VOER & CO






“Samen bouwen aan de mooiste voercoöperatie van Zuid Nederland en Noord België. Daar krijg ik energie van. Een coöperatie die grondstoffen slim inkoopt, tegen lage kosten topkwaliteit voer maakt en het allerbeste advies geeft op het boerenerf. Een sterke, regionale boerencoöperatie waar boerenbelang voorop staat, die oog heeft voor de omgeving, boerenbelangenbehartigers ondersteunt en jonge boeren helpt bij hun ondernemerschap. Een coöperatie voor alle boeren in ons werkgebied die samen met de leden bijdraagt aan de voedselvoorziening van Noordwest Europa.
Het is mooi om te zien hoe dierprestaties in de stal zich ontwikkelen. Meer kwaliteitsbiggen per zeug, lagere voerkosten per kg groei bij vleesvarkens, meer eieren met minder voer, meer melk met minder krachtvoer en een hoger voersaldo per koe en per geit. Topprestaties waar jullie als boeren oprecht trots op mogen zijn. Gezonde dieren die efficiënt produceren zijn bovendien duurzaam en leveren een belangrijke bijdrage aan onze circulaire voedselproductie. Een boodschap die we best vaker uit mogen dragen.
Tegelijkertijd leven we in een heel uitdagende tijd. In een maatschappij die in rap tempo verandert en met andere ogen kijkt naar dierlijke productiesystemen. Waar de politiek steeds vaker onnavolgbare keuzes maakt en problemen niet oplost. Waar te veel mooie boerenbedrijven in de puinbreker verdwijnen. Maar het grootste deel van de veehouders gaat door. Zij zien perspectief, pakken de kansen en gaan ervoor. Samen met deze ondernemers maken wij dé toekomst."
BOEREN MET LEF.
"Deze mooie coöperatie samen verder uitbouwen vraagt om een maximale inzet van het team. Gelukkig hebben we goede mensen die weten wat hen te doen staat. Zij staan klaar om samen met jullie het verschil te maken op het boerenerf. Als coöperatie blijven we ons via ‘Boeren met LEF’ inzetten voor de jonge ondernemers in ons werkgebied. Zoals jullie in het magazine kunnen lezen met nog meer steun van andere bedrijven. Rabobank, Flynth en AB-werkt gaan tijd en geld investeren in het verder uitbouwen van Boeren met LEF. Dit naast alle andere partijen die zich al inzetten om de programma’s mee in te vullen. Samen kunnen we nog meer betekenen voor onze boeren van de toekomst.
Voergroep Zuid blijft regionale boerenprojecten ondersteunen zoals: de gebiedsgerichte aanpak, productie van groen gas, export van mest, samenwerking veehouderij/akkerbouw en het realiseren van een betere waterkwaliteit. Allemaal projecten waar wij als coöperatie graag een steentje aan bijdragen in het belang van een gezonde en gedragen toekomst voor onze mooie sector. Veel leesplezier in dit magazine.”
Ronald van de Ven
Algemeen directeur Voergroep Zuid
BINNEN VAN ASTEN GROUP DRAAIT ALLES OM VOORUITGANG. NIET ALLEEN IN TECHNISCHE RESULTATEN, MAAR OOK IN DE MANIER WAAROP MENSEN SAMENWERKEN. DE KERNWAARDEN VAN HET BEDRIJF VORMEN DAARBIJ EEN BELANGRIJKE LEIDRAAD. DAT DIT ZIJN VRUCHTEN AFWERPT, BLIJKT UIT DE RECENTE RESULTATEN. IN DE MAMAVIT®-MONITOR SCOREN DE 4.000 TN70-ZEUGEN IN STERKSEL OPVALLEND GOED EN VÉR BOVEN HET
LANDELIJK GEMIDDELDE. DIT SUCCES IS GEEN TOEVAL, MAAR HET RESULTAAT VAN EEN BEDRIJFSCULTUUR WAARIN MEDEWERKERS WORDEN BETROKKEN EN SAMENWERKING CENTRAAL STAAT. WIJ SPRAKEN PAUL VENNER OVER HOE HIJ DIT SAMEN MET ZIJN TEAM IN DE PRAKTIJK BRENGT.
Paul maakt deel uit van wat binnen Van Asten Group ‘Organisatie 3.0’ wordt genoemd. "In 1974 begonnen Henry en Nelly de varkenshouderij. Later traden Roland, Marko en Monique van Asten toe tot het bedrijf. In de nieuwste fase betrekken we ook externe professionals om de organisatie verder te versterken. Daarbij hoort een vernieuwde bedrijfscultuur en duidelijke kernwaarden", legt Paul uit.
In het begin werd er nog wat lacherig gedaan over deze kernwaarden. "De tien punten lijken vanzelfsprekend, maar niemand past ze altijd perfect toe. Omdat we werken met medewerkers uit verschillende culturen, is een duidelijke werkwijze extra belangrijk. Daarom hangen onze kernwaarden in de kantines, zodat ze voor iedereen zichtbaar en bespreekbaar zijn", aldus Paul.
BETROKKEN MEDEWERKERS ZORGEN VOOR RESULTATEN
Om te peilen hoe medewerkers de werkwijze ervaren, hield Van Asten Group een interne enquête. "Hieruit bleek dat de medewerkers de meerwaarde van onze aanpak zien. We lichten er elke drie maanden één kernwaarde uit en bespreken deze in de kantine, in verschillende talen. Dat was even wennen, maar inmiddels werpt het zijn vruchten af", vertelt Paul.
Frank van de Pas, specialist zeugen-biggen bij Voergroep Zuid, merkt deze positieve bedrijfscultuur ook op: "Iedereen groet je vriendelijk en de kernwaarden zie je terug in de dagelijkse gang van zaken. Dat vertaalt zich ook in de prestaties. De resultaten laten zien dat mensen hier graag werken."
Paul ervaart dat zelf ook: "We werken al jaren met nagenoeg hetzelfde team. Het lage verloop is een goed signaal en helpt ons om samen steeds betere resultaten te halen."
Om medewerkers betrokken te houden, zijn de kantines voorzien van beeldschermen met actuele resultaten van hun eigen locatie én die van andere locaties. "Zo creëren we een gezonde competitie en zien medewerkers direct wat hun werk bijdraagt", legt Paul uit.
VOERINNOVATIES EN FERMENTATIE ALS SUCCESFACTOR
Paul en zijn team blijven continu zoeken naar verbeteringen in management en voeding. “Dieren veranderen, dus ons management en voer moeten meebewegen. Samen met Frank van de Pas, specialist in de stal, en Bas Philipse, manager nutritie & innovatie bij Voergroep Zuid, observeren en evalueren we waar we staan en stellen we nieuwe doelen”, vertelt Paul.
Niet elk doel wordt direct behaald, maar dat ziet Paul niet als een probleem. "Je wilt ambitieus blijven en vooruitgang boeken. Tot nu toe gaat dat goed: we spenen een halve big per zeug per jaar meer dan vorig jaar, wat neerkomt op 35,4 biggen. In 2025 willen we naar de 36 biggen toe.”
Een belangrijke optimalisatie was de verhouding tussen gefermenteerde grondstoffen en vezels in het voer. Frank: "Binnen ons zeugenconcept MamaVit® sturen we met OptiVit op vezelniveau. Dit zorgt ervoor dat voer niet te snel door het verteringsstelsel gaat en optimaal wordt opgenomen. Zie het als een rem op de verteringssnelheid."
De resultaten spreken voor zich: "Het geboorteproces verloopt soepel en het percentage doodgeboren biggen is gedaald. Hierdoor zitten we 2,5% onder het landelijk gemiddelde. De combinatie van fermentatie en OptiVit werkt dus zeer goed samen", aldus Frank. Daarnaast is het grootbrengende vermogen van de zeug verbeterd. Frank: “Het toomgewicht nam met 3 kilo toe en we brengen een halve big meer bij de zeug groot.”
INNOVATIE MET FERMENTATIE
Zo’n tien jaar geleden was Van Asten Group een van de eerste bedrijven die startte met fermentatie van veevoer. "We hadden de techniek en het volume om dit haalbaar te maken", vertelt Paul.
Het doel? De darmgezondheid verbeteren, grondstoffen opwaarderen en voerkosten verlagen. "Door tarwegries te fermenteren krijgt het een voedingswaarde vergelijkbaar met tarwe", legt Paul uit. Paul ziet duidelijk de voordelen: "Onze biggen komen probleemloos door de speendip en we zien geen PIA bij de vleesvarkens,
zonder dat we hoeven te enten. Dat heeft alles te maken met een verbeterde darmgezondheid."
Toch waarschuwt hij dat fermentatie niet voor iedereen is: "Het vraagt een flinke investering en veel discipline. Het mag geen doel op zich worden om zoveel mogelijk ferment te voeren. Wij gebruiken het voor zo’n 20% van het rantsoen, maar bij biggen, zeugen en vleesvarkens kan dat verschillen."
STERKE SAMENWERKING VOOR BLIJVENDE
VOORUITGANG
Paul is tevreden over de geboekte vooruitgang en het partnerschap met Voergroep Zuid. "We hebben een stabiele samenwerking waarin we zowel nutritioneel als qua bedrijfsbegeleiding alle kanten op kunnen."
De focus blijft op lange termijn: "We willen in de top meedraaien, en dat vraagt om continu verbeteren. Door samen te werken met de juiste mensen en strategieën, blijven we groeien."
Paul Venner (32) werkt sinds 6 jaar bij de Van Asten Group. Hij startte 2019 op het moment dat de nieuwe biggenlocatie in aanbouw was. Toen deze in gebruik genomen werd, begon hij als Management Trainee.
Paul groeide op bij de varkenshouderij van zijn ouders, maar koos er gezien de uitdagende ontwikkelingsmogelijkheden voor om het bedrijf niet over te nemen. Paul: “Ik kon gerust nog enkele jaren verder, maar om écht toekomstgericht aan de slag te gaan was een flinke verbouwing nodig. Mede gezien onze ligging, zó dicht bij de Peel, hebben we ervoor gekozen om aan de saneringsregeling deel te nemen.”
Sinds 2024 bekleedt Paul de functie van directeur varkens Nederland. In deze rol is Paul het liefste tussen zijn collega’s te vinden. Paul: “Ik wil iedere week alle locaties bezoeken. Gezien de locatie in Sterksel de hoogste gezondheidsstatus heeft begin ik op maandag en dinsdag mijn week altijd in Sterksel. Later in de week bezoek ik op vaste momenten Horst en Panningen.”
"Je wilt ambitieus blijven en vooruitgang boeken.
Tot nu toe gaat dat goed: we spenen nu 35,4 biggen per zeug per jaar en willen naar 36."
Paul Venner
NA DE LANCERING VAN DE NIEUWE BESTELOMGEVING VORIG JAAR, ZET VOERGROEP ZUID DIT JAAR
OPNIEUW EEN STAP VOORUIT. MET HET NIEUWE KLANTPORTAAL KRIJGEN KLANTEN VOORTAAN ALLE
BELANGRIJKE INFORMATIE EN DIENSTEN OVERZICHTELIJK BIJ ELKAAR IN ÉÉN ONLINE OMGEVING.
Via het portaal zien klanten in één oogopslag hun belangrijkste technische cijfers, actuele marktcijfers, bezoekverslagen en bestellingen. “Ons doel is duidelijk: meer overzicht en gemak. Zo kunnen klanten sneller werken én met meer plezier”, vertelt projectmanager Rick Haenen.
Haenen: “Daarnaast kunnen we meerwaarde bieden door datastromen aan elkaar te koppelen, extra informatie te delen over jouw diersector én de coöperatie.”
DE KOPGROEP
De eerste deelnemers aan de pilot hebben sinds begin juli toegang tot het portaal. In de komende periode volgt ook de rest van de ‘kopgroep’. Erwin Altena, bedrijfsleider op een zeugenhouderij, beet de spits af: “Mijn eerste indruk is positief. Het portaal is overzichtelijk en bevat veel nuttige informatie voor de
bedrijfsvoering. Je speelt kort op de bal doordat je er tijdens het voer bestellen automatisch meerdere keren per week naar kijkt en direct de resultaten ziet.”
Hij ziet mooie kansen voor klanten die met het portaal aan de slag gaan: “Voor ons als klant vind je op één plek alle nuttige info. Dit bespaart tijd én zorgt voor een uitgebreide informatievoorziening.”
Na een succesvolle pilot wordt het klantportaal stap voor stap verder uitgerold. Klanten die online bestellen en hun technische gegevens actueel en online bijhouden kunnen als eerste aan de slag. “Zo bouwen we samen aan een compleet portaal dat steeds meer gemak en inzicht biedt", besluit Rick.
VOOR WIE WELEENS NAAR VOERGROEP ZUID BELT, KLINKT HET VAST BEKEND: “VOERGROEP ZUID, MET ANS.” ANS EN HAAR DRIE COLLEGA’S VAN ORDER ENTRY
VORMEN EEN ONMISBARE SCHAKEL. SAMEN MET DE CENTRALE TRANSPORTPLANNING
VERWERKEN ZIJ DAGELIJKS BIJNA HONDERD BESTELLINGEN. DANKZIJ KORTE LIJNEN
EN SLIMME SAMENWERKING ZORGEN ZIJ ER ELKE DAG WEER VOOR DAT KLANTEN
TEVREDEN ZIJN. HOE KRIJGEN ZE DAT VOOR ELKAAR?
Het is 07.00 uur in de ochtend en het kantoor van de Voergroep wordt geopend door Joachim. Hij heeft de vroege dienst: “In totaal werken we met vijf planners, verdeeld over een vroege-, dag- of late dienst. De vroege dienst start om 07.00 uur en de late dienst eindigt om 19.30 uur.
Tijdens de vroege- en late diensten plannen de collega’s de bulktransporten voor circa twintig vrachtwagens, die gemiddeld bijna vier vrachten per dag rijden. Degene met de late dienst heeft de volgende dag een vroege dienst, zodat je als het ware je eigen planning maakt en er geen overdracht nodig is", legt Joachim uit. “De planner met de dagdienst verzorgt de zakgoedwagen en de grondstoftransporten. Daar komt ook direct de samenwerking met team order entry in beeld.”
“Voor mij lopen bestellingen als een rode draad door de dag", aldus Ans van Haare. Ans communiceert de hele dag met klanten. Dat kan over uiteenlopende zaken gaan: “van het plaatsen of wijzigen van een bestelling tot een vraag over levertijden óf Voergroep Zuid in het algemeen.” Daarnaast heeft iedere collega binnen het order entry team nog neventaken. Ans: “Voor mij betekent dit dat ik de medicijnadministratie bijhoud, foldermateriaal bijdruk, kantoorartikelen bestel en samen met mijn collega’s de receptie beman.”
De meeste bestellingen komen tegenwoordig automatisch via de online bestelomgeving binnen. Bij zo’n tien procent van de bestellingen zit een verhaaltje, bijvoorbeeld een kort levervenster. Hier werken Ans en Joachim nauw samen. Ans: “Zodra ik een bestelling binnenkrijg bespreek ik eerst met Joachim wat mogelijk is. Als ik dit weet, bel ik de klant terug om direct duidelijkheid te geven.”
De vele internetbestellingen maken het werk voor order entry een stuk efficiënter, maar toch haalt Ans veel plezier uit de telefoontjes die ze dagelijks pleegt: “Je ziet niemand, maar doordat je ze regelmatig spreekt bouw je toch een band op. Uiteindelijk doe je alles voor tevreden klanten en het is leuk om vrolijke klanten aan de lijn te hebben.”
KORTE LIJNEN, SNELLE OPLOSSINGEN
Dat kan Joachim onderschrijven: “Zeker als er een probleem bij de boer is, wil je dit zo snel mogelijk oplossen. Als dit lukt, is dat erg mooi! Zo leggen we iedere dag weer een puzzel om tot een optimale planning te komen waarbij we de klantwens zo goed mogelijk invullen, met zo min mogelijk kilometers.”
Idealiter plaatst een klant een bestelling vóór 13.00 uur met als leverdag morgen óf overmorgen. Joachim: “Dat geeft ons de optimale ruimte om de bestelling efficiënt te plannen. Hoe korter en sneller het bestelvenster, hoe groter de uitdaging. Zeker doordat veel klanten bedrijfseigen voercodes hebben en veel voer dus niet standaard op voorraad ligt. Afhankelijk van de mogelijkheden in de productie- en transportplanning gaan we dan kijken wat er mogelijk is.”
HOE HET WERK VERANDERDE
In een situatie als deze zijn korte lijnen onmisbaar. Ans: “Vroeger zaten we op andere locaties. Dan moesten we vaak met elkaar bellen. Nu zitten we naast elkaar. De lijntjes kunnen niet korter en dat werpt zijn vruchten af!” Zo weten order entry en de planners mooie efficiëntieslagen te maken. Ans: “Het komt regelmatig voor dat twee klanten die dicht bij elkaar wonen een dag na elkaar bestellen. De planners kijken hierin goed vooruit en attenderen mij erop, zodat ik de klanten kan benaderen. Vaak kunnen we de levering samen plannen. Dat levert een tevreden klant én een efficiënte rit op!”
VAN BUGEL TOT GILDEKONING: WIE ZIJN ANS EN JOACHIM?
Mijn naam is Ans van Haare. Ik ben 60 jaar en werk inmiddels 9 jaar bij Voergroep Zuid bij order entry. Ik woon in Westerbeek. Ik heb een dochter en een zoon en twee kleindochters, waar ik om de week op pas.
Mijn hobby’s zijn lezen, wandelen en ik speel bugel bij het Metropeelorkest.
Mijn naam is Joachim van Dijk. Ik ben 52 jaar en werk al bijna 29 jaar bij Voergroep Zuid en voorheen Boerenbond Deurne. Ik ben getrouwd en woon in Bakel. Samen hebben we drie kinderen en sinds kort ook een kleindochter. In mijn vrije tijd zit ik graag op het terras, volg ik Formule 1 op de voet en ben ik lid van het gilde van Bakel, waar ik dit jaar koning mocht zijn!
‘Maximaal melken met zo weinig mogelijk krachtvoer’
KNIJPEN OP DE KRACHTVOERGIFT DOEN MARCO EN ANGELA SMULDERS NIET. “ALS JE AAN HET
BEGIN VAN DE LACTATIE TE LAAG INZET EN HET WIL NIET LOPEN MET DE MELKGIFT, DAN BETAAL JE DAT DUBBEL ZO HARD TERUG.” TOCH IS HUN 44 KILO KRACHTVOER PER 100 KILO MELK SUPER LAAG
TE NOEMEN IN VERGELIJKING MET HET LANDELIJKE GEMIDDELDE. DE GEITENHOUDERS UIT DONGEN
ZITTEN ZELFS ONDER HET GEMIDDELDE VAN ALLE GEITENHOUDERS BIJ VOERGROEP ZUID, DAT MET
48 KILO OOK AL HEEL SCHERP IS. EEN MEGA-PRESTATIE VAN ZEER VAKKUNDIGE ONDERNEMERS.
Het draait bij de familie Smulders om balans in de bedrijfsvoering. In overleg met Marco en Angela, stelt geitenspecialist Pieter Schoenmakers bij het opstarten van de lactatie het nieuwe rantsoen samen. Als alles goed loopt, en de mest van de geiten blijft goed, dan kan de krachtvoergift een stapje hoger. Zijn de geiten wat slomer en komen ze net iets minder goed de melkstal in, dan mag de krachtvoergift een tikkeltje terug. Het krachtvoer wordt meerdere keren per dag met de Butler aanschuifrobot verstrekt aan het voerhek. Ruwvoer krijgen de melkgeiten dagelijks twee keer via een getrokken voermengwagen.
Marco en Angela houden hun productiedieren in vier groepen. De eerstejaars geiten staan in een aparte groep. De andere drie groepen worden ingedeeld op basis van de melkgift. Van elke individuele geit weten de ondernemers hoeveel het dier geeft. Op de carrouselmelkstal zijn namelijk dierherkenning en melkmeters aanwezig. Geiten die volgens de melkmeting meer melk geven, krijgen een krachtvoertoeslag in de melkstal. Als de groepen eenmaal bepaald zijn, blijven de geiten in die groep, ook als de melkgift wat zakt. “Stabiele groepen voorkomen stress waardoor de productie op een hoog niveau blijft”, stelt Marco. Angela vult aan: “Bovendien voorkom je dat je steeds dezelfde geiten aan het wisselen bent tussen de groepen.”
TIJD NEMEN VOOR VERANDERINGEN
Ook als het om voeraanpassingen gaat, hanteren de melkgeitenhouders de wetten van balans en geleidelijkheid. Voor elke verandering nemen ze de tijd. Komt er een nieuwe graskuil in het rantsoen, dan wordt het kuilvoer een week lang gemengd met de oude graskuil. Elke dag wordt er wat meer van de oude kuil vervangen. “Mocht de wijziging om een bepaalde reden niet goed uitpakken, dan kun je ook altijd weer terug naar het oude en wat anders proberen.”
Het rantsoen bestaat uit graskuil, mais, perspulp, zongedroogde luzerne en wortels. De wortels zijn misschien een vreemde eend in de bijt, maar de geitenhouders uit Dongen zweren bij dit product. Het komt geschoond van de snijderij en wordt los gestort op het erf. Angela: “Geiten zijn er dol op en daardoor hebben we ook relatief weinig restvoer.” Afdekken van de wortels is niet nodig en het voeren via de mengwagen kost relatief weinig extra arbeid. De geitenhouders uit Dongen vinden ook dat de vruchtbaarheid zeer goed is met het voeren van wortels.
EXACT 1.500 KILO MEETMELK PER GEIT
Vóór elke voerbeurt wordt het restvoer weggeschoven. Daarna gaan de ondernemers met een veegmachine over de voergang. Het restvoer wordt verkocht aan een stierenhouder
uit de buurt. Marco: “Van een hygiënisch schone vreetplaats nemen geiten het meeste voer op. Dat zien we terug in de melkproductie.” Met exact 1.500 kilo meetmelk per geit over het jaar 2024 is de melkproductie zeer hoog. De hoeveelheid vet en eiwit per geit ligt op 111 kilo.
Om de kwaliteit en smakelijkheid van het ruwvoer hoog te houden – en de krachtvoergift daardoor laag – oogsten de geitenhouders het gras met eigen machines: maaien, schudden, harken en inkuilen doen ze zelf. “Zo zijn we niet afhankelijk van de loonwerker en hebben we de kwaliteit van het kuilgras zelf in de hand.” Dat hun zoon Kevin techniek en mechanisatie studeert bij Yuverta, komt goed van pas bij de ruwvoerwinning en het onderhoud van de machines.
DROGESTOFPERCENTAGE MAXIMAAL 33
Marco en Angela hebben de voorkeur voor iets natter kuilgras waarvan het drogestofpercentage niet hoger ligt dan 33 procent. Hierdoor komt er geen schimmel in de kuil en de geiten vreten het graag. Marco: “De zomer van 2024 was zeer wisselvallig. Maar doordat we niet op de loonwerker hoeven wachten, hebben we perfecte kuilen kunnen maken.” De productieresultaten op het bedrijf van de familie Smulders laten dat overduidelijk zien!
Angela en Marco proberen duurzame geiten te fokken met een hoge levensproductie. Geiten die voor K.I. in aanmerking komen, worden samen met geitenspecialist Pieter Schoenmakers beoordeeld op exterieur. Een deel valt daarbij af. Bij de overgebleven K.I.-geiten wordt per dier een balansparing gemaakt met een GKN-bok. Alle lammeren die geboren worden krijgen geitenbiest. Daarna krijgen ze melk via een Urban melkautomaat. Elk lam heeft daarbij een individueel op- en afbouwschema voor de melk zodat het spenen perfect verloopt.
‘Makkelijker werken en beter
’
MET MEER DROGE GRONDSTOFFEN IN HET RANTSOEN IS HET
DROGESTOFPERCENTAGE GESTEGEN VAN 50 NAAR 62 PROCENT.
ROSÉKALVERHOUDER DIRK DE BONT WIL NIET MEER TERUG. “DE RESULTATEN
ZIJN BETER EN IK HOEF MINDER AAN HET RANTSOEN TE SLEUTELEN.”
De voorraad Corngold, aardappelsnippers en stoomschillen op het erf van Dirk en Esther de Bont in Ulicoten is ingewisseld voor een voorraad sojahullen, palmpitschilfers en geplette tarwe. Aangevuld met snijmais, gehakseld stro, raapschroot en maismeel – wat voorheen ook al gevoerd werd – zijn de rosékalverhouders van een nat naar een droog rantsoen gegaan. Groot voordeel hiervan is het fijner werken in de stal. “Het zijn producten met een constante samenstelling. Hierdoor is het mestbeeld altijd hetzelfde en het uiteindelijke resultaat voorspelbaar”, zegt Dirk. Waar hij voorheen continu aan het rantsoen aan het sleutelen was om het mestbeeld optimaal te houden, loopt het in de stal nu vanzelf. “Ik kan zelf aan de knoppen draaien om het resultaat verder te verbeteren.”
BETERE BESCHIKBAARHEID
Een ander pluspunt is de beschikbaarheid van de droge producten. Aardappelsnippers zijn in de winterdag nog wel goed verkrijgbaar, maar in de zomer minder. “Ook de petfoodindustrie trekt aan dit product”, zegt hij. “Feitelijk is het geen reststroom meer.” Daarnaast geven de snippers ongeveer een kwart aan perssappen. “Die ben je sowieso kwijt.” De leverbaarheid van Corngold is ook niet altijd verzekerd. In verband met mogelijke toxinen is het product soms ongeschikt voor veevoer. En niet leverbaar, betekent het rantsoen aanpassen. Bovendien is Corngold broeigevoelig en moet er op jaarbasis voor 10.000 euro geïnvesteerd
worden in een broeiremmer. “Met droge producten heb je deze problemen niet.” Met zijn voerspecialist Klaas Wiersema van Voergroep Zuid heeft Dirk de opties nat en droog doorgerekend. Omdat het verschil in kostprijs nagenoeg nul is, was zijn keuze snel gemaakt.
INVESTERING IN VOERSTRAAT
Tegenover de voordelen staat wel een investering. Achter de stal is een voerstraat verrezen met drie ronde polyester voersilo’s. Hier kan hij met zijn tractor en mengwagen onderdoor rijden en het benodigde droge product toevoegen aan het rantsoen. De elektrische silokleppen zijn op afstand bedienbaar. Het voordeel van elektrisch ten opzichte van pneumatisch is dat ze niet gevoelig zijn voor vorst. Het is dus een bedrijfszekere manier van bedienen. Nadeel is dat er een naloop op zit. Dus net voordat de gewenste kilo’s in de mengwagen zitten, moet de klep dichtgezet worden. “Dit handigheidje heb je snel genoeg door.” Inclusief fundering en kleppen bedroeg de investering in de voerstraat 90.000 euro.
BART KROON WAS TIEN JAAR EXTERN COMMISSARIS BIJ VOERGROEP ZUID. ONLANGS NAM HIJ AFSCHEID. REDEN OM MET HEM TERUG TE KIJKEN OP DE AFGELOPEN JAREN
WAARIN VOERGROEP ZUID ZICH PRIMA HEEFT ONTWIKKELD. BART ZIJN ADVIES: “BLIJF SCHERP IN ALLES WAT JE DOET. ZOEK ALS VEEHOUDERIJ DE VERBINDING MET DE MAATSCHAPPIJ EN BLIJF
AANDACHT BESTEDEN AAN DE NIEUWE
GENERATIE BOEREN. ‘BOEREN MET LEF’ IS DAARVOOR EEN PRACHTIG CONCEPT!”
Bart Kroon, professioneel commissaris en interim bestuurder, is een druk bezet man. Hij was commissaris bij Voergroep Zuid, AB Werkt, Rhenam Wonen, Fairtrade Original en kort bij North Sea Port. Daarnaast begeleidde hij als interim bestuurder diverse bedrijven bij verandertrajecten. Bart: “Op dit moment ben ik actief bij Rodruza. Een bedrijf in de keramische industrie dat de mooiste gevelstenen van Nederland maakt. Daarnaast ben ik één dag in de week actief in Den Haag als fractielid van de BBB-fractie in de eerste kamer.
Diervoer is Bart niet vreemd. Na zijn opleidingen als technisch bedrijfskundige en als bedrijfseconoom/ accountant werkte hij geruime tijd als planeconoom en later divisiecontroller bij de Grontmij (nu SWECO). In 2000 stapte hij over naar Nutreco. Daar werkte hij tien jaar bij Hendrix UTD (voer) en Marine Harvest (zalm), onder andere als financieel- en inkoopdirecteur. Vanuit de veevoergrondstoffen rolde Bart in de wereld van de voedingsmiddelen. Ervaringen die hem als toezichthouder bij Voergroep Zuid goed van pas kwamen. Voergroep Zuid was tien jaar geleden het eerste bedrijf waar Bart als
commissaris aan de slag ging. “Mooi dat het een coöperatie was”, zegt Bart. “Dat heeft mijn enthousiasme voor het coöperatieve model gevormd. Ik ben inmiddels echt een fan van coöperaties.”
WAT IS ER ZO MOOI AAN EEN COÖPERATIE?
“Dingen samen doen die je alleen niet kunt. Bijvoorbeeld vanwege schaalgrootte of gebrek aan verbinding met inkoop- of afzetmarkten. Ik ben me er de afgelopen jaren wel meer en meer van bewust geworden dat voor de continuïteit van coöperaties er echt wederkerigheid moet zijn. De relatie tussen de coöperatie en haar leden moet meer zijn dan alleen een leverancier/klant-relatie.
Voergroep Zuid is voor haar leden hun tweede bedrijf. Dat vraagt van ondernemers dat ze loyaal zijn, ook als het hen even niet uit komt. Als coöperatie moet je in die loyaliteit investeren en daarbij durven kiezen voor de ’leden’ van de toekomst.”
HOE HEB JE DE PERIODE BIJ VOERGROEP ZUID ERVAREN?
“Zoals ik ook bij mijn afscheid van de ledenraad heb verteld; toezichthouder ben je in goede en in slechte tijden. Soms was het best moeilijk. Op die momenten moet je je mening durven geven en soms ook impopulaire beslissingen nemen. Dat hoort bij de rol van een commissaris. Je bent er om de continuïteit van het bestuur en de organisatie te waarborgen. Gelukkig gaat het de laatste jaren goed met Voergroep Zuid. Het is mooi om te zien dat leden en medewerkers goed in hun vel zitten en enthousiast zijn over de coöperatie. Dan is het ook als commissaris genieten.”
Mooie momenten waren er volgens Bart de afgelopen jaren volop. “Het grote feest in Weert, het 125-jarig jubileum in Deurne. Maar ook de start van Boeren met LEF, enthousiaste presentaties van onze topspecialisten voor de ledenraad, de succesvolle verkoop van Zuiderhuis, of gewoon een enthousiast verhaal van een medewerker tijdens een bezoek aan een productielocatie.”
HOE WAS DE SAMENWERKING MET DE ANDERE BESTUURDERS/TOEZICHTHOUDERS?
“In de eerste jaren na de fusie waren de verhoudingen soms best uitdagend. Er moesten aanpassingen komen in de directie en in de Raad van Commissarissen (RvC). In die tijd hebben we als bestuurders en toezichthouders heel intensief samengewerkt. Omdat je uiteindelijk allemaal voor hetzelfde doel gaat, ontstaat er onderling een goede en professionele band. Je leert elkaar waarderen en vertrouwen, je wordt een team. Zowel het team als de individuen zijn de afgelopen jaren enorm gegroeid. Vanuit dat perspectief denk ik dat de huidige Raad van Commissarissen een heel goede is. We staan voor hetzelfde doel, er is veel respect, vertrouwen en inhoud, alles kan gezegd worden. Ik ben al die mooie mensen waar ik mee heb mogen samenwerken dankbaar voor het in mij gestelde vertrouwen en de fijne samenwerking. Dat ga ik zeker missen.”
HOE KIJK JE NU TEGEN VOERGROEP ZUID AAN?
“De focus van de coöperatie is heel duidelijk; zorgen dat boeren geld kunnen verdienen en samen met hen dé toekomst maken. De ‘kwaliteit’ van de coöperatie is de laatste jaren gegroeid. Er is hard gewerkt aan meer coöperatieve verbinding met de leden. Denk aan het loyaliteitsprogramma, Boeren met LEF en het Stimuleringsfonds. Dat soort zaken zijn keihard nodig om leden echt bij de coöperatie te betrekken en de gewenste wederkerigheid te realiseren. Het is ook mooi om te zien hoe er gewerkt wordt aan verjonging in zowel het bedrijf als in de ledenraad.”
“Voor de toekomst van de veehouderij zie ik duidelijk twee richtingen. Enerzijds grootschalig, intensief en hoog productief, maar met minder emissies en meer dierenwelzijn. Gesloten systemen zijn daarbij het uitgangspunt. Dat is voor de kostprijs van ons voedsel en voor het milieu het beste. De andere richting is veel extensiever; boeren met de natuur. Daar horen vergoedingen bij voor het beheer van landschap, de zorg voor weidevogels en het realiseren van extra biodiversiteit. Maar ook een hogere prijs voor producten die op deze ‘exclusievere’ wijze worden geproduceerd. Veehouders doen er goed aan de richting te kiezen die bij hen past. Beide richtingen combineren is lastig. Helaas snapt de maatschappij dat nog niet goed.”
“Zowel intensief als extensief zijn voor Voergroep Zuid belangrijk. Als coöperatie kun je leden helpen om de juiste keuzes te maken en ze ondersteunen bij het realiseren hiervan. Daarnaast is het belangrijk dat Voergroep Zuid zich blijft inzetten voor meer communicatie tussen veehouders en maatschappij. Het belang daarvan wordt steeds groter om als sector voldoende ondernemingsruimte te behouden. Daar zit misschien wel mijn grootste zorg naar de toekomst; hoe blijf je als sector relevant. Ik vind de agrarische sector nog te veel in zichzelf gekeerd, te eenzijdig bezig met techniek, stal, voer en rendement. Luister naar de maatschappij en verkondig je eigen verhaal. Alleen dan maak je verbinding.”
Regionale verankering ziet Bart als een belangrijke kracht van Voergroep Zuid. Daarnaast groot genoeg blijven om professioneel te kunnen zijn, talent aan te kunnen trekken en te kunnen behouden. En klein genoeg om wendbaar te zijn in de snel veranderende wereld. Die wendbaarheid kan volgens hem het verschil maken ten opzichte van grotere marktpartijen. Bart: “Daarbij is het wel cruciaal dat de coöperatie de kansen van moderne informatietechnologie en kunstmatige intelligentie oppakt. Dit gaat veel impact hebben. Bovendien kan het helpen om de gewenste doelsturing te realiseren en te laten zien dat emissies onder controle zijn.”
JE BENT NAMENS DE BBB POLITIEK ACTIEF IN DE EERSTE KAMER. HOE IS DAT?
“De Eerste Kamer is eigenlijk een soort toezichthouder van ons land. Dus ook daar heb ik een soort commissarisrol. Ik vind het een eer om onderdeel te mogen zijn van de RvC van BV Nederland. Wat opvalt is dat de politiek steeds meer op de korte termijn gericht is. En ook dat persoonlijke- en partijbelangen veel te veel invloed hebben op de kwaliteit van de besluitvorming. Gelukkig is dat in de Eerste Kamer iets minder dan in de Tweede Kamer en de ministerraad. Werken voor de Eerste Kamer is zeker leerzaam. Daarnaast heb ik de senatoren natuurlijk ook wel wat kunnen leren over de moderne veehouderij en het belang hiervan voor Nederland.”
HOE ERVAAR JE VANUIT DIE ROL DE ‘WORSTELING’ VAN DE OVERHEID IN HET STIKSTOFDOSSIER?
“Die ‘worsteling’ heeft de veehouderijsector voor een belangrijk deel aan zichzelf te danken. Als je iets wil bereiken moet je zelf regie nemen. Dat heeft de landbouw de laatste twintig jaar onvoldoende gedaan. Nu je met 2-0 achter staat is het hard werken om de juiste oplossingen te vinden en daar politiek draagvlak voor te krijgen. Bedrijven opkopen is politiek gezien dan een gemakkelijke aanpak van het probleem. Ook al is het duur en weinig efficiënt.” Volgens Bart moet je als veehouderijsector geen opkoopregeling willen. Het geld komt terecht bij banken en boeren die stoppen. De mooiste stallen worden gesloopt. Dit is echt niet in het belang van de boeren die blijven.”
Bart vindt dat de overheid, na het afschaffen van het ministerie van landbouw enkele jaren geleden, veel kennis heeft verloren. Daardoor ontstond er een modellenwerkelijkheid die in wetgeving terecht kwam. “Dat had natuurlijk nooit zo gemoeten”, vindt Bart. “Maar daar afscheid van nemen zonder een vervangend juridisch kader, dat gaat niet. Dus is het zaak om de huidige wetten zo snel mogelijk door nieuwe te vervangen. Dit laat echter onverlet dat we als veehouderijsector hard aan onze emissies en aan onze reputatie moeten werken. Dan ontstaat er nieuwe ruimte om te ondernemen. En dat is jullie van harte gegund.”
Bart, bedankt voor alles wat je de afgelopen tien jaar voor Voergroep Zuid hebt betekend.
ONZE LEDENRAAD IS AANGEVULD MET DRIE JONGE ONDERNEMERS MET VOLOP AMBITIE.
HET GAAT OM ÉCHTE AMBASSADEURS VAN DE COÖPERATIE. WE STELLEN ZE GRAAG AAN JE VOOR:
Anouk Maes (26) is melkveehoudster in het Belgische Lommel. Daarnaast werkt ze bij een Belgisch varkensproefbedrijf waar ze zich onder andere bezig houdt met emissieonderzoek.
Tim Engelen (25) runt samen met zijn oom en vader het familiebedrijf met meerdere locaties vleeskuikenouderdieren.
De geproduceerde broedeieren worden zelf wereldwijd afgezet vanuit Angel Eggs.
Bart Peters (42) woont samen met zijn vrouw Marjan en dochters Saar, Lot en Cato in SintAnthonis. Daar runnen zij een agrarisch bedrijf met akkerbouw en vleesvarkens.
Ook het bestuur krijgt versterking. Antoon Smits uit Uden is door de ledenraad benoemd als bestuurslid. Hij is mede-eigenaar van de Smits Groep in Wanroij, een bedrijf dat actief is in varkenshouderij en akkerbouw in Nederland en Engeland, melkvee en akkerbouw in Oekraïne, en biogasproductie en food-feed recycling in Nederland.
Met deze versterking van de ledenraad en het bestuur zet Voergroep Zuid weer een stap vooruit. We wensen Anouk, Tim, Bart en Antoon veel succes in hun nieuwe rol!
Gezonde dieren die efficiënt produceren als basis
DAT OOK DIERLIJKE PRODUCTIESYSTEMEN IMPACT HEBBEN OP MILIEU EN MAATSCHAPPIJ IS EEN FEIT. TEGELIJKERTIJD
NEEMT DE VRAAG NAAR PRODUCTEN UIT DE VEEHOUDERIJ WERELDWIJD TOE. OM HIER ZO DUURZAAM MOGELIJKE INVULLING AAN TE GEVEN IS INNOVATIEVE VEEHOUDERIJ, DIE BIJDRAAGT AAN EEN CIRCULAIRE ECONOMIE, EEN LOGISCHE KEUZE. HET INTEGRAAL AANPAKKEN VAN DUURZAAMHEID EN STUREN OP EMISSIENORMEN PER GEPRODUCEERDE KILO VOEDINGSWAARDE (LEES EIWIT) ZIJN DAARBIJ VERSTANDIGE UITGANGSPUNTEN. WIE OP DIE MANIER KIJKT CONCLUDEERT DAT ONZE INTENSIEVE VEEHOUDERIJ ZO GEK NOG NIET IS.
Aangejaagd door duurzaamheidsdoelen van retailers komt er steeds meer beweging in het verduurzamen van onze voedselketen. Dit geldt ook voor de verwerkers van zuivel, vlees en eieren. Voerfirma’s spelen hierbij een belangrijke rol. Grondstofkeuzes en de herkomst hiervan bepalen immers in belangrijke mate de footprint van diervoer en daarmee die van zuivel, vlees en eieren. Waar in de zuivel het werken aan een lagere carbon footprint binnen diverse marktconcepten inmiddels gemeengoed is, komen ook slachterijen en vleesverwerkers op stoom. Voergroep Zuid levert inmiddels bij nagenoeg alle varkensslachterijen carbon footprint data van de aan varkenshouders geleverde voeders. Hiermee wordt de footprint van vlees berekend. Soms nog als pilot om van te leren, bij anderen om concreet invulling te geven aan afzetconcepten voor retail. Ook bij eierpakstations en geitenzuivelaars zijn inmiddels pilotprojecten gestart. Melkvee doet via Kringloopwijzer én het convenant 'lager eiwitgehalte in het rantsoen' volop mee. De Voergroep Zuid klanten voldoen inmiddels ruimschoots aan de eiwitdoelstelling.
De veehouderij heeft in efficiency de afgelopen jaren enorme stappen gezet. Betere genetica, betere diergezondheid, betere huisvesting, beter voer en een beter management zorgen ervoor dat de dierprestaties enorm zijn verbeterd. Dit is de basis voor een lage carbon footprint. Daarom blijft Voergroep Zuid samen met haar kennispartners continu zoeken naar middelen of methoden om de vertering van voer te verbeteren. Want bij een betere vertering komen er minder mineralen en broeikasgassen in het milieu terecht en wordt er meer van het voer gebruikt voor groei en productie van het dier.
Voedselketen verduurzamen
Duurzaamheidsdata inzichtelijk hebben is stap één. Dat heeft Voergroep Zuid via haar duurzaamheidscockpit inmiddels goed op orde. Via voersamenstelling daadwerkelijk sturen op bijvoorbeeld een lagere footprint is stap twee. ‘Quick wins’ zijn daar te maken door het aandeel grondstoffen met een hoge footprint te verminderen en meer circulaire producten met een lage footprint in het voer te verwerken. Het is wel zaak dat de dierprestaties hierbij minstens gelijk blijven. Dat dit kan, dat wijzen diverse experimenten van Voergroep Zuid uit. Zo testten we bijvoorbeeld varkensvoeders met een 30 procent lagere footprint. Hierbij bleven de dierprestaties gelijk. Wel steeg de voerprijs met 70 cent per 100 kg. Kosten die door de afzetketen doorberekend zouden moeten worden in het eindproduct voor de consument.
Op landelijk niveau sluit Voergroep Zuid actief aan op beleid en ontwikkelingen van Nevedi door bijvoorbeeld medewerkers beschikbaar te stellen voor projectgroepen van Nevedi die zich richten op het verduurzamen van de diervoerketen. Ook maken we gebruik van de carbon footprint tabel van Nevedi met daarin de footprintwaarden van de diverse grondstoffen. Daarnaast blijven we zoeken naar nieuwe of bestaande circulaire grondstoffen die kunnen bijdragen aan een lagere footprint.
VANAF 2030 WORDEN DE STAARTEN VAN BIGGEN IN NEDERLAND NIET LANGER GECOUPEERD. DEZE
INGREEP WORDT NU NOG TOEGEPAST OM
STAARTBIJTEN BIJ HOKGENOTEN OP LATERE
LEEFTIJD TE VOORKOMEN. BLIJFT DE STAART AAN HET DIER, DAN IS DE KANS OP STAARTBIJTEN GROTER. OM PROBLEMEN MET STAARTBIJTEN TE VOORKOMEN ZIJN ER OP DIVERSE BEDRIJVEN AANPASSINGEN NODIG IN HET HOUDERIJSYSTEEM.
VOERGROEP ZUID BEREIDT ZICH AL GERUIME TIJD VOOR OP DEZE VOOR DE VARKENSSECTOR GROTE VERANDERING.
Al geruime tijd brengt Voergroep Zuid samen met haar klanten praktijkervaringen met staartbijten in kaart. De kennis die dit oplevert, in combinatie met wereldwijde onderzoeken naar dit fenomeen, heeft Voergroep Zuid omgezet in een digitale checklist staartbijten. Onze buitendienst vult deze samen
met varkenshouders in om risicofactoren in kaart te brengen en richting te geven aan de inspanningen die gedaan kunnen worden om het risico op staartbijten te verminderen.
In de praktijk blijkt dat in de stal alles moet kloppen om staartbijten door varkens te voorkomen. Denk daarbij aan klimaat, hokbezetting, vreetruimte per dier, watervoorziening en afleidingsmateriaal. Rustige, tevreden varkens laten elkaar met rust. De invloed van voersamenstelling op dit afwijkend gedrag lijkt tot op heden beperkt. Grondstoffen en additieven, waarvan bekend is dat ze een positieve invloed hebben op het gedrag, worden reeds ingezet. Daarnaast wordt er gekeken of andere voervormen, die zorgen voor een meer geleidelijke voeropname, het gedrag van varkens positief beïnvloeden.
De Europese anti-ontbossingswetgeving (EU-DR) staat gepland met ingangsdatum 1-1-2026. Dit is een jaar later dan eerder gepland. Grote vraag is of de regeling nu wél doorgang vindt. Binnen de EU-DR wetgeving regelt de Europese Unie dat EU-lidstaten geen producten meer mogen importeren welke voortgebracht zijn van land dat na 31-12-2020 is ontbost. Onder deze wetgeving vallen de volgende producten: koffie, cacao, rubber, rundvlees, hout, soja en palmolie. Soja en palmolie zijn voor de diervoerindustrie van belang. Voergroep Zuid zorgt ervoor dat er tijdig producten voorradig zijn die voldoen aan de EU-DR eisen of dat er vervangende producten zijn die kunnen worden ingezet.
Naast EU-DR wordt er door Voergroep Zuid al jaren gebruik gemaakt van soja en palmolie met Non LUC certificaten. Non LUC staat voor ‘zonder Land
Use Change’. Deze certificaten garanderen dat er voor de gekochte hoeveelheid grondstoffen ergens in de wereld grondstoffen worden geteeld op grond die de afgelopen 20 jaar niet is ontbost. Hiervoor ontvangen de telers die op deze grond telen een extra vergoeding.
Non LUC certificaten werken dus conform het groene stroom principe (book and claim) waardoor deze stromen niet apart hoeven te worden gehouden, wat bij EU-DR (full segregation) wel het geval is. Bij ‘full segregation’ wordt de soja of palmolie gevolgd vanaf het perceel waar deze wordt geteeld tot aan de daadwerkelijke levering bij de afnemer. De benodigde administratieve bewijslast heeft een prijsopdrijvend effect.
Voergroep Zuid zet zich in om steeds die soja en palmolie aan te kopen, die door de afnemers van de producten van onze klanten wordt gevraagd en/of kiest voor vervangende grondstoffen.
OP EEN ZOMERSE DAG BEZOEKEN WE DE PLUIMVEEHOUDERIJ VAN ARIS EN WOUTHERA VAN DE GLIND
IN HET UTRECHTSE RHENEN. SINDS 2020 HOUDEN ZE HIER SAMEN LEGHENNEN, INMIDDELS VOLGENS
HET BETER-LEVEN CONCEPT. STILZITTEN IS NIETS VOOR ARIS EN WOUTHERA. VOL ENTHOUSIASME VERTELLEN ZE OVER DE STAPPEN DIE ZE AL HEBBEN GEZET EN HUN AMBITIES VOOR DE TOEKOMST.
Aris en Wouthera van de Glind voor hun pluimveehouderij in Rhenen.
Geen van beiden groeide op een pluimveehouderij op. Voor Aris ontstond de passie voor de pluimveehouderij toen hij op zijn negende verhuisde naar Scherpenzeel. Hier woonde hij letterlijk tussen de kippen: “In onze straat woonden zo’n acht pluimveehouders. Op mijn tiende startte ik dan ook met een zaterdagbaan tussen de kippen.” Op zijn zestiende begon Aris aan de pluimveehouderijopleiding in Barneveld, waarna hij in de leghennensector aan de slag ging. Wouthera groeide op de melkveehouderij van haar ouders in Putten op. Wouthera: “Hier startte ik een boerderijwinkel met producten van onze eigen koeien. We maakten allerlei zuivelproducten zoals yoghurt en karnemelk van onze eigen dieren, maar toen we de kans kregen om hier te starten met de leghennen was dit niet meer te combineren en besloot ik volledig te focussen op de leghennen.”
Toen Aris en Wouthera in 2020 de pluimveehouderij overnamen, konden ze direct aan de slag. Het bedrijf had een paar jaar leeggestaan, waardoor eerst flink verbouwd moest worden. Aris: “Tijdens de verbouwing plaatsten we warmtewisselaars waarmee we 20% fijnstofreductie behalen. Ook schakelden we in de eerste jaren om van scharrel naar Beter Leven. Hierdoor gingen we terug in aantallen, maar op dit moment zijn we bezig om het bedrijf uit te breiden tot de originele 112.000 leghennen.”
Naast de plannen om uit te breiden kijken Wouthera en Aris ook naar verduurzaming. Wouthera: “We willen verduurzamen, daarvoor zijn we op dit moment bezig met de vergunning voor het plaatsen van een schuur achter onze stallen. Hiermee kunnen we mest drogen en de uitstoot nog eens 50 procent reduceren.”
Het werk op het bedrijf verdelen Wouthera en Aris eerlijk onder elkaar. Wouthera: “We lopen om en om de ronde. Zo loopt de ene de controleronde in de ochtend en begint de andere
met de eierband. In de middag houden we ruimte voor onderhoud, de boekhouding en het bijhouden van de eierautomaat.” Zo werken ze écht samen én het maakt dat ze elkaar te hulp kunnen schieten als dat nodig is. Aris: “Dat werkt prettig en het zorgt voor continuïteit op het bedrijf.”
Voor Aris en Wouthera is werken in de pluimveehouderij een grote passie. Aris: “Als pluimveehouder werk je aan een prachtig product: het ei. De kippen verblijven een flinke poos hier en je moet er bovenop zitten om maximale prestaties te halen. Daar zitten leuke uitdagingen aan!” Die uitdagingen gaan ze graag aan. Aris: “Om topresultaten te draaien investeren we in de prestaties van onze kippen. Daarvoor gaat veel aandacht naar het voer en het klimaat. Het past dan niet om voor de goedkoopste voersamenstelling te gaan. Daarnaast sturen we veel in het klimaat. Onze etagestal maakt het lastiger om voldoende volumes verse lucht onderin de stal te krijgen, door de laatste jaren optimalisaties door te voeren hebben we dit flink verbeterd.”
GOED AFGEWOGEN KEUZE
De eerste jaren als pluimveehouder verliepen voor het stel niet meteen soepel. Aris: “Darmgezondheid was een uitdaging, dus waren we zoekende. Toen kwam accountmanager John Loeffen van Voergroep Zuid in beeld. We wogen die keuze zorgvuldig af. Ik had goede ervaringen met verkoopleider pluimvee Dirk Briels als oud-studiegenoot in Barneveld. Daarnaast spraken we met onze buurman die ook van Voergroep Zuid voert en informeerden we bij onze eierleverancier. Het resultaat spreekt voor zich: de darmgezondheid is sterk verbeterd. Dat zie je terug in de resultaten én merk je in het werkgemak.” Ook John Loeffen is zeer positief over de samenwerking met Aris en Wouthera: “Je merkt dat ze er erg kort op zitten en direct met adviezen aan de slag gaan. Dat is vooral in de startfase van groot belang voor de diergezondheid én de prestaties.”
“Als pluimveehouder werk je aan een prachtig product: het ei."
John en Aris hebben wekelijks telefonisch contact en bij bedrijfsbezoeken schuift technisch pluimveespecialist Hans Verberne vaak aan. Aris: “Nu de gezondheid goed loopt is het verlagen van de kostprijs de volgende stap. Hiervoor verdiepen we ons nu in splitfeeding. Dit moet, doordat je gerichter op behoefte kan voeren, zorgen voor nóg betere diergezondheid en schaalkwaliteit tegen het einde van de ronde.”
Daarnaast kiezen Aris en Wouthera de volgende ronde weer volledig voor witte hennen. “Het huidige koppel Dekalb Wit van Het Anker presteert de gehele ronde al goed. Ze zijn nu 72 weken oud en leggen nog 95,1%. Het eigewicht is 62,6 gram en de voeropname bedraagt 122 gram per dag. Ook de Brown Nick-hennen van Pluriton presteren goed. Ze zijn inmiddels 81 weken oud, met een productie van 84,4%. Het eigewicht bedraagt 62,9 gram en de voeropname is met 122 gram per dag gelijk aan die van de witte hennen. Werken met bruine hennen kost echter meer tijd dan met witte, terwijl dat financieel helaas niet voldoende beloond wordt. Ik stuur nog een tweede bedrijf aan en tijdens rondes met alleen witte hennen heb ik ook de tijd om buiten de deur te werken. Nu lukt dit niet.”
DE COÖPERATIE
Wouthera en Aris zijn ook betrokken bij Coöperatie Voergroep Zuid. Zo was Wouthera onlangs samen met haar zusje Gisela aanwezig op de Dag voor vrouwen met Boerinnenverstand. “Het was een hartstikke leuke dag om aanwezig te zijn. We hebben veel opgestoken en het is erg fijn om contact te hebben met collegaboerinnen. Goed dat Voergroep Zuid bijeenkomsten als deze organiseert!”
Daarnaast is Wouthera sinds een jaar ook betrokken als lid van de ledenraad van Voergroep Zuid. “Het bevalt me erg goed. Het is leerzaam, je leert van andere sectoren en je krijgt
de kans om wat in te brengen. In het begin is het vooral ook veel luisteren naar wat er speelt. Binnenkort krijgen we een cursus waarbij we meer leren over besturen en de coöperatie.” Zo dragen Wouthera en Aris met hun betrokkenheid op het erf én binnen de coöperatie bij aan een sterke, toekomstgerichte sector.
Wie goed kijkt kan Wouthera en Aris herkennen. Je vindt ze namelijk op de verpakkingen van PowerfulEggs in de Jumbo. Wouthera bij de bruine eieren en Aris bij de witte. Zo geven zij letterlijk een gezicht aan het ei.
Aris: “PowerfulEggs is een initiatief om het ei te promoten naar de burger.” Eens per maand bezoekt PowerfulEggs een supermarkt om eitjes te bakken en het verhaal van het ei aan burgers te vertellen. Aris: “We hebben er als pluimveehouder baat bij om het ei te promoten. PowerfulEggs levert hiervoor promotiemateriaal aan. Daarnaast organiseren ze regelmatig acties, bijvoorbeeld rond Pasen.
Lees hier meer over PowerfulEggs:
OP DONDERDAG 3 JULI VOND ONZE JAARLIJKSE
STUDIEDAG GEITENHOUDERIJ PLAATS. MET RUIM
ZESTIG GASTEN WAS DE ZAAL VAN ‘T ZAND BRABANTS
GASTVRIJ IN OIRSCHOT GOED GEVULD. DIT JAAR
STOND HET THEMA ’HET BELANG VAN GENETICA EN VRUCHTBAARHEID' CENTRAAL.
Na inloop met koffie en vlaai trapte Toine van Toor, sectormanager herkauwers, de studiedag af met een warm welkomstwoord en een toelichting van op het programma.
Productmanager Ronald Paardekooper gaf een algemene toelichting over het belang van vruchtbaarheid en genetica en op welke manier deze begrippen, in combinatie met goed management, bepalend zijn voor het fokken van gezonde geiten die lang veel melk kunnen geven. Verder lichtte Ronald toe hoe Voergroep Zuid werkt aan de toekomst van de sector door te investeren in productontwikkeling en ruwvoerkwaliteit, maar ook door te investeren in de jeugd. Jonge ondernemers worden getraind in het ondernemerschap door ons Boeren met LEF programma en onze nieuwe jonge medewerkers worden door middel van het Jong Professional Programma klaargestoomd voor een mooie toekomst binnen Voergroep Zuid.
Dirk Keijzers, directeur Geiten KI Nederland (GKN), nam het stokje van Ronald over en gaf een presentatie over de ontwikkeling van kunstmatige inseminatie (K.I.) in de geitenhouderij en het aanbod van fokbokken. Dirk lichtte toe hoe het selectieproces van fokbokken eruit ziet en aan welke criteria bokken moeten voldoen om uiteindelijk geselecteerd te kunnen worden als fokbok. Verder lichtte hij toe hoe de prestaties van de geitenstapel snel naar een hoger niveau kunnen worden gebracht met de technische voordelen van K.I.
Na een heerlijke lunch nam geitenspecialist Pieter Schoenmakers de aanwezigen vol passie mee in het maken van de juiste paring op basis van de beschikbare informatie. Pieter gaf een hele mooie toelichting over hoe betere geiten te fokken door
goede eigenschappen van de geit te combineren met goede eigenschappen van de bok. Zo wordt balans gecreëerd en wordt voorkomen dat nakomelingen van bepaalde eigenschappen te veel of te weinig in zich hebben.
Nutritionist Marjon Verbogt gaf samen met geitenspecialist Pim van Duifhuizen een presentatie over het belang van vruchtbaarheid en hoe deze te beïnvloeden is, bijvoorbeeld door licht. Marjon lichtte toe welke hormonen betrokken zijn bij de vruchtbaarheidscyclus en welke functie deze hormonen hebben. Pim gaf bruikbare tips voor wat een geitenhouder kan doen aan het stimuleren van een goede vruchtbaarheid en een hoog drachtpercentage en op welke manier Voergroep Zuid daarin ondersteuning biedt.
Tenslotte werden er vier filmpjes afgespeeld waarin twee geitenhouders toelichtten op welke manier zij werken aan vruchtbaarheid en genetica. Hierbij kwamen onder andere het rantsoen, de selectie van bokmoeders en de lammerenopfok aan bod.
De studiedag werd afgesloten met een borrel en een hapje. Een zeer geslaagde dag met mooie nieuwe inzichten!
De aansluiting met commercie en nutritie is onmisbaar om daadkrachtig en slagvaardig te kunnen handelen. Als we dit als basis vast weten te houden kunnen we samen het verschil maken in de markt.”
STILSTAND IS ACHTERUITGANG. DAAROM WERKT VOERGROEP ZUID ACHTER DE SCHERMEN CONTINU AAN VERBETERINGEN. OPERATIONEEL MANAGER RAYMOND KOENRAADT NEEMT ONS MEE IN DE VERANDERINGEN OP DE FABRIEKEN EN DE INVESTERINGEN DIE DE BASIS LEGGEN VOOR DE TOEKOMST.
VERANDERINGEN IN DE VOERPRODUCTIE
Innoveren in voerproductie zit in details. Juist daar maak je het verschil met de concurrent. De techniek achter voerproductie lijkt stabiel. Maar de markt en de accenten veranderen wel degelijk. Volgens Raymond gaat het om drie belangrijke trends: scherper sturen op kostprijs, slimmer inkopen en vernieuwende productvormen.
“Het begint met het inkopen van goede grondstoffen en valt of staat met de kennis van onze mensen", zegt hij. “Elke dag moeten we scherp blijven en topsport bedrijven. En als er opmerkingen of klachten zijn, moet je daar direct op reageren.”
Ook de markt zelf verandert, ziet Raymond: “Op dit moment zitten de grootste veranderingen in productvormen. We testen hier nu mee in Helmond en de eerste resultaten zijn positief.
Zodra de volledige testperiode dat bevestigt, gaan we hierin investeren. Ook is er steeds meer interesse voor natte restproducten vanuit andere sectoren. Daardoor werken we in ons productieproces vaker met drogere grondstoffen.
INVESTEREN IN DE TOEKOMST
Hoewel de basis dus gelijk blijft en de fabrieken up-to-date zijn, blijft Voergroep Zuid de komende jaren flink inzetten op vernieuwing. Raymond: “Daar hebben we drie belangrijke redenen voor: veiligheid, vervanging en innovatie.”
Helmond: er komt een tweede stortput om de loscapaciteit voor vrachtwagens te verdubbelen. Verder is het binnenkort weer mogelijk om schepen te lossen, rijden vrachtwagens efficiënter over het terrein met een tweede weegbrug en wordt net als in Oirschot een extra brandtrap aangebracht.
Oirschot: De grootste investering hier is de vervanging van een maal-menglijn. De nieuwe lijn bevat een paddelmenger, wat zorgt voor kortere mengtijden en betere homogeniteit. Daarnaast worden er een aantal ATEX verbeteringen doorgevoerd.
Weert: De vloeistoftanks voor zuren zijn verplaatst naar het tankenpark buiten. “Hierdoor hebben we geen dampen van zuren meer in de fabriek”, licht Raymond toe. Voor de verbetering van de kwaliteit van het pluimveevoer loopt een project waarbij we een investering aan het voorbereiden zijn om in de toekomst de inkomende grondstoffen te kunnen behandelen. Hiermee voldoen we volledig aan de wens van onze klanten.
"Nadat de keuze voor de investering is gemaakt, gaat de molenbouwer aan de slag met een blauwdruk. Deze stemmen we vervolgens met de interne technici én commercie af, zodat we zeker weten dat de investering aansluit bij de behoefte in de markt. Vaak zijn dit langjarige trajecten, maar met een slagvaardig team en korte lijnen in de organisatie slagen we er vaak in om dit soort trajecten binnen driekwart jaar na het besluit te realiseren.”
Juist deze korte lijnen ziet de operationeel manager als een belangrijke kracht van de Voergroep Zuid. “De aansluiting met commercie en nutritie is onmisbaar om daadkrachtig en slagvaardig te kunnen handelen. Als we dit als basis vast weten te houden kunnen we samen het verschil maken in de markt.”
En dat is nodig, want er komen verschillende uitdagingen op de sector af. Naast de druk op de kostprijs is ook het behouden en binnenhalen van goed personeel in een krappe arbeidsmarkt onmisbaar. “Dat begint bij werkplezier”, zegt Raymond “Onze teams hebben veel eigen verantwoordelijkheden, er is ruimte voor opleiding en iedere collega heeft een eigen competentiematrix. Daarmee kijken we wie er klaar is voor een volgende stap en streven we naar zoveel mogelijk allround medewerkers. Het is mooi om te zien dat medewerkers bij Voergroep Zuid écht de kans krijgen om stappen te zetten als ze de potentie en ambitie hebben. Blijven we op deze manier werken en investeren in zowel onze fabrieken als onze collega’s, dan kunnen we ook in een krimpende markt succesvol zijn.”
De installatie om schepen te lossen wordt op dit moment gereviseerd.
"Met de huidige hoge rundvleesprijzen is het afmesten van eigen stieren financieel zeer interessant."
‘Je hoeft geen kalfziekte te accepteren’
EEN KOE MET KALFZIEKTE. ELKE BOER HEEFT HIER WEL EENS MEE TE MAKEN. MET VOEDING ZIJN DE MEESTE GEVALLEN TE VOORKOMEN, ERVAART MELKVEEHOUDER LEO JANSSEN UIT EVERTSOORD: “VROEGER ACCEPTEERDE IK DAT ER REGELMATIG KALFZIEKTE WAS. NU NIET MEER.”
Sinds hij inzet op een optimale transitie, ziet Leo dat de oude aanpak geld heeft gekost. Zijn vorige voerleverancier had minder aandacht voor een speciale aanpak voor de droogstaande koeien. Dat de dieren teveel van bepaalde voedingsstoffen binnenkregen, werd op de koop toe genomen: lage voerkosten stonden voorop. Nu Janssen van Voergroep Zuid voert, is de transitie van droogstand naar lactatie een belangrijk onderdeel van het bedrijfsmanagement geworden.
HOOI/BROKRANTSOEN
Er zijn grofweg twee manieren om een goede transitie te bewerkstelligen: met een bedrijfsspecifiek droogstandsrantsoen of met een stro/brokrantsoen. Aangezien Janssen vorig jaar tijdelijk minder droogstaande koeien had,
koos hij voor het laatste. Het maken van een apart droogstandsrantsoen voor een kleine groep koeien is immers lastig. Omdat de melkveehouder uit Evertsoord over veel natuurhooi beschikt, was zijn wens echter wel om met een hooi/brokrantsoen te werken in plaats van een stro/brokrantsoen. Na onderzoek van het hooi, bleek dit natuurproduct een perfecte structuurbron.
Het natuurhooi wordt aangevuld met krachtvoer. Elke droogstaande koe krijgt dagelijks ongeveer 6 kilo Start Vitaal Stro. Dit droogstandskrachtvoer bevat alle nodige mineralen, eiwitten en juiste energiebronnen voor een goede transitie. Belangrijk is wel dat koeien naast het krachtvoer voldoende structuurrijk ruwvoer opnemen. Het liefst tussen de 6 en 8
kilo droge stof per koe per dag. De combinatie van het ruwvoer en Start Vitaal Stro zorgt voor een soepele en probleemloze overgang van droogstand naar lactatie.
DROOGSTAANDE HONDERDTONNERS
Nu Janssen deze aanpak hanteert, komt kalfziekte nagenoeg niet meer voor. Aan de nageboorte blijven staan is ook verleden tijd en de koeien starten de lactatie super op. Laatst had hij twee droogstaande honderdtonners in het strohok gezet, zodat ze extra op krachten konden komen. Omdat dit hok zich in de koeienstal bevindt, kreeg het tweetal het melkveerantsoen. Bij afkalven hadden beiden kalfziekte. “Dan kom je er weer achter dat het een gevoelig punt is. Vanwege drukte kies je soms voor de makkelijke weg, maar ook dit had voorkomen kunnen worden met de juiste voeding.”
Op dit moment heeft Janssen meer droge koeien. De melkveehouder voert daarom nu een rantsoen van natuurhooi, graskuil, mais, een klein beetje soja en 0,25 kilo Anistart per koe per dag. Anistart
is een anionisch mineralensupplement dat koeien ondersteunt in de transitie van droogstand naar lactatie. De smakelijke anionische zouten verminderen niet zichtbare (subklinische) gezondheidsproblemen, waaronder melk- en kalfziekte en zorgen voor een soepele start van de lactatie. “We hebben voldoende leergeld betaald”, zegt Janssen. “Ik ben blij dat we de transitie nu goed onder de knie hebben.”
TWEE DAGEN IN STROHOK
Na het afkalven blijven de verse koeien minimaal twee dagen in een strohok. Ze mogen iedere melkbeurt als eerste in de melkstal. De standen van de koeien in de melkstal zijn voorzien van rubber. Bij de eerste koeien is het rubber nog mooi droog, waardoor de pas afgekalfde koeien veel grip ervaren en uitglijden voorkomen wordt. De dagen in het strohok krijgen de verse koeien geen krachtvoer, enkel en alleen het basisrantsoen van de melkkoeien. Janssen begint pas met brok verstrekken als de koeien in het koppel komen. “We bouwen langzaam op. Pas na drie á vier weken zitten we op het maximum.”
Leo Janssen heeft de beschikking over 65 hectare natuurgrond van Staatsbosbeheer. Op 20 hectare daarvan kan hij een hoge kwaliteit hooi telen die hij onder andere gebruikt voor het rantsoen van de droge koeien. Op deze hectaren mag hij eenmaal per drie jaar ruige mest uitrijden.
EIGEN STIEREN AFMESTEN
Naast 170 melkkoeien (zwartbont en roodbont) en 100 stuks jongvee mest melkveehouder Leo
Janssen ook de eigen stierkalveren af, inclusief de vaarskalveren die niet voor de melkveehouderij in aanmerking komen. Daarnaast fokt hij waterbuffels op voor een veehouder uit het naburige Deurne.
JAARPRODUCTIE
• 11.000 kg melk
• 4,40% vet
• 3,60% eiwit
Vier organisaties zetten samen de schouders onder uniek jongerenprogramma!
HET JONGERENPROGRAMMA BOEREN MET LEF, DAT MENGVOERCOÖPERATIE VOERGROEP ZUID TWEE JAAR
GELEDEN STARTTE, KRIJGT EEN VERDERE OPSCHALING. RABOBANK, FLYNTH EN AB WERKT ZUID NEDERLAND
SLUITEN ZICH AAN ALS KEY-PARTNERS EN INVESTEREN IN HET PROGRAMMA, DAARNAAST ZETTEN ZE OOK HUN
EXPERTISE EN NETWERK IN. NAAST DEZE VIER BEDRIJVEN DRAGEN INMIDDELS OOK MEER DAN TWINTIG ANDERE KETENPARTNERS ACTIEF BIJ AAN DE INHOUD VAN HET PROGRAMMA.
“We zijn met dit initiatief gestart omdat jonge agrarische ondernemers in een steeds uitdagendere context onze steun verdienen. Dat past goed bij ons coöperatieve gedachtegoed”, zegt Ronald van de Ven, algemeen directeur van voercoöperatie Voergroep Zuid. “Deze gezamenlijke inzet vergroot de reikwijdte en impact van het programma, zodat steeds meer
jonge boeren, uit zowel de veehouderij als de akker- én tuinbouw, zich persoonlijk én professioneel kunnen ontwikkelen.”
‘Boeren met LEF’ biedt een breed opleidingsprogramma dat jonge agrariërs ondersteunt bij hun persoonlijke ontwikkeling als ondernemer. In de afgelopen jaren namen al meer dan 175 jonge ondernemers deel. Centraal in de programma’s staan de thema’s: ‘jezelf leren kennen’, ‘inspiratie in ondernemerschap’ en ‘van elkaar leren’. Het programma richt zich op alle jonge boeren in Zuid Nederland en Noord-België. “Met Boeren met LEF willen we jonge boeren weerbaarder en veerkrachtig maken en hen helpen richting te vinden in een steeds complexer speelveld”, legt Ronald van de Ven uit. “Een vitale en duurzame agrarische sector vraagt om krachtige ondernemers, daar dragen we graag aan bij. We begeleiden hen in hun persoonlijke ontwikkeling en bij het maken van toekomstgerichte keuzes. Doordat de deelnemers intensief met elkaar optrekken ontstaan er binnen deze community waardevolle nieuwe verbindingen.”
EEN LEVEN LANG LEREN
De drie belangrijkste programma’s binnen ‘Boeren met LEF’ zijn: Loopbaan ontdekkingsreis (voor jongeren vanaf 16 jaar), Vliegende start in agrarisch ondernemerschap (gericht op de fase van bedrijfsoverdracht) en Masterclass Agribusiness
Daniëlle Royakkers, Patrick Janssen, Jorrit Dekkers en Ronald van de Ven vertegenwoordigen de vier key-partners.
(voor ondernemers met meer ervaring). Daarnaast bevat het programma diverse ontwikkel- en netwerkactiviteiten, waaronder een inspiratiereis naar agrarische ondernemers in het buitenland. “Tijdens de programma’s laten we jongeren nieuwe en andere perspectieven zien, die bij kunnen dragen aan toekomstgericht ondernemerschap”, zegt Jorrit Dekkers, directeur food & agri bij de Rabobank in Zuid-OostNederland. Hij is enthousiast over het programma en vindt dat we zuinig moeten zijn én trots moeten blijven op onze jonge boeren. “Om de Europese voedselproductie veilig te stellen is een sterke agrarische sector in Nederland hard nodig. Met dit programma dragen wij hier als Rabobank graag aan bij.”
SAMEN DE TOEKOMST MAKEN
De vier bedrijven brengen de programma’s in hun eigen netwerk onder de aandacht van jonge ondernemers, met als doel geschikte deelnemers selecteren. “In deze onzekere tijd vergt een agrarisch bedrijf overnemen de nodige lef”, weet
Patrick Janssen, senior agrarisch adviseur bij Flynth adviseurs en accountants . “Het is mooi om te zien hoe de jonge ondernemers binnen het programma van elkaar leren, open het gesprek aangaan en elkaar inspireren. Een proces dat wij als Flynth graag faciliteren.”
Ook Daniëlle Royakkers, Operationeel directeur bij AB Werkt draagt graag een steentje bij aan het opleiden van jonge ondernemers. “AB Werkt staat opgesteld om te bouwen aan een sterke, stabiele toekomst voor jonge agrariërs. Het is mooi om dit samen met andere ketenpartijen te kunnen doen. Het bij elkaar brengen van al deze ondernemers uit diverse takken van het agrarisch landschap heeft echt meerwaarde. Samen hebben we veel kennis en ervaring in huis die we op deze manier investeren in een toekomstbestendige sector.”
Ronald van de Ven: “Het is prachtig dat zoveel partijen zich willen inzetten voor jonge boeren. Daarmee blijft Boeren met LEF inspirerend, actueel en verrassend. Samen met de jonge boeren maken wij dé toekomst!”
Een
STIJN JANSSEN (22) BEGON IN MEI 2024 ALS SPECIALIST MELKVEEHOUDERIJ BIJ VOERGROEP ZUID. DAAR MAAKT HIJ DEEL UIT VAN HET JONG TALENTEN PROGRAMMA. NA RUIM EEN JAAR HEEFT HIJ ZIJN WEG BINNEN DE VOERCOÖPERATIE AARDIG GEVONDEN. HIJ BEGELEIDT INMIDDELS MEERDERE MELKVEEBEDRIJVEN EN DOET ACQUISITIE. “VOORAL IN LIMBURG. DAT IS VOOR MIJ DE THUISMARKT”, VERTELT STIJN ENTHOUSIAST. “NAAST MIJN WERK BIJ DE VOERGROEP WERK IK OOK OP HET OUDERLIJK MELKVEEBEDRIJF IN EVERTSOORD.” MART HUBERTS, MARKETING- & COMMUNICATIESPECIALIST BIJ VOERGROEP ZUID, LIEP EEN DAG MET STIJN MEE EN MAAKTE ONDERSTAANDE REPORTAGE.
Stijn zijn dag begint altijd vroeg. Om 5:30 uur staat hij thuis in de melkstal. Als de koeien ‘uit zijn’ is het tijd voor een kop koffie; samen met zijn vader. Daarna opfrissen en de boer op. “Een mooie combinatie”, vertelt Stijn. "Zo blijf ik optimaal betrokken bij het ouderlijk bedrijf en kan ik mijzelf vanaf 9:30 uur volledig inzetten voor de klanten van Voergroep Zuid."
Stijn groeide op in het Limburgse Sevenum. Zijn vader Leo was vrachtwagenchauffeur en ook zijn moeder kwam niet van een agrarisch bedrijf. Best bijzonder dus, dat Stijn nu samen met zijn ouders 170 koeien melkt. Het ging als volgt. Leo
zijn oom had een dekstieren opfokbedrijf, waar Leo in het weekend hielp. Deze oom werd een dagje ouder en stelde Leo de vraag of hij het bedrijf wilde overnemen. Daar had Leo wel oren naar, mits de stieren plaats zouden maken voor melkkoeien, want daar lag zijn passie vanaf kinds af aan al. En zo geschiedde.
In 2013 ging Leo bij zijn oom in maatschap en startte zij op een huurlocatie met het melken van veertig koeien. Ondertussen werd in Evertsoord een nieuwe ligboxenstal gebouwd, waar de familie Janssen inmiddels 170 koeien melkt.
‘’Gezeefde mest is de spiegel van het rantsoen. Hierin zie je perfect hoe goed de koeien het voer verteren.’’
Melkveespecialist Stijn Janssen in actie tijdens een klantbezoek.
GEZOND BOERENVERSTAND
“Vanaf mijn dertiende ben ik op zondag thuis mee gaan melken”, vertelt Stijn. Enkele snuffelstages bij melkveebedrijven deden de rest. Zijn passie voor koeien was geboren. Niet vreemd dat Stijn na de middelbare school Veehouderij ging studeren bij Yuverta in Boxtel. Met het diploma van Yuverta op zak, begon Stijn aan de studie Dier- en Veehouderij met agrarisch ondernemerschap bij Aeres Hogeschool in Dronten. Daar kwam Stijn erachter dat hij meer een man is van de praktijk dan van de boeken. ‘’Gezond boerenverstand, daar kom je verder mee. Dat was toen al mijn motto en ook de reden om mijn studie te ruilen voor werken bij Voergroep Zuid.”
Bij deze switch was melkveespecialist Mark Dielissen de ‘linking pin’. Mark begeleidt als voeradviseur vanuit Voergroep Zuid de familie Janssen. Tijdens een bedrijfsbezoek kwam ter sprake dat Stijn gestopt was met zijn opleiding. Mark opperde eens te komen praten over de functie van melkveespecialist bij Voergroep Zuid. Na een open en eerlijk gesprek met
sectormanager herkauwers Toine van Toor heeft Stijn ervoor gekozen deze uitdaging aan te gaan. ‘’De flexibiliteit die vanuit Voergroep Zuid werd geboden sloot perfect aan bij het werk thuis. En er lag een enorme kans om in een korte tijd heel veel over voeding te leren.’’
KOEIEN LIEGEN NIET
Onderweg naar een klant vertelt Stijn dat hij er naar streeft om iedere dag drie klanten en/of prospects te bezoeken. De jonge en gedreven melkveespecialist hanteert hierbij meestal een standaard werkwijze. ‘’Bij voorkeur begin ik bij de kuil. Dan weet ik wat er wordt gevoerd. Daarna de stal in, want koeien liegen niet. Die laten haarfijn zien hoe het in de stal loopt. Je kunt aan tafel van alles bespreken en verzinnen, maar als de koeien er niet op reageren, voegt het niets toe.’’ Stijn vindt het ook belangrijk om regelmatig mest te zeven. ‘’Gezeefde mest is de spiegel van het rantsoen. Hierin zie je perfect hoe goed de koeien het voer verteren. Is dit niet op orde, dan weet je dat het anders moet. En met wat ervaring weet je ook hoe.”
‘’Bij voorkeur begin ik bij de kuil. Dan weet ik wat er wordt gevoerd.’’
Ondanks de standaard werkwijze is volgens Stijn geen enkel bedrijfsbezoek hetzelfde. “Iedere ondernemer heeft zijn eigen doelen en strategie. Ik kom onderweg veel verschillende soorten bedrijven tegen en dat vind ik het mooie van dit vak. Mijn doel is om bij iedere klant waarde toe te voegen die aansluit bij de strategie van de klant. Als dit lukt, dan geeft mij dat ontzettend veel energie”, vertelt hij enthousiast. “Ik kom immers niet alleen voor een kop koffie”, zegt hij met een knipoog.
Naast de conditie van de koeien en het mestbeeld kijkt Stijn als specialist naar koesignalen en management gerelateerde zaken. ‘’Als er tien koeien naast elkaar liggen, wil ik er minimaal acht zien herkauwen. Is dat niet het geval, dan kijk ik wat daar de reden van kan zijn en zoek ik een oplossing. Dan check ik bijvoorbeeld of het voer goed gemengd is en of er voldoende vreetplekken en drinkpunten beschikbaar zijn”, legt hij uit. “Alles moet kloppen om koeien optimaal te laten presteren.”
Na het stalbezoek bespreekt Stijn zijn waarnemingen met de veehouder aan de keukentafel. Samen kijken ze op basis van de observaties en de analyse naar mogelijke verbeteringen in het management. Ook de MPR-uitslagen worden hierin meegenomen. Stijn: “Het leukste aan mijn werk vind ik om als sparringpartner te fungeren voor de ondernemer. Ik luister goed waar de veehouder naar toe wil. Daar baseer ik mijn advies op. Het is natuurlijk prachtig als dat advies een positief resultaat oplevert.”
Onderweg naar het volgende adres legt Stijn uit hoe hij de conclusies van het klantbezoek verwerkt. “Tijdens een gesprek aan de keukentafel staat er vrijwel nooit een laptop op tafel. Ik vind het belangrijk om de aandacht bij de veehouder te houden. Als ik tijdens gesprekken bijvoorbeeld rantsoenen door ga rekenen, dan kan ik niet de volle aandacht bij het gesprek houden. Daarom kies ik er bewust voor om mijn bezoekverslag en rantsoenaanpassingen op een rustig moment uit te werken. Bovendien wil ik soms eerst met collega’s van nutritie sparren voordat ik een aanpassing aan het rantsoen doorzet.”
PERSOONLIJKE ONTWIKKELING
In de periode van ruim een jaar waarin Stijn bij Voergroep Zuid werkt, heeft hij zichzelf als persoon goed ontwikkeld. De trainingen vanuit het Jong Professional Programma hebben hier zeker aan bijgedragen. “Daar heb ik bijvoorbeeld geleerd om goed rekening te houden met de wensen en behoeften van de ondernemer. Van nature wil ik altijd voor het maximale gaan en zo hard mogelijk proberen te melken. Maar dat geldt niet voor alle ondernemers. Zoals eerder gezegd heeft iedere ondernemer een eigen strategie. Daar moet ik goed rekening mee houden.’’ Inmiddels geeft Stijn ook regelmatig presentaties tijdens studiedagen en was hij het gezicht van Voergroep Zuid bij de familie Loonen tijdens de Grasdag in Merselo. “Ik ben iemand die makkelijk het gesprek met mensen aangaat en ik vind het erg leuk om interactie met melkveehouders te zoeken en te kijken of ik ze verder kan helpen. Daar krijg ik energie van.’’
HET JONGERENPROGRAMMA
‘BOEREN MET LEF’ START KOMEND NAJAAR MET NIEUWE RONDES VAN DE ‘LOOPBAAN ONTDEKKINGSREIS EN ‘MASTERCLASS STARTENDE ONDERNEMER’. HIERVOOR KUN JE JEZELF NU AANMELDEN!
Ben je tussen de 16 en 25 jaar en wil je ervaren of de veehouderij bij jou past? Meld je dan aan voor de ‘Loopbaan
Ontdekkingsreis Veehouderij’.
Ben je startend ondernemer en bezig met een bedrijfsovername, dan is de ‘Masterclass Startend Ondernemer’ meer iets voor jou.
STUDEER JE OP DE HAS GREEN ACADEMY?
Goed nieuws! Dan kun je linturen verdienen met deelname aan onze programma’s.
MASTERCLASS AGRIBUSINESS
LOOPBAAN ONTDEKKINGSREIS
8 oktober 2025
13.00 - 20.00 uur
Ik
22 oktober 2025
17.00 - 21.00 uur
Ik als ondernemer
19 november 2025
17.00 - 21.00 uur
Ik en de maatschappij
10 december 2025
17.00 - 21.00 uur
Ik en de markt
21 januari 2026
17.00 - 21.00 uur
Ik en de bestemming
MASTERCLASS STARTENDE ONDERNEMER
13 november 2025
13.00 - 20.00 uur
Dag 1 - Ik als ondernemer
8 december 2025
15.00 - 20.00 uur
Dag 2 - Mijn bedrijf
12 december 2025
15.00 - 20.00 uur
Dag 3 - Mijn bedrijf in de omgeving
2 februari 2026
15.00 - 20.00 uur
Dag 4 - Mijn strategische koers
23 februari 2026
15.00 - 20.00 uur
Dag 5 - Je eigen pad volgen
Ben je een meer ervaren ondernemer? Dan is de Masterclass Agribusiness wellicht wat voor jou.
In het onderstaande overzicht vind je de agenda voor dit programma:
16 maart 2026
15.00 - 21.30 uur
Mens & Ondernemer
13 april 2026
15.00 - 21.30 uur
Sturen & Monitoren
11 mei 2026
15.00 - 21.30 uur
Markt & Financiering
8 juni 2026
15.00 - 21.30 uur
Maatschappelijke thema's en imago
17-18 september 2026
Tweedaagse buitenlandreis
12 oktober 2026
15.00 - 21.30 uur
Risico's nemen
9 november 2026
15.00 - 21.30 uur
Duurzame voer- en voedselketen
14 december 2026
15.00 - 21.30 uur
Het gesprek voeren
18 januari 2027
15.00 - 21.30 uur
Missie, visie en strategie
Jop Hoeben van veehandel Aarts over succesvol lammeren afmesten
‘Hard voeren en zorgen dat ze gezond blijven’
DE RUIM DUIZEND SPAANSE VLEESMERINO
LAMMEREN DIE SINDS BEGIN APRIL DE STALLEN VAN
VEEHANDEL AARTS IN DEURNE BEVOLKTEN ZIJN MET HET OFFERFEEST GESLACHT. MET EEN GEMIDDELD
GEWICHT VAN 30 KG KWAMEN ZE NAAR NEDERLAND
OM HIER TE WORDEN AFGEMEST TOT 46 KG. ZE
KREGEN ONBEPERKT ADLIB BROK VAN VOERGROEP
ZUID, AANGEVULD MET GERSTESTRO. JOP HOEBEN VAN VEEHANDEL AARTS OVER HET SUCCESVOL
AFMESTEN VAN LAMMEREN.
“Rust, reinheid en regelmaat. Dus zeker geen stress. Dan presteren lammeren het best”, vertelt Jop Hoeben enthousiast. De lammeren groeien volgens hem op de AdLib brok van Voergroep Zuid zo’n 275 tot 300 gram per dag. Een energierijke korrel met 1015 VEVI en 15% Ruw Eiwit. Jop: “Met deze korrel kunnen lammeren hard groeien en zetten veel vlees aan. We houden de voerbakken altijd gevuld. Dat is cruciaal bij grote groepen en beperkte vreetruimte aan de voerbak. Anders verdringen ze elkaar als we voeren en drukken elkaar dood. Bovendien geeft het rust in de stal en zorgt een geleidelijke en continue opname van stro en krachtvoer voor het beste resultaat.”
VOORKOM NIERSTENEN EN COCCIDIOSE
De AdLib brok van de Voergroep is zo gemaakt dat de lammeren hard groeien, maar niet te hard. “Dit maakt dat we gemakkelijk werken en geen
doodgroeiers hebben”, legt Jop uit. Op de piek nemen de dieren ca 2 kg brok per dier per dag op. De samenstelling is zo dat de dieren geen last krijgen van nierstenen. Jop: “Om nierstenen te voorkomen is het belangrijk dat de dieren volop schoon water drinken. Daarom verstrekken we leidingwater en controleren we dagelijks of de bakken goed schoon zijn. Ook bieden we zoutblokken aan. Dit bevordert de wateropname.” Jop zijn voorkeur gaat uit naar grote waterbakken. “Open water waar meerdere dieren tegelijk kunnen drinken, dat werkt het beste. Zien drinken stimuleert om te drinken.”
OP TIJD AFLEVEREN
Bij grote aantallen lammeren in de stal ligt coccidiose op de loer. Om dat te voorkomen is het volgens Jop cruciaal om dagelijks te strooien. “Dat slaan we nooit over. De stallen moeten altijd droog blijven. En is er toch een lam met coccidiose, dan behandelen we deze direct. Door er kort op te zitten kun je veel ellende voorkomen.” Een andere tip van Jop is om regelmatig lammeren te wegen. Alleen dan kun je ze tijdig afzetten. “Ze mogen geslacht niet meer wegen dan 22 kg karkasgewicht. Bij een aanhoudingspercentage van 48% betekent dit dus afleveren op een levend gewicht van 46 kg. Dus zeker niet zwaarder! Iedere dag dat je lammeren langer aanhoudt kosten ze je geld.”
TIJDENS DE TRADITIONELE INTRODUCTIEDAG KREGEN DE NIEUWSTE VOERGROEP ZUID COLLEGA’S EEN
UITGEBREID INKIJKJE IN ONZE COÖPERATIE.
Algemeen directeur Ronald van de Ven trapte af met een presentatie over Voergroep Zuid, de strategie van het bedrijf en hoe hij als directeur naar de toekomst kijkt.
Hierna vertrokken de kersverse collega’s naar de productielocatie in Helmond waar assistent fabrieksmanager Antonie Driessen alles vertelde over mengvoerproductie.
De dag werd afgesloten met een bedrijfsbezoek aan de pluimvee- en schapenhouderij van David Janssen in Veulen. David vertelde over zijn boerderij én de rol als voorzitter van zijn ledenraad van Voergroep Zuid. Bekijk hier de videoterugblik
Heb jij 'm al gespot?
ONLANGS HEBBEN CAMERAMAN PEPIJN VAN KESSEL EN FOTOGRAAF EVELIEN THIJSSEN TIJDENS EEN FOTOSHOOT PRACHTIGE BEELDEN GEMAAKT VAN
ONZE NIEUWSTE VRACHTWAGEN MET OPLEGGER. ER IS GEFILMD EN GEFOTOGRAFEERD BIJ DE FABRIEK IN HELMOND, ONDERWEG ÉN TIJDENS HET LOSSEN.
OOK IS DE DRONE INGEZET OM VANUIT DE LUCHT
OPNAMES TE MAKEN.
Bijzonder aan deze nieuwe oplegger is dat de oplegger, naast gewoon bulken, de vakken ook één voor één kan lossen via de transportband. Daarnaast kan de hele bovenkant open, waardoor de wagen op allerlei manieren te laden is. Kortom; een zeer flexibel inzetbare oplegger!
OP ZATERDAG 6 EN ZONDAG 7 SEPTEMBER VINDT DE 15E EDITIE VAN DE AGRARISCHE DAGEN SOMEREN PLAATS. DEZE GROOTSTE OPENLUCHTBEURS VAN ZUID-NEDERLAND IS AL JAREN EEN BEGRIP IN DE REGIO EN VER DAARBUITEN.
De beurs staat bol van inspiratie en innovatie uit de agrarische sector. Bezoekers krijgen een blik op de toekomst van het boerenbedrijf, met onder andere live machinedemonstraties en volop ruimte voor ontmoeting.
Dit jaar zijn zowel Voergroep Zuid áls Boeren met LEF aanwezig. Kom langs en bepaal op welke doelen jij je richt!
Lid worden?
Meld u zich aan via onze website: www.voergroepzuid.nl/cooperatie/lid-worden
Kom tijdens de beurs langs voor een ijsje!