening.
Voor meer informatie over deze vacature kun je ons bellen of een whatsapp bericht sturen naar Petra van Neerven (Fabrieksmanager Weert), tel. 06-24903454 of Cas van Tilburg (HR Business Partner), tel 06-48044250.
Samen met ZLTO, LLTB, Vitelia en Fransen Gerrits ontwikkelde Voergroep Zuid de publiekscampagne ‘Geef Boeren Toekomst’. Daarmee vragen wij aandacht voor het feit dat de toekomst van veel Nederlandse boeren en tuinders en eten uit Nederland door de huidige idiote stikstofplannen van onze overheid ernstig wordt BEDREIGD! Willen wij in 2030 nog van eerlijk Nederlands eten kunnen genieten, dan moeten we er samen voor zorgen dat onze boeren blijven en dat er voldoende perspectief voor hen is. Dan zijn boeren graag bereid om samen met de overheid het stikstofprobleem aan te pakken.
De campagne kent een vlotte start. Er zijn inmiddels al meer dan 5.000 vlaggen aangevraagd en opgehangen en er wordt op de website volop steun betuigd. Ook hebben berichten op de sociale media en radiocommercials op Radio 10 en Radio 538 al heel wat mensen naar de website ‘geefboerentoekomst.nl’ geleid, waar op eenvoudige wijze wordt uitgelegd wat er aan de hand is. Het is nu zaak om de campagne samen groter te maken en door te trekken naar de Provinciale Staten verkiezingen in maart. Daar kan een belangrijke stap gezet worden naar een eerlijker en rechtvaardiger overheidsbeleid, dat recht doet aan de positie van de land- en tuinbouw.
Eventuele beschikbare stikstofruimte hoort niet naar de partijen te gaan met het meeste geld, maar naar PAS-melders die te goeder trouw hun bedrijf hebben uitgebouwd en door een onbetrouwbare overheid en juridische uitspraken in de knel zijn komen. Gebeurt dit niet, dan ontstaat er opnieuw een situatie die verdacht veel lijkt op de beschamende afhandeling van de aardgasschade in Groningen en de menselijke drama’s, die zijn ontstaan door het onterecht aanwijzen van gezinnen als fraudeurs door de belastingdienst.
Kom ook in actie Het doet ons goed dat er de laatste weken steeds meer bedrijven uit de agribusiness aanhaken om samen met ons de campagne groter te maken. Met de campagne willen we de burger beter informeren over de gevolgen van het huidige stikstofbeleid, laten zien dat boeren best willen werken aan emissiereductie, maar wel op een verstandige en realistische manier en indirect natuurlijk druk houden op de politiek en de verkiezingen voor de Provinciale Staten in maart 2023.
Wil je de campagne steunen, hang dan een vlag op of vraag jouw leveranciers om zich bij de campagne aan te sluiten en financiële middelen beschikbaar te stellen om de campagne verder uit te bouwen.
Uit de organisatie Terugblik feestweek
Colofon
Copyright en aansprakelijkheid © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd, gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden, zonder schriftelijke toestemming van uitgever Voergroep Zuid of andere auteursrechthebbenden. Hoewel het magazine met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, is Voergroep Zuid niet aansprakelijk voor de juistheid en volledigheid van alle in deze uitgave opgenomen teksten en beelden. Voergroep Zuid is niet verantwoordelijk voor handelingen van derden, welke mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van dit magazine.
De agrarische sector en het succesvol runnen van een agrarisch bedrijf kent vele uitdagingen. Hoe zorg je bijvoorbeeld voor voldoende marge en rendement? Voergroep Zuid bundelt haar krachten graag samen met haar leden en klanten om doelen te bereiken die individueel niet mogelijk zijn.
Waar het in 1896 begon met het gezamenlijk inkopen van bedrijfsbenodigdheden voor de kleine gemengde bedrijven in het Peelgebied, groeide de coöperatie uit tot een belangrijke regionale veevoerproducent met productielocaties in Helmond, Oirschot, Weert en Nederweert. Vanuit deze locaties wordt jaarlijks ongeveer 745.000 ton varkens-, pluimvee-, rundvee- en geitenvoer en losse grondstoffen verkocht aan veehouderijbedrijven in Zuid-Nederland en Noord-België.
‘Door samen, coöperatief te ondernemen maken we het verschil en houden we grip op de toekomst.’
Coöperatief ondernemen heeft al die jaren een belangrijke bijdrage geleverd aan de resultaten van de veehouderij in onze regio. Door op deze manier samen te werken, worden voordelen behaald. Denk aan een stevige marktpositie voor het inkopen van grondstoffen, een efficiënte voerproductie en logistiek en het beperken van risico’s.
Als coöperatie Voergroep Zuid bieden we het beste van twee werelden; we zijn een sterke speler in de regio én we staan dicht bij de boer. Daarbij zijn we van zodanige omvang dat we voldoende daadkracht en innovatief vermogen hebben om een bijdrage te leveren aan een duurzame ontwikkeling van de agrarische sector. Naast Voer & Grondstoffen leveren ook Rivez-Zuiderhuis (financiële dienstverlening) en Retail (8 Welkoopwinkels en een Praxis) een belangrijke bijdrage aan het resultaat van onze mooie coöperatie.
